NL1016267C2 - Multifunctioneel voertuig, werkwijze en hulpchassis voor een dergelijk voertuig. - Google Patents

Description

MULTIFUNCTIONEEL VOERTUIG, WERKWIJZE EN HULPCHASSIS VOOR EEN DERGELIJK VOERTUIG

5 De onderhavige uitvinding betreft een lichte vrachtautomobiel waarvoor slechts een gebruikelijk rijbewijs voor personenautomobielen vereist is. In diverse Europese landen geldt hiervoor verschillende gewichts-klasse, bijvoorbeeld tot 3.500 kg, 5.000 kg, 7.500 kg of 10 12.000 kg. Dergelijke lichte vrachtautomobielen worden gebruikt in velerlei branches zoals aannemersbedrijven, marktkooplieden en dergelijke, terwijl ze ook voor distributie en moeilijke toegankelijke binnensteden van toenemend belang zullen zijn. Voorts kunnen dergelijke 15 voertuigen gebruikt worden voor het trekken van aanhangwagens zoals caravans, paardenwagens en dergelijke.

Uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-5.772.229 is een lichte vrachtautomobiel bekend, zoals een zogeheten pick-up truck die is voorzien van een 20 schotelkoppeling voor het aankoppelen van een zwanenhals voor bijvoorbeeld een caravan of paardenwagen of andere aanhanger, waarbij de schotelkoppeling voor een betere gewichtsverdeling verplaatsbaar is van voor tot achter de achterwielen van het voertuig.

25 De onderhavige uitvinding verschaft een voer tuig omvattende; - een hoofdchassis met daaraan aangebrachte voor- en achterwielen; - een aan het hoofdchassis aangebrachte personenca- 30 bine; - aan het hoofdchassis aangebrachte koppelingsmid-delen voor het aankoppelen van een oplegger; - een hulpchassis dat losmaakbaar aan het hoofdchassis bevestigbaar is voor het ondersteunen van lading 35 en/of een opbouw; en 1016267 2 - een subchassis dat losmaakbaar aan het hoofdchas-sis bevestigbaar is en dat zich in de bevestigde toestand achterwaarts ten opzichte van het hoofdchassis en de achterwielen uitstrekt ter ondersteuning van het 5 hulpchassis.

Het voertuig volgens de onderhavige uitvinding kan behalve voor de trekfunctie met behulp van de schotelkoppeling geschikt worden gemaakt voor het vervoeren van lading met behulp van het hulpchassis dat 10 wordt ondersteund door het hoofdchassis dat door het subchassis wordt verlengd tot achter de achterwielen van het voertuig, waardoor het voertuig geschikt voor meer of langere lading, zoals poten, planken en dergelijke, bijvoorbeeld met een lengte van ca 3,5 meter (of meer).

15 Op zichzelf is een aan een vrachtautomobiel althans gedeeltelijk onlosmaakbaar bevestigd hulpchassis bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.969.690. Het hierin beschreven voertuig betreft echter een zware vrachtautomobiel met dubbel uitgevoerde achterwielen 20 terwijl het bij de onderhavige uitvinding in het bijzonder en bij voorkeur gaat om een lichte vrachtautomobiel met enkelvoudig uitgevoerde achterwielen, opdat een gebruiker die met zijn "klein" rijbewijs mag besturen.

Een verdere voorkeursuitvoering voorziet erin 25 dat de koppelingsmiddelen een schotelkoppeling zijn. Voor gebruik met een oplegger is een schotelkoppeling erg praktisch voor opleggers.

Deze koppelingsmiddelen zijn bij voorkeur verplaatsbaar bevestigd aan het hoofdchassis omdat 30 afhankelijk van het gewicht van de oplegger dan de gewichtsverdeling over de assen van het voertuig kan worden geoptimaliseerd.

