NL1019865C2 - Connection part for a cable duct system. - Google Patents

Connection part for a cable duct system. Download PDF

Info

Publication number
NL1019865C2
NL1019865C2 NL1019865A NL1019865A NL1019865C2 NL 1019865 C2 NL1019865 C2 NL 1019865C2 NL 1019865 A NL1019865 A NL 1019865A NL 1019865 A NL1019865 A NL 1019865A NL 1019865 C2 NL1019865 C2 NL 1019865C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connecting part
cable duct
profile
cable
duct system
Prior art date
Application number
NL1019865A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Dirk Rene Boer
Original Assignee
Gouda Holland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gouda Holland Bv filed Critical Gouda Holland Bv
Priority to NL1019865A priority Critical patent/NL1019865C2/en
Priority to EP03734915A priority patent/EP1474854A1/en
Priority to PCT/NL2003/000033 priority patent/WO2003065531A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019865C2 publication Critical patent/NL1019865C2/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/04Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
    • H02G3/0431Wall trunking
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/44Mechanical structures for providing tensile strength and external protection for fibres, e.g. optical transmission cables
    • G02B6/4439Auxiliary devices
    • G02B6/4459Ducts; Conduits; Hollow tubes for air blown fibres
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/06Joints for connecting lengths of protective tubing or channels, to each other or to casings, e.g. to distribution boxes; Ensuring electrical continuity in the joint
    • H02G3/0608Joints for connecting non cylindrical conduits, e.g. channels

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)

Description

tt

Verbindingsdeel voor een kabelgootsysteemConnection part for a cable duct system

De uitvinding betreft een verbindingsdeel voor een kabelgootsysteem, omvattende ten minste een aangrijpmiddel, dat kan aangrijpen op een element van een kabelgootsysteem. De uitvinding betreft tevens het gebruik van een 5 verbindingselement. De uitvinding heeft tevens betrekking op het vervaardigen van een verbindingsdeel.The invention relates to a connecting part for a cable duct system, comprising at least one engaging means, which can engage on an element of a cable duct system. The invention also relates to the use of a connecting element. The invention also relates to the manufacture of a connecting part.

Een verbindingsdeel van de onderhavige soort is algemeen bekend. Dergelijke verbindingsdelen kunnen worden gebruikt voor het verbinden van twee langgerekte 10 kabelgootdelen.A connecting part of the present type is generally known. Such connecting parts can be used for connecting two elongated cable duct parts.

Probleem van dergelijke verbindingsdelen is dat de verbindingsdelen niet flexibel in gebruik zijn. Bekende verbindingsdelen hebben slechts één functie.The problem with such connecting parts is that the connecting parts are not flexible in use. Known connecting parts only have one function.

Doel van de onderhavige uitvinding is een 15 verbindingsdeel te verschaffen waarbij dit bezwaar is verminderd.The object of the present invention is to provide a connecting part in which this drawback is reduced.

Dit doel wordt bereikt met een verbindingsdeel dat in hoofdzaak een kussenvormig profiel bepaalt. Een dergelijk verbindingsdeel wordt gebruikt als verbinder van twee elementen 20 in een kabelgootsysteem, waarbij het kussenprofiel tevens een geleidingsfunctie voor de kabels die worden opgenomen in de kabelgoten vervuld. Wanneer het verbindingsdeel wordt gebruikt als onderdeel voor het maken van een hoek/bocht tussen twee kabelgoten, zorgt het kussenprofiel, dat bijvoorbeeld twee 25 boogprofielen bepaalt met een bepaalde straal, voor de geleiding van de kabels rondom de hoek met deze bepaalde straal. Kwetsbare kabels kunnen beschadigd worden bij wanneer de kabels om een te scherpe hoek worden getrokken. Het profiel geleidt de kabel om de bocht.This object is achieved with a connecting part which essentially determines a cushion-shaped profile. Such a connecting part is used as a connector of two elements 20 in a cable duct system, wherein the cushion profile also fulfills a guiding function for the cables that are received in the cable ducts. When the connecting part is used as a part for making an angle / bend between two cable ducts, the cushion profile, which for instance defines two arc profiles with a certain radius, ensures the conduction of the cables around the corner with this determined radius. Vulnerable cables can be damaged if the cables are pulled too sharply. The profile guides the cable around the bend.

30 Bij voorkeur omvat het verbindingsdeel ten minste twee aangrijpmiddelen, elk voor het aangrijpen nabij een rand van een mond 'ran een kabelgoot. Hierdoor kan het verbindingsdeel twee elementen in een kabelgootsysteem 101333¾ 2 verbinden.The connecting part preferably comprises at least two engaging means, each for engaging near an edge of a mouth of a cable duct. This allows the connecting part to connect two elements in a cable duct system 10133313 2.

Bij voorkeur omvat het verbindingsdeel klemmiddelen. Het aangrijpen van de kabelgoten die. worden verbonden door het verbindingsdeel vindt dan klemmend plaats. Het klemmend 5 aangrijpen heeft als bijzonder voordeel dat geen tijdrovende verbindingshandelingen moeten worden uitgevoerd.The connecting part preferably comprises clamping means. Engaging the cable trays that. are connected by the connecting part then clamping takes place. The clamping engagement has the special advantage that no time-consuming connection operations have to be performed.

Bij voorkeur omvat het verbindingsdeel een uitsparing nabij de zijkanten van het kussenvormig profiel. De uitsparing is zodanig ingericht dat deze een rand van een kabelgoot kan 10 opnemen. Het verbindingsdeel kan een kabelgoot in de uitsparing opnemen en in het bijzonder deze daarbij klemmend aangrijpen. Hierdoor ontstaat een verder verbeterende verbinding.The connecting part preferably comprises a recess near the sides of the cushion-shaped profile. The recess is arranged such that it can receive an edge of a cable duct. The connecting part can receive a cable duct in the recess and in particular grip it clampingly. This creates a further improving connection.

Bij voorkeur is het verbindingsdeel ingericht voor het aangrijpen van tenminste twee randen van twee kabelgoten, 15 waarbij de randen van de kabelgoten, waarbij de randen van de kabelgoten in hoofdzaak onderling loodrecht op elkaar staan. Hierdoor is het mogelijk met het verbindingsdeel een hoek tussen twee kabelgoot elementen te laten maken.The connecting part is preferably adapted to engage at least two edges of two cable ducts, the edges of the cable ducts, the edges of the cable ducts being substantially mutually perpendicular to each other. This makes it possible to have an angle between two cable duct elements made with the connecting part.

