NL1019682C2 - Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten. - Google Patents

Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten. Download PDF

Info

Publication number
NL1019682C2
NL1019682C2 NL1019682A NL1019682A NL1019682C2 NL 1019682 C2 NL1019682 C2 NL 1019682C2 NL 1019682 A NL1019682 A NL 1019682A NL 1019682 A NL1019682 A NL 1019682A NL 1019682 C2 NL1019682 C2 NL 1019682C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
detection
objects
location
time
signaling
Prior art date
Application number
NL1019682A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Scheltes
Bertus Karel Edens
Original Assignee
Neopost Ind B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Neopost Ind B V filed Critical Neopost Ind B V
Priority to NL1019682A priority Critical patent/NL1019682C2/nl
Priority to US10/331,506 priority patent/US20030180138A1/en
Priority to EP02080610A priority patent/EP1336928A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019682C2 publication Critical patent/NL1019682C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q10/00Administration; Management
    • G06Q10/10Office automation; Time management

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten
GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het monitoren van het transporteren van objecten, zoals in een postaal of ander distributiesysteem waarin objecten via een verdeelplaatsen worden 5 getransporteerd, waarbij de objecten naar ten minste een detectieplaats getransporteerd worden en de aanwezigheid van die objecten ter plaatse van die ten minste ene detectieplaats gesignaleerd wordt. In reactie op het niet tijdig detecteren van een object op een detectieplaats wordt een waarschuwingssignaal gegenereerd. In reactie op dit waarschuwingssignaal 10 kan bijvoorbeeld een vervangend object en/of een bericht worden verstuurd.
In het algemeen is het wenselijk zo vroeg mogelijk te worden gewaarschuwd voor verstoringen in het transport, zodat zoveel mogelijk tijd over blijft om corrigerende maatregelen te kunnen nemen.
Het is in de praktijk meer en meer gebruikelijk dat de gegevens 15 betreffende de voortgang van het transport van objecten ook toegankelijk worden gemaakt voor de opdrachtgever, dat wil zeggen aan partijen die het transport niet zelf uitvoeren of beheren. Voor deze partijen is het minder goed bekend op welke tijdstippen verstuurde objecten op bepaalde plaatsen verwacht kunnen worden. Hierdoor treedt vaak een onnodige vertraging op 20 voordat corrigerende maatregelen worden genomen. Vooral als objecten met relatief geringe waarde en in grote aantallen worden verstuurd, zoals mailings aan grote groepen geadresseerden, is het bovendien niet economisch verantwoord voor alle objecten afzonderlijk de voortgang van het transport te voorspellen en te raadplegen of aan de voorspelling wordt 25 gedaan.
1013682 2
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is een doel van de uitvinding bij het transporteren van grote hoeveelheden objecten op eenvoudige wijze met een korte reactietijd waarschuwingen te krijgen betreffende verstoringen van het transport.
5 Dit doel wordt bereikt door het monitoren van het transport van objecten uit te voeren overeenkomstig conclusie 1.
Doordat het doeltijdstip waarop aanwezigheid van een object ter plaatse van een detectieplaats gesignaleerd moet zijn wordt bepaald aan de hand van signalering van de aanwezigheid van gerelateerde objecten ter 10 plaatse van die detectieplaats, wordt automatisch een aanpassing van het doeltijdstip waarop het object aangekomen moet zijn aan de voor het transport van gerelateerde objecten naar de betreffende detectieplaats normale transporttijd verkregen. Aldus wordt het tijdstip van waarschuwen bij transportstoringen van objecten eveneens aangepast aan die 15 transporttijd.
De uitvinding voorziet verder in een computerprogramma voor het monitoren van het transport.
Bijzonder voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
20 Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met verwijzing naar de tekening.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
Fig. 1 een schematische weergave van een voorbeeld van distributie van objecten tussen een aantal locaties; en 25 Fig. 2 is een schematische weergave van communicatie tussen verschillende partijen met betrekking tot het bewaken van het transport van objecten.
101 968 2’i 3
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
In Fig. 1 is bij wijze van voorbeeld het transporteren van objecten tussen een aantal locaties schematisch weergegeven.
Overzichtelijkheidhalve is het aantal locaties en objecten dat 5 getransporteerd wordt veel beperkter dan het in de praktijk typischerwijs is. In de weergave in Fig. 1 stellen de nummers de objecten 1-21 voor, of althans geven deze aan vanaf welke vertrekpunten de objecten vertrekken en waarlangs deze getransporteerd worden. Wanneer de objecten gezamenlijk getransporteerd worden of aanwezig zijn, zijn deze in een 10 gemeenschappelijk kader weergegeven. De bestemmingen van de objecten zijn met kaders met naar rechts hellende opstaande zijden weergegeven.
