NL1018625C2

NL1018625C2 - Het raamstand informatie systeem window-attention+.

Info

Publication number: NL1018625C2
Application number: NL1018625A
Authority: NL
Inventors: Evert Frederik Siemelink
Original assignee: Ir Evert Frederik Siemelink
Priority date: 2000-11-20
Filing date: 2001-07-25
Publication date: 2002-06-21

Description

• a i'

Het raamstand informatie systeem window-attention+

De uitvinding heeft betrekking op een elektronisch systeem, bestaande uit sensoren geplaatst bij schakelbare elementen, zoals een raam, een deur, een klep en/ of een ander 5 dergelijk schakelbaar element, dat aan of uit, of open of dicht kan staan, voorzieningen, die de ruimtegebruikers bij zich dragen, een ruimtegebruiker registratiesysteem, informatieoverdragers, waarbij de informatieoverdragers bestaan uit kabels of ontvangers en zenders, een apparaat, dat de gemeten stand van een schakelbaar element doorgeeft aan een apparaat, ter voortbrenging van signalen, welk elektrisch systeem informatie geeft aan 10 de ruimte verlatende ruimtegebruiker.

Indien ruimtegebruikers een ruimte verlaten willen ze alleen weten welke ramen, deuren, kleppen en/ of andere dergelijke schakelbare elementen niet staan in de bij het verlaten van de ruimte gewenste stand. Voor informatie bij zijn vertrek over goed staande elementen wil de ruimtegebruiker niet worden lastig gevallen. Dit nadeel van de huidige 15 stand van de techniek wordt door de uitvinding opgeheven.

Alleen de laatste ruimtegebruiker, die de ruimte verlaat, wil het genoemde signaal waarnemen, zodat het gebruiksvriendelijk is, dat de overige ruimtegebruikers, die de ruimte verlaten, geen signaal waarnemen.

De uitvinding wordt gekenmerkt, doordat indien er meer ruimtegebruikers (4,4a) 20 zijn, er even zovele van de genoemde voorzieningen (2) per ruimtegebruiker (4,4a) onderling parallel geschakeld zijn, waarbij deze voorzieningen (2) in serie geschakeld zijn met het ruimtegebruiker registratiesysteem, indien er één ruimtegebruiker (4) is, de voorziening (2) in serie geschakeld is met het ruimtegebruiker registratiesysteem, waarbij voor ieder aantal ruimtegebruikers (4,4a) het ruimtegebruiker registratiesysteem in serie 25 staat met één of meerdere informatieoverdragers (a), waarbij één of meerdere informatieoverdragers (a) bestaan uit kabels of uit zender (32) en ontvanger(s) (23), waarbij alle informatieoverdragers (a) in serie geschakeld zijn met even zovele sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld), waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) onderling parallel geschakeld staan, waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 21 d) in serie geschakeld zijn met 30 één of meerdere informatieoverdragers (b), waarbij één of meerdere informatiedragers (b) bestaan uit kabels of uit de zender(s) (22) en de ontvanger (33), waarbij alle informatieoverdragers (b) in serie geschakeld zijn met het apparaat (14), ter vergelijking van de gemeten standen van de schakelbare elementen (5) tot en met (8) met de gewenste geprogrammeerde standen van de schakelbare elementen (5) tot en met (8), waarvan dit 1018625· • .> 2 apparaat (14) bij vertrek van de laatste ruimtegebruiker (4) uit ruimte (1) bij ongewenste standen het apparaat (11) aanstuurt om signalen voort te brengen en waarbij het apparaat (14) in serie geschakeld is met het apparaat (11).

Het elektrische systeem wordt verduidelijkt door het in te delen in een 5 sensoromgeving, een attentiesysteem en eventueel de voorzieningen (2) bij iedere ruimtegebruiker (4,4a). De sensoromgeving bestaat uit de sensoren (21a, 21b, 21c of 21 d) bij de schakelbare elementen (5) tot en met (8), de zenders (22a, 22b, 22c of 22d) bij de schakelbare elementen (5) tot en met (8), en de ontvangers (23a, 23b, 23c of 23d) eveneens bij de schakelbare elementen (5) tot en met (8). Het attentiesysteem bestaat uit het apparaat 10 (14), het apparaat (11), de zender (32), de ontvanger (33), een weergeefinrichting (10), waarop de standen van de schakelbare elementen (5) tot en met (8) staan, die niet staan in de eerder geprogrammeerde gewenste standen, indien de laatste ruimtegebruiker (4) de ruimte (1) verlaat, het apparaat (13), ter bepaling van het aantal ruimtegebruikers (4,4a) en het ruimtegebruiker registratiesysteem.