Bij voorkeur bepaalt het boogprofiel van het 20 kussenprofiel en straal van tenminste 50 mm. Hierdoor is het gebruik van het verbindingsdeel als geleidingsmiddel voor het om de hoek leiden van kwetsbare kabels mogelijk. Onbeschermde glasvezelkabels kunnen worden geleid om bochten met een radius die groter is dan 50 mm zonder beschadiging.Preferably the arc profile of the cushion profile determines a radius of at least 50 mm. This makes it possible to use the connecting part as a guide for guiding vulnerable cables around the corner. Unprotected fiber optic cables can be routed around bends with a radius greater than 50 mm without damage.

25 In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de aangrijpmiddelen elektrisch geleidend met elkaar verbonden. Hierdoor wordt een kabelgoot systeem samengesteld dat statisch elektrisch geleidend is. Dit biedt bijzondere voordelen bij het gebruik van onbeschermde glasvezels in het kabelgootsysteem .In the preferred embodiment, the engaging means are electrically conductively connected to each other. This creates a cable duct system that is electrically conductive. This offers special advantages when using unprotected glass fibers in the cable duct system.

30 Bij voorkeur bevat het verbindingsdeel aluminium.The connecting part preferably contains aluminum.

Hierdoor is het verbindingsdeel elektrisch geleidend, is het verbindingsdeel licht van gewicht, en kan het verbindingsdeel worden gevormd door extrusie.As a result, the connecting part is electrically conductive, the connecting part is light in weight, and the connecting part can be formed by extrusion.

Bij voorkeur bepaalt het profiel tenminste één 35 schroefkanaal. Wanneer het verbindingsdeel wordt geëxtrudeerd, 1 Π -i Q J 'J ;· - 9 3 kunnen individuele verbindingsdelen worden vervaardigd door het doorsnijden van het extrusieprofiel. De open zijde van het profiel wordt bij voorkeur verbonden aan een dop d.m.v. schroeven, die kunnen aangrijpen in het schroefkanaal.The profile preferably defines at least one screw channel. When the connecting part is extruded, individual connecting parts can be manufactured by cutting the extrusion profile. The open side of the profile is preferably connected to a cap by means of screws that can engage in the screw channel.

5 In de voorkeuruitvoeringsvorm bepaalt het profiel een lengtegleuf. De lengtegleuf is aangebracht in het midden van het kussenprofiel. De uitsparing kan een gedeelte van een gezette plaat opnemen. Hierdoor kan het verbindingsdeel worden gebruikt als onderdeel van een uitkapping van een aftakking, 10 waarbij een bepaalde hoogte moet worden overbrugd. Met behulp van het verbindingsdeel en een gezette plaat die aangrijpt in de uitsparing in het verbindingsdeel kan de hoogte op relatief eenvoudige wijze worden overbrugd. De gezette plaat kan tevens aangrijpen in de uitsparing, wanneer het verbindingsdeel wordt 15 gebruikt voor het versmallen van een kabelgoot.In the preferred embodiment, the profile determines a length slot. The longitudinal slot is arranged in the middle of the cushion profile. The recess can receive a portion of a set plate. The connecting part can hereby be used as part of a cut-out of a branch, wherein a certain height must be bridged. The height can be bridged in a relatively simple manner with the aid of the connecting part and a set plate which engages in the recess in the connecting part. The set plate can also engage in the recess when the connecting part is used for narrowing a cable duct.

Bij voorkeur omvat het profiel van het verbindingsdeel een kamertje dat een veerelement, in het bijzonder een klemveer, kan opnemen. De klemveer is zodanig geplaatst dat deze klemt op een kabelgoot, die is opgenomen in 20 de uitsparing van het profiel van het verbindingsdeel.The profile of the connecting part preferably comprises a chamber which can receive a spring element, in particular a clamping spring. The clamping spring is positioned such that it clamps onto a cable duct which is received in the recess of the profile of the connecting part.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van het profiel kennelijk bedoelt als verbindingsdeel van een kabelgoot systeem.The invention also relates to a method for manufacturing the profile apparently intended as a connecting part of a cable duct system.

Het is mogelijk het verbindingsdeel te vormen door 25 spuitgieten. Gebruik wordt gemaakt van een mal voor het spuitgieten met een plastic of een kunststof. Het gebruik van dergelijke materialen heeft een gunstig effect op de geleidingsfunctie van een verbindingsdeel. Immers dergelijk materialen en het spuitgieten kunnen voorkomen dat scherpe 30 randen aanwezig zijn op het verbindingsdeel.It is possible to form the connecting part by injection molding. Use is made of a mold for injection molding with a plastic or plastic. The use of such materials has a favorable effect on the guiding function of a connecting part. After all, such materials and the injection molding can prevent sharp edges from being present on the connecting part.

In de voorkeuruitvoeringsvorm wordt het verbindingsdeel geëxtrudeerd. Hierdoor is het mogelijk een geëxtrudeerd profiel samen te stellen, dat op een gewenst lengte kan worden gebracht. Gebruik kan worden gemaakt van één 35 profiel dat op lengte kan worden afgezaagd, waarbij hetzelfde 4 profiel meerder functies kan uitvoeren.In the preferred embodiment, the connecting part is extruded. This makes it possible to assemble an extruded profile, which can be brought to a desired length. Use can be made of one profile that can be cut to length, whereby the same 4 profile can perform multiple functions.

De verbindingsdelen worden bij voorkeur gebruikt in een verbindingselement, dat omvat een basisplaat met gaten.The connecting parts are preferably used in a connecting element, which comprises a base plate with holes.

Door de gaten kunnen schroeven worden aangebracht, die 5 vervolgens aangrijpen op het schroefkanaal van het verbindingsdeel. Op deze wijze is het verbindingsdeel op de basisplaat te monteren.Screws can be provided through the holes, which subsequently engage on the screw channel of the connecting part. In this way the connecting part can be mounted on the base plate.

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin: 10 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een kabelgootsysteem uitgevoerd met verbindingsdelen volgens de uitvinding.The invention will be further described with reference to the accompanying figures, in which: 1 shows a perspective view of a cable duct system provided with connecting parts according to the invention.

Fig. 2 een aanzicht toont van een verbindingsdeel volgens de uitvinding gebruikt als een versmallingselement 15 tussen twee kabelgoten,FIG. 2 shows a view of a connecting part according to the invention used as a narrowing element 15 between two cable ducts,

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een aftapping voorzien van verbindingselementen volgens de uitvinding,FIG. 3 shows a perspective view of a drain provided with connecting elements according to the invention,

Fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van een 20 vervalstuk,FIG. 4 shows a perspective view of a decay piece,

Fig. 5 een perspectivisch aanzicht toont van een verbindingselement met een verbindingsdeel volgens een andere uitvoeringsvorm,FIG. 5 shows a perspective view of a connecting element with a connecting part according to another embodiment,

Fig. 6 een verbindingselement met vier 25 verbindingsdelen gebruikt als kruising van kabelgoten.FIG. 6 shows a connecting element with four connecting parts used as a cross-over of cable ducts.

