NL1018305C1 - Mike-bike. - Google Patents

Description

MIKE-BIKE

5 Over de gehele wereld, in het bijzonder in relatief vlakke gebieden, wordt op grote schaal gebruik gemaakt van rijwielen. De bekende rijwielen met twee achter elkaar aan een frame gemonteerde wielen zijn echter vooral voor het afleggen van lange afstanden ogen 10 weinig comfortabel terwijl de overbrenging van menskracht naar de wielen niet is geoptimaliseerd. Bij de zogeheten "ligfiets" kunnen hogere gemiddelde snelheden worden bereikt doordat de overbrenging is verbeterd en de lucht-windweerstand is verminderd. Deze ligfietsen lijken 15 weinig comfortabel en zijn moeilijk bestuurbaar. De huidige generatie ligfietsen kent diverse varianten hetgeen suggereert dat de ideale ligfiets nog niet is gemaakt. Voorts is de algemeen bekende fiets weinig geschikt om een redelijke hoeveelheid bagage te transpor-20 teren terwijl ook weinig mogelijkheden bestaan om de gebruiker tegen weersinvloeden af te schermen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voertuig, omvattende: - een frame; 25 - ten minste één zitgedeelte voor de besturende persoon van het voertuig, dat aan het frame bevestigd is; - één of meer wielen die roteerbaar aan het frame zijn gelagerd; - aandrijfmiddelen die zijn gekoppeld met de 30 wielen teneinde deze althans tenminste gedeeltelijk met menskracht aan te drijven; - opslagmiddelen, zoals een vliegwiel voor het opslaan van door de aandrijfmiddelen te weeg gebrachte energie; en 35 - transmissiemiddelen voor het overbrengen van energie van de aandrijfmiddelen en/of de opslagmiddelen naar de wielen.

1018305 » 2

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn twee wielen aan weerszijden van het zitgedeelte aangebracht, die elk een relatief grote diameter, van bijvoorbeeld 1 meter of meer, hebben.

5 Voordelen van dit voertuig zijn onder meer een efficiënte overbrenging van lichaamskracht en een uiterst comfortabele zitpositie voor de besturende persoon.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het zitgedeelte ongeveer in het 10 hart van de wielen aangebracht, althans zodanig dat het zwaartepunt van de besturende persoon zich ongeveer in de hartlijn door die wielen bevindt. Een voordeel van deze uitvoering is dat doordat de bestuurder in hoofdzaak in de as van de grote wielen gaat zitten, er een uiterst 15 stabiele zit ontstaat. Bij voorkeur is hierbij het zitgedeelte instelbaar ten opzichte van de wielen. Teneinde met behulp van slechts twee wielen, waartussen de bestuurder zit, te kunnen fietsen is het belangrijk om van voor naar achteren gezien in een evenwichtspositie te 20 kunnen verkeren. Hiertoe is het voor de bestuurder mogelijk de positie van de stoel, in richting van voor naar achter gezien, te variëren.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, omvatten de transmissiemiddelen 25 en continu variabele transmissie (CVT). Dit heeft onder meer als voordeel dat de aandrijving niet gebonden is aan vaste versnellingsintervallen.

Een verdere uitvoering heeft het kenmerk dat de variabele transmissie is aangebracht tussen het vliegwiel 30 en de wielen waarbij de aandrijfmiddelen zijn gekoppeld met het vliegwiel. Het is hierdoor mogelijk het vliegwiel aan te drijven door middel van de aandrijfmiddelen.

Verder is het mogelijk de in het vliegwiel opgeslagen energie door middel van de aandrijfmiddelen weer over te 35 dragen op de wielen. Tevens is het mogelijk in het voertuig opgeslagen bewegingsenergie ten behoeve van remmen over te dragen op het vliegwiel welke energie later weer 101 8305 < 3 gebruikt kan worden voor het accelereren van het voertuig.