Voor het distribueren van de gesorteerde post wordt een netwerk toegepast met drie regionale verdeelpunten Ri, R2 en R3. Voor het verzamelen en distribueren van post in samenwerking met het regionale 15 verdeelpunt R1 telt het systeem drie lokale verdeelpunten Li, L2 en L3. Op vergelijkbare wijze worden objecten afkomstig van of met als bestemming de lokale verdeelpunten L4 en L5 via het regionale steunpunt R2 verzonden en worden objecten afkomstig van of met als bestemming de lokale verdeelpunten Le, L7 en Le via het regionale steunpunt R2 verzonden.
20 Het schema in Fig. 1 illustreert een aantal verschillende Zo kan de verzameling 1, 2, 3, 4 die naar het lokale verdeelpunt Li wordt verzonden gezien worden als representatie van de verzender die grote hoeveelheden post verzendt, welke bulkzending individueel naar het postkantoor wordt gebracht.
25 De zending 5, 6 naar lokaal station L2 kan gezien worden als een verzending van een middelgrote verzender. Dit geldt eveneens voor de zendingen 18,19 en 20, 21 naar het speciale verdeelpunt Si en voor de zending 10,11 en 12 naar het lokale verdeelpunt Ls.
1019682 4
De toepassing van de uitvinding wordt allereerst besproken vanuit de optiek van de grote verzender 50, welke grote verzender ook in het communicatieschema (zie Fig. 2) is weergegeven. De objecten, in dit voorbeeld poststukken 1, 2, 3 en 4, moeten verzonden worden naar vier 5 verschillende adressen. De adressen voor poststukken 1 en 2 liggen langs een looproute 23 die vanuit een lokaal verdeelpunt L4 vertrekt. Adres 3 ligt langs een looproute 24 die vanuit een lokaal verdeelpunt L5 vertrekt en adres 3 ligt langs een looproute 24 die vanuit een lokaal verdeelpunt L5 vertrekt.
10 De verzender wil toch zo snel mogelijk in kunnen grijpen als objecten niet de bedoelde geadresseerde bereiken of gaan bereiken, bijvoorbeeld door in reactie op een waarschuwingssignaal een vervangend bericht te verzenden. Snelle detectie is ook van belang indien het vermiste poststuk een substantiële waarde vertegenwoordigd, zoals credit cards, 15 omdat de kans op terugvinden dan groter is en door blokkeringen en dergelijke schade kan worden voorkomen.
Teneinde storingen in de verzending snel te kunnen ontdekken zendt de verzender 50 zendingsdata 51 naar een postale server 52 die op zijn beurt is gekoppeld met een postvolgsysteem 53. Dit postvolgsysteem 53 20 is gekoppelde met leeskoppen ter plaatse van de lokale en regionale verdeelpunten Li-Le en R1-R3. De zendingsdata 51 worden vervolgens geregistreerd en doorgegeven via het postvolgsysteem 53, zodat het postvolgsysteem 53 ingesteld kan worden op het herkennen van de juiste patronen.
25 Vervolgens worden de poststukken 1-4 verzonden naar de betreffende bestemmingen door deze op het lokale verdeelstation Li ter verzending aan te bieden. Aldaar doorlopen de documenten 1-4 een sorteerslag, hetgeen gelegenheid biedt deze af te tasten en bij herkenning de aanwezigheid daarvan op het lokale verdeelstation Lite bevestigen door 30 signalering 54 naar de grote verzender 50.
1019682 5
In reactie op signaleringen die aankomst van de poststukken 1-4 op de detectieplaats Li representeren wordt de aanwezigheid van de poststukken geregistreerd.
Na te zijn gesorteerd worden de poststukken 1-4 allen 5 doorgezonden naar het regionale verdeelpunt Ri en vandaar gaan de poststukken 1-3 door naar het regionale verdeelpunt R2 en gaat het poststuk naar het regionale verdeelpunt R3. De poststukken 1, 2 gaan van het regionale verdeelpunt R2 naar het regionale verdeelpunt L4 vanwaar deze bezorgd worden op de adressen langs de looproute 23. Het poststuk 3 10 wordt via lokaalverdeelpunt L5 verdeeld en bezorgd op een adres langs een looproute 24. Het poststuk 4 tenslotte, gaat van het regionale verdeelpunt R3 naar het lokale verdeelpunt Le en wordt daar uit een postbus of dergelijke opgehaald, zoals de directe pijl symboliseert.