Figuur 1 toont een kabelgoot systeem 1. Getoond wordt een eerste U-vormige langgerekte kabelgoot 2, die is voorzien van een deksel 3. De deksel 3 kan zwenken om een scharnier 4.Figure 1 shows a cable duct system 1. A first U-shaped elongated cable duct 2 is shown, which is provided with a cover 3. The cover 3 can pivot about a hinge 4.

De kabelgoot 2 is voorzien van vier scharnieren 4. Het 30 scharnier 4 is aangebracht op opstaande wand 5 van goot 2, en grijpt aan op deksel 3. De deksel beweegt volgens pijl 6.The cable duct 2 is provided with four hinges 4. The hinge 4 is mounted on upright wall 5 of channel 2, and engages on cover 3. The cover moves according to arrow 6.

Scharnier 4 wordt samengesteld door een klemdeel 7,8 en een asdeel 9,10. Bij deze uitvoeringsvorm is het klemdeel 7,8 verbonden met de deksel 3 en zijn de assen 9,10 verbonden 35 met de opstaande wand 5,11. De klemmen 7,8 grijpen aan op de as 5 9,10, zodanig dat de deksel een zwenkende beweging rond deze as kan uitvoeren. In gesloten dekselpositie grijpen de klemmen 7,8 aan op de assen 9,10. De deksel 3 kan zwenken volgens pijl 6, wanneer scharnier 4 de zwenkas vormt, en deksel 3 kan zwenken 5 volgens pijl 12, wanneer de assen 9,10 de zwenkas vormen.Hinge 4 is assembled by a clamping part 7,8 and a shaft part 9,10. In this embodiment the clamping part 7,8 is connected to the cover 3 and the shafts 9,10 are connected to the upright wall 5,11. The clamps 7,8 engage on the shaft 9, 10, such that the cover can perform a pivoting movement about this shaft. In the closed lid position, the clamps 7,8 engage on the shafts 9,10. The lid 3 can pivot according to arrow 6 when hinge 4 forms the pivot axis, and lid 3 can pivot according to arrow 12 when the shafts 9,10 form the pivot axis.

Het U-vormige profiel van kabelgoot 2 omvat twee zijwanden 5,11 en een grondvlak 13. Het grondvlak dient als ondersteuning voor kabels (niet getoond) die kunnen worden opgenomen in de kabelgoot. De kabelgoot 2 vormt derhalve een 10 bak.The U-shaped profile of cable duct 2 comprises two side walls 5.11 and a base 13. The base serves as a support for cables (not shown) that can be received in the cable duct. The cable duct 2 therefore forms a trough.

Kabelgoot 2 bepaalt twee uiteinden, waaronder de rand 14. De rand 14 vormt een mond van de kabelgoot 2. Nabij de mond van de kabelgoot kan een verbindingselement 15 aangrijpen. Verbindingselement 15 bepaalt in hoofdzaak hetzelfde U-profiel 15 als de kabelgoot 2, het verbindingselement 15 is van een iets grotere omvang. Verbindingselement 15 wordt in hoofdzaak rondom kabelgoot 2 aangebracht. Verbindingselement 15 is voorzien van klemmiddelen 16, samengesteld door een lip 16. De lip steekt uit naar binnen toe van het U-profiel van het 20 verbindingselement 15. De lippen zijn verend. Wanneer kabelgoot 2 wordt aangebracht binnen verbindingselement 15 zullen de lippen 16 licht inveren, en de rand 14 aan de buitenzijde van kabelgoot 2 aangrijpen en daarbij een klemkracht uitoefenen.Cable duct 2 defines two ends, including the edge 14. The edge 14 forms a mouth of the cable duct 2. A connecting element 15 can engage near the mouth of the cable duct. Connecting element 15 determines substantially the same U-profile 15 as the cable duct 2, the connecting element 15 is of a slightly larger size. Connecting element 15 is arranged substantially around cable duct 2. Connecting element 15 is provided with clamping means 16, composed by a lip 16. The lip projects inwards from the U-profile of the connecting element 15. The lips are resilient. When cable duct 2 is provided within connecting element 15, the lips 16 will spring in slightly, and the edge 14 will engage on the outside of cable duct 2 and thereby exert a clamping force.

Met deze lip 16 is het gemakkelijk een kabelgoot aan te brengen 25 en klemmend aan te grijpen, immers de lip zal gemakkelijk inveren. Het is echter aanzienlijk lastiger de kabelgoot weer te verwijderen, aangezien de rand van de lip op de kabelgoot aangrijpt, waarbij aanzienlijk wrijving ontstaat.With this lip 16 it is easy to arrange a cable duct and to grip it in a clamping manner, since after all the lip will spring in easily. However, it is considerably more difficult to remove the cable duct again, since the edge of the lip engages on the cable duct, whereby considerable friction occurs.

Kabelgoot 2 en verbindingselement 15 bevatten een 30 geleidend materiaal b.v. een metaal. De lippen 16 zijn geleidend. De klemkracht kan worden samengesteld gebruik makend van de verende eigenschappen van het metaal.Cable duct 2 and connecting element 15 contain a conductive material e.g. a metal. The lips 16 are conductive. The clamping force can be combined using the resilient properties of the metal.

De verbinding tussen kabelgoot 2 en verbindingselement 15 is afhankelijk van de klemkracht 35 uitgeoefend door de lippen 16 en de eigenschappen van het -i a .The connection between cable duct 2 and connecting element 15 is dependent on the clamping force 35 exerted by the lips 16 and the properties of the.

♦ '··· ·.··.. 'j 6 materiaal, in het bijzonder de ruwheid of de wrijving die ontstaat bij de klemming van de lippen 16 op het buitenoppervlak van de kabelgoot 2. Door gebruik te maken van metalen kan de klemkracht zodanig groot worden gekozen dat de 5 wrijving voldoende is om de verbinding met de kabelgoot veilig samen te stellen.6 material, in particular the roughness or friction that occurs during the clamping of the lips 16 on the outer surface of the cable duct 2. By using metals, the clamping force can be so large that the friction is sufficient to safely assemble the connection to the cable duct.

