NL1019281C2 - Opzetspiegel. - Google Patents

Description

Opzetspiegel.

De onderhavige uitvinding betreft een opzetspiegel, in het bijzonder geschikt om aangebracht te worden op een stationaire of vaste spiegel van een voertuig, zoals een 5 auto, omvattende een behuizing, een eerste spiegel die in de behuizing is aangebracht en bevestigingsmiddelen voor het losneembaar aanbrengen van de opzetspiegel op een stationaire of vaste spiegel, waarbij de behuizing scharnierend is verbonden met de bevestigingsmiddelen, voor het instellen van de stand van de behuizing ten opzichte van de bevestigingsmiddelen in de gemonteerde toestand van de opzetspiegel.

10 In de onderhavige tekst wordt veelvuldig het woord "spiegel" gebruikt. Voor de duidelijkheid worden een aantal begrippen gedefinieerd waarvan in de onderhavige tekst gebruik zal worden gemaakt. Met het woord "opzetspiegel" wordt verwezen naar het geheel van een behuizing en daaraan vastgemaakte bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van de behuizing op een stationaire spiegel van bijvoorbeeld een auto. Met 15 het woord "spiegel" wordt verwezen naar een oppervlak dat dienst kan doen als spiegeloppervlak. In de praktijk maakt men gebruik van een glasplaat met een daarop aangebrachte metaalfilm. Met het woord "spiegeloppervlak" wordt verwezen naar de voor de gebruiker zichtbare bovenzijde van de spiegel.

De opzetspiegel volgens de onderhavige uitvinding is met name geschikt voor 20 personenauto's en kan op de buitenspiegel van deze personenauto's worden vastgemaakt. In de stand van de techniek is het bekend dat wanneer men achter een auto een caravan of een andere aanhanger plaatst, het uitzicht via de spiegels op de weg achter de aanhanger sterk vermindert. Om voldoende zicht te houden op de weg achter de aanhanger moet de afstand tussen de spiegel en de bestuurder worden vergroot. In de 25 stand van de techniek zijn er verschillende oplossingen om een extra spiegel op de auto te monteren om voldoende zicht te houden op de weg achter de aanhanger. In de bekende uitvoeringsvorm wordt een spiegel met behulp van een stangenstelsel op de wagen gemonteerd. Het monteren van een dergelijke spiegel is vaak omslachtig en tijdrovend. Bovendien zijn dergelijke spiegels vaak erg kostbaar.

30 Een spiegel van het in de aanhef genoemde soort is bekend uit het Amerikaanse octrooi US 4.892.400 (Brooks). Uit dit Amerikaanse octrooi is een opzetspiegel bekend met een behuizing waarin een enkele spiegel is geplaatst. Aan de behuizing zijn benen aangebracht die over de rand van de buitenspiegel van een auto geschoven kunnen 2 worden. De benen kunnen op de buitenspiegel worden vastgeklemd met behulp van banden die rondom de behuizing van de buitenspiegel van de auto getrokken kunnen worden.

Weliswaar verschaft de spiegel volgens US 4.892.400 een gebruikersvriendelijke 5 mogelijkheid om een extra spiegel op de auto te monteren, echter aan het gebruik van de bekende spiegel kleven ook een aantal nadelen.

Het is bekend dat buitenspiegels van een auto een zogenaamde "dode hoek" hebben. Deze dode hoek ontstaat omdat het spiegeloppervlak van de bekende opzetspiegel zo wordt ingesteld dat men een optimaal zicht houdt op de weg achter de 10 aanhanger. Bij het instellen van deze optimale hoek ontstaat echter een gebied (meestal direct naast de achterzijde van de auto) waarin zich voertuigen kunnen bevinden welke voertuigen niet worden gezien met behulp van de opzetspiegel. In het Amerikaanse octrooi US 4.892.400 worden geen mogelijkheden genoemd om het optreden van een dergelijke dode hoek te voorkomen.

15 Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een opzetspiegel van het in de aanhef genoemde soort waarbij de nadelen van de stand van de techniek zoveel mogelijk worden vermeden.

Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de opzetspiegel een tweede spiegel omvat, die is aangebracht in de behuizing, waarbij de stand van de tweede 20 spiegel ten opzichte van de eerste spiegel instelbaar is. Daarbij is het voordelig dat de eerste spiegel vast met de behuizing is verbonden en de tweede spiegel scharnierend met de behuizing is verbonden.