15 Als variant kan apparaat (14) in de sensoromgeving geplaatst worden

Mogelijke voorbeelden van voorzieningen (2) zijn: a) zenders en ontvangers, b) sensoren, die gekoppeld aan een poortje bij de deur (6), een signaal geven, dat deze laatste ruimtegebruiker (4) ruimte (1) verlaat en die de ruimtegebruikers (4,4a) bij zich 20 hebben, c) het vermogen om een lichtstraal te onderbreken, d) het vermogen om een druksensor onder een overgangsconstructie te belasten en daardoor te activeren, e) het vermogen, om een geluidsensor met de hand of met een afstandsbediening door het 25 openen van de deur (6), te activeren, f) het vermogen, om overige vertrekregistratie te activeren. De overige vertrekregistratie bestaat uit: 1) een lichtsensor, die met de hand of met een afstandsbediening door het openen van de deur (6) geactiveerd wordt, 30 II) een sensor, die het verschil in zuurstofconcentratie, door het openen van de deur (6) meet, III) een sensor, die het verschil in stikstofconcentratie, door het openen van de deur (6) meet, 101862®* 3 IV) een sensor, die het verschil in kooldioxideconcentratie, door het openen van de deur meet, V) een sensor, die het verschil in luchtdruk, door het openen van de deur meet, VI) een sensor, die het verschil in luchtsnelheid, door het openen van de deur meet, 5 VII) een sensor, die het verschil in relatieve vochtigheid, door het openen van de deur meet, VIII) een sensor, die het verschil in temperatuur, door het openen van de deur meet, IX) een sensor, die het verschil in geluidsabsorptie- coëfficiënt, door het openen van de deur meet, 10 X) een sensor, die het verschil in stroomsterkte in een rekstrookje, door het openen van de deur meet, XI) een sensor, die het verschil in elektromagnetische veldsterkte, door het openen van de deur meet, XII) een sensor, die het verschil in gewicht van de ruimte (1) meet door het verlaten van 15 ruimte (1).

Mogelijke voorbeelden van ruimtegebruiker registratiesystemen zijn: a) behorend bij de hierboven genoemde zenders en ontvangers, de bewegingsmelder (12), de reeds eerder vermelde zender (32), de reeds eerder vermelde ontvanger (33), de elektrische bedrading en het apparaat (13), 20 b) behorend bij de hierboven genoemde sensoren, een poortje bij de deur (6), elektrische bedrading en het apparaat (13), c) een lichtstraal zend- en ontvangstinstallatie, elektrische bedrading en het apparaat (13), d) een druksensor, elektrische bedrading en het apparaat (13), e) een geluidsensor, elektrische bedrading en het apparaat (13), 25 f) overige vertrekregistratie door de sensoren I) tot en met XII)

Bij window attention^ kan voor een elektrisch apparaat (8) in ruimte (1) de aan- of uitstand gemeten worden, door tussen de stekker en de verbinding met het elektriciteitsnet een insteekdoos (9) te plaatsen vergelijkbaar met een tijdschakelklok, die meet of het elektrische apparaat (8) in ruimte (1) aan of uit staat. Als alternatief kan de aan- of uitstand 30 achter de verbinding met het elektriciteitsnet gemeten worden.

Dit systeem kan gecombineerd worden met een bewakings- of een domoticasysteem, zodanig dat van het elektrische systeem de onderdelen, te weten één of meer sensoren (21a, 21b, 21c of 21 d), en/ of één of meer zenders (2, 32,22a, 22b, 22c of 22d), en/ of één of meer ontvangers (2,33,23a, 23b, 23c of 23d) en/ of één ander T018625· 4 onderdeel in combinatie met het bewakings- of het domotica- systeem toepassing vinden, zodanig dat genoemde apparaten in meer systemen werkzaam zijn.

Als de laatste gebruiker (4) zelf de stand van het raam (5) in ruimte (1) verandert, zonder dat een motor de stand van het raam zou veranderen, blijft met name het raam (5) in 5 ruimte (1) visueel aantrekkelijk, en dan bespaart dit de kosten van een motor.

Window-attention+ maakt het mogelijk de gewenste positie van de schakelbare elementen (5) tot en met (8) bij het verlaten van de ruimte (1) te programmeren. Zonder opnieuw te hoeven programmeren blijft dezelfde geprogrammeerde stand van de schakelbare elementen geldig, waarbij er al of niet een signaal wordt afgegeven, voor 10 iedere keer dat de laatste ruimte gebruiker (4) de ruimte (1) verlaat.