Het andere uiteinde van kabelgoot 2 bepaalt een rand 17. De kabelgoot 2 wordt aan de uiteinden van de zijwanden 11,5 aangegrepen door verbindingselement 18, in de vorm van een 10 versmallingselement. Het versmallingselement 18 wordt samengesteld door twee verbindingsdelen 19, en deksel 20, een grondvlak 21 en twee scharnieren 22. Het versmallingselement 18 bepaalt de overgang van de brede U-vormige kabelgoot 2 naar de kleinere U-vormige kabelgoot 23, zie figuur 2. Figuur 2 toont 15 het bovenaanzicht van een versmallingselement 18, zonder deksel 20 .The other end of cable duct 2 defines an edge 17. The cable duct 2 is engaged at the ends of the side walls 11.5 by connecting element 18, in the form of a narrowing element. The narrowing element 18 is composed by two connecting parts 19, and cover 20, a base surface 21 and two hinges 22. The narrowing element 18 determines the transition from the wide U-shaped cable duct 2 to the smaller U-shaped cable duct 23, see figure 2. Figure 2 shows the plan view of a narrowing element 18, without lid 20.

Verbindingsdelen 19 zijn uitgevoerd met uitsparingen 195, die zijn ingericht voor het opnemen van de zijwand 5,11,199 van een kabelgoot 2,23. Bij het insteken van de 20 zijwand 5,11,199 in de desbetreffende uitsparing in het verbindingsdeel 19 zal de veerkracht van een lip 196 van een klemveer 193 tegenwerken. De klemveer 193 klemt de zijwand 5,11 in de uitsparing 195. De kabelgoot 2 wordt als het ware verlengd met het versmallingselement 18. Ook kabelgoot 23 wordt 25 verbonden aan het versmallingselement d.m.v. het klemmen van de zijwand 199 in de uitsparing 195 van het verbindingsdeel 19.Connecting parts 19 are provided with recesses 195 which are adapted to receive the side wall 5.11, 199 of a cable duct 2.23. When inserting the side wall 5,11,199 into the relevant recess in the connecting part 19, the spring force of a lip 196 of a clamping spring 193 will counteract. The clamping spring 193 clamps the side wall 5.11 into the recess 195. The cable duct 2 is, as it were, extended with the narrowing element 18. Cable duct 23 is also connected to the narrowing element by means of. clamping the side wall 199 into the recess 195 of the connecting part 19.

Verbindingsdeel 19 wordt gevormd door een kussenvormig profiel, dat twee schroefkanalen 191, twee lengtegleuven 192, twee kamers 194, en twee uitsparingen 195 30 omvat. Kamer 194 kan een klemveer 193 opnemen. Door grondvlak 21 steken twee schroeven(niet getoond), die aangrijpen in de schroefkanalen 191. Ook scharnieren 22 kunnen met schroeven aan het verbindingsdeel worden verbonden.Connecting part 19 is formed by a cushion-shaped profile, which comprises two screw channels 191, two longitudinal slots 192, two chambers 194, and two recesses 195. Chamber 194 can receive a clamping spring 193. Two screws (not shown) protrude through base 21 and engage in screw channels 191. Hinges 22 can also be connected to the connecting part with screws.

Kabelgoot 23 is verbonden met verbindingselement 24 35 uitgevoerd als T-verbindingsdeel met drie open monden, die elk 7 zijn verbonden met kabelgoten 23, 25 en 26. Eén mond van verbindingselement 24 is afgesloten met afsluitmiddel 27.Cable duct 23 is connected to connecting element 24 designed as a T-connecting part with three open mouths, each of which 7 is connected to cable ducts 23, 25 and 26. One mouth of connecting element 24 is closed with closing means 27.

De verbindingsdelen 28 bepalen eenzelfde kussenvormig profiel als verbindingsdeel 19, voorzien van een uitsparing, 5 waarin de opstaande zijwand van het U-vormige profiel van de kabelgoot 23, 25 en 26 kan worden opgenomen en klemmend kan worden aangegrepen. De uitsparing is tevens geschikt voor het opnemen van een afsluitmiddel 27. Het afsluitmiddel 27 kan worden verwijderd, waardoor een open mond van het 10 verbindingselement 24 wordt gevormd. De opstaande uitsparing van het verbindingselement 24 kan allereerst een rand opnemen, die evenwijdig verloopt aan het mondvlak van het verbindingselement 24, zoals afsluitmiddel 27, en daarnaast een rand kan opnemen, die loodrecht verloopt aan het mondvlak van 15 het verbindingselement 24, bijvoorbeeld zijwanden van een kabelgoot. Zowel de kabelgoot als het afsluitmiddel worden 27 in de uitsparing opgenomen en klemmend aangegrepen door de lip van de klemveer.The connecting parts 28 define the same cushion-shaped profile as connecting part 19, provided with a recess, in which the upright side wall of the U-shaped profile of the cable duct 23, 25 and 26 can be received and clampedly engaged. The recess is also suitable for receiving a closing means 27. The closing means 27 can be removed, whereby an open mouth of the connecting element 24 is formed. The upright recess of the connecting element 24 can firstly receive an edge which runs parallel to the mouth surface of the connecting element 24, such as closing means 27, and can additionally receive an edge which runs perpendicular to the mouth surface of the connecting element 24, for example side walls of a cable duct. Both the cable duct and the closing means 27 are received in the recess and clampingly engaged by the lip of the clamping spring.

Het verwijderen van afsluitmiddel 27 en het 20 aanbrengen van een nieuw kabelgoot element in deze mond toont aan dat het kabelgootsysteem volgens uitvinding, makkelijk is uit te breiden met extra kabelgoten na samenstelling van het kabelgootsysteem voor het eerste doeleinde. Het kabelgootsysteem is zodoende zeer geschikt voor gecompliceerde 25 kabelgootsystemen zoals deze kunnen worden gebruikt in de telecomindustrie en kunnen op eenvoudige wijze worden uitgebreid.The removal of closing means 27 and the installation of a new cable duct element in this mouth shows that the cable duct system according to the invention can easily be expanded with additional cable ducts after assembly of the cable duct system for the first purpose. The cable duct system is therefore very suitable for complicated cable duct systems such as these can be used in the telecom industry and can be expanded in a simple manner.

Kabelgoot 26 is voorzien van een dekselinrichting. Verbonden met de opstaande zijwanden van het U-vormige profiel 30 van kabelgoot 26 zijn vier asdelen 29. Deze kunnen aangrijpen op klemmen 31 die zijn verbonden aan de randen van deksel 30.Cable duct 26 is provided with a cover device. Connected to the upright side walls of the U-shaped profile 30 of cable duct 26 are four shaft parts 29. These can engage on clamps 31 which are connected to the edges of cover 30.

De deksel 30 kan op twee manieren zwenken. Twee naastliggende asdelen, klemmend aangegrepen door de respectievelijke klemdelen van het scharnier, vormen daarbij de zwenkas van de 35 deksel 30.The lid 30 can pivot in two ways. Two adjacent shaft parts, clampingly engaged by the respective clamping parts of the hinge, thereby form the pivot axis of the cover 30.

i ’; .i ’; .

