NL1015792C2 - Inrichting alsmede systeem voor het doorsturen van digitaal dataverkeer. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting alsmede systeem voor het doorsturen van digitaal dataverkeer.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het doorsturen van digitaal dataverkeer naar een ontvanger-communicatiemiddel, waarbij het dataverkeer is voorzien van afzendercodes zoals afzenderadressen van afzenders, waarbij de inrichting een 5 dataverkeer-doorstuurcomputer omvat, waarbij de inrichting is voorzien van opslagmiddelen die zijn ingericht om enkele afzendercodes op te slaan, waarbij de doorstuurcomputer is ingericht om elke afzendercode van door te sturen dataverkeer te vergelijken met de in de opslagmiddelen opgeslagen afzendercodes.

10 Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend, en wordt gebruikt om het aan een ontvanger geadresseerde dataverkeer te filteren zodat een deel van het dataverkeer niet naar het ontvanger-communicatiemiddel van de ontvanger wordt doorgestuurd. Een dergelijke inrichting is doorgaans ingericht om dataverkeer niet naar het ontvanger-15 communicatiemiddel door te sturen wanneer het dataverkeer is voorzien van een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen opgeslagen afzendercode. Dergelijke inrichtingen worden veelal gebruikt in combinatie met een communicatienetwerk als het internet en/of een telefoonnetwerk, waar een ontvanger ongewenst dataverkeer, ook wel 'spam' genoemd, van 20 hem al dan niet bekende afzenders kan ontvangen op zijn ontvanger-communicatiemiddel. Daarbij bewerkstelligt de inrichting dat het ongewenste dataverkeer niet het ontvanger-communicatiemiddel kan bereiken.

Het genoemde dataverkeer kan bijvoorbeeld digitale berichten 25 zoals e-mail of sms-berichten omvatten, waaraan andere digitale bestanden zoals tekeningen, geluids- of videofragmenten, of dergelijke kunnen zijn gekoppeld. Het dataverkeer kan de ontvanger op verschillende manieren 015792 2 bereiken, bijvoorbeeld door direct naar het ontvanger-communicatiemiddel te worden gestuurd via het communicatienetwerk en de dataverkeer-doorstuurcomputer. Ook kan het dataverkeer tijdelijk op een dataverkeer-tussenstation, bijvoorbeeld een op het netwerk aangesloten computer zoals 5 een e-mail of sms-berichten server, worden opgeslagen, en pas naar het ontvanger-communicatiemiddel worden doorgestuurd wanneer de doorstuurcomputer daartoe opdracht heeft gekregen van de ontvanger. De doorstuurcomputer kan verder zodanig aan het ontvanger-communicatiemiddel zijn gekoppeld, dat de ontvanger zich eerst aan deze 10 computer dient te identificeren, bijvoorbeeld door het opgeven van een gebruikersnaam en wachtwoord, om dataverkeer vanaf het netwerk via de doorstuurcomputer te kunnen ontvangen met zijn communicatiemiddel.

Nadeel van de bekende inrichting is, dat de doorstuurcomputer dataverkeer slechts tegenhoudt wanneer het dataverkeer is voorzien van 15 een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen opgeslagen afzendercode. Daardoor blijft de kans groot dat toch ongewenst dataverkeer naar het ontvanger-communicatiemiddel wordt doorgestuurd, met name bij gebruik in combinatie met een relatief omvangrijk communicatienetwerk.

In dat geval is het ongewenste dataverkeer voorzien van afzendercodes die 20 nog niet in de opslagmiddelen zijn opgenomen. Deze afzendercodes kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt door afzenders waarvan de ontvanger nog niet eerder ongewenst dataverkeer heeft ontvangen, zodat hij geen kans heeft gehad om deze codes in de opslagmiddelen te laten opnemen door bijvoorbeeld een beheerder van deze bekende inrichting. Bovendien kan een 25 kwaadwillende afzender telkens gebruik maken van een nieuwe afzendercode, bijvoorbeeld door telkens van afzenderadres te veranderen, en een ontvanger zo met ongewenst dataverkeer lastig blijven vallen. De ontvanger dient in dat geval telkens na ontvangst van het ongewenste dataverkeer de daaraan gekoppelde nieuwe afzendercode in de 30 opslagmiddelen te laten opnemen, hetgeen relatief veel tijd kost en ergernis > . ' ^ 3 kan opwekken. Bovendien zal hij zo niet in staat zijn om het ongewenste dataverkeer afkomstig van een dergelijke kwaadwillende afzender voorgoed te weren.

De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde nadelen op te 5 lossen. De uitvinding verschaft derhalve een inrichting voor het doorsturen van digitaal dataverkeer die ongewenst dataverkeer relatief goed uit een hoeveelheid naar het ontvanger-communicatiemiddel door te sturen dataverkeer kan filteren.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, 10 doordat de doorstuurcomputer is ingericht om slechts dataverkeer naar het ontvanger-communicatiemiddel door te sturen indien het dataverkeer is voorzien van een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen opgeslagen afzendercode.