Deze koppelingsmiddelen steken bij voorkeur niet uit tot boven het hulpchassis indien dit is aange-35 bracht op het hoofdchassis. Dit heeft als voordeel dat dan beschikt kan worden over een vlakke laadvloer bij gebruik van het voertuig als vrachtautomobiel. Hiertoe 1 o 162 67 3 kan de hoogte van het hulpchassis worden aangepast aan de hoogte van gemonteerde koppelingsmiddelen.

Het hoofdchassis en/of het subchassis zijn in een voorkeursuitvoering voorzien van centreermiddelen 5 voor het nauwkeurig centreren van het hulpchassis. Het voordeel hiervan is dat het tussen de verschillende toestanden wisselen van de uitvinding snel kan geschieden .

Het hulpchassis dient stevig te zijn bevestigd 10 aan het voertuig. Het hoofdchassis en/of het subchassis worden hiertoe bij voorkeur tenminste voorzien van knevelsluitingen. Deze bieden het voordeel dat ze weinig kostbaar zijn en in korte tijd kunnen worden ontkoppeld terwijl ze veilig zijn in het gebruik als borgmiddel.

15 Om naast opleggers ook geschikt te zijn voor het trekken van normale aanhangers wordt het voertuig bij voorkeur voorzien van een aan het hoofdchassis en/of het subchassis bevestigde trekhaak.

Aangezien het hulpchassis een tamelijk zware 20 constructie is wordt deze bij voorkeur voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van poten voor het ondersteunen van het hulpchassis bij (ont-)koppelen aan het hoofdchassis. Deze poten kunnen voorzien zijn van wielen en een hefmechanisme om het hulpchassis omhoog en 25 omlaag te bewegen voor het uitvoeren van de bevestigings-handelingen.

In een volgende voorkeursuitvoering van de uitvinding is het hulpchassis voorzien van inklapbare poten. Dit heeft als voordeel dat de poten altijd 30 beschikbaar zijn als het hulpchassis ontkoppeld moet worden.

Voorts verschaft de onderhavige uitvinding een hulpchassis voor plaatsing op een hoofdchassis van een voertuig met koppelingsmiddelen worden ontleend, voor het 35 ondersteunen van lading en/of een opbouw op een truck met koppelingsmiddelen, omvattende: - een raamwerk; 1016267 4 - een opening in het raamwerk voor het omsluiten van de koppelingsmiddelen in alle mogelijke posities waarin deze koppelingsmiddelen kunnen zijn geplaatst.

Dit hulpchassis kan verder worden voorzien van - 5 centreermiddelen voor het eenvoudig centreren van het hulpchassis op het hoofdchassis. Dit vereenvoudigt en versnelt de plaatsingshandeling in grote mate. Hetzelfde geld voor het aanbrengen van poten aan het hulpchassis.

De onderhavige uitvinding omvat tevens een 10 werkwijze voor het inkorten van een hoofdchassis van een voertuig voor het geschikt maken hiervan voor multi-functioneel gebruik, omvattende de volgende stappen: - het inkorten van het hoofdchassis; 15 - het monteren van koppelingsmiddelen voor het koppelen van een oplegger.

Deze werkwijze kan nog de volgende stappen omvatten om het chassis tevens geschikt te maken voor het bevestigen van een hulpchassis: 20 - het monteren van bevestigingsmiddelen 70 als hierboven aangegeven.

De onderhavige uitvinding omvat tevens een werkwijze voor het voor meer doeleinden geschikt maken van een voertuig dat een hoofdchassis omvat, omvattende 25 de volgende stappen: - het over het hoofdchassis plaatsen van een hulpchassis; - het laten zakken van het hulpchassis tot tegen het hoofdchassis; 30 - het bevestigen van het hulpchassis aan het hoofdchassis; - het verplaatsen van de poten zodat ze tijdens het rijden geen gevaar vormen voor weggebruikers en de grond niet meer kunnen raken.

35 Deze werkwijze kan als bijkomende stap het gebruik omvatten van centreermiddelen tijdens het laten zakken van het hulpchassis voor eenvoudig centreren tijdens deze stap.