Voor het bewaken van het transport van de poststukken is het van 15 belang doeltijdstippen voor ontvangst van een signalering die aankomst van elk van de poststukken op de verschillende detectieplaatsen (bijvoorbeeld de laatste lokale verdeelstations) representeert vast te stellen. Voor handmatig bijhouden van de voortgang van het transport is de hoeveelheid poststukken in het algemeen veel te groot. Het vaststellen van een doeltijdstip zonder 20 grondige kennis van het distributiesysteem levert echter ofwel teveel vertraging of teveel foutmeldingen op.
Door het doeltijdstip voor elk van de poststukken te bepalen of aan te passen in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van aankomst van gerelateerde poststukken op de ten minste ene detectieplaats wordt het 25 doeltijdstip automatisch aangepast aan de tijd die het in het algemeen duurt om de betreffende detectieplaats te bereiken. In reactie op ontbrekende poststukken kan dan snel een waarschuwingssignaal gegenereerd worden.
De meest nauwkeurige bepaling van een doeltijdstip kan bereikt 30 worden als alle poststukken op eenzelfde detectiepunt aankomen, zoals in 1019682« 6 dit voorbeeld de poststukken 1, 2, 3, 4 die het regionale steunpunt Ri. Voor de bepaling van het doeltijdstip kan bijvoorbeeld een tijdsduur worden toegevoegd aan het tijdsstip waarop aanwezigheid van het eerste van de poststukken 1-4 op het regionale verdeelstation R1 is gesignaleerd. De duur 5 van deze tijdsduur kan bijvoorbeeld bepaald worden aan de hand van eerdere ervaringen met vergelijkbare sets poststukken op het betreffende detectiepunt.
Het is echter ook mogelijk doeltijdstippen te bepalen voor poststukken die niet naar hetzelfde detectiepunt worden gebracht, als er in 10 de regel enige samenhang bestaat tussen de tijd die de verschillende poststukken nodig hebben om de betreffende detectieplaatsen te bereiken. Dit zou voor de betreffende zending van belang kunnen zijn voor de regionale detectieplaatsen L4, L5,1« als tegelijk uit het regionale verdeelpunt Ri vertrokken poststukken ook ongeveer gelijk aankomen in de 15 lokale verdeelstation L4, Ls, L6.
Dit laatste doet zich in veel gevallen voor als het poststuk en de gerelateerde poststukken vanaf een gemeenschappelijke vertrekplaats of vanaf een gemeenschappelijke vorige detectieplaats zijn vertrokken.
Voor de waarschijnlijkheid dat voor een aantal poststukken de 20 aankomst op een detectieplaats en dus de signalering daarvan binnen een bepaald tijdsvenster zal liggen is het verder voordelig, indien het poststuk en de gerelateerde poststukken een vertrektijdstip of detectietijdstip in een vooraf bepaald, gemeenschappelijk tijdsinterval hebben.
Het voor een detectieplaats geldende detectietijdsinterval per groep 25 gerelateerde poststukken, welk tijdsinterval bij het tijdsstip van eerste signalering van een poststuk uit de groep op de detectieplaats wordt opgeteld om het doeltijdstip vast te stellen, kan ook een vast tijdsinterval zijn. Dit kan bijvoorbeeld het tijdsinterval zijn waarin een lading objecten op een detectiepunt kan worden verwerkt.
1019682 7
Het doeltijdstip kan verder mede worden bepaald aan de hand van variatie in verstreken tijd tussen tijdstippen van signalering van objecten van verschillende andere groepen gerelateerde poststukken ter plaatse van de betreffende detectieplaats. Als de variatie groot is, moet een relatief lang 5 tijdsinterval na signalering van een eerste van een groep gerelateerde poststukken ter plaatse van een detectieplaats aangehouden worden alvorens in reactie op het ontbreken van een poststuk een waarschuwingssignaal wordt gegenereerd. Dit teneinde valse waarschuwingssignalen te vermijden.
10 Wanneer, zoals voor verschillende van de in Fig. 1 weergegeven verdeelstations het geval is, poststukken aangevoerd worden vanaf verschillende vertrekpunten, is het voordelig indien voor een detectieplaats verschillende doeltijdstippen voor objecten afkomstig van verschillende vertrekpunten gelden, zodat de doeltijdstippen aangepast worden aan de 15 spreiding in de tijd waarmee poststukken vanuit verschillende vertrekpunten arriveren.
Het is ook mogelijk, het doeltijdstip voor een poststuk of poststukken aan te passen of te bepalen in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van ten minste twee gerelateerde poststukken ter plaatse 20 van de betreffende detectieplaats of detectieplaatsen, bijvoorbeeld door het doeltijdstip te verkorten als de poststukken met grote frequentie gedetecteerd worden.