Een verdere uitvoering voorziet erin dat de aandrijfmiddelen een trapmechanisme omvatten. Hierbij 5 heeft het de voorkeur dat de aandrijfmiddelen een of meer riemen of kettingen omvatten. Deze riemen of kettingen kunnen worden gebruikt om energie van het trapmechanisme al dan niet indirect over te brengen op het vliegwiel of de wielen. Hierbij kan trapenergie die niet nodig is voor 10 bewegingsenergie van de fiets tevens worden opgeslagen in het vliegwiel. Tevens kan, indien er tijdelijk minder wordt getrapt, energie worden overgebracht van het vliegwiel naar de fiets teneinde de snelheid vast te houden. Omgekeerd kunnen de aandrijfriemen of -kettingen gebruikt 15 worden om energie van de wielen over te brengen op het vliegwiel.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is elk van de wielen voorzien van een aandrijfriem of -ketting, die onafhankelijk ontkop-20 pelbaar zijn. Een groot voordeel hiervan is dat, door tijdens het aandrijven een van de wielen al dan niet deels te ontkoppelen, door het verschil in aandrijfkracht een bocht kan worden gemaakt. Verder is bij voorkeur elk van de wielen voorzien van een onafhankelijk bedienbare 25 rem. Naast de noodzaak van het afremmen van een voertuig, is het een voordeel dat de remmen onafhankelijk bedien-baar zijn, aangezien het hierdoor mogelijk is door het afremmen van een wiel een bocht te maken.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 30 onderhavige uitvinding is het voertuig voorzien van een afschermkap voor het tegen weersinvloeden afschermen van de bestuurder. Een voordeel hiervan is dat de bestuurder onafhankelijk is van weersinvloeden.

Verder kan het voertuig voorzien zijn van een 35 draaggedeelte voor bagage.

Zeer praktisch is de uitvoering waarin de aandrijfmiddelen verzwenkbaar zijn ten opzichte van de zitting. Bijvoorbeeld: als men in het voertuig wil in- 1 01 8305 ' 4 stappen of als men uit het voertuig wil uitstappen, heeft het de voorkeur dat de aandrijfmiddelen, waaronder de trappers niet in de weg zitten. Hiertoe is er voorzien in de mogelijkheid dat deze kunnen worden weggeklapt. Bij 5 voorkeur zijn framedelen, waaraan de aandrijfmiddelen bevestigd zijn, zwenkbaar om de assen waaraan de aan-drijfwielen zijn bevestigd. Dit maakt een relatief eenvoudige uitvoering mogelijk.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 onderhavige uitvinding voorziet in een voertuig omvattende : - een aantal relatief grote wielen bijvoorbeeld met een doorsnede van meer dan één meter; - een tussen die wielen aangebrachte zitting; 15 en - aandrijfmiddelen voor, althans gedeeltelijk met menskracht, aandrijven van de wielen.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden bij lezing 20 van de volgende beschrijving die refereert aan de tekeningen, waarbij: - figuur 1 een aanzicht is in perspectief van een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding; - figuur 2 een aanzicht is in perspectief van 25 de uitvoering van figuur 1 in rustpositie; - figuur 3 een aanzicht is in perspectief van een andere uitvoering volgens de onderhavige uitvinding; en - figuur 4 een afbeelding is in perspectief van 30 een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

- figuur 5 een dwarsdoorsnede is van een verdere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; - figuur 6 een weergave is in perspectief van 35 de uitvoeringsvorm van figuur 5; - figuur 7 een detail is van een uitvoeringsvorm ; 10183051 5 - figuur 8 een verder detail is van een uitvoeringsvorm; - figuur 9 een verder detail is van een uitvoeringsvorm; 5 - figuur 10 een weergave is van een uitvoe ringsvorm in perspectief volgens de onderhavige uitvinding; - figuur 11 een detail is van de uitvoeringsvorm van figuur 10.

10 Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm 1 van de onderhavige uitvinding (Fig. 1) is een fiets die is vormgegeven door middel van twee grote wielen 2A en 2B met daartussen een verstelbaar stoeltje 5 waarop de fietser kan plaatsnemen. Dit stoeltje is zodanig geplaatst dat de 15 fietser zich in hoofdzaak in de as van de grote wielen bevindt tijdens het fietsen. Hierdoor ontstaat er een stabiele zit. Het stoeltje 5 is door middel van een stoelframe 6 verbonden met framevelgen 7A en 7B. Deze framevelgen 7A en 7B zijn gelagerd verbonden met twee 20 aandrijfvelgen 8A en 8B. Deze aandrijfvelgen 8A en 8B zijn verbonden via spaken 4 met de wielvelgen 2A en 2B, waaromheen twee banden 2C en 2D liggen voor het contact met de weg.

