NL1018983C2

NL1018983C2 - Mill for a funfair or amusement park.

Info

Publication number: NL1018983C2
Application number: NL1018983A
Authority: NL
Inventors: Louisito Johannes Eusebi Kroon; Ronald Hendrich Jorritsma
Original assignee: Cobra Beheer Bv
Priority date: 2001-09-19
Filing date: 2001-09-19
Publication date: 2003-03-25
Also published as: EP1427496B1; ATE292501T1; WO2003026765A1; EP1427496A1; DE60203634T2; DE60203634D1

Abstract

Roundabout for a fairground or amusement park and the like, comprising a frame that can be set up on a substrate, a rotary element that is accommodated on the frame such that it can rotate about an essentially vertical axis, and support elements which can be occupied by people, which support elements interact in a movable manner with the rotary element, wherein at least one of the support elements is joined to a carrier arm, one end of which is movably linked to the frame, and which carrier arm interacts remotely from that end, with a crank mechanism.

Description

Molen voor een kermis of attractieparkMill for a funfair or amusement park

De uitvinding betreft een molen voor een kermis of attractiepark en dergelijke, omvattende een op een ondergrond opstelbaar onderstel, een draaiorgaan dat draaibaar 5 op het onderstel is opgenomen, alsmede tenminste een steunorgaan waarop personen kunnen plaatsnemen, welk steunorgaan draaibaar is ten opzichte van een drager die op twee op afstand van elkaar gelegen steunpunten beweeglijk is ondersteund ten opzichte van het draaiorgaan, waarbij tussen een der steunpunten en het draaiorgaan zich een krukmechanisme bevindt.The invention relates to a windmill for a fairground or amusement park and the like, comprising an undercarriage that can be mounted on a surface, a pivot member that is rotatably mounted on the chassis, and at least one support member on which persons can sit, which support member is rotatable relative to a support which is movably supported at two spaced apart support points relative to the rotary member, a crank mechanism being located between one of the supporting points and the rotary member.

10 Een dergelijke molen is bekend uit NL-A-7217436. Daarin kunnen de personen plaatsnemen in gondels die op hun beurt kunnen draaien ten opzichte van een als centrale as uitgevoerde drager.Such a mill is known from NL-A-7217436. The people can take their place in gondolas that in turn can rotate relative to a carrier designed as a central axis.

Dergelijke bekende molens worden meer en meer als vrij traditioneel ervaren. Er bestaat daarom behoefte aan molens die een verrassender, minder gebruikelijk bewe-15 gingspatroon kunnen verschaffen. Dat doel wordt bereikt doordat de krukas van het krukmechanisme schuin is gericht.Such known mills are more and more experienced as fairly traditional. There is therefore a need for mills that can provide a more surprising, less common movement pattern. That goal is achieved because the crankshaft of the crank mechanism is inclined.

De extra beweging die de persoon verkrijgt als gevolg van de rotatie van het schuin geplaatste krukmechanisme leidt tot een nieuwe ervaring, die de molen aantrekkelijker maakt voor het publiek. Deze beweging heeft een karakteristiek patroon 20 met abrupte slingeringen, die de ronddraaiende beweging van de molen minder voorspelbaar maakt.The extra movement that the person obtains as a result of the rotation of the slanted crank mechanism leads to a new experience that makes the mill more attractive to the public. This movement has a characteristic pattern 20 with abrupt oscillations, which makes the rotating movement of the mill less predictable.

De krukas van het krukmechanisme maakt een hoek ten opzichte van een vlak dat loodrecht is gericht op de hartlijn van het draaiorgaan. In een compacte uitvoeringsvorm kan het krukmechanisme een motor alsmede een vertraging omvatten. 25 De motor kan zowel elektrisch als hydraulisch zijn.The crankshaft of the crank mechanism makes an angle with respect to a plane perpendicular to the axis of the rotary member. In a compact embodiment, the crank mechanism may comprise a motor as well as a delay. The motor can be both electric and hydraulic.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm strekt zich tussen het andere steunpunt van de drager en het draaiorgaan een steunarm uit die door middel van een scharnier is verbonden met dat draaiorgaan. Deze steunarm fungeert als een uithouder, en is radiaal gericht ten opzichte van de hartlijn van het draaiorgaan. De steunarm is draaibaar rond 30 een in wezen horizontale hartlijn; bij voorkeur omvat het draaiorgaan een basis alsmede een ten opzichte van die basis omhoog stekende centrale kolom, zodanig dat de steunarm kan worden verbonden met de kolom.According to a preferred embodiment, a support arm extends between the other support point of the carrier and the pivot member which is connected to said pivot member by means of a hinge. This support arm acts as a jib, and is radially directed with respect to the axis of the rotary member. The support arm is rotatable about a substantially horizontal axis; the rotary member preferably comprises a base and a central column projecting upwards relative to that base, such that the support arm can be connected to the column.