1016267 5

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, onder verwijzing naar 5 de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - fig. 1 een aanzicht in perspectief van respectieve voorkeursuitvoeringsvormen ven een licht voertuig, een hulpchassis en een subchassis volgens onderhavige uitvinding; 10 - fig. 2 een aanzicht in perspectief van de uitvoering van fig. 1 in geassembleerde toestand met uitvergrotingen van details; en - fig. 3 een aanzicht is in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm in de onderhavige uitvin- 15 ding.

Een voertuig volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding (figuur 1) is een lichte vrachtautomobiel 1 die een cabine 22 omvat en een hoofdchassis IA waarop een schotelkoppeling 4 bevestigd 20 is. Deze schotelkoppeling 4 dient voor het aanhangen van een oplegger (niet getoond). Verder omvat de uitvoeringsvorm een subchassis 3. Dit subchassis kan losmaakbaar bevestigd worden aan het hoofdchassis IA. Het geheel van hoofdchassis en subchassis in deze uitvoering is in-25 gericht met bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van een opbouw van lading. Deze opbouw bestaat tenminste uit een hulpchassis 2 (of frame) waarop bijvoorbeeld een niet getoonde vloer, al dan niet met zijkleppen, kan zijn aangebracht, maar die tevens kan bestaan uit een op het 30 hulpchassis aangebrachte gesloten laadruimte of anderszins .

Voor het bevestigen van het subchassis is het hoofdchassis IA voorzien van een daaraan bevestigbare bevestigingsplaat 9, voorzien van sleuven 13 en ogen 11 35 waarin het subchassis 3 kan worden gehaakt. Borgpenogen 23 zorgen samen met borgpen 18 voor een stevige borging van het subchassis aan het hoofdchassis. Tevens zijn twee knevelsluitingen 8 aangebracht voor het borgen van de 1 o 162 6? 6 hulpchassis. Tevens is het hoofdchassis voorzien van sleuven 27 voor het opnemen van centreerplaten 7

Het subchassis 3 is ter bevestiging aan de bevestigingsplaat 9 van het hoofdchassis IA voorzien van 5 onderste haken 10 en bovenste haken 12 voor het haken in ogen 11 respectievelijk sleuven 13. De borgpen 18 die door de gaten 24 en 23 gestoken wordt dient ter borging van het subchassis bij bevestiging aan het hoofdchassis. Indien gewenst kan deze borgpen 18 ook uitgevoerd zijn 10 als twee kortere borgpennen. Verder is het subchassis voorzien van centreerplaten 6 die het te bevestigen hulpchassis aan de achterzijde naar het midden van de truck centreren en vastleggen in langsrichting. Subchas-sis 3 is verder voorzien van een stootbalk 20 waarop 15 platen 19 voor het bevestigen van achterlichten zijn aangebracht alsmede platen 15 voor het bevestigen van een trekhaak. Verder is er voorzien in verstevigingsbalken 21 voor het naar het hoofdchassis overbrengen van krachten op stootstand 20.

20 Verder zijn knevelsluitingen 24 aangebracht aan het subchassis voor het borgen van het hulpchassis. Het hulpchassis 2 bestaat uit een stalen samenstel 2A dat dient voor stevigheid en bevestiging aan het hoofdchassis en het subchassis. Een centreerpin 5 dient voor passing 25 in centreerplaten 6. Tezamen met de balk waarop de centreerpin bevestigd is wordt een positionering van het achterdeel van de hulpchassis bewerkstelligd. Daarna kunnen het voordeel van het hulpchassis en de achterplaten 7 juist gepositioneerd worden, door deze neerwaarts 30 te laten bewegen. De montage wordt dan beëindigd door knevelsluitingen 8 en 24 te bevestigen aan haken 16.