Het doeltijdstip kan bovendien steeds verder worden aangepast in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van aanwezigheid van 25 gerelateerde objecten naarmate meer van de gerelateerde objecten ter plaatse van de detectieplaats of detectieplaatsen zijn gesignaleerd. De aannemelijkheid dat, afgezien van storingen, alle poststukken binnen een bepaald tijdsbestek binnen zullen zijn, wordt steeds groter naarmate van een groep gerelateerde poststukken meer documenten binnen zijn. Zo kan 30 bijvoorbeeld de lengte van het tijdsinterval tot het doeltijdstip als x% van de 1019682 8 objecten zijn gedetecteerd op 1/x % van de verstreken tijd plus een marge worden gesteld, waarbij het doeltijdstip wordt bevroren als bijvoorbeeld 80 % van de objecten van een groep zijn gedetecteerd.
Als gedurende het verwerken van een groep poststukken een 5 tweedeling ontstaat, bijvoorbeeld doordat een gedeelte van een zending bij een eerste batch poststukken terecht is gekomen en een ander gedeelte bij een andere batch poststukken, is het voordelig indien de poststukken ter plaatse van ten minste eerste en tweede opeenvolgend langs een transporttraject gelegen detectieplaatsen worden gesignaleerd. In reactie op 10 een dergelijke situatie kan dan de groep worden verdeeld in twee subgroepen, waarbij voor de tweede detectieplaats verschillende doeltijdstippen voor de verschillende subgroepen worden bepaald. Zo kan bij vermissing van poststukken uit de eerste subgroep sneller gereageerd worden.
15 Het signaleren van de aanwezigheid van poststukken ter plaatse van ten minste eerste en tweede opeenvolgend langs een transporttraject gelegen detectieplaatsen is ook op zichzelf voordelig, omdat het daardoor mogelijk wordt bij vroegtijdig verloren gaan van een poststuk een dienovereenkomstig vroege signalering van het ontbreken van dat poststuk 20 te realiseren.
Een verdere manier om zeer snel fouten te detecteren is het signaleren dat poststukken worden gedetecteerd in een volgorde die ingaat tegen de transportrichting van die poststukken. Bij voorkeur worden poststukken die zijn gedetecteerd als tegen de transportrichting in 25 bewegend ook uitgesloten van de groep gerelateerde objecten, zodat niet telkens gewacht hoeft te worden of het betreffende poststuk nog op een detectieplaats zal arriveren Verder wordt in een dergelijke situatie bij voorkeur een waarschuwingssignaal gegenereerd.
Zoals in Fig. 1 te zien is ontstaan in verschillende trajecten telkens 30 verschillende groepen poststukken. Teneinde de relatie tussen die ft 1 Qft ft 9 9 poststukken op automatische wijze te kunnen gebruiken voor het voorspellen van de aankomst van poststukken kan het indelen van poststukken in groepen geschieden in reactie op variatie in de dichtheid van aantallen signaleringen van aanwezigheid van objecten per tijdseenheid op 5 een detectieplaats. Dergelijke variaties vormen in het algemeen indicaties van batchgewijs transport en kunnen zo zonder feitelijke kennis omtrent de batches gebruikt worden om batches te kunnen herkennen uit tracking and tracing informatie. In dat kader kan voor trajecten waar een verzender weinig poststukken heen stuurt ondersteunende informatie voor snelle 10 detectie van eventuele storingen worden verkregen door voor de bepaling van het doeltijdstip van een poststuk ook de gesignaleerde aanwezigheid van poststukken van andere verzenders te benutten. Zo kan de bewaking van poststuk 4 in de trajecten van Ri naar R3 en van R3 naar L6 verbeterd worden door de detecties van de poststukken 5, 6, 8, 9 resp. 6, 8, 9,17 te 15 benutten voor de voorspelling van de doeltijdstippen van poststuk 4 ter plaatse van R3 en L.6.
Het versturen van dergelijke aanvullende informatie is in Fig. 2 aangeduid met verwijzingscijfer 55.