Met name voor slechtzienden, die moeilijk een visuele controle kunnen uitvoeren, geeft window-attention+ een extra geruststellend comfort.

Personen, die op inbraakongevoeiige locaties bij aanwezigheid in verband met lawaai met kunnen ventileren, ventileren gemakkehjker met window-attention .

15 Op inbraakgevoelige locaties willen personen hun raam (5) in ruimte (1) of de deur (6) in ruimte (1) bij afwezigheid gesloten houden; het gesloten raam (5) in ruimte (1) en de gesloten deur (6) in ruimte (1) zijn ook gunstig voor het energieverbruik.

Het principe van window-attention+ kan ook door een operator (4) toegepast worden. Als window-attention+ op een klep (7) in ruimte (1) gemonteerd wordt, dan kan 20 window-attention+ zodanig geprogrammeerd worden, dat de operator een signaal krijgt, indien de klep (7) in ruimte (1) bij het verlaten van een gebied van het fabrieksterrein in de verkeerde stand staan.

Op vergelijkbare wijze zou de ongewenste stand van tenminste één elektrische schakeling, tenminste één hydraulische schakeling, tenminste één mechanische schakeling 25 of tenminste één pneumatische schakeling of andere instelbare apparaten bij het verlaten van een bepaald gebied met window-attention+ aan de laatste ruimtegebruiker van ruimte (1), waarin de desbetreffende apparaten zich bevinden, kenbaar gemaakt kunnen worden.

Uit het bovenstaande blijkt, dat window-attention+ gemakkelijk te bedienen is, onderhoudsvriendelijk is, gemakkelijk is te monteren en te vervangen.

30 Het zal duidelijk zijn, dat slechts enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding hierboven zijn beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindings-gedachte te vallen, zoals deze in bijgaande conclusies is aangegeven. De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld getoond in de tekening.

1018625· 5 • 3 1. Ruimte

De ruimte 1 is een omsloten ruimte.

2. Een voorziening 2, die iedere ruimtegebruiker 4 bij zich heeft, en die een ruimtegebruiker registratiesysteem aanstuurt.

5 4. De laatste ruimtegebruiker 4a De ruimtegebruiker die niet de laatste ruimtegebruiker is, deze staat niet in de tekening maar wel in de tekst.

5. Raam 6. Deur 10 7. Klep 8. Instelbaar apparaat 9. Insteekdoos 10. Weergeefinrichting 11. Een apparaat, ter voortbrenging van signalen 15 12.Bewegingsmelder 13. Een apparaat, ter bepaling van het aantal ruimtegebruikers.

14. Een apparaat, ter vergelijking van de gemeten standen van de schakelbare elementen 5 tot en met 8 met de gewenste geprogrammeerde standen van de genoemde schakelbare elementen 20 21a Sensor bij een raam 5 in ruimte 1 21 b. Sensor bij een deur 6 in ruimte 1 21c. Sensor bij een klep 7 in ruimte 1 2ld. Sensor bij een apparaat 8 in ruimte 1 22a. Zender bij een raam 5 in ruimte 1 25 22b. Zender bij een deur 6 in ruimte 1 22c. Zender bij een klep 7 in ruimte 1 22d. Zender bij een apparaat 8 in ruimte 1 23a.Ontvanger bij een raam 5 in ruimte 1 23b. Ontvanger bij een deur 6 in ruimte 1 30 23c. Ontvanger bij een klep 7 in ruimte 1 23d. Ontvanger bij een apparaat 8 in ruimte 1 32. Zender van het attentiesysteem, dus geplaatst bij de weergeefinrichting 10 33. Ontvanger van het attentiesysteem, dus geplaatst bij de weergeefinrichting 10.

1018625« • Λ 6

De laatste ruimtegebruiker 4 krijgt bij het verlaten van ruimte 1 van apparaat 11 een signaal als de stand van de schakelbare elementen 5 tot en met 8 verschilt van de gewenste geprogrammeerde stand. Deze stand wordt vergeleken met de door de sensoren 21a, 21b, 21c en 2 ld gemeten stand, welke via kabel of via zenders 22a, 22b, 22c en 22d en 5 ontvanger 33 wordt doorgegeven aan apparaat 14, welk apparaat bij verschil tussen gewenste geprogrammeerde standen en gemeten standen aan apparaat 11 doorgeeft om een signaal te geven. Eventueel kunnen er meerdere sensoren per zender gecombineerd worden.

