NL1015820C2 - Schermdoek scherminrichting, en werkwijze. - Google Patents

Description

5 SCHERMDOEK SCHERMINRICHTING, EN WERKWIJZE

De onderhavige uitvinding heeft effect en derhalve betrekking op een scherminrichting en doek daarvoor zoals is weergegeven in de aanhef van de betreffende onafhankelijke conclusies 1 en 15.

10 Een dergelijke inrichting met in harmonicavorm gevouwen gaas is weergegeven en beschreven in octrooi NL-1005291 ten name van aanvraagster. De bekende inrichting wordt veelal toegepast in zich relatief ver, en op scharnierende wijze openende beluchtingramen voor kassen. In voornoemd octrooi is uiteengezet dat de binnenhoeken van het in bovenaanzicht U-vormige scherm vatbaar zijn voor slijtage. 15 Volgens aan de uitvinding ten grondslag liggend inzicht kan dit althans mede het gevolg zijn van spanning die ter plaatse wordt uitgeoefend, en die zich met name voordoet wanneer het scherm over een grote hoek, bijvoorbeeld meer dan 30 graden wordt geopend. Bij grote schamierhoeken heeft het scherm de neiging de harmonicavorm uit te rekken tot een vorm die dat van een plat schermvlak benadert. 20 Indien nu de binnenste randen van het harmonica profiel onderling zijn verbonden oefenen bijvoorbeeld de bij het openen van het raam naar buiten toe neigende binnenste randen van de zijvlakken, een buitenwaarts gerichte kracht uit op de betreffende binnenste rand van het harmonicaprofiel in het hoofdvlak van het scherm. Zolang de hoekverbinding het houdt, kan zich dit effect uiten door het onder spanning 25 komen te staan van het hoofdvlak dat ten gevolge daarvan enigszins binnenwaarts uitbolt. In de bekende constructie is dan ook een zeer specifieke speciale vouwconstructie met driehoekige terugslagen voorzien. Deze constructie heeft echter het nadeel dat een in pakketvorm opgevouwen scherm ter plaatse van de hoek drie keer zo dik is dan aan de hoek grenzende, volgens normale harmonica vorm 30 opgevouwen schermdelen. Het beperkt houden van de noodzakelijke opbergruimte voor een opgevouwen scherminrichting is met name in kasconstructies in hoge mate gewenst.

Een alternatieve schermconstructie wordt dan ook gesuggereerd door Nederlands octrooipublicatie NL-1007720. Bij de hieruit bekende constructie zijn 35 afzonderlijke schermdelen die het hoofdvlak respectievelijk zijvlak van een 1015820 2 scherminrichting vormen onderling verbonden door de uiteinden van een geplooid pakket onder een hoek van 45 graden af te snijden en deze met geringe overlapping onderling te verbinden door een stiknaad. Deze verloopt in het te vormen scherm tussen een binnenste en de bijbehorende buitenste hoek van elke plooi ofwel lamel. 5 Met deze constructie wordt de pakkethoogte maximaal het dubbele van de aangrenzende schermdelen. Ondanks dit voordeel behoudt de constructie echter het nadeel dat de spanningen in het scherm op een punt in de binnenhoek terechtkunnen komen en zo tot breukinitiaties kunnen leiden. Met name kan de naar buiten gerichte stiknaad schade oplopen. Een ander nadeel kan zijn dat het scherm in gebruik bij het 10 opvouwen geneigd is over de relatief instabiele strook met overlappende schermdelen weg te schuiven. Dit kan slijtage en beklemming door de schermkap tot gevolg hebben. Voorts is de plaats waar de verbinding dient te worden aangebracht relatief lastig bereikbaar, hetgeen massaproductie bemoeilijkt.

De uitvinding heeft dan ook ten doel te komen tot een relatief eenvoudig te 15 produceren scherminrichting waarin voornoemde nadelen althans in belangrijke mate zijn opgeheven. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt wanneer conform het kenmerk van conclusie 1, het scherm is voorzien van een spanningsopneemvoorziening voor het opnemen van langs de harmonicaranden gerichte spanningen. Met een dergelijke maatregel kan voorkomen worden dat het scherm nabij de hoeken in drievoudige dikte 20 wordt opgevouwen terwijl tevens nadelige puntspanningen voorkomen worden. Met name wordt hieronder begrepen dat de voorziening althans in de hoeken van het scherm vouwloos, dat wil zeggen zonder terugslagen is uitgevoerd.