ΛΛ O Aa 2ΛΛ O Aa 2

De drager kan aan beide einden door middel van een gewricht dat drie onderling loodrechte rotaties toelaat, zijn verbonden met de steunarm respectievelijk het krukme-chanisme. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om kogelgewrichten of cardangewrichten.The carrier can be connected at both ends by means of a joint allowing three mutually perpendicular rotations to the support arm or the crank mechanism. This may, for example, concern ball joints or cardan joints.

De steunorganen kunnen op allerlei verschillende manieren zijn uitgevoerd, bij-5 voorbeeld in de vorm van zetels of banken. Volgens een verdere uitvoeringsvorm kan het steunorgaan een carrousel omvatten waarvan de draaihartlijn in wezen samenvalt met de hartlijn van de drager. Volgens een verdere mogelijkheid kan het steunorgaan een carrousel omvatten waarvan de draaihartlijn dwars is gericht ten opzichte van de hartlijn van de drager.The support members can be designed in all kinds of different ways, for example in the form of seats or benches. According to a further embodiment, the support member may comprise a carousel whose axis of rotation substantially coincides with the axis of the carrier. According to a further possibility, the support member may comprise a carousel whose axis of rotation is directed transversely of the axis of the carrier.

10 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.Next, the invention will be further elucidated with reference to an exemplary embodiment shown in the figures.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van de molen volgens de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm.Figure 1 shows a side view of the mill according to the invention according to a first embodiment.

Figuren 2a tot en met 7b tonen, schematisch, verdere uitvoeringsvormen.Figures 2a to 7b show, schematically, further embodiments.

15 De in figuur 1 weergegeven molen volgens de uitvinding bestaat uit een onderstel 1, dat door middel van poten 2 is opgesteld op de ondergrond, alsmede een draaiorgaan 3. Dit draaiorgaan 3 is door middel van een lager 4 draaibaar rond de verticale hartlijn 5 ondersteund op het onderstel 2, en kan op zeer bekende wijze worden aangedreven door middel van de motoren 6. Het draaiorgaan 3 omvat een basis 7 alsmede een ten 20 opzichte van de basis omhoog stekende kolom 8. Aan de kolom 8 zijn draaibaar rond de scharnieren 9, steunarmen 10 aangebracht, die op hun beurt via een kogelgewricht 11 zijn verbonden met de dragers 12. In het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld is op elke drager 12 een zetel 13 gemonteerd. De zetel 13 is draaibaar rond lagering 14 opgehangen aan de bijbehorende drager 12.The mill according to the invention shown in Figure 1 consists of a chassis 1, which is arranged on the ground by means of legs 2, as well as a rotary member 3. This rotary member 3 is rotatably supported around the vertical axis 5 by means of a bearing 4 on the chassis 2, and can be driven in a very known manner by means of the motors 6. The rotary member 3 comprises a base 7 and a column 8 projecting upwards relative to the base. The column 8 can be rotated around the hinges 9 support arms 10 are mounted, which in turn are connected via a ball joint 11 to the carriers 12. In the illustrated embodiment a seat 13 is mounted on each carrier 12. The seat 13 is rotatably suspended around the bearing 14 on the associated carrier 12.

25 Volgens de uitvinding zijn aan het onderste eind van de dragers 12 de in hun ge heel met 15 aangeduide krukmechanismen aangebracht. Deze krukmechanismen 15 omvatten een kruk 16, die draaibaar is rond de hartlijn 17, een vertraging 18, alsmede een motor 19. De draaihartlijn 17 van de kruk is schuin gericht ten opzichte van de horizontaal. Door middel van een kogelgewricht 20 is het vrije eind van elke kruk 16 ver- 30 bonden met het onderste eind van de bijbehorende drager 12.According to the invention, the crank mechanisms indicated in their entirety by 15 are arranged at the lower end of the carriers 12. These crank mechanisms 15 comprise a crank 16 which is rotatable about the center line 17, a deceleration 18, as well as a motor 19. The center of rotation 17 of the crank is inclined with respect to the horizontal. By means of a ball joint 20, the free end of each crank 16 is connected to the lower end of the associated carrier 12.