Voor het aandrijven van de fiets maakt de fiet-25 ser die in stoeltje 5 zit gebruik van trappers 13. Deze trappers 13 drijven via aandrijfwiel 12 en een aandrijf-ring 17 een aandrijfwiel 15 aan. Het aandrijfwiel 15 is verbonden met een aandrijfas 14 waaraan aan twee uiteinden aandrijfwielen 16A en 16B zijn bevestigd. Deze aan-30 drijfwielen 16A en 16B drijven twee V-snaren 9A en 9B aan, welke de aandrijfvelgen 8A en 8B aandrijven. Door het aandrijven van de aandrijfvelgen 8A en 8B worden, zoals hierboven is aangegeven, de wielen 2A en 2B van de fiets aangedreven. Aandrijfwiel 15 is tevens voorzien van 35 een luchtband 11 voor contact met het wegdek.

De hierboven beschreven aandrijfonderdelen zijn verzwenkbaar ten opzichte van het stoelframe. Hierdoor wordt het in- en uitstappen in en uit de fiets vereenvou- 101 8305 i 6 digd. Dit is in te zien doordat een naar beneden geklapt aandrijfframe, dat volgens de uitvoering van figuur 2 zal rusten op tipwiel 11 en volgens de uitvoering van figuur 4 zal rusten op aandrijfwiel 12, een lage uitstap moge-5 lijk maakt en het voertuig stabiliseert waardoor het in-en uitstappen boven het trapgedeelte vergemakkelijkt wordt. Het kipwiel 11 kan tevens worden uitgevoerd als zwenkwiel voor contact met de grond.

Verdere constructiedelen zijn verbindingsstang 10 10 voor het verbinden van de stoel met trapperframe 18. Verder zijn er verbindingstukken 19A en 19B voor het verbinden van de aandrijfas 14 met het stoelframe. Deze verbindingstukken 19A en 19B zijn door middel van lagers 20A en 20B verbonden met de aandrijfas 14. Een onderdeel 15 van het stoelframe 6 zijn de geleiderailen 21A en 21B. Deze geleiderailen maken het mogelijk het stoelframe ten opzichte van de wielen te verschuiven over geleidepennen 22A en 22B.

De geleiderails en de geleidepennen maken het 20 mogelijk dat de stoel van de operationele positie (fig.

1) verschoven kan worden naar de rust- danwel uitstappo-sitie (fig. 2). Het is hierbij belangrijk dat deze verschuiving fijgeregeld kan worden, ook tijdens het rijden, zodat het evenwicht behouden kan blijven. In de uitstap-25 positie is de aandrijfas naar beneden gebracht waardoor de band 11 op de grond rust. Tevens zijn de trappers en het trapframe naar beneden gekomen en is het stoeltje naar voren geschoven ten opzichte van de twee grote wielen. Deze positie maakt het in- en uitstappen in het 30 voertuig eenvoudig. De positie van figuur 1 is voordelig tijdens het rijden met de fiets doordat het kipwiel niet op de grond komt.

In de figuren 3 en 4 zijn andere voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding weergegeven. 35 De nummering voor onderdelen van deze uitvoeringen die overeenkomen met onderdelen van de eerdere uitvoeringsvorm zullen gelijk zijn en zullen niet nader worden 10183054 7 beschreven bij de beschrijving van de verdere uitvoeringsvormen.

In de uitvoeringsvorm van figuur 3 is de fiets voorzien van een vliegwiel 31 die met behulp van steunen 5 34 is bevestigd aan framedeel 10. Teneinde het vliegwiel te kunnen aandrijven is deze verbonden met aandrijfwiel 32. Aandrijfwiel 32 wordt aangedreven door V-snaar 35 die wordt aangedreven door trapperaandrijfwiel 12. Deze V-snaar 35 loopt verder om trapperaandrijfwiel 15. Het 10 vliegwiel wordt op snelheid gebracht op momenten dat er meer energie wordt toegevoerd via de trappers dan er nodig is voor de aandrijving van de fiets. Verder wordt het vliegwiel aangedreven door remmen van het voertuig. Indien op een later moment een deel van de energie van 15 het vliegwiel gewenst is voor de aandrijving van de fiets kan het vliegwiel worden afgeremd en de hierdoor vrijkomende energie worden gebruikt voor de aandrijving van de fiets.