In een bevoorkeurde uitvoering is de voorziening gevormd door een in het schermdoek aangebracht dilatatiedeel. Dit deel kan zijn aangebracht tussen twee 25 schermhoeken, hetgeen met name voor massafabricage voordelig is daar het doek niet om een complexe afzonderlijke behandeling naderhand vraagt indien het doek hiertoe tijdens de fabricage op specifieke wijze wordt geweven met in dwars op de lengterichting van het doek georiënteerde stroken, onder toepassing van op zich bekende weeftechniek. In een specifieke uitvoering is dit schermdeel enigszins 30 rekbaar en/of dunner uitgevoerd. De uitvinding strekt zich, in het bijzonder conform conclusie 15 dan ook tevens tot een op deze wijze geweven dan wel anderszins geproduceerd schermdoek.

In een specifieke uitvoering bestaat het dilatatiedeel uit dwars op een of meer plooien aangebrachte V-vormige plooien. Een dergelijke vorm kan met een specifiek 35 gevormde wafel naderhand, doch ook tijdens de fabricage van het doek, bijvoorbeeld ·. f f 3 met een tijdelijk meebewegende wafel, op relatief eenvoudige wijze in het schermdoek worden aangebracht. De V-vormige plooien zorgen er zonder bezwaarlijke toename in opvouwdikte voor dat het scherm in de langsrichting van het harmonicascherm uitrekbaar is. De dwars op de plooien gevormde zogenaamde dilatatieplooien hebben 5 in een specifieke uitvoering een meer permanente vorm verkregen door een met de vormwafels aangebrachte warmte dan wel ultrasone behandeling. De dilatatieplooien zijn bij voorkeur doch niet noodzakelijk in de voornoemde, specifiek geweven stroken aangebracht. Een voordelige uitvoering betreft een dilatatievoorziening aangebracht in een relatief verdund geweven strook, bijvoorbeeld verkregen door een grotere maas, 10 welke dan toelaatbaar is door de additionele vouwing in het scherm. De dunnere strook kan eveneens zijn verkregen door het ter plaatse meeweven van dunnere draden.

De uitvinding strekt zich conform een verdere voorkeursuitvoering tot een inrichting en schermdoek waarvan het scherm is voorzien van een of meer 15 harmonicaranden die verstevigd zijn door plaatselijke onderlinge fixatie van nabij een betreffende rand aanwezige schermdelen, waarbij het dilatatiedeel is aangebracht ter plaatse van een voorgedefinieerde onderbreking van de fixatie. Op deze wijze wordt op voordelige wijze de vormvastheid van het scherm gecombineerd met een levensduur bevorderende maatregel.

20 In een alternatieve oplossing in het kader van de uitvinding is de spanningsopneemvoorziening gevormd door een ingezet deel in het bijzonder een hoekdeel. Op deze wijze wordt het nadeel van een relatief gecompliceerde verbindingshandeling gecompenseerd door het aanbrengen van een schermdeel dat hetzij de zich in de hoek geconcentreerde trekspanningen beter opneemt door vorm 25 en/of materiaalsterkte, hetzij de dilatatievoorziening vormt.

In een specifieke uitvoering vertoond het ingezet hoekdeel althans aan de binnenste zijde van de inrichting grotendeels de vorm van een winkelhaak en daarbij, gezien in bovenaanzicht een volgens een holle welving verlopende binnenrand, zodanig dat het geprojecteerde snijpunt van de op het hoekstuk aansluitende 30 binnenste schermranden zich aan de buitenzijde van de binnenrand van het hoekstuk bevindt. Op deze wijze kan de bij het ver openen van de inrichting ontstane trekspanning de hoek van het scherm op veilige wijze vervormen tot een binnenhoekrand die veilig vervormd is tot een grosso modo rechte rand die min of meer onder een hoek van vijfenveertig graden met de dwars op elkaar staande, doch 35 bij de vervorming naar elkaar toe neigende schermvlakken verloopt. Dit heeft als 4 voordeel dat de trekspanning in de hoek over een rand van enige lengte wordt verdeeld, terwijl bij geschikte keuze van het inzetstuk tevens de trekspanning veilig wordt doorgevoerd tot aan de buitenzijde van het scherm. Het op deze wijze naar binnen trekken van de buitenranden van het scherm wordt volgens de uitvinding 5 eveneens gezien als dilatatiemiddel. Bij voorkeur is een hoekinzetstuk gevormd uit relatief stevig materiaal.