De voorziening 2 activeert het ruimtegebruiker registratiesysteem, waardoor het 10 vertrek uit ruimte 1 van de laatste ruimtegebruiker 4 aan apparaat 13 doorgegeven wordt, is het aantal ruimtegebruiken gelijk aan één, dan wordt dit doorgegeven of via de kabel of via de zender 32 naar de ontvangers 23a, 23b, 23c of 23d respectievelijk of bij een raam 5 in ruimte 1, of bij een deur 6 in ruimte 1, of bij een klep 7 in ruimte 1, of bij andere dergelijke elementen 8 in ruimte i, waarna deze ontvangers 23a, 2_>b, 23c of 23u een 15 signaal geven aan de bijbehorende sensoren 21 a, 21 b, 21 c of 21 d, die de bijbehorende standen doorgeven of via een kabel aan het apparaat 14 of via de bijbehorende zenders 22a, 22b, 22c of 22d en ontvanger 33 aan het apparaat 14, indien de gemeten standen en de gewenste geprogrammeerde standen verschillen, geeft apparaat 14 dit door aan een weergeefinrichting 10 en aan een apparaat 11, waarna dit apparaat 11 een signaal geeft, en 20 op het weergeefinrichting 10 verschijnt de mededeling welk schakelbaar element niet in de gewenste geprogrammeerde stand staat.

In plaats van eerst te controleren hoeveel ruimtegebruikers 4, 4a er zijn bij het verlaten van ruimte 1 door de ruimtegebruikers 4, 4a, voordat de stand van de sensoren 21a, 21b, 21c of 2ld gecontroleerd wordt, kan ook eerst de stand van de sensoren 21a,21b, 25 21c of 2ld gecontroleerd worden alvorens, het aantal ruimtegebruikers 4, 4a gecontroleerd wordt.

Het bovenstaande geeft een beschrijving van voorziening (2) a) en ruimte gebruikers registratiesysteem a). Voor de voorzieningen (2) b, c, d, e, f en ruimte gebruikers registratiesystemen b, c, d, e en f gelden vergelijkbare werkwijzen.