In dit figuur 3 is het vliegwiel in een verti-20 cale stand getekend. Het is evenzeer mogelijk het vliegwiel in een horizontale stand te monteren aan de fiets. Bijvoorbeeld onder de zitplaats van de bestuurder is ruimte beschikbaar om een vliegwiel in horizontale positie aan te brengen. Hierdoor is het zeer eenvoudig de 25 evenwichtspositie te handhaven doordat het vliegwiel deze positie afdwingt door de rotatie. Het is tevens denkbaar dat dit vliegwiel wordt uitgevoerd in de vorm van twee tegen elkaar indraaiende horizontale vliegwielen. Deze laatste oplossing heeft de voorkeur aangezien een plotse-30 linge vertraging van een vliegwiel ongewenste krachten op het voertuig zal uitoefenen waardoor besturing moeilijker kan zijn.

Verder is in figuur 3 met gebroken lijnen de contouren van een mogelijke behuizing ofwel wind- en/of 35 regendichte kap van de fiets weergegeven. De bedoeling van deze kap is dat de bestuurder vrij van invloeden van de elementen gebruik kan maken van de fiets.

1 o 1 8305 ' 8

In figuur 4 is een derde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding weergegeven. In deze uitvoeringsvorm drijven trappers 13 aandrijfwiel 12 aan welke op zijn beurt V-snaar 49 aandrijft. V-snaar 49 5 drijft aandrijfwiel 52 aan. Aandrijfas 50 is verbonden met aandrijfwielen (getande wielen) 48A en 48B. Deze tandwielen 48A en 48B drijven aandrijfvelg 52A en 52B aan, welke verbonden zijn met spaken 4 en daardoor de wielen 2A en 2B aandrijven.

10 De aandrijfas 50 is in het midden voorzien van een differentieel 46. Het differentieel maakt het mogelijk dat beide wielen onafhankelijk van elkaar hun draaisnelheid hebben. Hierdoor is het maken van bochten eenvoudiger. De fiets is verder voorzien van een vliegwiel 15 41 die wordt aangedreven door aandrijfwiel 52.

Verder is de fiets voorzien van een variabele transmissie-eenheid 42, welke zorgdraagt voor de aandrijving van het vliegwiel naar de aandrijfas 50. In deze variabele transmissie 42 zijn de aandrijfverhoudingen van 20 aandrijfwiel 43 en aandrijfwiel 45 variabel ten opzichte van elkaar waardoor de overbrengingsverhouding kan worden gevarieerd.

In het vliegwiel 41 kan energie worden opgeslagen tijdens het remmen of door middel van trappen. Deze 25 energie kan worden vrijgegeven op het moment dat aandrijf energie voor de fiets gewenst is. Dan wordt het draaiende vliegwiel afgeremd door energie over te dragen op aandrijfwiel 45 van de CVT.

Het stoelframe 56 hangt door middel van lage-30 ringen 47A en 47B in de aandrijfvelgen 52A en 52B. Hierbij bevindt zich het zwaartepunt van stoel en fietsen onder de as van de beide fietswielen. Verder is het stoelframe 56 voorzien van een aandrijfframe 57 voor het dragen van de aandrijfas met vliegwiel en CVT. Verder is 35 het stoelframe voorzien van trapframe 58 voor het dragen van de trappers met aandrijfwiel 12.