In weer een op zichzelf staande, doch tevens in combinatie toepasbare alternatieve oplossing is het dilatatiedeel gevormd door een inzetstuk van ten opzichte van de daarop aansluitende schermdelen, andersoortig schermmateriaal.

10 In nog een alternatieve oplossing conform de uitvinding wordt het relatieve nadeel van de complicerende handeling bij het hoekinzetstuk beperkt door een spanningsopneemvoorziening en/of het dilatatiedeel welke althans mede is gevormd door een verbindingsconstructie in het scherm waarbij een of meer van de binnenste harmonicaranden ter plaatse van een hoek in de inrichting uitsluitend zijn verbonden 15 met een aansluitende buitenste rand van een dwars aangrenzend schermvlak. Met deze constructie passeert de binnenrand van het ene schermvlak als het ware de op vergelijkbare hoogte gelegen binnenrand van het dwars aangrenzende schermvlak, om vervolgens met zijn kopse rand of een deel daarvan verbonden te worden met de op gelijke hoogte aanwezige buitenrand in het dwarse scherm. Op deze wijze wordt 20 met beperking van de schermdikte tot plaatselijk het tweevoudige, een verbinding verkregen waarvan de belasting beperkt is door gebruikmaking van enerzijds de natuurlijke neiging van de buitenrand van het scherm om bij het openen naar “binnen” te verplaatsen, terwijl anderzijds gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid de buitenrand bij gebrek aan tegenhoudende factor, verder naar de binnenzijde te 25 forceren.

In een voorkeursuitvoering is de hoek van het volgens een der voorgaande oplossingen gevormde scherm, in het bijzonder volgens de laatst voorgaande oplossing, langs de buitenzijde door wegneming van materiaal afgerond, bijvoorkeur binnen het vlak dat gedefinieerd wordt door het snijpunt van althans de projecties van 30 de betreffende binnenste harmonicarand en de betreffende buitenste harmonicarand van het aangrenzend schermvlak.

In aansluiting op de constructie volgens de voorgaande constructie omvat de uitvinding voorts een werkwijze voor het vormen van een insectenscherm, waarbij op voor een betreffende opening op lengte en op hoogte voorgesneden schermdelen 35 voor een zijvlak en een hoofdvlak in voor bepaalde harmonicavorm zijn gevouwen, 5 vervolgens onder gebruikmaking van bij voorkeur wafelvormige hulpmiddelen haaks, en met de plooien van de respectieve harmonicavormen in elkaar grijpend ten opzichte van elkaar gepositioneerd en aansluitend langs de buitenste harmonica randen van het scherm onderling verbonden worden. In een verbijzondering omvat 5 deze werkwijze een stap waarbij de hoek in het te vormen scherm in opvolgend doch in combinatie met de overige stappen van de werkwijze wordt afgerond door het afnemen van materiaal ter plaatse van de hoek, bij voorkeur in combinatie met een in hoofdzaak parallel aan een volgens een gebogen lijn verlopende onderlinge fixatie van randdelen van het scherm.

10 In aansluiting op de in het voorgaande toegelichte, en zich met het beschrijven daarvan door de vakman eenvoudig uit te voeren oplossingen, strekt de uitvinding zich tevens tot een schermdoek dat op voorgedefinieerde afstanden is voorzien van althans in hoofdzaak overdwars aangebrachte stroken van een soepeler karakter dan aansluitende doekdelen, en dat in bij voorkeur doch niet noodzakelijk is 15 geweven op een plaatselijk afwijkende wijze en/of met soepeler en/of dunnere bedrading. In een verder verbijzonderde uitvoering is het doek zodanig geweven dat de voorgedefinieerde afstanden zijn afgestemd op een bepaalde breedte van een beluchtingopening.

20 De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld verder worden toelicht aan de hand van tekeningen die de voorgaande beschrijving op vanzelf sprekende wijze illustreren:

Figuur 1 is een schematische weergave van een specifiek doek geproduceerd volgens de uitvinding.

25 Figuur 2 is een illustratie van een scherm uitgevoerd met een ingezet hoekstuk waarvan de binnenste hoek rond is afgewerkt.

Figuur 3 is een illustratie van een scherm uitgevoerd met een tot aan de buitenste rand van het een dwars aangrenzend schermdeel doorlopende en daarmee verbonden binnenste schermrand.