30 Als variant kan apparaat 14 in de sensoromgeving geplaatst worden.

conclusies 1018625·

Claims

2. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat een combinatie (2) van een zender en ontvanger, die de laatste ruimtegebruiker (4) bij zich heeft, een signaal geeft, als de laatste ruimtegebruiker (4) de ruimte (1) verlaat, deze 1018629« combinatie (2) is in serie geschakeld is met bewegingsmelder (12), met de zender (32) en met de ontvanger (33), zowel de bewegingsmelder (12), als de zender (32) als de ontvanger (33) in serie geschakeld zijn met een apparaat (13), ter bepaling van het aantal ruimtegebruikers (4,4a), waarbij het apparaat (13) in serie geschakeld is met tenminste één 5 informatieoverdrager (a), waarbij alle informatieoverdragers (a) in serie geschakeld zijn met even zovele sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld), waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) onderling parallel geschakeld staan, waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) in serie geschakeld zijn met de informatieoverdragers (b), waarbij alle informatieoverdragers (b) in serie geschakeld zijn met het apparaat (14), en waarbij het apparaat (14) in serie 10 geschakeld is met het apparaat (11).
3. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 het kenmerk, dat er een sensor (2) is, die de laatste ruimtegebruiker (4) bij zich draagt, die aan een ontvanger bij een poortje bij de deur, waardoor de laatste ruimtegebruiker (4) de ruimte (1) verlaat een signaal geeft, dat de laatste ruimtegebruiker (4) ruimte (1) verlaat, waarbij de ontvanger bij het 15 genoemde poortje in serie geschakeld is met het apparaat (13), waarbij het apparaat (13) in serie geschakeld is met tenminste één informatieoverdrager (a), waarbij alle informatieoverdragers (a) in serie geschakeld zijn met even zovele sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld), waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) onderling parallel geschakeld staan, waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2 ld) in serie geschakeld zijn met de 20 informatieoverdragers (b), waarbij alle informatieoverdragers (b) in serie geschakeld zijn met het apparaat (14), en waarbij het apparaat (14 ) in serie geschakeld is met het apparaat (11).
4. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 met 'het kenmerk, dat de laatste ruimtegebruikers (4) het vermogen (2) heeft om een lichtstraal te onderbreken, waarbij er 25 een signaal gegeven wordt, indien de laatste ruimtegebruiker (4) de lichtstraal onderbreekt, waarbij de lichtstaal zend- en ontvangstinstallatie in serie geschakeld is met het apparaat (13), waarbij het apparaat (13) in serie geschakeld is met tenminste één informatieoverdrager (a), waarbij alle informatieoverdragers (a) in serie geschakeld zijn met even zovele sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld), waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 30 2ld) onderling parallel geschakeld staan, waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) in serie geschakeld zijn met de informatieoverdragers (b), waarbij alle informatieoverdragers (b) in serie geschakeld zijn met het apparaat (14), en waarbij het apparaat (14) in serie geschakeld is met het apparaat (11). 1018625· '
5. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de laatste ruimtegebruiker (4) het vermogen (2) heeft om een druksensor te belasten, en te activeren, waarbij deze belaste druksensor in serie geschakeld is met het apparaat (13), waarbij het apparaat (13) in serie geschakeld is met tenminste één informatieoverdrager (a), waarbij 5 alle informatieoverdragers (a) in serie geschakeld zijn met even zovele sensoren (21a, 21b, 21c of 21d), waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 21d) onderling parallel geschakeld staan, waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) in serie geschakeld zijn met de informatieoverdragers (b), waarbij alle informatieoverdragers (b) in serie geschakeld zijn met het apparaat (14), en waarbij het apparaat (14) in serie geschakeld is met het apparaat 10 (11).
6. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 het kenmerk, dat de laatste ruimtegebruikers (4) het vermogen (2) heeft om overige vertrekregistraties te activeren, waarbij de overige vertrekregistraties bestaan uit een lichtsensor, die geactiveerd wordt door het met de hand of met afstandsbediening openen van de deur, waardoor de 15 ruimtegebruiker (4) de ruimte (1) verlaat, een geluidssensor, die geactiveerd wordt door het met de hand of met afstandsbediening openen van de deur, waardoor de ruimtegebruiker (4) de ruimte (1) verlaat, een sensor, die het verschil in zuurstofconcentratie, door het openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in stikstofconcentratie, door het openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in kooldioxideconcentratie, door het 20 openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in luchtdruk, door het openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in luchtsnelheid, door het openen de een deur meet, een sensor, die het verschil in relatieve vochtigheid, door het openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in temperatuur, door het openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in geluidsabsorbtie-coëffiënt, door het openen van de deur meet, een sensor, 25 die het verschil in stroomsterkte in een rekstrookje, door het openen van de deur meet, een sensor, die het verschil in elektromagnetische veldsterkte, door het openen van de deur meet, waarbij deze geactiveerde vertrekregistratie in serie geschakeld is met het apparaat (13), waarbij het apparaat (13) in serie geschakeld is mettenminste één informatieoverdrager (a), waarbij alle informatieoverdragers (a) in serie geschakeld zijn 30 met even zovele sensoren (21a, 21b, 21c of 21d), waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) onderling parallel geschakeld staan, waarbij de sensoren (21a, 21b, 21c of 2ld) in serie geschakeld zijn met de informatieoverdragers (b), waarbij alle informatieoverdragers (b) in serie geschakeld zijn met het apparaat (14), en waarbij het apparaat (14) in serie geschakeld is met het apparaat (11). 1018625«
7. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 - 6 met het kenmerk, dat er een bewakinginrichting is voor de deur, waardoor de ruimtegebruiker (4) de ruimte (1) verlaat.
8. Een elektrisch systeem volgens conclusie 1 - 7 met het kenmerk, dat tussen een verbinding met het elektriciteitsnet van tenminste één elektrisch apparaat (8) in ruimte (1) 5 en een verbinding met het elektriciteitsnet een insteekdoos (9) geplaatst is, die de capaciteit heeft om de aan- of uitstand van het elektrische apparaat (8) in ruimte (1) te registreren.
9. Toepassing van onderdelen van het elektrische systeem volgens conclusie 1 - 8 met het kenmerk, dat dit systeem gecombineerd wordt met een bewakings- of een domoticasysteem, zodanig dat van het elektrische systeem de onderdelen, te weten één of 10 meer sensoren (21a, 21b, 21c of 2 ld), en/ of één of meer zenders (2, 32, 22, 22a, 22b en/ of 22c), en/ of één of meer ontvangers (3, 33, 23a, 23b, 23c en/ of 23d), en/ of één ander onderdeel in combinatie met een bewakings- of een domotica- systeem toepassing vinden, zodanig dat genoemde apparaten in meer systemen werkzaam zijn, een voorziening (c), ter uitwisseling van gegevens tussen dc verschillende systemen, is hierbij geplaatst. 15. i guur 20 25 30 1018625·