NL1017716C2 - Methode en systeem voor het doen betalen voor het afspelen van een multimediabestand. - Google Patents

Description

Titel: Methode en systeem voor het doen betalen voor het afspelen van een multimediabestand 5 A. Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding betreft een methode voor het doen betalen voor het gebruik van informatie door een computergebruiker, waarbij die informatie tijdens een sessie via een communicatienetwerk, zoals het Internet, door de gebruiker op zijn ï o computereindstation wordt ontvangen, omvattende de volgende stappen: a) gedurende de sessie via het communicatienetwerk wordt de informatie door een informatieverschaffer aangeboden op het computereindstation van de computergebruiker, b) de computergebruiker geeft de wens te kennen om van de informatie gebruik te is maken en wordt daarmee informatiegebruiker, c) de informatiegebruiker ontvangt op zijn computereindstation een telefoonnummer, d) de informatiegebruiker brengt via een telefonie-eindstation een telefoonverbinding tot stand met de telefoonaansluiting, behorend bij het in stap c) ontvangen telefoonnummer, 20 e) de informatiegebruiker ontvangt een identificatiecode, f) de informatiegebruiker voert de ontvangen identificatiecode in, g) de informatieverschaffer stelt de gewenste informatie ter beschikking aan de informatiegebruiker op grond van ontvangst van de door de informatiegebruiker ingevoerde identificatiecode, gedurende de periode waarvoor wordt betaald via de 25 kosten voor de telefoonverbinding.

Voorts betreft de uitvinding een systeem ingericht voor het doen betalen voor het gebruik van informatie door een computergebruiker, waarbij die informatie tijdens een sessie via een communicatienetwerk, zoals het Internet, door de gebruiker op 3 o zijn computereindstation van een informatieverschaffer wordt ontvangen, omvattende: ten minste één computereindstation van een computergebruiker, ingericht voor het, via een communicatienetwerk, zoals het Internet, contact leggen met servers f017716· -2- die zijn aangesloten op het communicatienetwerk, ten minste één server van een informatieverschaffer, aangesloten op het communicatienetwerk en ingericht voor het ter beschikking stellen van informatie aan computergebruikers, via hun computereindstations, 5 - ten minste één telefonie-eindstation, waarmee via een telefonie-netwerk een verbinding tot stand kan worden gebracht met een server, aangesloten op het communicatienetwerk.

Een dergelijke methode en een dergelijk systeem zijn bekend uit WO ï o 97/01920. De methode volgens deze bekende techniek maakt het mogelijk om een gebruiker van een computersysteem, zoals een “personal computer” (PC), toegang te verschaffen tot door anderen, de informatieverschaffers, ter beschikking gestelde informatie, waarbij de informatieverschaffers een vergoeding ontvangen voor het gebruik (inzien of aanhoren) van de informatie door de computergebruiker. Het 15 genoemde computersysteem van de gebruiker is daartoe via een communicatienetwerk, zoals het Internet, verbonden met andere computersystemen, waaronder die van informatieverschaffers. Op overigens bekende wijze kan de gebruiker, onder toepassing van tot zijn PC behorende communicatiemiddelen en -software, informatie ophalen van computersystemen van informatieverschaffers. In de beginjaren van het wereldwijde 20 Internet was het gebruikelijk dat de ontvangende computergebruiker niet behoefde te betalen voor de opgehaalde informatie. Thans leeft bij informatieverschaffers in toenemende mate de wens om voor de beschikbaarstelling van de informatie en alle inspanningen die daaraan voorafgaan financieel gecompenseerd te worden. De uit WO 97/01920 bekende methode beoogt daarin te voorzien door de informatie slechts ter 25 beschikking te stellen wanneer de beoogde informatiegebruiker via een tot zijn beschikking staand telefoontoestel een telefoonnummer heeft gekozen voor de opbouw van een telefoonverbinding, waarvan de kosten voor rekening van de bezitter van het telefoontoestel komen. Die bezitter betaalt dan voor de ontvangst van de informatie via zijn telefoonrekening. Dit heeft als voordeel dat de informatiegebruiker geen 30 creditcardgegevens hoeft te verstrekken (terwijl het online verstrekken van zulke gegevens als onveilig wordt gezien) en geen afzonderlijke rekeningen van diverse informatieverschaffers ontvangt (maar één rekening, namelijk de telefoonrekening met 1017716· -3- daarop ook de verschuldigde bedragen voor het inzien of aanhoren van de opgehaalde informatie).