De poten 26, ook wel stempelpoten genoemd, vergemakkelijken het aanbrengen van het hulpchassis op het hoofdchassis en het subchassis. Deze stempelpoten 35 zijn bij voorkeur voorzien van wielen om het hulpchassis te verrijden. Tevens kunnen de poten voorzien zijn van een hefmechanisme, hier uitgevoerd met zwengels waarmee men de poten langer en korter kan maken voor het heffen 1016267 7 of neerlaten van het hulpchassis. Dit hefmechanisme is uitgevoerd door middel van een, door de slinger draaibare stang, die is voorzien van schroefdraad en die is geleid door een, tevens van een schroefdraad voorziene, 5 onderzijde van de poot voor het omhoog en omlaag dringen hiervan,

Door het aanbrengen van de hulpchassis op het korte praktische hoofdchassis, dat bijzonder geschikt is voor het trekken van een oplegger, wordt met behulp van 10 het subchassis een bestelautomobiel (fig.3) verkregen met een lange vrachtruimte.

In detail 16 A is te zien hoe de knevelsluiting werkt. De haak 16 is bevestigd aan het hulpchassis. Het actieve deel van de knevelsluiting is bevestigd aan het hulpchas-15 sis. Door nu knevelsluiting met de hand naar beneden te trekken wordt het hulpchassis bevestigd aan het hoofdchassis.

In detail 6A is centreerplaat 6 zichtbaar, die dubbel is uitgevoerd met als doel dat als het hulpchassis 20 wordt neergelaten op het subchassis deze in de langsrich-ting juist wordt gepositioneerd. In dit detail zijn tevens twee in hoofdzaak U-vorminge sleuven aanwezig, die dienen om bij het laten zakken van het hulpchassis op het hoofdchassis, het hulpchassis in het midden uit te lij-25 nen, doordat centreerpin 5 in de in hoofdzaak U vormige sleuven zakt.

In detail 7A is de centreerplaat 7 zichtbaar, die dubbel is uitgevoerd, teneinde het hulpchassis ten opzichte van het hoofdchassis in het midden uit te lij-30 nen.

Voor het bevestigen van het hulpchassis wordt allereerst het subchassis aan het hoofdchassis bevestigd. Dit geschiedt door het inhaken van haken 10 en haken 12 in ogen 11, respectievelijk sleuven 13. Nu kan borgpen 18 35 door de ogen gaten worden gestoken. Hierna kan hulpchassis 2 boven de vrachtwagen worden gereden. Voor eenvoudig centreren is het nu het voordelig om eerst de achterzijde van het hulpchassis te laten zakken zodat de achterzijde 1016267 8 door middel van de centreerpen 5 gepositioneerd wordt.

Dit laten zakken gebeurt door het bedienen van de poten 17. Op soortgelijke wijze kan men hierna de voorkant van het hulpchassis laten zakken. De centreerplaten zullen 5 ervoor zorgen dat het hulpchassis als vanzelf juist gepositioneerd wordt. Vervolgens wordt het hulpchassis door middel van knevelsluitingen geborgen. Tenslotte worden de poten uit het hulpchassis verwijderd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 uitvinding (fig. 3) is het hoofdchassis opgedeeld in twee delen. Naast deel 1Δ omvat deze uitvoeringsvorm een additioneel chassisdeel 1B. Dit heeft als voordeel dat chassisdeel 1B onafhankelijk van de aanwezigheid van deel IA kan worden geproduceerd en kan worden voorzien van 15 bevestigingsmiddelen 29 voor de schotelkoppeling 4. Ook schotelkoppeling 4 kan vooraf worden gemonteerd. Verder kunnen verstevigingsmiddelen worden aangebracht aan chassisdeel 1B voor het verstevigen van achterplaat 11. Deze verstevigingsmiddelen bestaan uit horizontale 20 chassisdelen 31, 32, 33, 34, verticale chassisdelen 35, 38 en schuine chassisdelen 36, 37. Deze delen worden bevestigd aan de horizontale buizen 39, 40 van chassisdeel 1B. Vervolgens kan achterplaat 11 worden bevestigd, waarna het samenstel kan worden bevestigd op chassisdeel 25 IA. Chassisdeel IA wordt in het algemeen in zijn niet-ingekorte vorm uitgeleverd door een truckfabrikant, zoals Volkswagen, Renault en dergelijke. Trekhaak 14A is gemonteerd weergegeven aan de onderzijde van achterplaat 11 van het hoofdchassis. Het verstevigingssamenstel, zoals 30 hierboven beschreven, dient ervoor de krachten die door een aanhanger worden uitgeoefend op trekhaak 14A over te brengen op het hoofdchassis. Tevens dient het verstevigingssamenstel om de krachten van het subchassis 3 over te brengen op de andere delen van het hoofdchassis.

