NL1018476C2 - Vloerbedekkingstegel alsmede een daaruit opgebouwde vloer. - Google Patents

Description

»

Korte aanduiding: Vloerbedekkingstegel alsmede een daaruit opgebouwde vloer.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 vloerbedekkingstegel op basis van een harde vloerbedekking. Daarnaast heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een uit vloerbedekkingstegels opgebouwde vloer, welke vloer in het bijzonder is opgebouwd uit de onderhavige vloerbedekkingstegels.

Uit het Amerikaans octrooi schrift 4.561.232 is een 10 modulaire tegel met positioneringsmiddelen bekend, welke positioneringsmiddelen zich als uitstekende delen aan de onderzijde van de tegel bevinden en een configuratie bezitten die overeenkomt met de vloerpaneeldelen waarop de modulaire tegel plaatsbaar is, welke vloerpaneeldelen zijn voorzien van overeenkomstige, hierin gevormde 15 positioneringsopeningen. Echter, de uit dit Amerikaans octrooi schrift bekende modulaire tegel is ten gevolge van de aan de onderzijde aanwezige uitstekende delen slechts toepasbaar op bepaalde vloerpaneeldelen, te weten vloerpaneeldelen die aan de bovenzijde hiervan zijn voorzien van openingen waarin de uitstekende delen van de modulaire tegel plaatsbaar 20 zijn, en derhalve niet op een bestaande vloer, in het bijzonder een verhoogd vloerensysteem, modulair verlegbaar.

In de huidige kantoorgebouwen worden zeer veel kabels toegepast, zoals elektriciteitskabels maar ook kabels voor het transport van data, video en andere communicatiesystemen. Een dergelijke bekabeling wordt in 25 principe volgens een drietal manieren aangebracht, te weten i) via zogenaamde plafondgoten waarbij de kabels zich ter hoogte van het plafond door het gebouw verplaatsen en met zuilen van het plafond naar de vloer worden geleid, alwaar de aansluiting op het bureau plaatsvindt, ii) via zogenaamde wandgoten waarbij de bureaus tegen dergelijke wandgoten zijn 30 gesitueerd en tenslotte iii) onder de vloer door, waarbij sprake is van een verhoogd vloersysteem en de kabels aldus in de ruimte tussen de 1018476 2 verhoogde vloer en de oorspronkelijke vloer worden geleid. Een dergelijk verhoogd vloersysteem is op zich bekend, bijvoorbeeld uit het Amerikaans octrooi schrift 4.067.156, welk verhoogd vloersysteem in het bijzonder wordt toegepast in computerruimtes.

5 De op dit moment in de handel verkrijgbare verhoogde vloerensystemen worden onder andere voorzien van een zogenaamde harde vloerbedekking die op een vloerdeel van het verhoogde vloersysteem wordt gelijmd. Een nadeel hiervan is dat de naden tussen de afzonderlijke vloerdelen zichtbaar zijn, hetgeen door interieurarchitecten en de 10 gebruikers niet wordt gewaardeerd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat bij een verhoogd vloersysteem de daarbij toegepaste vloerbedekkingstegel vrij opneembaar moet zijn om wijzigingen in de bekabeling te kunnen aanbrengen zonder dat de tapijtvloer hierbij onherstelbaar wordt beschadigd.

15 Het doel van de onderhavige uitvinding is aldus het verschaffen van een vloerbedekkingstegel die los gelegd kan worden op een verhoogd vloersysteem, welke vloerbedekkingstegel vrij opneembaar is en een nagenoeg naadloos beeld verschaft waardoor de indruk wordt gewekt alsof deze volledig verlijmd zou zijn op de daarvoor noodzakelijke 20 ondergrond.

De vloerbedekkingstegel zoals vermeld in de aanhef wordt volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de harde vloerbedekking aan de rugzijde hiervan duurzaam is verbonden met een vormvaste drager, waarbij het samenstel van harde vloerbedekking en 25 vormvaste drager op een bestaande vloer modulair los verlegbaar is.

Aldus zijn de onderhavige vloerbedekkingstegels geheel los verlegbaar en derhalve onbeperkt opneembaar voor het toepassen op verhoogde vloersystemen, welke verhoogde vloersystemen worden toegepast in verband met het leggen van bekabeling en leidingen onder deze vloeren. 30 Het verdient de voorkeur dat de harde vloerbedekking aan de rugzijde hiervan door middel van verlijmen is verbonden met de vormvaste ’018476 • « 3 drager, waarbij het met name gewenst is dat de vormvaste drager een stabiliteit bezit die nagenoeg overeenkomt met die van de ondergrond waarover de vloerbedekkingstegel wordt aangebracht.

Volgens een dergelijke constructie wordt een 5 vloerbedekkingstegel verkregen die onder invloed van veranderende vochtigheid- en temperatuuromstandigheden niet zal gaan buigen of kromtrekken waardoor aldus te allen tijde sprake is van een vloer met glad loopoppervlak waardoor de kans op struikelen als gevolg van onregelmatigheden in het loopoppervlak tot een minimum is beperkt.

10 Als geschikte harde vloerbedekking kunnen heterogeen PVC, homogeen PVC en linoleum worden genoemd.

De in de onderhavige uitvinding toegepaste vormvaste drager omvat bij voorkeur een materiaal dat anders is dan het materiaal waaruit de harde vloerbedekking is vervaardigd. De vormvaste drager bezit bij 15 voorkeur enige mate van flexibiliteit om onregelmatigheden te kunnen opvangen van de bestaande vloer, in het bijzonder de onderliggende modulair opgebouwde opneembare vloer, waarover de onderhavige vloerbedekkingstegels worden gelegd. Een dergelijke keuze van het materiaal van de vormvaste drager is met name gewenst voor het 20 overbruggen van ongelijkheden in de bestaande vloer waarover de onderhavige vloerbedekkingstegels worden gelegd, en voor het overbruggen van de naden tussen de platen van de onderliggende vloer. Het moet namelijk duidelijk zijn dat de onderhavige vloerbedekkingstegels los verlegbaar zijn over een bestaande vloer en niet moeten worden beschouwd 25 als zijnde een deel van de vloer.