( ' · 8('· 8

Kabelgoot 25 is verbonden met kabelgoot 32 door middel van een verbindingsdeel 15. Kabelgoot 32 is samengesteld met een aftakking naar een kleinere kabelgoot 33. De dwarsdoorsnede van kabelgoot 33 bepaalt een kwart van de 5 kabelgootdoorsnede van de kabelgoot 32.Cable duct 25 is connected to cable duct 32 by means of a connecting part 15. Cable duct 32 is assembled with a branch to a smaller cable duct 33. The cross-section of cable duct 33 determines a quarter of the cable duct cross-section of the cable duct 32.

Voor het maken van een aftakking is een uitkapping 34 in kabelgoot 32 aangebracht, zie figuur 3. Uitkapping 34 wordt samengesteld door twee gezette platen 35,36, twee verbindingsdelen 37, 38, een brugdeel 39, een hulpwand 40, twee 10 verbindingselementen 41, 42 voorzien van dekseldelen 43, 44 die elk een as 45,46 bepalen. Een klemdeel 451,461 grijpt aan op de as, zodanig dat een scharnier wordt bepaald. Het klemdeel kan worden verbonden met een deksel. De deksel kan zwenken om twee assen. De verbindingselementen 41 en 42 verbinden de randen van 15 zijwand 47 van kabelgoot 32 met de randen 48, 49 van goot 33.For making a branch, a cutout 34 is arranged in cable duct 32, see figure 3. Cutout 34 is assembled by two set plates 35,36, two connecting parts 37, 38, a bridge part 39, an auxiliary wall 40, two connecting elements 41, 42 provided with cover parts 43, 44 which each define an axis 45.46. A clamping part 451,461 engages the shaft such that a hinge is determined. The clamping part can be connected to a cover. The lid can swing around two axes. The connecting elements 41 and 42 connect the edges of side wall 47 of cable duct 32 with the edges 48, 49 of duct 33.

Kabels die snel kunnen beschadigen bij buiging worden geleid door de gezette platen 35,36 en twee verbindingsdelen 37,38. Op vloeiende wijze wordt een hoogte verschil overbrugd. Kabelgoot 32 is b.v. 100x100 mm, terwijl goot 33, 50x50 mm 20 bepaalt. Het hoogteverschil dat moet worden overwonnen is dan 50 mm. Het overbruggen van dit hoogteverschil wordt gedaan met twee afleggingen 35, 36 die aangrijpen op een lengtegleuf 50, 51 van verbindingsdelen 37, 38. De gezette platen 35,36 worden in de lengtegleuf aangebracht door een beweging volgens pijl 25 351,361.Cables that can be damaged quickly by bending are guided through the set plates 35,36 and two connecting parts 37,38. A difference in height is bridged smoothly. Cable duct 32 is e.g. 100x100 mm, while trough 33, 50x50 mm determines 20. The difference in height that must be overcome is then 50 mm. Bridging this height difference is done with two layouts 35, 36 which engage on a length slot 50, 51 of connecting parts 37, 38. The set plates 35,36 are arranged in the length slot by a movement according to arrow 351,361.

Het verbindingsdeel 37,38, bepaalt een kussenvormig profiel, waarvan één zijwand een boog bepaalt met een straal van 50 mm. De aflegging bepaalt eveneens een hoofdzaak een cirkelboogvorm van een straal van 50 mm. Het brugdeel 39 30 bevindt zich op 50 mm hoogte in kabelgoot 32.The connecting part 37, 38 defines a cushion-shaped profile, one side wall of which defines an arc with a radius of 50 mm. The deposition also determines substantially a circular arc shape of a radius of 50 mm. The bridge part 39 30 is located at a height of 50 mm in cable duct 32.

Brugdeel 39 wordt samengesteld door twee in hoofdzaak loodrecht op elkaar staande vlakken, zie figuur 3.Bridge part 39 is assembled by two substantially perpendicular surfaces, see figure 3.

Het eerste vlak bepaalt vier schroefgaten 391. Door de gaten kunnen schroeven steken, zodanig dat brugdeel 39 wordt 35 verbonden met verbindingsdelen 41,42. Het tweede vlak bepaalt 9 twee schroefgaten met twee schroeven 392. Deze schroeven verbinden het brugdeel 39 met verbindingsdeel 37,38, door een schroefverbinding met het respectievelijke schroefkanaal 381. Het brugdeel bepaalt tevens een uitdrukking 394. Deze bevindt 5 zich nabij de mond van de aftakking. De mond van de uitkapping 34 wordt bepaald door de uitsparingen 421,431 van de verbindingsdelen 42,43 en de uitdrukking 394. De mond neemt de rand van kabelgoot 33 op. De uitsparingen nemen de zijwanden 48,49 op, de uitdrukking 394 bepaalt een ruimte voor het 10 opnemen van rand 331, die de basis vormt van het U-vormige profiel van kabelgoot 33. De klemmende middelen, ook hier gevormd door klemveren(niet getoond), grijpen klemmend aan op de buitenzijde van de kabelgoten 32,33.The first plane defines four screw holes 391. Screws can protrude through the holes, such that bridge part 39 is connected to connecting parts 41,42. The second face 9 defines two screw holes with two screws 392. These screws connect the bridge part 39 to connecting part 37,38, through a screw connection to the respective screw channel 381. The bridge part also defines an expression 394. This is located near the mouth of the branch. The mouth of the cutout 34 is defined by the recesses 421,431 of the connecting parts 42,43 and the expression 394. The mouth receives the edge of cable duct 33. The recesses receive the side walls 48,49, the expression 394 defines a space for receiving edge 331, which forms the basis of the U-shaped profile of cable duct 33. The clamping means, also formed here by clamping springs (not shown) ), clampingly engage the outside of the cable ducts 32.33.

De verbindingsdelen 41, 42 gedragen zich op gelijke 15 wijze als eerdere verbindingsdelen 19. Het hulpwandje 40 maakt een scheiding van de kabels, die nodig zijn voor de aftakking en de kabels die niet worden afgetakt, mogelijk. De schroeven 392 verbinden hulpwand 40 met het opstaande vlak van het brugdeel 39. De kabels die niet worden afgetakt lopen niet over 20 de verhoging.The connecting parts 41, 42 behave in the same way as previous connecting parts 19. The auxiliary wall 40 enables a separation of the cables that are necessary for the branch and the cables that are not branched. The screws 392 connect auxiliary wall 40 to the upstanding surface of the bridge part 39. The cables that are not branched do not run over the elevation.

Kabelgoot 33 is verbonden met een verbindingselement 52 dat wordt gevormd door een bodem 53, verbonden met vier verbindingsdelen 54 voorzien van dekseldelen 55. Het verbindingselement 52 is uitgevoerd als t-splitsing. Eén van de 25 monden van het verbindingselement is afgesloten met een afsluitmiddel 56.Cable duct 33 is connected to a connecting element 52 which is formed by a bottom 53, connected to four connecting parts 54 provided with cover parts 55. The connecting element 52 is designed as a t-junction. One of the 25 mouths of the connecting element is closed with a closing means 56.