30

Figuur 1 toont een zich daarin repeterend deel uit een industrieel op rol geproduceerd schermdoek, ook wel insectengaas genoemd. In een dergelijk doek zijn met op zich bekende technieken stroken van breedte B in hoofdzaak dwars op de productierichting ofwel lengterichting van het gaas geweven, ter plaatse waarvan het 35 doekmateriaal afwijkt van het overige materiaal.

6

In een bijzondere uitvoering zijn deze telkens aangebracht op onderlinge afstand van A1+A1 en A2, waarbij A1 staat voor een in de zijwand van een scharnierende scherminrichting toepasbare lengte en A2 voor de in het hoofdvlak toepasbare lengte. De strook met lengte B is daarbij bestemd om in het hoekdeel van een inrichting 5 terecht te komen. In geval van een zich alzijdig boven een beluchtingopening verheffend paneel sluit zich op A1 wederom een strook B, een doeklengte A1 en een strook B aan.

Het deel B is ten opzichte van de aansluitende doekdelen dunner uitgevoerd zodat de opvouwhoogte in een hoek van een inrichting beperkt wordt. In een 10 voorkeursuitvoering is de strook uitgevoerd onder toepassing van een dunnere doch even zo niet sterkere draad van mogelijk duurder materiaal.

In weer een verdere verbijzondering welke met name geschikt is voor een schermuitvoering waarbij de betreffende delen A1 en A2 al dan niet opgevouwen in harmonicavorm eerst losgesneden worden, en vervolgens haaks ten opzichte van 15 elkaar en met de stroken van een harmonicavorm elkaar overlappend worden vastgezet, is de breedte van de strook B het dubbele van de lamel ofwel plooibreedte van de toegepaste harmonicavouwing van het doek. Ook kan dan de maas volgens de uitvinding ongeveer dubbel zo grof zijn uitgevoerd omdat inventief gebruik gemaakt wordt van het beperkende effect dat de overlapping ter plaatse op de effectieve 20 maasgrootte heeft.

In weer een alternatieve uitvoering volgens de uitvinding is al dan niet door lossnijden en vervolgens tussen lassen van een stuk materiaal de strook met breedte B juist uitgevoerd als dilatatievoorziening. Deze strook kan dan ook juist buiten de voor de hoeken van een inrichting bestemde plaats in het doek zijn aangebracht. Zo is volgens 25 een andere uitvoering, met behulp van ultrasone lastechnologie ten minste één strook elastisch uitgevoerd schermmateriaal van lengte B ingelast in het midden van een doekdeel van lengte A1+B+A2+B+A1. In een bevoorkeurde uitvoering echter is een dergelijke dilatatievoorziening uitgevoerd door het materiaal ter plaatse van de strook in microvorm een harmonicastructuur te geven met daartoe geschikte wafels met V-30 vormige groeven. De microharmonicastructuur strekt zich dwars op de lengterichting van het gaasdoek ofwel dwars op de in een scherminrichting te onderkennen harmonicavouwen uit. Bij voorkeur is een dergelijke dilatatievoorziening, dat wil zeggen, de microharmonicavorm aangebracht nadat het doek in een voor een scherminrichting bruikbare harmonicavorm is gevouwen en gefixeerd. In een verdere I A 1 5 8 ? 0 7 verbijzondering is de langsfixatie van de harmonicaranden van een scherm ter plaatse van de microvouwen onderbroken.