De bekende methode heeft een aantal nadelen. Eén ervan is gelegen in het 5 feit dat informatieverschaffers, die op deze wijze financiële compensatie willen ontvangen, elk afzonderlijk in middelen moeten voorzien om betaling te verzekeren.

Een tweede nadeel is dat de bekende methode geen oplossing aangeeft voor het raadplegen van informatie die van het type “streaming audio/video” is.

10 B. Samenvatting van de uitvinding

Met een methode volgens de uitvinding wordt beoogd bovenstaande bezwaren op te heffen, namelijk een methode te verschaffen waarin gebruik wordt gemaakt van een bemiddelingsinstantie die voorzien is van middelen om betaling voor 15 de beschikbaar gestelde informatie te verzekeren, zodat niet elke informatieverschaffer die financiële compensatie zoekt deze middelen hoeft te bezitten. Een methode volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat de methode voorts omvat: een substap bl, waarin de sessie via het communicatienetwerk wordt omgeleid naar een server van een bemiddelingsinstantie, 20 - een substap b2, gedurende welke substap in een, aan de server van de bemiddelingsinstantie gekoppeld gegevensbestand, een record wordt aangemaakt voor opslag van gegevens omtrent de informatiegebruiker en de door hem gewenste informatie, waarbij aan het record een unieke identificatiecode wordt toegevoegd, 25 - een substap b3, waarin de server van de bemiddelingsinstantie het in stap c) te ontvangen telefoonnummer zendt naar het computereindstation van de informatiegebruiker, alsmede de in de stap f) te gebruiken identificatiecode, in de vorm van de in de beschrijving van substap b2 genoemde unieke identificatiecode. Het inschakelen van een bemiddelingsinstantie maakt het mogelijk middelen tot betalen 3 o voor beschikbaar gestelde informatie op een centrale plaats aan diverse informatieverschaffers te bieden. De bemiddelingsinstantie verzorgt ook het contact met de afdeling binnen de organisatie van de netwerkoperator waarbij de bezitter van het f017716· -4- gebruikte telefoontoestel een abonnement heeft en die voor het verzenden van rekeningen verantwoordelijk is. De bemiddelingsinstantie dient voorts het vertrouwenwekkende “gezicht naar buiten”, in de richting van potentiële informatiegebruikers, te zijn voor een verscheidenheid aan informatieverschaffers.

5

In een eerste voorkeursuitvoering van de uitvinding ontvangt de informatiegebruiker de te gebruiken identificatiecode als onderdeel van de sessie via het communicatienetwerk, de Intemetsessie, en voert de informatiegebruiker vervolgens de ontvangen identificatiecode in via het telefonie-eindtoestel, het door hem gebruikte 10 telefoontoestel.

In een tweede voorkeursuitvoering van de uitvinding omvat de methode voorts de substappen van conclusie 3. Toevoegen van deze substappen maakt het mogelijk om, in afhankelijkheid van het type van de gewenste informatie, de is informatiegebruiker in het vervolg van de sessie rechtstreeks met de geëigende server van een informatieverschaffer in verbinding te brengen, waarbij enerzijds de gegevens omtrent de informatiegebruiker in aanmerking worden genomen en anderzijds de identificatie van de mediaspeler, behorend bij de huidige activering van die mediaspeler. Dit laatste maakt het mogelijk om van tijd tot tijd na te gaan of de informatie nog steeds 20 door dezelfde activering van de betrokken mediaspeler wordt afgespeeld.

In een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de methode voorts de stappen van conclusie 4. Hiermee wordt voorkomen dat door de informatiegebruiker ontvangen informatie wordt afgespeeld na verstrijken van de periode waarvoor is of 25 wordt betaald, of dat de informatie tijdens een andere sessie wordt afgespeeld dan waarvoor is betaald.