Het combineren van tracking and tracing informatie van 20 verschillende poststukken om doeltijdstippen voor een poststuk voor verschillende detectieplaatsen te kunnen vaststellen, maakt het ook voor kleine verzenders en zelfs particulieren mogelijk, een automatische bewaking op abnormaliteiten in de postverzending te realiseren. Dit kan bijvoorbeeld met voordeel gerealiseerd worden in combinatie met on-line 25 hankering, waarbij reeds unieke codes worden verzonden die de gebruiker op zijn poststuk dient te printen. Als voor een poststuk automatische waarschuwing bij vertraging of vermissing is gekozen, wordt in de trajecten die het samen met andere poststukken met unieke identificaties doorloopt gekoppeld. Deze toepassing kan bijvoorbeeld geïllustreerd worden door de 30 verzending van de poststukken 14-17 die gedurende een ophaalronde uit 1019682 10 brievenbussen gehaald worden. Na in het verdeelstation L5 te zijn gedetecteerd reizen deze als een batch van verdeelstation Ls naar verdeelstation R2. Het doeltijdstip voor de poststukken 14-17 uit deze groep kan voor het traject naar R2 dus automatisch bepaald worden uit detectie 5 van ten minste een van de anderen bij aankomst ter plaatse van R2. Op overeenkomstige wijze kan de bepaling van het tijdsvenster van aankomst voor de volgende trajecten geschat worden door de verwachte aankomst te voorspellen uit de gesignaleerde aankomst van dan in dezelfde batch meereizende poststukken.
10 Voor kleine verzenders is het veelal niet aantrekkelijk de automatische bewaking zelf uit te voeren. Derhalve wordt volgens het in Fig. 2 weergegeven voorbeeld door de kleine verzender 56 een frankering en een identificatie opgevraagd (stap 57). In reactie daarop ontvangt de gebruiker van de postale server 52 frankeerinformatie en identificatie- 15 informatie 58. Bovendien wordt door de frankeeradministratie de frankeerwaarde van het tegoed van de gebruiker afgeboekt. Nadat de gebruiker met een printer de frankeer- en identificatie-informatie op zijn poststuk heeft geprint kan deze het poststuk op enig moment posten. Bijvoorbeeld in de brievenbus die geleegd wordt door verdeelstation L5.
20 Vanaf het moment dat het poststuk voor het eerst gedetecteerd is loopt het mee in de bewaking als hiervoor omschreven. De gebruiker krijgt langs elektronische weg slechts een bevestiging van de aankomst op het meest stroomafwaartse detectiestation of een waarschuwing dat de brief niet meer is gesignaleerd (stap 61).
25 Het belang van dergelijke combinatiemogelijkheden telt vooral voor verzenders die relatief kleine hoeveelheden verzenden. De verzenders van de poststukken 18,19 en 20, 21 maken daar gebruik van door de zendingen te combineren en aan te bieden aan een koeriersverdeelpunt Si, vanwaar de poststukken direct naar het lokale verdeelpunt L4 gestuurd 30 worden die het dichts ligt bij de adressen waar de poststukken moeten 019682 11 worden bezorgd. Eventuele terugmeldinformatie van de geadresseerden kan gecombineerd worden om betrouwbaarder te kunnen voorspellen wanneer verwacht kan worden dat alle poststukken normaal gesproken aan hadden moeten zijn gekomen.
5 Indien tussen de aankomsttijden van poststukken van een zending op verschillende detectieplaatsen een grote samenhang bestaat, kunnen deze worden gegroepeerd tot een gecombineerde detectieplaats. Dit geldt bijvoorbeeld in veel gevallen voor adressen die op eenzelfde postbodeloop 23, 24 liggen of als de reisduur naar verschillende verdeelstations ongeveer 10 gelijk is.
Van deze mogelijkheid kan met voordeel gebruik gemaakt worden, door erin te voorzien, dat ten minste een aantal van de detectieplaatsen worden gevormd door bezorgadressen van de poststukken. Signaliseringen van aanwezigheid van objecten ter plaatse van de bezorgadressen kunnen 15 dan worden verkregen in de vorm van ontvangstbevestigingen ontvangen van geadresseerden. Deze bevestigingen kunnen bijvoorbeeld de vorm hebben van e-mails, gegevens die via een on-line formulier zijn ingevuld of het intoetsen van een op het bezorgde voorwerp vermeld code nadat een terugmeld-telefoonnummer is gekozen. Het verloop in de tijd van de 20 binnenkomst van dergelijke terugmeldingen kan benut worden om een geschikt moment van herinneren of opnieuw berichten te kiezen. Binnenkomst van eerste antwoorden kan ook gebruikt worden als indicator van op korte termijn benodigde capaciteit voor het verwerken van antwoorden.
25 Het signaleren van aankomst van poststukken in de vorm van terugmeldingen door de gebruiker, maakt het mogelijk de uitvinding ook toe te passen zonder detectie in het postale systeem. Een eerste illustratie hiervan wordt gevormd door terugmeldingen 66 die geadresseerden kunnen doen naar een server 62 van de grote verzender 50. Deze kan er dan vanuit 30 gaan, dat als een bepaald percentage terugmeldingen bereikt is en de miQRR? 12 frequentie van terugmeldingen weer sterk daalt, het tijdstip van herverzending of andere maatregelen gekomen is.