Door de maatregelen van de onderhavige uitvinding is het mogelijk dat men op een gebruikersvriendelijke wijze de opzetspiegel op de stationaire of vaste 25 buitenspiegel van een auto plaatst. Vervolgens draait men. in de gemonteerde toestand van de opzetspiegel, de behuizing van de opzetspiegel in die stand die hoort bij optimaal zicht op de weg achter de aanhanger via de eerste spiegel. Om te voorkomen dat er een dode hoek ontstaat kan men vervolgens de tweede spiegel scharnieren ten opzichte van de behuizing, zonder daarbij de instelling van de eerste spiegel te 30 veranderen. Op deze manier wordt een snelle en gebruikersvriendelijke wijze van het instellen van de eerste en de tweede spiegel mogelijk gemaakt. Met behulp van de eerste spiegel houdt men optimaal zicht op het weggedeelte achter de aanhanger. De tweede spiegel houdt vervolgens optimaal zicht op dat gedeelte dat de "dode hoek" van 3 de eerste spiegel zou kunnen vormen. In het gebruik bieden de eerste en de tweede spiegel samen daarom een optimaal zicht op het weggedeelte naast en achter de combinatie van het voertuig en de bijbehorende aanhanger.

Volgens de uitvinding is het voordelig dat de tweede spiegel met behulp van een 5 kogelschamier met de behuizing is verbonden.

Door deze maatregel is het mogelijk om de tweede spiegel in alle gewenste richtingen te roteren ten opzichte van de behuizing. Dat wil zeggen dat afhankelijk van de gebruiker de tweede spiegel in een optimale stand kan worden gezet om het optreden van een "dode hoek" te voorkomen.

10 Om het gezichtveld dat wordt bereikt met behulp van de tweede spiegel te vergroten is het voordelig dat het spiegeloppervlak van de tweede spiegel concaaf (bol) is uitgevoerd. Door de aanwezigheid van het bolle oppervlak krijgt men een vrij zicht op een relatief breed weggedeelte.

Volgens de uitvinding is het verder voordelig dat de eerste en de tweede spiegel 15 van elkaar zijn gescheiden door middel van een zichtbaar, stationair gedeelte van de behuizing.

De aanwezigheid van een zichtbare scheiding tussen de eerste en de tweede spiegel verhoogt de veiligheid van de opzetspiegel volgens de uitvinding in het gebruik. Door de duidelijk zichtbare scheiding is het voor de gebruiker duidelijk dat met behulp 20 van het spiegelgedeelte aan de eerste zijde van de scheiding een ander weggedeelte is te zien dan met behulp van het gedeelte aan de andere zijde van de scheiding.

De opzetspiegel volgens de onderhavige uitvinding wordt verder verbeterd doordat de bevestigingsmiddelen in hoofdzaak nabij een eerste uiteinde van de behuizing zijn aangebracht, waarbij de eerste spiegel aansluit op dat eerste uiteinde en 25 waarbij de tweede spiegel aansluit op het tegenoverliggende tweede uiteinde van de opzetspiegel.

De onderhavige uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgaande figuren, waarin:

Figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van de opzetspiegel volgens de onderhavige 30 uitvinding.

Figuur 2 een achteraanzicht weergeeft van de opzetspiegel volgens de onderhavige uitvinding.

4

Figuur 3 een zijaanzicht weergeeft van de opzetspiegel volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur 1 is de opzetspiegel 1 afgebeeld volgens de onderhavige uitvinding. Deze opzetspiegel omvat een behuizing 2. In deze behuizing is een eerste spiegel 3 5 aangebracht die vast is verbonden met de behuizing 2. In de behuizing 2 is verder een tweede spiegel 4 aangebracht die via een kogelgewricht (niet afgebeeld) is verbonden met de behuizing 2. Doordat de tweede spiegel 4 scharnierend is verbonden met de behuizing 2 is het spiegeloppervlak van de tweede spiegel 4 instelbaar ten opzichte van de eerste spiegel 3. Tussen de eerste spiegel 3 en de tweede spiegel 4 is een 10 scheidingsrand 5 aangebracht. Deze scheidingsrand 5 is duidelijk zichtbaar en helpt de gebruiker omdat het voor de gebruiker duidelijk is dat het gedeelte dat zichtbaar is via de eerste spiegel 3 een ander gedeelte is dan dat wat zichtbaar is via de tweede spiegel 4.