Een systeem volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat het systeem voorts omvat: 3 o - een server van een bemiddelingsinstantie, ingericht voor het verlenen van een dienst die bestaat uit het doen betalen voor, via het communicatienetwerk op het computereindstation te ontvangen, informatie, welke dienst verleend wordt voor 1017716» -5- ten minste twee informatieverschaffers en waartoe de server omvat: middelen voor het opbouwen en onderhouden van een gegevensbestand, ingericht voor het opslaan van records met gegevens omtrent informatiegebruikers en door hen gewenste informatie, waarbij aan elk record een unieke identificatiecode 5 wordt toegevoegd, middelen voor het opslaan en aan informatiegebruikers tonen van telefoonnummers en aan records toegevoegde unieke identificatiecodes, een “proxy server”, ingericht voor de communicatie tussen een informatiegebruiker en een server van een informatieverschaffer, ï o Het aanwezig zijn van een bemiddelingsinstantie met een server met de opgesomde middelen biedt het reeds eerder genoemde voordeel van een centrale “affekeningsdienst” ten behoeve van diverse informatieverschaffers, terwijl tevens het toevoegen van informatieverschaffers op technisch en economisch verantwoorde wijze mogelijk is.

15 C. Referentie 2 o WO 97/01920 A method and a system for charging a user of a computer system.

D. Korte beschrijving van de tekening

De uitvinding zal nader worden toegelicht middels een beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar een tekening, waarin Fig. 1 een 25 schematische weergave is van een systeem voor toepassing van de methode volgens de uitvinding.

E. Beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld 30 De methode volgens de uitvinding is bij uitstek geschikt voor het betaald bekijken, c.q. beluisteren, van informatie die als zogenaamde “streaming video” of “streaming audio” beschikbaar wordt gesteld. De “streaming”-technologie biedt een 1017716· -6- techniek om informatie over te dragen op een zodanige wijze dat deze aan de ontvangkant als een continue, ononderbroken informatiestroom kan worden behandeld. Deze techniek is met de opkomst van Internet steeds belangrijker geworden, omdat de meeste computergebruikers niet de beschikking hebben over een zodanig snelle toegang 5 tot Internet dat daarmee het “downloaden” van grote multimediabestanden met geëigende snelheid mogelijk zou zijn. Gebruik makend van de “streaming”-technologie, kan het bladerprogramma, de “browser”, of een hulpprogramma, zoals een mediaspeler, in de computer van de informatiegebruiker, de informatie gaan weergeven voordat het gehele bestand is overgedragen. Daartoe moeten aan de ontvangkant de binnenkomende 10 data tijdelijk worden opgeslagen en vanuit die tijdelijke opslag als een continue stroom naar de applicatiesoftware worden gezonden, waarbij die software de data verwerkt en zorgt voor het omzetten in beelden of geluid. Als de data sneller binnenkomen dan op dat moment voor het weergeven van beelden of geluid nodig is, dienen de, op dat moment “overtollige”, data in een buffer te worden opgeslagen, voor later gebruik.

15 Komen de data niet snel genoeg binnen, dan zal de weergave van de betrokken informatie niet vloeiend zijn, maar schokkerig. Ook op andere wijze kan de kwaliteit achteruit gaan.

In Fig. 1 is (1) het eindstation van een computergebruiker, via een 20 verbinding (2) verbonden met een communicatienetwerk (3), zoals het Internet. Tijdens een sessie, waarbij het eindstation (1) informatie (beeld, al of niet met geluid) ontvangt van een, met het communicatienetwerk (3) gekoppelde, server (4), wordt de computergebruiker op zijn eindstation (1) de mogelijkheid aangekondigd om informatie naar zijn eindstation te laten zenden waarvoor zal moeten worden betaald (stap a). Kiest 25 de computergebruiker ervoor om zich inderdaad die informatie te laten zenden, dan geeft hij dat te kennen door een (virtuele) knop op het scherm van zijn eindstation te bedienen door middel van een muisklik (stap b). Hierop wordt de sessie omgeleid naar de server (5) van een bemiddelingsinstantie, eveneens gekoppeld met het communicatienetwerk (3), die diensten verleent aan een aantal informatieverschaffers 3 o (stap bl). Daarbij komt een verbinding tot stand met een , overigens bekende, HTTP-“proxy server” (6), waarbij HTTP staat voor “Hypertext Transfer Protocol”. Deze HTTP-proxy-server zorgt op applicatieniveau voor de overdracht van informatie tussen 1017716* -7- twee computersystemen die via het Internet communiceren. Zie voor een uitvoerige uiteenzetting over deze en andere begrippen: “Computer networking, a top-down approach featuring the Internet”, van James F. Kurose en Keith W. Ross, ISBN 0-201-47711-4. Door de server (5) wordt in de database (7), die een gegevensbestand voor 5 informatiegebruikers omvat, een record aangemaakt voor opslag van gegevens omtrent de informatiegebruiker en de door hem gewenste informatie, waarbij aan het record een unieke identificatiecode wordt toegevoegd (stap b2). De server (5) laat vervolgens op het beeldscherm van het eindstation (1) een telefoonnummer zien, dat bij voorkeur een zogenaamd betaalnummer (beginnend met 09..) is. Tevens wordt daarbij de unieke 1 o identificatiecode getoond (stap c/e/b3). Gebruik van een betaalnummer maakt verschillende wijzen van aanbieden van informatie mogelijk, met name betalen per minuut (de informatiegebruiker betaalt per tijdseenheid, gedurende welke gekeken of geluisterd wordt en er kan eventueel worden gewisseld tussen verschillende inhouden), betalen per bekeken of beluisterd “item” of betalen verbindingsopbouw (opbouwen van 15 een verbinding met het betrokken betaalnummer geeft recht op, gedurende een vooraf vastgestelde tijd, bijvoorbeeld 5 minuten, bekijken of beluisteren van informatie, waarbij eventueel van inhoud gewisseld kan worden). Men spreekt respectievelijk van “pay per minute”, “pay per view” en “pay per call”.