Een dergelijke systematiek kan ook met voordeel toegepast worden door gebruikers die niet over voldoende volume aan post beschikken om uit 5 de terugmeldingen van geadresseerden voorspellingen te doen omtrent het moment waarop geadresseerden hadden kunnen terugmelden als zij het poststuk gekregen hadden. Dergelijke kleine verzenders 56, 64 kunnen de benodigde volumes bereiken door hun verzendinformatie 67 en terugmeldinformatie via een bezorgingsbewakingsagent 63, 21 te laten 10 lopen, waartoe zij een identificatiecode opvragen (stap 67) die in de terugmelding 65 (eventueel via internet) wordt opgenomen. Deze bepaalt uit de verzendinformatie en de terugmeldinformatie binnen welk tijdvak voor een bepaald poststuk terugmeldinformatie aannemelijk is en zendt een waarschuwing als na verstrijken van dat tijdvak nog geen 15 terugmeldinformatie 65 ontvangen is.
Op terugmelding door de gebruiker gebaseerde systemen kunnen vooral met voordeel gebruikt worden als de gebruiker en belang heeft bij het terugmelden, bijvoorbeeld om een telefoonkaart of een creditcard te activeren.
20 1019682 1

Claims (20)

1. Werkwijze voor het monitoren van het transport van een object, omvattende: het verzenden van het object naar ten minste een detectieplaats; het in reactie op signaleringen die aankomst van het object en tot 5 eenzelfde groep behorende, gerelateerde objecten op de ten minste ene detectieplaats representeren registreren van genoemde signaleringen; het bepalen van een doeltijdstip voor ontvangst van een signalering die aankomst van genoemd object op genoemd ten minste ene detectieplaats representeert; en 10 het genereren van een waarschuwingssignaal indien voor het object op een bijbehorend doeltijdstip geen signalering is ontvangen die aankomst op genoemde, ten minste ene detectieplaats representeert, waarbij genoemd doeltijdstip voor genoemd objecten wordt bepaald of aangepast in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van 15 aankomst van gerelateerde objecten op de ten minste ene detectieplaats.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het object en de gerelateerde objecten vanaf een gemeenschappelijke vertrekplaats of vanaf een gemeenschappelijke plaats zijn verzonden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het object en de 20 gerelateerde objecten een vertrektijdstip of detectietijdstip in een vooraf bepaald, gemeenschappelijk tijdsinterval hebben.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het object en de gerelateerde objecten een gemeenschappelijke detectieplaats of detectieplaatsen in een gemeenschappelijk gebied als bestemming hebben.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voor genoemde, ten minste ene detectieplaats een detectietijdsinterval per groep gerelateerde objecten met een vooraf bepaalde tijdsduur geldt en waarbij 1 n 1 q fi λ 2 genoemd doeltijdstip voor het object wordt bepaald door optellen van genoemde tijdsduur bij het tijdstip van de eerste signalering die aanwezigheid van ten minste een van de gerelateerde objecten ter plaatse van de detectieplaats representeert.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd detectietijdsinterval voor een groep gerelateerde objecten wordt bepaald of aangepast in afhankelijkheid van verstreken tijd tussen tijdstippen van signalering van objecten van ten minste een andere groep gerelateerde objecten ter plaatse van genoemde, ten minste ene 10 detectieplaats.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij genoemd doeltijdstip mede wordt bepaald aan de hand van variatie in verstreken tijd tussen tijdstippen van signalering van objecten van verschillende andere groepen gerelateerde objecten ter plaatse van genoemde, ten minste ene 15 detectieplaats.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voor genoemde ten minste ene detectieplaats verschillende doeltijdstippen voor objecten afkomstig van verschillende vertrekpunten gelden.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 20 doeltijdstip voor genoemd object wordt bepaald of aangepast in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van ten minste twee van genoemde gerelateerde objecten ter plaatse van genoemde, ten minste ene detectieplaats.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het doeltijdstip verder 25 wordt aangepast in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van genoemde, gerelateerde objecten uit genoemde groep naarmate meer van genoemde, gerelateerde objecten ter plaatse van genoemde, ten minste ene detectieplaats zijn gesignaleerd. 1Ω1
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in reactie op genoemd waarschuwingssignaal een vervangend object of bericht wordt verzonden.