Als geschikte vormvaste drager kan Vikupor(merk) worden genoemd.

In verband met de brandveiligheid verdient het de voorkeur dat de onderhavige vormvaste drager ten minste is genormeerd volgens DIN 30 4102, BI.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een 1 0 1 n / 5 ♦ 4 vloer die uit vloerbedekkingstegels is opgebouwd, welke vloer wordt gekenmerkt doordat de vloerbedekkingstegels volgens de onderhavige uitvinding zijn toegepast.

Voor een goede fixatie van de onderhavige 5 vloerbedekkingstegel verdient het de voorkeur dat de vloerbedekkingstegels onder toepassing van een antisliplijm op de bestaande vloer zijn verlijmd, waarbij de vormvaste drager tegen de bestaande vloer aanligt.

Ter verkrijging van een bijzonder functionele en 10 decoratieve vloer verdient het de voorkeur dat vloerbedekkingstegels, in het bijzonder de onderhavige vloerbedekkingstegels, maar ook de volgens de stand van de techniek bekende tapijttegels, onderling van elkaar zijn gescheiden doordat zich tussen de vloerbedekkingstegels of tapijttegels een of meer elementen bevinden, gekozen uit de groep van glas, roestvrij 15 staal, aluminium, leer en hout, welke elementen een afmeting gelijk aan of anders dan de vloerbedekkingstegel of tapijttegel bezitten. Het is in bepaalde uitvoeringsvormen mogelijk dat de vloerbedekkingstegels of tapijttegels worden ingesneden waarbij in het uitgesneden oppervlak het hiervoor genoemde element wordt aangebracht.

20 Het verdient met name de voorkeur dat de dikte van dergelijke elementen zodanig is gekozen dat deze nagenoeg overeenkomt met de dikte van de vloerbedekkingstegel of tapijttegel, waarbij in het bijzonder de elementen aan de onderzijde hiervan zijn voorzien van een onderlaag ter verkrijging van de gewenste dikte.

25 Indien een uit vloerbedekkingstegels of tapijttegels en dergelijke elementen samengestelde vloer wordt opgebouwd, is het met name van belang dat een dergelijke vloer een egaal loopvlak bezit zodat de kans op struikelen ten gevolge van verhogingen en verlagingen veroorzaakt door de hiervoor genoemde elementen tot een minimum is beperkt. Als 30 geschikte onderlaag worden MDF, karton, Vikupor(merk), vilt, papier en kurk genoemd, of een combinatie hiervan.

1018476

Claims (14)

1. Vloerbedekkingstegel op basis van een harde vloerbedekking, met het kenmerk, dat de harde vloerbedekking aan de rugzijde hiervan 5 duurzaam is verbonden met een vormvaste drager, waarbij het samenstel van harde vloerbedekking en vormvaste drager op een bestaande vloer modulair los verlegbaar is.

2. Vloerbedekkingstegel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de harde vloerbedekking aan de rugzijde hiervan door middel van 10 verlijmen is verbonden met de vormvaste drager.

3. Vloerbedekkingstegel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat van de vormvaste drager over een stabiliteit beschikt die nagenoeg overeenkomt met die van de ondergrond waarover de vloerbedekkingstegel wordt aangebracht.

4. Vloerbedekkingstegel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de harde vloerbedekking is gekozen uit de groep van heterogeen PVC, homogeen PVC en linoleum.

5. Vloerbedekkingstegel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vormvaste drager een ander materiaal omvat dan het 20 materiaal waaruit de harde vloerbedekking is vervaardigd.

6. Vloerbedekkingstegel volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat als vormvaste drager Vikupor(merk) is toegepast.

7. Vloerbedekkingstegel volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de vormvaste drager ten minste voldoet aan DIN 4102, BI voor 25 brandveiligheid.

8. Vloer opgebouwd uit vloerbedekkingstegels, met het kenmerk, dat vloerbedekkingstegels volgens één of meer van de conclusies 1-7 zijn toegepast, waarbij de vormvaste drager tegen de bestaande vloer aanligt.

9. Vloer volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 30 vloerbedekkingstegels onder toepassing van een antisliplijm op de bestaande vloer zijn verlijmd, waarbij de vormvaste drager tegen de 1018476 < V k * bestaande vloer aanligt.

10. Vloer volgens conclusies 8-9, met het kenmerk, dat de vloer een verhoogd vloersysteem is.

11. Vloer opgebouwd uit vloerbedekkingstegels of tapijttegels, 5 in het bijzonder vloerbedekkingstegels volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat zich tussen en/of in de vloerbedekkingstegels of tapijttegels onderling een of meer elementen bevinden gekozen uit de groep van glas, roestvrij staal, aluminium, leer en hout, welke elementen een afmeting anders dan of gelijk aan de vloerbedekkingstegel of 10 tapijttegel bezitten.

12. Vloer volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de dikte van de elementen zodanig is gekozen dat deze nagenoeg overeenkomt met de dikte van de vloerbedekkingstegel of tapijttegel.

13. Vloer volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de 15 elementen aan de onderzijde zijn voorzien van een onderlaag ter verkrijging van de gewenste dikte.

14. Vloer volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de onderlaag is gekozen uit MDF, karton, vilt, papier, Vikupor(merk) en kurk of een combinatie hiervan. 1018476