In bedrijf van de molen draait het draaiorgaan 3 rond de verticale hartlijn 5, terwijl de krukmechanismen 15 een rotatie rond de hartlijn 17 uitvoeren. De bijbehorende 3 krukken 16 doen daarbij de drager 12 op en neer bewegen en kantelen, afhankelijk van de schuinte van de hartlijn 17 van de krukmechanismen 15 en de lengte van de kruk 16.In operation of the mill, the rotary member 3 rotates about the vertical axis 5, while the crank mechanisms 15 perform a rotation about the axis 17. The associated 3 cranks 16 cause the carrier 12 to move up and down and tilt, depending on the inclination of the axis 17 of the crank mechanisms 15 and the length of the crank 16.

De zetels 13 kunnen daarbij vrij draaibaar roteren om de lagering 14, waardoor onverwachte, verrassende bewegingen optreden. Als alternatief zouden de zetels 13 5 ook aandrijfbaar kunnen zijn door middel van een motor.The seats 13 can thereby rotate freely rotatable about the bearing 14, as a result of which unexpected, surprising movements occur. Alternatively, the seats 13 could also be drivable by means of a motor.

In bovenaanzicht kan de basis 7 cirkelvormig zijn, waarbij dan de steunarmen 10 zich radiaal vanaf de kolom 8 naar buiten uitstrekken. In dat geval kunnen bijvoorbeeld 6 of 8 zetels 13 op het draaiorgaan 3 zijn opgenomen. Rondom de basis 7 is een stellage 22 aangebracht die bereikbaar is door middel van trappen 21, in verband met het 10 in- en uitstappen van het publiek.In top view, the base 7 can be circular, the support arms 10 then extending radially outward from the column 8. In that case, for example, 6 or 8 seats 13 can be included on the rotary member 3. Arranged around the base 7 is a scaffold 22 that can be reached by means of stairs 21, in connection with getting in and out of the audience.

In de in figuren 2a en 2b weergegeven, schematische uitvoeringsvorm is de zetel 13 draaibaar rond een hartlijn 23 die dwars is gericht ten opzichte van de drager 12. Daardoor kan de zetel 14 "over de kop" gedraaid worden, zoals weergegeven in figuur 2b.In the schematic embodiment shown in Figs. 2a and 2b, the seat 13 is rotatable about a center line 23 that is directed transversely of the carrier 12. As a result, the seat 14 can be turned "over the head", as shown in Fig. 2b.

15 In de variant van de figuren 3a en 3b is de zetel eveneens draaibaar rond een dwars ten opzichte van de drager 12 lopende hartlijn 24. De zetel 13 kan daarbij ook in dwarsrichting over de kop gaan, zoals weergegeven in figuur 3b.In the variant of figures 3a and 3b, the seat is also rotatable about a center line 24 extending transversely to the carrier 12. The seat 13 can then also be tilted transversely, as shown in figure 3b.

In de variant van de figuren 4a en 4b is het krukmechanisme 15 indirect via de drijfstang 26 en uithouder 25 verbonden met het onderste eind van de drager 12. Onder 20 aan de drager 12 bevindt zich weer een kogelgewricht 20. Ook de verbindingen tussen het krukmechanisme 15, de drijfstang 26 en de uithouder 25 kunnen kogelgewrichten 27,28,29 zijn.In the variant of figures 4a and 4b, the crank mechanism 15 is indirectly connected via the connecting rod 26 and bracket 25 to the lower end of the carrier 12. At the bottom of the carrier 12 there is again a ball joint 20. The connections between the crank mechanism 15, the connecting rod 26 and the boom 25 can be ball joints 27, 28, 29.