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 5 genoemd object en genoemde gerelateerde objecten een groep objecten vormen die ter plaatse van ten minste eerste en tweede opeenvolgend langs een transporttraject gelegen detectieplaatsen worden gesignaleerd en waarbij genoemde groep objecten wordt verdeeld in twee subgroepen, waarbij een eerste subgroep objecten bevat waarvan aanwezigheid ter 10 plaatse van de eerste detectieplaats tijdens een eerste tijdsinterval is gesignaleerd en waarbij de tweede subgroep objecten bevat waarvan aanwezigheid ter plaatse van de eerste detectieplaats tijdens een tweede tijdsinterval is gesignaleerd en waarbij voor de tweede detectieplaats verschillende doeltijdstippen voor de verschillende subgroepen worden 15 bepaald.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aanwezigheid van genoemde objecten ter plaatse van ten minste eerste en tweede opeenvolgend langs een transporttraject gelegen detectieplaatsen worden gedetecteerd.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij objecten die in een volgorde tegen de transportrichting in op verschillende detectieplaatsen zijn gedetecteerd worden uitgesloten van genoemde groep objecten.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij in reactie op detectie van een object op verschillende detectieplaatsen in een volgorde tegen de 25 transportrichting in een waarschuwingssignaal wordt gegenereerd.
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het indelen van objecten in groepen geschiedt in reactie op variatie in de dichtheid van aantallen signaleringen van aanwezigheid van objecten per tijdseenheid op een detectieplaats. 1019682
17. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij verschillende detectieplaatsen worden gegroepeerd tot een gecombineerde detectieplaats.
18. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten 5 minste een aantal van genoemde detectieplaatsen worden gevormd door bezorgadressen van genoemde objecten en waarbij signalering van aanwezigheid van objecten ter plaatse van genoemde bezorgadressen worden verkregen in de vorm van ontvangstbevestigingen van geadresseerden.
19. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het transporttraject van ten minste een aantal van genoemde objecten een retourtraject voor door geadresseerden te verzenden antwoordzendingen omvat.
20. Computerprogramma in een door een dataprocessor uitleesbare 15 vorm, voor het monitoren van het transport van een object, omvattende: instructies voor het verzenden van het object naar ten minste een detectieplaats; instructies voor het in reactie op signaleringen die aankomst van het object en tot eenzelfde groep behorende, gerelateerde objecten op de ten 20 minste ene detectieplaats representeren registreren van genoemde signaleringen; instructies voor het bepalen van een doeltijdstip voor ontvangst van een signalering die aankomst van genoemd object op genoemd ten minste ene detectieplaats representeert; en 25 instructies voor het genereren van een waarschuwingssignaal indien voor het object op een bijbehorend doeltijdstip geen signalering is ontvangen die aankomst op genoemde, ten minste ene detectieplaats representeert, waarbij de instructies voor het bepalen van genoemd doeltijdstip 30 voor genoemd object zijn ingericht voor het bepalen van genoemd 1019682 doeltijdstip in afhankelijkheid van tijdstippen van signalering van aankomst van gerelateerde objecten op de ten minste ene detectieplaats. 1019682
NL1019682A 2001-12-31 2001-12-31 Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten. NL1019682C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019682A NL1019682C2 (nl) 2001-12-31 2001-12-31 Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten.
US10/331,506 US20030180138A1 (en) 2001-12-31 2002-12-31 Method and computer program for monitoring the transport of objects in a distribution system
EP02080610A EP1336928A1 (en) 2001-12-31 2002-12-31 Method and computer program for monitoring the transport of objects in a distribution system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019682A NL1019682C2 (nl) 2001-12-31 2001-12-31 Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten.
NL1019682 2001-12-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019682C2 true NL1019682C2 (nl) 2003-07-01

Family

ID=27621538

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019682A NL1019682C2 (nl) 2001-12-31 2001-12-31 Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20030180138A1 (nl)
EP (1) EP1336928A1 (nl)
NL (1) NL1019682C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BRPI0407809A (pt) * 2003-03-17 2006-02-14 Epostal Services Inc sistema de comunicação que transmite correio eletrÈnico e método de comunicação para correio eletrÈnico, entre múltiplos terminais de remetente e destinatário e que usa e expande a internet
US7627640B2 (en) 2003-03-17 2009-12-01 Epostal Services, Inc. Messaging and document management system and method
US20070136302A1 (en) * 2005-12-12 2007-06-14 Microsoft Corporation Automated device blog creation
JP5736128B2 (ja) * 2010-06-25 2015-06-17 シスメックス株式会社 検体処理システム、ラック搬送システム、検体処理方法およびラック搬送方法
US11301799B1 (en) 2014-10-09 2022-04-12 Aeris Communications, Inc. Tracking physical delivery of products through a fulfillment system

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4002738A1 (de) * 1990-01-31 1991-08-01 Leiendecker Hans Juergen Ortsfeste oder mobile vorrichtung zur registrierung und identifizierung von frei bewegbaren, passiven "funk-aufzeichnungs-marken" mit speicher
EP0697261A2 (en) * 1994-08-12 1996-02-21 Neopost Limited Mailing system
US5592561A (en) * 1994-04-14 1997-01-07 Moore; Lewis J. Anti-counterfeiting system
US5917925A (en) * 1994-04-14 1999-06-29 Moore; Lewis J. System for dispensing, verifying and tracking postage and other information on mailpieces
US6266575B1 (en) * 1998-10-27 2001-07-24 Bell & Howell Mail And Messaging Technologies Company Client-server system, method and computer product for managing database driven insertion (DDI) and mail piece tracking (MPT) data

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5043908A (en) * 1989-10-03 1991-08-27 Pitney Bowes Inc. Mail delivery system with arrival monitoring
ZA9710865B (en) * 1996-12-04 1998-06-23 Frederic Pagnol A method of monitoring and programming a plurality of transponders simultaneously, and apparatus for implementing the method.