De behuizing 2 is verder verbonden met een eerste been 6 en een tweede been 7 15 die beide (zie figuur 2) via een scharnierpunt zijn verbonden met elkaar en met de behuizing 2. De benen 6, 7 kunnen ten opzichte van elkaar worden geroteerd zodat de afstand tussen de benen 6 en 7 kan worden aangepast op de buitenmaten van een buitenspiegel van een auto. De benen 6 en 7 zijn elk voorzien van in hoofdzaak L-vormige klemorganen 8 die in figuur 1 in bovenaanzicht zijn te zien. Deze L-vormige 20 organen 8 kunnen grijpen om de omtreksrand van een autospiegel. De opzetspiegel wordt vervolgens op de buitenspiegel van een auto vastgeklemd met behulp van flexibele banden 9. Met behulp van een in de stand van de techniek gebruikelijk instelmechanisme is de lengte van deze flexibele banden 9 instelbaar. Met behulp van de benen 6 en 7, de organen 8 en de banden 9 kan de opzetspiegel 1 volgens de 25 onderhavige uitvinding op buitenspiegels worden aangebracht met verschillende buitendiameters.

De bevestiging van de benen 6 en 7 aan de behuizing 2 is te zien in figuur 2. Het verwijzingscijfer 10 is de rotatieas weergegeven waarover de benen 6 en 7 ten opzichte van elkaar kunnen worden geroteerd. Deze rotatieas 10 is vast verbonden met een kogel 30 (zie figuur 3) welke kogel op zijn beurt scharnierend verbonden is met de behuizing 2. Op deze manier wordt bewerkstelligd dat de behuizing 2 in alle gewenste richtingen kan worden geroteerd ten opzichte van de benen 6 en 7. Dat wil zeggen dat men in het gebruik de opzetspiegel 1 met behulp van de benen 6 en 7 de organen 8 en de banden 9 5 op een buitenspiegel kan plaatsen. Vervolgens kan men in de gemonteerde toestand de behuizing 2 roteren ten opzichte van de benen 6 en 7 om ervoor te zorgen dat de eerste spiegel 3 in de juiste stand wordt gezet ten opzichte van de gebruiker om een optimaal zicht te kunnen bieden op de weg achter het voertuig en een daarachter geplaatste 5 aanhanger. Wanneer men door het roteren van de behuizing 2 ten opzichte van de benen 6 en 7 de juiste positie voor de eerste spiegel heeft bereikt kan men vervolgens de ideale stand van de tweede spiegel 4 instellen. Bij het instellen van deze tweede spiegel 4 hoeft men de oriëntatie van de eerste spiegel 3 ten opzichte van de auto niet aan te passen.

10 De bevestiging van de benen 6 en 7 aan de behuizing 2 blijkt verder uit figuur 3.

In figuur 3 is de opzetspiegel 1 volgens de uitvinding afgebeeld in zijaanzicht. In figuur 3 is te zien dat in het verlengde van de draaias 10 een kogel 11 aanwezig is. Deze kogel 11 wordt ontvangen in een kom (niet afgebeeld) die aanwezig is in de behuizing 2. De kogel 11 en de bijbehorende kom maken een rotatie van de behuizing 2 ten opzichte 15 van de benen 6 en 7 mogelijk.

Claims (6)

1. Opzetspiegel, in het bijzonder geschikt om aangebracht te worden op een stationaire of vaste spiegel van een voertuig, zoals een auto, omvattende een behuizing, een eerste spiegel die in de behuizing is aangebracht en bevestigingsmiddelen voor het 5 losneembaar aanbrengen van de opzetspiegel op een stationaire of vaste spiegel, waarbij de behuizing scharnierend is verbonden met de bevestigingsmiddelen, voor het instellen van de stand van de behuizing ten opzichte van de bevestigingsmiddelen in de gemonteerde toestand van de opzetspiegel, met het kenmerk, dat de opzetspiegel een tweede spiegel omvat, die is aangebracht in de behuizing, waarbij de stand van de 10 tweede spiegel ten opzichte van de eerste spiegel instelbaar is.

2. Opzetspiegel volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat de eerste spiegel vast met de behuizing is verbonden en de tweede spiegel scharnierend met de behuizing is verbonden.

3. Opzetspiegel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede spiegel met 15 behulp van een kogelschamier met de behuizing is verbonden.

4. Opzetspiegel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het spiegeloppervlak van de tweede spiegel concaaf (bol) is uitgevoerd.

5. Opzetspiegel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste en de tweede spiegel van elkaar zijn gescheiden door middel van een 20 zichtbaar, stationair gedeelte van de behuizing.

6. Opzetspiegel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen in hoofdzaak nabij een eerste uiteinde van de behuizing zijn aangebracht, waarbij de eerste spiegel aansluit op dat eerste uiteinde en waarbij de tweede spiegel aansluit op het tegenoverliggende tweede uiteinde van de opzetspiegel. 25