Het verbindingselement 52 is verbonden met kabelgoten 57, 58. De verbindingsdelen 54 grijpen klemmend aan op de spaanloos bewerkte zijwanden de kabelgoten 57, 58. Het andere 30 uiteinde van kabelgoot 58 wordt klemmend aangegrepen door verbindingselement 59 dat overeenkomt met verbindingselement 15. Het verbindingselement 59 bepaalt lippen 591, die aangrijpen op de opstaande zijwanden van de kabelgoot 58 en vervalstuk 60. Het verbindingselement 59 en de lippen 591 35 bevatten een metaal, dat zorgt voor een veerkracht en ·· ! i . i 10 elektrische geleiding.The connecting element 52 is connected to cable ducts 57, 58. The connecting parts 54 clampingly engage the cable ducts 57, 58 on the chipless machined side walls. The other end of cable duct 58 is clampingly engaged by connecting element 59 corresponding to connecting element 15. The connecting element 59 defines lips 591 which engage on the upright side walls of the cable duct 58 and latch 60. The connecting element 59 and the lips 591 35 contain a metal which ensures a resilience and resilience. i. electrical conductivity.

Vervalstuk 60 maakt een verticale kabelgoot mogelijk. Daartoe is het vervalstuk 60 samengesteld uit een verbindingsdeel 63 en twee hoekstukken 61, 62, die gelijkvormig 5 zijn en in hoofdzaak verticaal zijn geplaatst. Het hoekstuk 62 bepaalt een flens 64 met lip 641, die aangrijpt om het tegenoverliggende hoekstuk 61. Schroeven 65 steken door gaten 611 van hoekstuk 61 en grijpen aan in schroefkanalen 631 in het kussenvormig profiel van verbindingsdeel 63. Hoekstuk 62 is op 10 dezelfde wijze verbonden aan verbindingsdeel 63.Expiration piece 60 makes a vertical cable duct possible. To this end, the decay piece 60 is composed of a connecting part 63 and two corner pieces 61, 62, which are of the same shape and are placed substantially vertically. The corner piece 62 defines a flange 64 with lip 641 which engages the opposite corner piece 61. Screws 65 protrude through holes 611 of corner piece 61 and engage in screw channels 631 in the cushion-shaped profile of connecting part 63. Corner piece 62 is connected in the same way at connecting part 63.

Hoekstukken 61, 62 zijn voorzien van een deksel 66, 67. De deksels zijn in gesloten toestand met twee klemdelen 68 verbonden aan twee asdelen 69. Klemdeel 68 en asdeel 69 vormen een scharnier. De kleppen kunnen om twee assen zwenken. Toegang 15 tot de kabelgoot kan op deze wijze gemakkelijk worden verschaft. Asdeel 69 bepaalt een as 691, een flens 692, een aanslag 693 en twee haken 694. De klemmond 681 van klemdeel 68 grijpt aan op as 691. Flens 692 ligt over de opstaande zijwand van het hoekstuk 61. De aanslag 693 bepaalt een geopende stand 20 voor de deksel 66,67. De haken 694 steken door uitstanzingen in de hoekstukken 61,62 zodanig dat de asdelen 69 positievast met de hoekstukken worden verbonden.Corner pieces 61, 62 are provided with a lid 66, 67. The lids are connected in the closed state with two clamp parts 68 to two shaft parts 69. Clamp part 68 and shaft part 69 form a hinge. The valves can pivot around two axes. Access to the cable duct can easily be provided in this way. Shaft part 69 defines a shaft 691, a flange 692, a stop 693 and two hooks 694. The clamping mouth 681 of clamping part 68 engages shaft 691. Flange 692 lies over the upright side wall of the corner piece 61. The stop 693 determines an open position 20 for the lid 66.67. The hooks 694 protrude through projections in the corner pieces 61, 62 such that the axle parts 69 are fixedly connected to the corner pieces.

Het verbindingsdeel 63 neemt in haar uitsparingen 632 op een rand van de flens 64 van de hoekstukken 61, 62 en grijpt 25 deze klemmend aan.The connecting part 63 receives in its recesses 632 on an edge of the flange 64 of the corner pieces 61, 62 and grips it clampingly.

Kabels in het kabelgootsysteem worden over één zijde van het kussenvormig profiel van verbindingsdeel 63 geleidt, en bepalen daarbij een bocht van een straal van 50 mm.Cables in the cable duct system are guided over one side of the cushion-shaped profile of connecting part 63, thereby defining a bend of a radius of 50 mm.

Het getoonde kabelgootsysteem 1 is gemakkelijk in gebruik en 30 kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Het kabelgootsysteem kan gemakkelijk worden uitgebreid. Het kabelgootsysteem is bijzonder geschikt voor het opnemen van kwetsbare kabels, in het bijzonder onbeschermde glasvezelkabels.The cable duct system 1 shown is easy to use and can be used for various purposes. The cable duct system can easily be expanded. The cable duct system is particularly suitable for receiving vulnerable cables, in particular unprotected fiber optic cables.

35 Fig. 5 toont een verbindingselement 150. Het 11 verbindingselement 150 kan gebruikt worden in kabelgootsystemen voor het verbinden van kabelgoten. Getoond is één zijwand 151 in de vorm van een verbindingsdeel volgens de uitvinding. Het verbindingselement 150 omvat een basisplaat 152, en een zijwand 5 151. De basisplaat 152 is voorzien van een vier doordrukkingen 153-156, daar waar kabelgoten geplaatst kunnen worden, dat wil zeggen, daar waar de mond van het verbindingselement zich bevindt. Het verbindingselement kan maximaal vier kabelgoten verbinden.FIG. 5 shows a connecting element 150. The connecting element 150 can be used in cable duct systems for connecting cable ducts. Shown is one side wall 151 in the form of a connecting part according to the invention. The connecting element 150 comprises a base plate 152 and a side wall 151. The base plate 152 is provided with four depressions 153-156 where cable ducts can be placed, that is, where the mouth of the connecting element is located. The connecting element can connect a maximum of four cable ducts.

10 De basisplaat 152 is steeds voorzien van acht uitsparingen 157, waardoorheen schroeven 158 kunnen steken, zodanig dat ze aangrijpen op het schroefkanaal 159 van een verbindingsdeel/zijwand 151. De schroeven verbinden een verbindingsdeel met de basisplaat 152.The base plate 152 is always provided with eight recesses 157, through which screws 158 can protrude, such that they engage on the screw channel 159 of a connecting part / side wall 151. The screws connect a connecting part to the base plate 152.