, Verder kan een uitvoering zijn voorzien van scharnietmiddelen voor het zijwaarts laten kantelen van 1018305 i 9 de beide grote wielen. Tevens kunnen de wielen, die in de figuren open zijn afgebeeld, zodanig worden uitgevoerd dat deze gesloten zijn tussen de as en de velg. Tevens is er voorzien in koppelstukken voor het achter elkaar 5 koppelen van twee of meer fietsen tot een gelijkheid van een mate voor het leveren van (aanvullende) energie voor de aandrijving.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding (fig. 5) is in drie posities een 10 uitvoeringsvorm van een fiets volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. Hierbij is een vliegwiel 101 weergegeven in verschillende posities ten opzichte van de zitting van de fietser. Indien de fietser zijn zitting 103 door middel van bedieningshendel 102 ten opzichte van 15 de as 104 van de midden 105 verplaatst wordt het vliegwiel ten opzichte van de fiets eveneens verplaatst teneinde het vliegwiel in een horizontale positie te behouden. Dit heeft als voordeel dat het evenwicht van de fietser eenvoudig wordt behouden indien het tipwiel 106 20 tijdens het rijden van de grond geheven is. Verdere constructieve maatregelen van deze uitvoeringsvorm zijn weergegeven in figuur 6, 7, 8 en 9. Het is tevens mogelijk een vliegwiel toe te passen in een tweewielige fiets. Hiervan is een uitvoeringsvorm weergegeven in de 25 figuren 10 en 11.

Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is door de specifieke voorkeursuitvoeringsvormen die in het bovenstaande zijn beschreven. De verschillende aspecten van de hierboven beschre-30 ven voorkeursuitvoeringsvormen kunnen vrijelijk worden gecombineerd zonder buiten de scope van de uitvinding te treden. Het is bijvoorbeeld mogelijk het vliegwiel 41 te integreren in het tipwiel 11, 15 of 12. De gevraagde rechten worden beschreven in bijgevoegde conclusies.

1018305 '

Claims (15)

1. Voertuig, omvattende: - een frame; - ten minste één zitgedeelte voor de besturende persoon van het voertuig, dat aan het frame bevestigd is; 5 - één of meer wielen die roteerbaar aan het frame zijn gelagerd; - aandrijfmiddelen die zijn gekoppeld met de wielen teneinde deze althans tenminste gedeeltelijk met menskracht aan te drijven; 10. opslagmiddelen, zoals een vliegwiel voor het opslaan van door de aandrijfmiddelen te weeg gebrachte energie; en - transmissiemiddelen voor het overbrengen van energie van de aandrijfmiddelen en/of de opslagmiddelen 15 naar de wielen.

2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij twee wielen aan weerszijden van het zitgedeelte zijn aangebracht, die elk een relatief grote diameter, van bijv. 1 meter of meer, hebben.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het zitgedeelte ongeveer in het hart van de wielen is aangebracht, althans zodanig dat het zwaartepunt van de besturende persoon zich ongeveer in de hartlijn door die wielen bevindt.

4. Voertuig volgens conclusie 3, waarbij het zitgedeelte instelbaar is ten opzicht van de wielen.

5. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de transmissiemiddelen een continu variabele transmissie (CVT) omvatten.

6. Voertuig volgens conclusie 5, waarbij de CVT is aangebracht tussen het vliegwiel en de wielen en waarbij de aandrijfmiddelen zijn gekoppeld met het vliegwiel .

7. Voertuig volgens één van de voorgaande 35 conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen een trapmechanis-me omvatten. 1018305 φ

8. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen één of meer riemen of kettingen omvatten.

9. Voertuig volgens conclusie 8, waarbij elk 5 van de wielen is voorzien van een aandrijfriem of ketting die onafhankelijk ontkoppelbaar zijn.

10. Voertuig volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de wielen is voorzien van een onafhankelijk bedienbare rem.

11. Voertuig volgens één of meer van de voor gaande conclusies, voorzien van een afschermkap voor het tegen weersinvloeden afschermen van de bestuurder.

12. Voertuig volgens één of meer van de voorgaande conclusies, voorzien van een draaggedeelte voor 15 bagage.

13. Voertuig volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen verzwenk-baar zijn ten opzichte van de zitting.

14. Voertuig volgens één of meer van de voor-20 gaande conclusies, voorzien van een steunwiel voor het tenminste in stilstand stabiel ondersteunen van het voertuig.

15. Voertuig, omvattende: een aantal relatief grote wielen, bijvoor-25 beeld met een doorsnede van meer dan 1 meter; een tussen die wielen aangebrachte zitting; en aandrijfmiddelen voor, althans gedeeltelijk het met menskracht aandrijven van de wielen. 1018305