35 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovengeschreven voorkeursuitvoeringsvorm; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies 1016267 9 binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

1016267

Claims (10)

1. Voertuig, omvattende: - een hoofdchassis met daaraan aangebrachte 5 voor- en achterwielen; - een aan het hoofdchassis aangebrachte personencabine; - aan het hoofdchassis aangebrachte koppelingsmiddelen voor het aankoppelen van een oplegger; 10. een hulpchassis dat losmaakbaar aan het hoofdchassis bevestigbaar is voor het ondersteunen van lading en/of een opbouw; en - een subchassis dat losmaakbaar aan het hoofdchassis bevestigbaar is en dat zich in de bevestigde 15 toestand achterwaarts ten opzichte van het hoofdchassis en de achterwielen uitstrekt ter ondersteuning van het hulpchassis.

2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij het voertuig is voorzien van twee enkelvoudig uitgevoerde 20 achterwielen.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij de koppelingsmiddelen een schotelkoppeling omvatten die bij voorkeur verplaatsbaar is ten opzichte van de langs-richting van het hoofdchassis.

4. Voertuig volgens één of meer van de conclu sie 1-3, waarbij het hoofdchassis en/of subchassis voorzien zijn van centreermiddelen voor het centreren van het subchassis.

5. Voertuig volgens één of meer van de 30 voorgaande conclusies, waarbij het hoofdchassis en/of subchassis is voorzien van een trekhaak.

6. Voertuig volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het hulpchassis is voorzien van bij voorkeur inklapbare poten voor het 35 ondersteunen van het hulpchassis bij het aan- of afkoppelen van het hulpchassis aan het hoofdchassis, waarbij de poten bij voorkeur voorzien zijn van wielen en/of hefmiddelen. 1016267

7. Hulpchassis kennelijk geschikt voor een voertuig volgens één of meer van de voorgaande conclusies .

8. Werkwijze voor het ombouwen van een lichte 5 vrachtautomobiel die is voorzien van een schotelkoppe- ling, omvattende de volgende stappen: - het bevestigen van een subchassis aan een hoofdchassis van de vrachtautomobiel; - het positioneren van het hoofdchassis met 10 subchassis ten opzichte van een hulpchassis; en - aan het hoofd- en subchassis bevestigen van het hulpchassis.

9. Werkwijze voor het aanpassen van een lichte vrachtautomobiel bijvoorbeeld in een gewichtsklasse tot 15 aan 3.500 kg, 5.000 kg, 7.500 kg en/of 12.000 kg, volgens conclusie 8 omvattende de volgende stappen: - het inkorten van een hoofdchassis van het voertuig; - het aan het hoofdchassis aanbrengen van een 20 schotelkoppeling; en - aan het hoofdchassis aanbrengen van bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar daaraan bevestigen van een hulpchassis en een subchassis.

10. Systeem van een hoofdchassis, hulpchassis, 25 subchassis en/of bevestigingsorgaan ter bevestiging van het subchassis aan het hoofdchassis, in hoofdzaak volgens voorgaande beschrijving en daarbij behorende figuren. 1016267