15 Het verbindingsdeel 151 bepaalt een kussenprofiel, dat gevormd wordt door extrusie dat in doorsnede twee zijden 160, 161 bepaalt, in de vorm van een boogprofiel. Boogprofiel 161 kan dienen als geleidingsmiddel van een kabel die is opgenomen een kabelgootsysteem, waarvan verbindingselement 150 20 een deel uitmaakt. Een kabel kan uit een kabelgoot, die aangrijpt nabij uitdrukking 154, getrokken worden naar een kabelgoot, die aangrijpt nabij uitdrukking 155. Het boogprofiel 161 dient als geleidingsmiddel, dat een bepaalde minimum straal bepaalt, die groter is dan de maximale bocht, die een kwetsbare 25 kabel zoals een ombeschermde glasvezelkabel kan bepalen. Een onbeschermde glasvezelkabel kan zonder schade een bocht maken met een straal van 50mm. Het boogprofiel 161 en het boogprofiel 160 bepalen een straal van minimaal 50mm.The connecting part 151 defines a cushion profile, which is formed by extrusion which in cross-section defines two sides 160, 161, in the form of an arc profile. Arc profile 161 can serve as a guide means for a cable that is included in a cable duct system, of which connecting element 150 forms part. A cable can be pulled from a cable duct that engages near expression 154 to a cable duct that engages near expression 155. The arc profile 161 serves as a guide means that defines a certain minimum radius that is greater than the maximum bend that is a vulnerable 25 such as a protected fiber optic cable. An unprotected fiber optic cable can make a bend with a radius of 50 mm without damage. The arc profile 161 and the arc profile 160 determine a radius of at least 50 mm.

Nabij de uiteinden van het profiel van 30 verbindingsdeel 151 worden twee uitsparingen 162,163 bepaald.Near the ends of the profile of connecting part 151, two recesses 162, 163 are determined.

De uitsparingen 162, 163 zijn geschikt voor het opnemen van een opstaande zijwand van een U-vormige kabelgoot, en zijn tevens geschikt voor het opnemen van een rand van een afsluitmiddel.The recesses 162, 163 are suitable for receiving an upright side wall of a U-shaped cable duct, and are also suitable for receiving an edge of a closing means.

De mond van een U-vormige kabelgoot wordt opgenomen in de 35 uitsparing 162, een overeenkomstige parallelle uitsparing in 12 een tweede verbindingsdeel en aangebracht in de uitdrukking 154.The mouth of a U-shaped cable duct is received in the recess 162, a corresponding parallel recess in a second connecting part and arranged in the expression 154.

Een klemmend middel 164 in- de vorm van een klemveer is aangebracht in het profiel van verbindingsdeel 151. Het 5 profiel bepaalt een kamer 165. De lip 166 van de klemveer 164 is geschikt voor het klemmen van een opstaande zijwand van een kabelgoot die wordt aangebracht nabij uitdrukking 154. De lip 'snijdt' daarbij in op de zijwand van de kabelgoot.A clamping means 164 in the form of a clamping spring is arranged in the profile of connecting part 151. The profile defines a chamber 165. The lip 166 of the clamping spring 164 is suitable for clamping an upright side wall of a cable duct which is arranged near expression 154. The lip thereby "cuts" on the side wall of the cable duct.

Klemveer 167 is zodanig in kamer 165 en uitsparing 10 163 geplaatst, dat deze een afsluitmiddel klemmend kan aangrijpen. De lip 168 klem op een afsluitmiddel dat wordt aangebracht langs uitdrukking 155. Het afsluitmiddel loopt parallel langs de uitdrukking.Clamping spring 167 is placed in chamber 165 and recess 163 in such a way that it can clampingly engage a closing means. The lip 168 clampes on a closure means that is applied along expression 155. The closure means runs parallel to the expression.

De klemveer 164 kan uit de kamer 165 genomen worden 15 volgens pijl 169, en zodanig wordt teruggeplaatst, zodat ook in uitsparing 162 een afsluitmiddel dat parallel aan uitdrukking 165 is geplaatst kan worden geklemd.The clamping spring 164 can be taken out of the chamber 165 as according to arrow 169, and is replaced in such a way that also a recess 162 placed parallel to expression 165 can be clamped in recess 162.

Het kussenvormige profiel 151 wordt afgedekt aan de bovenzijde met een dop 170, die het asdeel· vormt van een 20 scharnier, waaraan een deksel voor het afdekken van een verbindingselement 150 is bevestigd. De dop 170 bepaalt daartoe een as 171 en een aanslag 172. De aanslag werkt samen met het niet getoonde klemdeel van het scharnier, dat aangrijpt op as 171, zodanig dat een geopende positie voor de deksel wordt 25 bepaald. De dop 170 is met schroeven 173, die aangrijpen in schroefkanalen 159, verbonden met verbindingsdeel 151. De deksel bijvoorbeeld scharnier rond as 171, maar ook rond een andere as, bijvoorbeeld een as die is aangebracht op een verbindingsdeel dat is aangebracht op de tegenoverliggende 30 zijde van het verbindingsdeel.The cushion-shaped profile 151 is covered at the top with a cap 170, which forms the shaft part of a hinge, to which a cover for covering a connecting element 150 is attached. To this end, the cap 170 determines a shaft 171 and a stop 172. The stop cooperates with the clamping part of the hinge, not shown, which engages shaft 171, such that an open position for the cover is determined. The cap 170 is connected to connecting part 151 with screws 173, which engage in screw channels 159. The cover, for example, hinges around axis 171, but also around another axis, for example an axis mounted on a connecting part arranged on the opposite side. side of the connecting part.

Uitsparing 162 is een lengtesleuf waarin de opstaande rand van een u-vormige kabelgoot kan worden opgenomen en aangegrepen door de lip 166 van klemveer 164. Nabij het boveneinde van de lengtegleuf is een stuk 174 van het 35 kussenvormig profiel 151 weggenomen. Stuk 174 vormt een τηior - * ν' 1 2 \ * 13 onderdeel van binnenwand 161. Hierdoor kan aan de bovenzijde van de opstaande wand van een aan te grijpen kabelgoot een beschermingsrand op de kabelgoot zijn aangebracht, die naar binnen steekt.Recess 162 is a length slot in which the upright edge of a U-shaped cable duct can be received and engaged by the lip 166 of clamping spring 164. Near the upper end of the length slot, a piece 174 of the cushion-shaped profile 151 has been removed. Piece 174 forms a part of inner wall 161. As a result, a protective edge can be arranged on the top of the upright wall of a cable duct to be engaged, which protrudes inwards.