In deze variant is het bewegingsverloop van de in de zetel 13 zittende persoon enigszins anders, bepaald door de onderlinge verhoudingen van de steunarm 10, drager 25 12 en uithouder 25. Een en ander is duidelijker te zien in figuren 5a en 5b, waarin deze zelfde elementen die nu andere afmetingen bezitten, voorkomen.In this variant, the movement of the person sitting in the seat 13 is somewhat different, determined by the mutual relationships of the support arm 10, carrier 12 and bracket 25. All this can be seen more clearly in figures 5a and 5b, in which these same elements that now have other dimensions.

Eventueel kunnen zelfs de ophangingen ter plaatse van de draaipunten 9 en 29 beweegbaar ten opzichte van elkaar worden gemaakt, waardoor verdere ruimtelijke varianten ontstaan.Optionally even the suspensions at the location of the pivot points 9 and 29 can be made movable relative to each other, whereby further spatial variants are created.

30 In de uitvoeringsvorm van de figuren 6a en 6b is een vaste uithouder 30 voorzien die vast is ten opzichte van het draaiorgaan 3. Het krukmechanisme 15 is opgehangen aan het vrije eind van de vaste uithouder 30. De drager 12 is via bolschamier 11 verbonden met het krukmechanisme 15. Aan zijn onderste eind is de draagarm 12 4 geleid in een ophanging 30 die schuifbewegingen in langsrichting en draaibewegingen toelaat.In the embodiment of figures 6a and 6b, a fixed arm 30 is provided which is fixed with respect to the rotary member 3. The crank mechanism 15 is suspended from the free end of the fixed arm 30. The carrier 12 is connected via ball joint 11 the crank mechanism 15. At its lower end, the carrying arm 12 is guided in a suspension 30 which allows sliding movements in the longitudinal direction and rotational movements.

Bij de variant van de figuren 7a en 7b is tevens een beweegbare uithouder 25 zoals in de variant van de figuren 4a tot 5b opgenomen. De drager 12 is nu met zijn 5 onderste eind door middel van een kogelgewricht 20 verbonden aan een beweegbare uithouder 25, die door middel van het lijnschamier 30 is verbonden met het draaiorgaan 3.In the variant of figures 7a and 7b, a movable jib 25 is also included, as in the variant of figures 4a to 5b. The carrier 12 is now connected with its lower end by means of a ball joint 20 to a movable jib 25, which is connected to the rotary member 3 by means of the line joint 30.

Claims

A windmill for a fairground or amusement park and the like, comprising an undercarriage (1) that can be mounted on a surface, a turning member (3) that is rotatably mounted on the undercarriage 5 (1), and at least one supporting member (13) on which persons can sit , which support member (13) is rotatable with respect to a support (12) which is movably supported at two spaced apart support points relative to the rotation member (3), wherein between one of the support points and the rotation member (3) crank mechanism (15), characterized in that the crankshaft (17) of the crank mechanism (15) is inclined.

Mill according to claim 1, wherein a support arm (10) extends between the other support point of the carrier (12) and the rotary member (3) which is connected to said rotary member (3) by means of a hinge (9). 15

Mill according to claim 2, wherein the support arm (10) is rotatably connected around a substantially horizontal axis (9) to the rotary member (3) or the column (8) (Fig. 1).

Mill according to claim 2 or 3, wherein the carrying arm (12) is connected at both ends by means of a joint (11, 20) that allows mutually perpendicular rotations to the supporting arm (10) or the crank mechanism (15) (fig. 2-5).

Mill according to claim 1, wherein the carrier (12) is slidably and rotatably connected at its end remote from the crank mechanism (15) to the rotary member (3) (Fig. 6).

Mill according to claim 1, wherein the carrier (12) is rotatably connected at its end remote from the crank mechanism (15) to a movable jib 30 (25) which is itself rotatably connected to the rotating member (3) (Fig. 7) . A A 4 ft n ft) λ ém

Mill according to any one of claims 2-5, wherein the rotary member (3) comprises a base (7) and a central column (8) projecting upwards relative to that base and the support arm (10) is connected to the column (8) ).

Mill according to one of the preceding claims, wherein the crank mechanism (15) comprises a motor (19) and a deceleration (18).

Mill according to any one of the preceding claims, wherein the support member (13) comprises a carousel whose axis of rotation substantially coincides with the axis of the carrier (12).

Mill according to any one of claims 1-8, wherein the support member (13) comprises a carousel whose axis of rotation (23, 24) is directed transversely of the axis of the carrier (12).