GB2332053B (en) * 1997-12-04 2002-01-09 Olivetti Res Ltd Detection system for determinning positional and other information about objects
US6879962B1 (en) * 1998-05-24 2005-04-12 Joseph D. Smith Logistics system and method
US6539360B1 (en) * 1999-02-05 2003-03-25 United Parcel Service Of America, Inc. Special handling processing in a package transportation system
WO2001050376A2 (en) * 1999-12-30 2001-07-12 General Electric Company Online tracking of delivery status information over a computer network
DE10018302A1 (de) * 2000-04-13 2001-10-25 Bosch Gmbh Robert Einrichtung und Verfahren zur Überwachung des Innenraums eines Transportbehältnisses
US6557755B1 (en) * 2000-08-10 2003-05-06 Bell & Howell Mail And Messaging Technologies Company Methods and systems for tracking and controlling mailpiece processing using postal service mailpiece code
US6988080B2 (en) * 2001-02-16 2006-01-17 Zack Robert E Automated security and reorder system for transponder tagged items

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4002738A1 (de) * 1990-01-31 1991-08-01 Leiendecker Hans Juergen Ortsfeste oder mobile vorrichtung zur registrierung und identifizierung von frei bewegbaren, passiven "funk-aufzeichnungs-marken" mit speicher
US5592561A (en) * 1994-04-14 1997-01-07 Moore; Lewis J. Anti-counterfeiting system
US5917925A (en) * 1994-04-14 1999-06-29 Moore; Lewis J. System for dispensing, verifying and tracking postage and other information on mailpieces
EP0697261A2 (en) * 1994-08-12 1996-02-21 Neopost Limited Mailing system
US6266575B1 (en) * 1998-10-27 2001-07-24 Bell & Howell Mail And Messaging Technologies Company Client-server system, method and computer product for managing database driven insertion (DDI) and mail piece tracking (MPT) data

Also Published As

Publication number Publication date
EP1336928A1 (en) 2003-08-20
US20030180138A1 (en) 2003-09-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2001239161B2 (en) Method for distributing postal objects
EP1072328B1 (en) Article classifying system and article dimension measuring apparatus
KR100336498B1 (ko) 우편물 처리 시스템 및 방법
US8131607B2 (en) Device and method of planning and managing real-time postal delivery work
US5043908A (en) Mail delivery system with arrival monitoring
US5050078A (en) Mail processing and accounting system with communication among processing units and data reformatting
US7407098B2 (en) Shipment tracking method, device for the implementation of the method and printing device
US20060026047A1 (en) Package delivery notification system and method
EP1669917A1 (en) Method and system for communicating delivery information in a mail and parcel distribution system
US20010034608A1 (en) Shipping method and system
NL1019682C2 (nl) Werkwijze en computerprogramma voor het monitoren van het transporteren van objecten.
EP1522969B1 (en) System and method for automated mailing adress error detection and correction
US20030061176A1 (en) E-mail add-on service
AU773974B2 (en) Method for tracking postal items
CN111256718A (zh) 派件路线规划方法、装置、系统、设备及存储介质
JP2008507781A (ja) 輸送フローの自動解析方法
US20120182588A1 (en) Distributed image acquisition for postal processing
US20040031846A1 (en) System and method for narrowcasting item tracking
CN111461600A (zh) 一种基于物联网的物流管理方法和系统
EP2808845A1 (en) Method and system for processing data related to mail items to be shipped
CN104203435A (zh) 用于测量在多网络邮政分拣系统中的行程时间的跟踪邮件的方法
CN112005262A (zh) 信息提供方法以及信息提供装置
CN108764798B (zh) 一种基于移动互联网数据分析的物流管理系统
JP2010269272A (ja) 紙葉類処理装置および紙葉類処理方法
NL1025704C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor sorteren van post.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060701