20 Wenst de computergebruiker inderdaad de informatie waarvoor betaald moet worden te ontvangen, dan kiest hij via een telefonie-eindstation (8) (een vast of een mobiel telefoontoestel) het op zijn beeldscherm getoonde telefoonnummer (stap d), brengt daarmee via het telefonienetwerk (9) een verbinding tot stand met de server (5) van de bemiddelingsinstantie, en toetst daarna de unieke identificatiecode in (stap f).

25 Het record in de database (7) van de server (5) wordt nu gevuld met gegevens omtrent de betalingsbereidheid van de informatiegebruiker, de tijdsspanne gedurende welke de informatie ter beschikking zal staan, een beginwaarde voor een mediaspeler-identificatie (waarbij de mediaspeler een software-applicatie is in het eindstation (1)) en omtrent het type van de gewenste informatie (stap fl). De methode volgens de uitvinding is bij 30 uitstek geschikt in het geval van informatie van het type “streaming”, dus zowel “streaming video” als “streaming audio”. Voor het bekijken, c.q. beluisteren, van dit soort informatie dient in de computer van de informatiegebruiker een zogenaamde tOt771β* -8- mediaspeler, zoals de “Media Player” van Microsoft, geïnstalleerd te zijn. De mediaspeler, te gebruiken bij toepassing van de methode volgens de uitvinding, dient voorzien te zijn van een software-mechanisme dat bij activering van de speler een speler-identificatie genereert. Deze speler-identificatie kan de vorm hebben van een 5 reekshexadecimale getallen, bijvoorbeeld {46FBBB80-0192-1 ldl-9C39- OOAOC922E703}. Afhankelijk van een door de computergebruiker gemaakte keuze zal de speler-identificatie uniek zijn voor de in de betrokken computer geïnstalleerde speler (maar bij elke activering steeds dezelfde), danwel uniek zijn voor de activering van de speler tijdens een bepaalde alspeelsessie. In het laatste geval wordt bij elke activering ï o van de speler een andere speler-identificatie gegenereerd; dit om te voorkomen dat op eenvoudige wijze een patroon te ontdekken valt in het informatiegebruiksgedrag van de desbetreffende computergebruiker.

Na controle van de door de informatiegebruiker ingetoetste unieke 15 identificatiecode, op bestaan in het gegevensbestand van de server (5), wordt de communicatiesessie omgeleid naar een server (10) voor betaalde informatie, gekoppeld aan de HTTP-proxy-server van de server (5). Dit is een optionele stap, voor het geval de betrokken informatieverschaffer verscheidene informatiebestanden, waarvoor moet worden betaald, ter beschikking stelt. De informatiegebruiker kan dan uit die 20 verschillende bestanden een keuze maken. Aan de hand van die keuze en het bijbehorende infonnatietype wordt via een media-“proxy server” (11), geëigend voor overdracht van het gekozen informatietype (media-type), een verbinding gelegd met een server (12), die overigens ook fysiek in de server (5) kan zijn opgenomen, waarop zich de gekozen informatie bevindt (stap f2); in het geval van toepassing van de methode 25 volgens de uitvinding zal dit in het bijzonder informatie van het “streaming’Mype zijn. Aan de media-proxy-server (11), waarop de server (12) van de informatieverschaffer is aangesloten, wordt daarbij de unieke identificatiecode meegedeeld. Tevens wordt de geëigende mediaspeler in de computer van de informatiegebruiker geactiveerd, de bij deze activering behorende mediaspeler-identificatie vastgesteld en deze 3 o speleridentificatie wordt in het record met de betrokken unieke identificatiecode ingevuld (eveneens in stap f2). De media-proxy-server (11), waarop de server (12) van de informatieverschaffer is aangesloten, ontvangt de inhoud van het aldus ingevulde T017716· -9- record (stap f3). De informatiegebruiker heeft nu toegang tot de server (12) van de informatieverschaffer; deze server begint met het beschikbaar stellen van de informatie, die via het eindstation (1) aan de informatiegebruiker wordt getoond, c.q. ten gehore wordt gebracht (stap g).