Figuur 2 toont een vanuit een buitenaanzicht een hoekdeel van scherminrichting volgens de uitvinding, waar tijdens de fabricage van de scherminrichting een 5 hoekinzetstuk is aangebracht. De hoekinzetstukken hebben, in de weergegeven uitvoering met uitzondering van de bovenste inzet, althans aan de binnenzijde, een afgeronde rand. Bij deze uitvoering concentreert de trekspanning in een scherminrichting, anders dan bij een aanhechting zoals bij het bovenste inzet stuk, zich niet in het door de aansluitende binnenranden gedefinieerde punt, doch verdeelt 10 deze zich ten minste over twee aanhechtingspunten. Dit voordeel komt des te meer tot uiting indien de randen zoals in de onderhavige uitvoering zijn voorzien van een fixatie. Bij voorkeur is deze uitgevoerd als een op een rand aansluitende, onderlinge verbinding van substantiële breedte, bijvoorbeeld enkele millimeters van op de rand aansluitende doekdelen in het scherm. Een dergelijke fixatie van de randen is volgens 15 de uitvinding bij voorkeur verkregen onder toepassing van ultrasone techniek, doch ook andere zoals een goede lijm en warmtelas kunnen voldoen. Ofschoon dit kracht verdelende effect ook kan worden verkregen door toepassing van een rechte tussenrand die bijvoorbeeld onder een hoek van 45 graden verloopt, heeft de ronde uitvoering het effect dat de ronding uitgerekt kan worden tot een rechte rand welke 20 uiteindelijk globaal eveneens onder een hoek van 45 graden met de schermwanden verloopt. Dit effect vermindert de trekspanning die uiteindelijk op beide aanhechtingen wordt uitgeoefend. De achterliggende gedachte volgens de uitvinding is dat, voor het tot een rechte binnenrand vervormen van het inzetstuk gebruik gemaakt kan worden van het nabij de buitenhoek vrij zijnde materiaal dat vervolgens onder enige 25 vervorming van het inzetstuk binnenwaarts wordt getrokken. Het ingezette materiaal is hiertoe dan ook in een afwijkend, voor deze functie geschikt materiaal uitgevoerd.

Figuur 3 toont een in een aanzicht vanaf de binnenzijde van een scherminrichting een uitvoeringsvorm waarbij de binnenranden van elk van de onderscheidenlijke schermwanden elk althans nagenoeg uitsluitend met het kopse 30 uiteinde met een betreffende buitenrand van de aangrenzende schermwand zijn verbonden. Op deze wijze wordt op verrassende, betrekkelijk eenvoudige wijze de voor het openklappen van een scherminrichting benodigde “extra lengte” worden verkregen uit het voor binnenwaartse deflectie vrije buitendeel van het scherm. De arceringen langs de randen van het scherm staan evenals in figuur 2 voor een 35 versteviging daarvan met behulp van een plaatselijke, hier over een breedte van 6 " * * 8 millimeter uitgevoerde onderlinge fixatie van schermdelen. Ter plaatse van de hoeken is de fixatie van de binnenranden achterwege gelaten. In de hoek is zichtbaar dat de bovenste lamel ofwel harmonicaplooi, bijvoorbeeld uit het hoofdvlak, over de op gelijke hoogte aansluitende lamel van een zijwand is geleid. De onderste lamel die op de 5 betreffende rand in het hoofdvlak aansluit is geleid onderlangs de onderste lamel die in de zijwand op de betreffende binnenrand op gelijke hoogte aansluit. Ook de uiteinden van de lamellen in het zijvlak splitsen zich vanaf het hoekpunt om aan te sluiten op een naburige buitenrand in het hoofdvlak. De onderlinge verbinding van de schermwanden, bijvoorbeeld door stikken of met de bevoorkeurde 10 ultrasoonbehandeling, kan hierdoor voordeligerwijs volledig vanaf de buitenzijde worden uitgevoerd. De uitvinding omvat dan ook een op deze wijze geconstrueerde scherminrichting en productiewijze daarvoor, doch eveneens een al dan niet industrieel geproduceerd schermdoek dat in harmonicavorm is gevouwen en nabij de randen is gefixeerd, waarbij op voorbestemde plaatsen de fixatie is onderbroken, bij 15 voorkeur over een lengte die het dubbele bedraagt van de breedte van de lamellen in de betreffende harmonicavorm. De vrije uitwijking van de buitenranden ter plaatse is bevorderd door de buitenranden afgerond uit te voeren. De afronding, die tevens een esthetisch effect heeft, begint hierbij aansluitend op of voorbij de plaatselijke bevestiging van een binnenrand.

20 De illustratie in de figuren, en de beschrijving van de uitvinding met betrekking tot het opnemen van spanningen in een scherminrichting alsmede de in specifieke vorm geproduceerd schermdoek, dient het de vakman duidelijk te maken dat de uitvinding toepasbaar is in een veelvoud van gelijkende, doekvormen en scherminrichtingen, hetgeen in de navolgende conclusies tot uiting is gebracht.

