NL1020001C1 - Inrichting aangestuurd door een voercomputer om vloeistof automatisch aan het voer toe te voegen. - Google Patents

Description

INRICHTING AANGESTUURD DOOR EEN VOERCOMPUTER OM I

VLOEISTOF AUTOMATISCH AAN HET VOER TOE TE VOEGEN I

De uitvinding betreft een doseerpompje dat dient om middels een I

5 voercomputer dieren automatisch vloeistof exact toe te dienen. I

Deze vloeistof kan zijn: een medicijn, voedingssupplement, water of een I

vermenging van deze producten. I

Het apparaat bestaat uit een elektromotor die wordt aangestuurd door de I

voercomputer; de elektromotor drijft een cilinder aan. Bij iedere slag van de

10 cilinder wordt vloeistof aangetrokken en weer naar buiten geperst, door een I

sproeikop wordt de vloeistof dan gedoseerd aan het voer in de voederbak van I

het dier toegevoegd. I

Op dit moment worden medicijnen of supplementen veelal handmatig I

15 toegediend. De veehouder zet eerst de koe vast, neemt de kop van het dier I

onder een arm en buigt de kop achterover. Daarna plaatst hij met een hand I

een slangetje in de bek dat aan een fles of andere container gevuld met de

vloeistof is bevestigd. Ook kan hij soms een injector gebruiken. Door de fles I

omhoog te brengen of de zuiger van de injector aan te duwen loopt de vloeistof I

20 in de bek. Deze methode heeft vele nadelen: de koe ervaart de handeling als onprettig en wil vaak niet meewerken. Het ingeven wordt dan buitengewoon

lastig, tijdrovend en is ook niet zonder gevaar. I

Soms gaat veel vloeistof verloren. Om al deze redenen beperkt de veehouder I

het toedienen zo veel mogelijk. I

25 Een tweede methode is om in combinatie met de voercomputer door middel I

van een slangpompje vloeistof te verpompen en op het krachtvoer te doseren. I

Dit systeem heeft als nadeel dat het pompje maar beperkt zelfaanzuigend is en I

niet exact kan doseren. Ook wordt het middel door een niet afsluitbare leiding I

naar de voerbak gebracht, dit heeft tot gevolg dat de vloeistof blijft nadruppelen I

30 en mogelijk terecht komt op het rantsoen van een koe die deze niet mag

krijgen. De vaste leiding die recht boven de voerbak is geplaatst vormt I

bovendien een obstakel voor de koe. I

in o ' I

U L ’ I

I 2 I Een ander nadeel is dat het slangpompje slechts op één merk voercomputer I kan worden aangesloten en dus maar door een beperkt aantal veehouders kan I worden gebruikt.

I 5 De uitvinding beoogt een soortgelijke inrichting als slangpompje te verkrijgen I die voomoemde problemen niet heeft. Volgens de uitvinding kan dit op de I volgende wijze worden bereikt.

I De vloeistof wordt opgeslagen in een voorraadvat, het voorraadvat is door I middel van een slangetje aangesloten op een cilinder, deze cilinder wordt I 10 aangestuurd door een elektromotor, die op zijn beurt wordt in- en uitgeschakeld I door de elektronica van de voedercomputer. Tussen elektromotor en cilinder is I een excentriek geplaatst. Bij de eerste halve slag van het excentriek beweegt I de zuiger in de cilinder zich in neerwaartse richting. Er ontstaat een onderdruk I waardoor vloeistof wordt aangezogen uit het voorraadvat. Bij de tweede halve I 15 slag wordt de vloeistof onder druk weer naar buiten geperst. Door middel van I terugslagkleppen wordt geregeld dat de vloeistof door een slangetje met aan I het uiteinde een speciale sproeikop, vanaf een kleine afstand over het I krachtvoer in de voerbak wordt gespoten.

I De terugslagkleppen hebben een bepaalde openingsdruk die voorkomt dat de I 20 vloeistof door het hoogteverschil vanzelf naar de sproeikop zou stromen.