5

De betrokken media-proxy-server controleert met regelmatige tussenpozen, bijvoorbeeld met een (instelbare) “hartslag” van 5 seconden, of er nog een geldig record aanwezig is in het gegevensbestand van de server (5) met de bij de betrokken informatiestroom behorende unieke identificatiecode (stap h). Is dat niet het geval, dan io wordt het beschikbaar stellen, het “streamen”, gestaakt (stap i). Het niet langer aanwezig zijn van een geldig record met die unieke identificatiecode kan het gevolg zijn van: het verstreken zijn van de periode waarvoor is betaald bij “pay per call”, het verbreken van de telefoonverbinding in het geval van “pay per minute”, het voltooid zijn van het verzenden van het betrokken informatiebestand bij “pay 15 per view”.

In de bovengenoemde gevallen wordt het record met de unieke identificatiecode uit het gegevensbestand van de server (5) verwijderd. Het staken van het beschikbaar stellen van de informatie, in stap i), kan ook geschieden op grond van het feit dat de mediaspeler-identificatie is gewijzigd sinds de vorige controle. Als de mediaspeler-20 identificatie is gewijzigd, duidt dit erop dat de mediaspeler in de computer van de informatiegebruiker tijdens de huidige sessie nogmaals is geactiveerd, kennelijk om dezelfde informatie nog eens binnen te halen zonder opnieuw te betalen.

25 10177f6·

Claims (5)

1. Methode voor het doen betalen voor het gebruik van informatie door een computergebruiker, waarbij die informatie tijdens een sessie via een communicatienetwerk, zoals het Internet, door de gebruiker op zijn computereindstation 5 wordt ontvangen, omvattende de volgende stappen: a) gedurende de sessie via het communicatienetwerk wordt de informatie door een informatieverschaffer aangeboden op het computereindstation van de computergebruiker, b) de computergebruiker geeft de wens te kennen om van de informatie gebruik te ï o maken en wordt daarmee informatiegebruiker, c) de informatiegebruiker ontvangt op zijn computereindstation een telefoonnummer, d) de informatiegebruiker brengt via een telefonie-eindstation een telefoonverbinding tot stand met de telefoonaansluiting, behorend bij het in stap c) ontvangen telefoonnummer, 15 e) de informatiegebruiker ontvangt een identificatiecode, f) de informatiegebruiker voert de ontvangen identificatiecode in, g) de informatieverschaffer stelt de gewenste informatie ter beschikking aan de informatiegebruiker op grond van ontvangst van de door de informatiegebruiker ingevoerde identificatiecode, gedurende de periode waarvoor wordt betaald via de 2. kosten voor de telefoonverbinding, met het kenmerk dat de methode voorts omvat: een substap b 1, waarin de sessie via het communicatienetwerk wordt omgeleid naar een server van een bemiddelingsinstantie, een substap b2, gedurende welke substap in een, aan de server van de 25 bemiddelingsinstantie gekoppeld gegevensbestand, een record wordt aangemaakt voor opslag van gegevens omtrent de informatiegebruiker en de door hem gewenste informatie, waarbij aan het record een unieke identificatiecode wordt toegevoegd, een substap b3, waarin de server van de bemiddelingsinstantie het in stap c) te 3. ontvangen telefoonnummer zendt naar het computereindstation van de informatiegebruiker, alsmede de in de stap f) te gebruiken identificatiecode, in de vorm van de in de beschrijving van substap b2 genoemde unieke identificatiecode. T0177 re· -11 -

2. Methode volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in stap e) de informatiegebruiker de identificatiecode ontvangt als onderdeel van de sessie via het communicatienetwerk en dat in stap f) de informatiegebruiker de ontvangen 5 identificatiecode invoert via het telefonie-eindstation.