25

Claims (16)

1. Scherminrichting voor het insectwerend afdekken van een met het openen van een beluchtingpaneel te verkrijgen ventilatie opening in een tuinbouwkas, welke 5 inrichting bestemd is hiertoe in hoofdzaak langs de randen van het paneel (2) en de opening bevestigt te zijn, en welke inrichting een in harmonicavorm geplooid insectenscherm (6) omvat, aan welk scherm ten opzichte van de opening binnenste en buitenste plooiranden zijn te onderscheiden en welke scherm (6) gezien in bovenaanzicht in een U-vorm om de beluchtingopening afschermt, met het kenmerk, 10 dat het scherm is voorzien van een spanningsopneemvoorziening voor het opnemen van langs de harmonikaranden gerichte spanningen.

2. Scherminrichting volgens 1, met het kenmerk, dat de voorziening althans in de hoeken van het scherm vouwloos is. 15

3. Scherminrichting volgens 1 of 2, met het kenmerk, dat de voorziening is gevormd door een in het schermdoek aangebracht dilatatiedeel.

4. Scherminrichting volgens 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het dilatatiedeel is 20 aangebracht tussen twee schermhoeken

5. Scherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dilatatiedeel bestaat uit dwars op een of meer plooien aangebrachte V-vormige plooien. 25

6. Scherminrichting volgens 5, met het kenmerk, dat het scherm is voorzien van een of meer harmonicaranden die verstevigd zijn door plaatselijke onderlinge fixatie van nabij een betreffende rand aanwezige schermdelen, en dat het dilatatiedeel is aangebracht ter plaatse van een voorgedefinieerde onderbreking van de fixatie. 30

7. Scherminrichting volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de spanningsopneemvoorziening is gevormd door een ingezet deel, in het bijzonder een hoekdeel.

8. Scherminrichting volgens conclusies 7, met het kenmerk, dat het hoekdeel althans aan de binnenste zijde van de inrichting grotendeels de vorm van een winkelhaak vertoond en daarbij, gezien in bovenaanzicht een volgens een holle welving verlopende binnenranden heeft, zodanig dat het geprojecteerde snijpunt van 5 de op het hoekstuk aansluitende binnenste schermranden zich aan de buitenzijde van de binnenrand van het hoekstuk bevind.

9. Scherminrichting volgens een der conclusies 3-8, met het kenmerk, dat het dilatatiedeel is gevormd door een inzetstuk van ten opzichte van de daarop 10 aansluitende schermdelen, andersoortig schermmateriaal.

10. Scherminrichting volgens een der voorgaande conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het hoekinzetstuk is gevormd uit relatief stevig materiaal.

11. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spanningsopneemvoorziening en/of het dilatatiedeel althans mede is gevormd door een verbindingsconstructie in het scherm waarbij een of meer van de binnenste harmonicaranden ter plaatse van een hoek in de inrichting uitsluitend is verbonden met een buitenste rand van een dwars daarop aangrenzend schermvlak. 20

12. Scherminrichting volgens 11, met het kenmerk, dat de hoek van het gevormde scherm langs de buitenzijde door wegneming van materiaal is afgerond, bijvoorkeur binnen het vlak dat gedefinieerd wordt door het snijpunt van althans de projecties van de betreffende binnenste harmonica rand en een betreffende buitenste harmonicarand 25 van het aangrenzend schermvlak.

13. Werkwijze voor het vormen van een insectenscherm volgens conclusie 11, waarbij op voor een betreffende opening op lengte en op hoogte voorgesneden schermdelen voor een zijvlak en een hoofdvlak in voorbepaalde harmonicavorm zijn 30 gevouwen, vervolgens onder gebruikmaking van bij voorkeur wafelvormige hulpmiddelen haaks, en met de plooien van de respectieve harmonicavormen in elkaar grijpend ten opzichte van elkaar gepositioneerd en aansluitend langs de buitenste harmonica randen van het scherm onderling verbonden worden. 1015820

14. Werkwijze volgens 12, met het kenmerk, dat de hoek in het te vormen scherm in combinatie met de stappen van 12 wordt afgerond door het afnemen van materiaal ter plaatse van de hoek, bij voorkeur in combinatie met en in hoofdzaak parallel aan een onderlinge fixatie volgens een gebogen lijn. 5

15. Schermdoek volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doek op voorgedefinieerde afstanden is voorzien van althans in hoofdzaak overdwars aangebrachte stroken van een soepeler karakter dan aansluitende doekdelen, bij voorkeur is geweven op een plaatselijk afwijkende wijze en/of met soepeler en/of 10 dunnere bedrading.

16. Schermdoek volgens 15 met het kenmerk, dat de voorgedefinieerde afstanden zijn afgestemd op een bepaalde breedte van een beluchtingopening.