I Door het gebruik van een cilinder kan er exact gedoseerd worden en er kan I voldoende druk worden opgebouwd die nodig is om een straal te vormen. De I grootte van de cilinder bepaald de slagvolume. Doordat de uitstroom opening I van de sproeikop kleiner is dan de diameter van het aanvoerslangetje wordt er I 25 druk opgebouwd, zodat een (rechte) straal vloeistof wordt gecreëerd. Door I deze krachtige straal behoeft de sproeikop niet recht boven het voer (waar de I kop van het dier zich bevindt) geplaatst te worden maar kan de vloeistof van I onder een hoek op de plaats van bestemming gebracht worden. Hierdoor kan I de sproeikop buiten bereik van de koe geplaatst worden.

I 30 De doorgang in de sproeikop heeft de vorm van een zwanenhals. Hierdoor I wordt bereikt dat, mede omdat de persslang wanneer niet in gebruik van boven I is afgesloten, er geen vloeistof uit de persslang druppelt.

I Door instelling van de elektronica en door de motor te voorzien van speciale I sleepcontacten, wordt bereikt dat het excentriek altijd slechts een hele

omwenteling maakt, waardoor de cilinder één uitgaande en één ingaande slag B

maakt. Dus één hele slag is een vaste hoeveelheid. Door het gebruik van een B

zuiger/cilinder toepassing is het systeem onderhoudsarm. Er zijn geen B

onderdelen toegepast die periodiek vervangen dienen te worden. B

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in B

de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de B

uitvinding. B

10 De elektromotor met axiaaloverbrenging (3) wordt aangestuurd door de B

voercomputer. De motor maakt één omwenteling, hierdoor maakt excentriek (8) B

ook één omwenteling en maakt de zuiger in de cilinder (6) een heen- en B

teruggaande slag. Dit veroorzaakt volumevergroting (aanzuiging van de B

vloeistof) en volumeverkleining (de vloeistof wordt uit de cilinder geperst). De B

15 vloeistof wordt zodanig door de terugslagkleppen (4) en (5) gestuurd dat het in B

de juiste richting stroomt door persslang (9) naar sproeikop (10). Door de B

sproeikop (10) wordt de vloeistof met een straal op het krachtvoer (11) in de B

voerbak (12) gespoten. B

De kleinere diameter van opening (14) van de sproeikop (10) zorgt voor meer B

20 druk. De zwanenhals (13) in de sproeikop (10), en de terugslagklep (5) die B

wanneer de motor niet loopt de persslang (9) afsluit, zorgen ervoor dat deze I

slang niet leeg druppelt. H

Claims (2)

1. I CONCLUSIES I Inrichting om een vloeistof, zoals een geneesmiddel of een I voedingssupplement, door middel van een pompje, aangedreven door een I 5 elektromotor en aangestuurd door een voercomputer, automatisch op maat aan I dieren toe te dienen, met het kenmerk, dat de inrichting bestaat uit een aan een I elektromotor verbonden excentriek (8) die verbonden is met de zuiger-cilinder I (6) met een vast slagvolume, waardoor bij iedere omwenteling van het I excentriek (8) de zuiger in de cilinder (6), een in- en uitgaande slag maakt, I 10 waardoor de vloeistof (2) in het voorraadvat (1) door de aanzuigslang (7) wordt I aangezogen en onder druk en exact gedoseerd, weer naar buiten wordt I geperst en door middel van de terugslagkleppen (4) en (5) naar de sproeikop I (10) wordt geleid en door de uitstroomopening (14) van de sproeikop (10) van I een kleine afstand onder een hoek op het krachtvoer (11) in de voerbak (12) I IS wordt gespoten, waardoor het dier niet in contact komt met delen van de I inrichting. I
2. 2 I Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vloeistof bij het verlaten I van de sproeikop door de opening (14) wordt geperst die een kleinere diameter I 20 heeft dan de persslang (9) zodat nog meer druk wordt opgebouwd en waarbij I de sproeikop (10) zodanig is uitgevoerd dat de doorgang in de sproeikop I bestaat uit één of meer zwanenhalzen (13) die weer uitkomen in de I uitstroomopening (14) waardoor wordt bewerkstelligd dat wanneer de inrichting I niet in gebruik is en de persslang (9) door terugslagklep (5) is afgesloten alleen I 25 vloeistof uit de uitstroomopening (14) wegstroomt en de rest van de persslang I (9) gevuld blijft, zodat het nadruppelen van de inrichting wordt voorkomen.