3. Methode volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de methode voorts omvat: een substap f 1, waarin de server van de bemiddelingsinstantie het eerder ïo aangemaakte record vult met gegevens omtrent: - de betalingsbereidheid van de informatiegebruiker, - de tijdsspanne, gedurende welke de informatie ter beschikking zal staan van de informatiegebruiker, - een beginwaarde voor een mediaspeler-identificatie, waarbij de mediaspeler een is software-applicatie is in het computereindstation van de informatiegebruiker; - het type van de gewenste informatie, een substap f2, waarin een sessie via het communicatienetwerk wordt opgebouwd naar een server van de informatieverschaffer, via een daartoe geëigende media-proxy-server, in afhankelijkheid van het type van de gewenste informatie en de 20 media-proxy-server, waarop de server van de informatieverschaffer is aangesloten, de unieke identificatiecode ontvangt, terwijl tevens een mediaspeler voor het type gewenste informatie in het computereindstation van de informatiegebruiker wordt geactiveerd, de bij deze activering behorende mediaspeler-identificatie wordt vastgesteld en ingevuld in het record met de unieke identificatiecode, 25. een substap f3, waarin de media-proxy-server, waarop de server van de informatieverschaffer is aangesloten, de inhoud van het in substap b2 aangemaakte en in substappen fl en f2 gevulde record ontvangt, aan de hand van de unieke identificatiecode.

4. Methode volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de methode voorts omvat: een stap h), waarin met vooraf bepaalde tussenpozen door de media-proxy-server, ÏO17716« - 12- waarop de server van de informatieverschaffer is aangesloten, wordt gecontroleerd of er nog een record met de unieke identificatiecode bestaat in het gegevensbestand, dat gekoppeld is aan de server van de bemiddelingsinstantie, een stap i), waarin het ter beschikking stellen van de informatie wordt beëindigd 5 wanneer tijdens een controle wordt geconstateerd dat de mediaspeler-identificatie is gewijzigd sinds de vorige controle, of wanneer de tijdsspanne genoemd in de beschrijving van substap fl is verstreken, of wanneer de periode waarvoor wordt betaald via de kosten van de telefoonverbinding is verstreken, terwijl, gekoppeld aan dit beëindigen, het record met de unieke identificatiecode wordt verwijderd uit ï o het gegevensbestand, dat gekoppeld is aan de server van de bemiddelingsinstantie.

5. Systeem ingericht voor het doen betalen voor het gebruik van informatie door een computergebruiker, waarbij die informatie tijdens een sessie via een communicatienetwerk, zoals het Internet, door de gebruiker op zijn computereindstation 15 van een informatieverschaffer wordt ontvangen, omvattende: ten minste één computereindstation van een computergebruiker, ingericht voor het, via een communicatienetwerk, zoals het Internet, contact leggen met servers die zijn aangesloten op het communicatienetwerk, ten minste één server van een informatieverschaffer, aangesloten op het 2 o communicatienetwerk en ingericht voor het ter beschikking stellen van informatie aan computergebruikers, via hun computereindstations, ten minste één telefonie-eindstation, waarmee via een telefonie-netwerk een verbinding tot stand kan worden gebracht met een server, aangesloten op het communicatienetwerk, 25 met het kenmerk dat het systeem voorts omvat: een server van een bemiddelingsinstantie, ingericht voor het verlenen van een dienst die bestaat uit het doen betalen voor, via het communicatienetwerk op het computereindstation te ontvangen, informatie, welke dienst verleend wordt voor ten minste twee informatieverschaffers en waartoe de server omvat: 30. middelen voor het opbouwen en onderhouden van een gegevensbestand, ingericht voor het opslaan van records met gegevens omtrent informatiegebruikers en door hen gewenste informatie, waarbij aan elk record een unieke identificatiecode T0T7716« -13- wordt toegevoegd, middelen voor het opslaan en aan informatiegebruikers tonen van telefoonnummers en aan records toegevoegde unieke identificatiecodes, een “proxy server”, ingericht voor de communicatie tussen een 5 informatiegebruiker en een server van een informatieverschaffer. tOtITlö*