55

Claims (16)

2. Verbindingsdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel ten minste twee aangrijpmiddelen omvat, waarbij elk aangrijpmiddel is ingericht voor het aangrijpen nabij een rand van een mond van een kabelgoot.2. Connecting part according to claim 1, characterized in that the connecting part comprises at least two engaging means, wherein each engaging means is adapted to engage near an edge of a mouth of a cable duct. 3. Verbindingsdeel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel omvat klemmiddelen voor het klemmend aangrijpen van een element van een kabelgootsysteem.3. Connecting part according to claim 1 or 2, characterized in that the connecting part comprises clamping means for clampingly engaging an element of a cable duct system. 4. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel ten minste 15 een uitsparing bepaalt, die is ingericht voor het opnemen van een rand van een element van een kabelgootsysteem.4. Connecting part according to one of the preceding claims, characterized in that the connecting part has at least 15 a recess which is adapted to receive an edge of an element of a cable duct system. 5. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel is ingericht voor het aangrijpen van ten minste twee randen van 20 twee kabelgoten, waarbij de randen van de kabelgoten in hoofdzaak onderling loodrecht op elkaar staan.5. Connecting part according to one of the preceding claims, characterized in that the connecting part is adapted to engage at least two edges of two cable ducts, the edges of the cable ducts being substantially mutually perpendicular to each other. 6. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een zijde van het kussenprofiel een boogprofiel bepaalt met een straal van ten 25 minste 50 mm.6. Connecting part as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that one side of the cushion profile defines an arc profile with a radius of at least 50 mm. 7. Verbindingsdeel volgens één van de conclusies 2-6, met het kenmerk, dat ten minste twee aangrijpmiddelen een verbinding bepalen, die elektrische geleidend materiaal bevat.Connecting part according to one of Claims 2 to 6, characterized in that at least two engagement means define a connection containing electrically conductive material. 8. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel aluminium bevat.8. Connecting part according to one of the preceding claims, characterized in that the connecting part contains aluminum. 9. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het profiel ten minste een ·« t' schroefkanaal bepaalt.9. Connecting part according to one of the preceding claims, characterized in that the profile defines at least one screw channel. 10. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het profiel bepaalt een uitsparing, een ten minste een gedeelte van een gezette plaat 5 kan opnemen.10. Connecting part according to one of the preceding claims, characterized in that the profile defines a recess, which can receive at least a part of a set plate 5. 11. Verbindingsdeel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het profiel een kamer bepaalt, waarbij de kamer een veerelement kan opnemen.Connection part according to one of the preceding claims, characterized in that the profile defines a chamber, wherein the chamber can receive a spring element. 12. Werkwijze voor het vervaardigen van een profiel 10 kennelijk bedoelt als verbindingsdeel voor een kabelgootsysteem, zoals gekenmerkt in de voorgaande conclusies.12. Method for manufacturing a profile 10 apparently intended as connecting part for a cable duct system, as characterized in the preceding claims. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, gekenmerkt door het spuitgieten van het verbindingsdeel.Method according to claim 12, characterized by injection molding the connecting part. 14. Werkwijze volgens conclusie 12, gekenmerkt door 15 het extruderen van het verbindingsdeel.14. Method according to claim 12, characterized by extruding the connecting part. 15. Gebruik van ten minste ten minste één verbindingsdeel volgens één van de conclusies 1-11 in een versmal1ingselement.Use of at least at least one connecting part according to one of claims 1 to 11 in a narrowing element. 16. Gebruik van ten minste een verbindingsdeel 20 volgens één van de conclusies 1-11 voor het vormen van een aftakking in een kabelgootsysteem.Use of at least one connecting part 20 according to one of claims 1 to 11 for forming a branch in a cable duct system. 17. Verbindingselement omvattende een basisplaat, en ten minste een verbindingselement volgens één van de conclusies 1-11.A connecting element comprising a base plate, and at least one connecting element according to any of claims 1-11.
NL1019865A 2002-01-30 2002-01-30 Connection part for a cable duct system. NL1019865C2 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019865A NL1019865C2 (en) 2002-01-30 2002-01-30 Connection part for a cable duct system.
EP03734915A EP1474854A1 (en) 2002-01-30 2003-01-17 Connecting part for a cable duct system
PCT/NL2003/000033 WO2003065531A1 (en) 2002-01-30 2003-01-17 Connecting part for a cable duct system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019865A NL1019865C2 (en) 2002-01-30 2002-01-30 Connection part for a cable duct system.
NL1019865 2002-01-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019865C2 true NL1019865C2 (en) 2003-07-31

Family

ID=27656505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019865A NL1019865C2 (en) 2002-01-30 2002-01-30 Connection part for a cable duct system.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1474854A1 (en)
NL (1) NL1019865C2 (en)
WO (1) WO2003065531A1 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5752781A (en) * 1997-03-14 1998-05-19 Adc Telecommunications, Inc. Fiber trough coupling
US5929380A (en) * 1997-04-14 1999-07-27 The Siemon Company Outside corner fitting for use in a duct system

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5752781A (en) * 1997-03-14 1998-05-19 Adc Telecommunications, Inc. Fiber trough coupling
US5929380A (en) * 1997-04-14 1999-07-27 The Siemon Company Outside corner fitting for use in a duct system

Also Published As

Publication number Publication date
EP1474854A1 (en) 2004-11-10
WO2003065531A1 (en) 2003-08-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11320618B2 (en) Optical fiber distribution system
EP1680845B1 (en) Hinge for cable through cover
EP2174173B1 (en) Hinge for cable trough cover
US20020117942A1 (en) Rack mountable fiber splice and patch enclosure
CN100463316C (en) Hinge for cable through cover
EP3264546A1 (en) Cable duct
US20210208354A1 (en) Fiber management for pivotable trays having fiber guides spaced apart from hinges
CA2441900A1 (en) Optical fibre organiser
NL1019865C2 (en) Connection part for a cable duct system.
EP3002839B1 (en) Assembly of a first and a second installation box
NL1019863C2 (en) Connection element.
NL1019864C2 (en) Cable duct system.
EP3716425B1 (en) Cable duct assembly
US20230382436A1 (en) Line bypass system
US20230097448A1 (en) Tilted Fiber Optic Splice Storage Drawer and Storage System
WO2002077674A2 (en) Fiber optic cable restraint
JP2003324834A (en) Cable duct and direct-acting unit
JP6437090B2 (en) Sliding door rail and sliding door device
US20080041608A1 (en) Cable Duct
NL8402042A (en) SYSTEM CONTAINING AN ADJUSTMENT STRIP AND ONE OR MORE AIDS.
US7484771B2 (en) Adjustable bracket
NL1019149C2 (en) Rotation mechanism for a panel in a distribution box.
EP3256897B1 (en) Flexible cable interface device
GB2309485A (en) Door or window stay
BE1009419A5 (en) Cabling orienting means

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120801