Deze inrichting zal geen dataverkeer naar het ontvanger-15 communicatiemiddel doorsturen, tenzij het dataverkeer is voorzien van een afzendercode die in de opslagmiddelen is opgeslagen. Derhalve zal de ontvanger met zijn ontvanger-communicatiemiddel slechts het dataverkeer van een beperkt aantal geautoriseerde afzenders kunnen ontvangen, waarbij van elk van deze geautoriseerde afzenders een afzendercode in de 20 opslagmiddelen is opgeslagen. Aldus is het voor alle andere afzenders onmogelijk om de ontvanger bijvoorbeeld met dataverkeer lastig te vallen en zijn ontvanger-communicatiemiddel nodeloos te belasten. Derhalve zal deze inrichting nagenoeg al het ongewenste dataverkeer uit een hoeveelheid naar het ontvanger-communicatiemiddel door te sturen dataverkeer kunnen 25 filteren.

Volgens een voordelige uitwerking van de uitvinding is de inrichting voorzien van communicatiemiddelen die zijn ingericht om een ontvanger via zijn ontvanger-communicatiemiddel toegang te verschaffen tot de in de opslagmiddelen opgeslagen afzendercodes, zodanig dat de 30 ontvanger een afzendercode kan toevoegen aan of verwijderen uit de 4 opslagmiddelen ten behoeve van het autoriseren, respectievelijk blokkeren van dataverkeer dat van die afzendercode is voorzien.

Zo kan de ontvanger zelf relatief snel en eenvoudig wijzigingen aanbrengen in de door de opslagmiddelen opgeslagen afzendercodes, zonder 5 daartoe afhankelijk te zijn van diensten van bijvoorbeeld een beheerder van de inrichting.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de doorstuurcomputer ingericht om dataverkeer dat is voorzien van een afzendercode die niet in de opslagmiddelen is opgeslagen, te wissen.

10 Zo kan dit dataverkeer zich niet in de inrichting of in een daaraan gekoppeld netwerk ophopen, en wordt voorkomen dat kostbare dataverkeer-opslagruimte nodeloos wordt gevuld. Bij voorkeur is de inrichting voorzien van terugstuur-communicatiemiddelen die zijn ingericht om een boodschap via een communicatienetwerk terug te sturen naar elke afzender van 15 dataverkeer dat is voorzien van een afzendercode die niet in de opslagmiddelen is opgeslagen, zodat een afzender bijvoorbeeld kan worden ingelicht dat het door hem gezonden dataverkeer niet bij de ontvanger is aangekomen. Een dergelijke boodschap kan worden voorzien van bijvoorbeeld het niet doorgestuurde dataverkeer.

20 De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem, omvattende tenminste één afzender-communicatiemiddel, een communicatienetwerk en een ontvanger-communicatiemiddel, waarbij elk afzender-communicatiemiddel is ingericht om digitaal dataverkeer via het communicatienetwerk naar het ontvanger-communicatiemiddel te 25 versturen, gekenmerkt doordat het systeem is voorzien van een inrichting volgens de uitvinding ten behoeve van het doorsturen van digitaal dataverkeer naar het ontvanger-communicatiemiddel althans wanneer het dataverkeer is voorzien van een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen van de inrichting opgeslagen afzendercode.

| 0 ’ ' ' ' 5

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een gegevensdrager, zoals een CDROM, een Smartcard, een floppydisk of dergelijke, waarbij de gegevensdrager is voorzien van digitale informatie die, wanneer deze wordt geladen in de computer van een ontvanger, deze computer geschikt maakt 5 om zich als ontvanger-computer in communicatieverbinding te stellen met een dergelijke inrichting. De op de gegevensdrager opgeslagen informatie kan, wanneer deze is geladen in een computer, zodanig zijn dat de ontvanger-computer de ontvanger geheel automatisch door een wijzigingsproces leidt ten behoeve van het toevoegen en/of verwijderen van 10 afzendercodes aan, respectievelijk uit de opslagmiddelen, zodat de ontvanger dit proces relatief snel een makkelijk kan uitvoeren.

De onderhavige uitvinding zal nader worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: figuur 1 een schematische weergave van een uitvoeringsvoorbeeld 15 van de uitvinding.

Het in de figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een systeem dat is voorzien van een aantal afzender-communicatiemiddelen AC die via communicatieverbindingen zijn aangesloten op een communicatienetwerk N. Het systeem omvat verder een een ontvanger-20 communicatiemiddel OC en een inrichting 1 ten behoeve van het doorsturen van digitaal dataverkeer naar het ontvanger-communicatiemiddel OC via een communicatieverbinding 5. Deze inrichting 1 omvat een dataverkeer-doorstuurcomputer DC en opslagmiddelen OM die zijn ingericht om enkele afzendercodes zoals afzenderadressen aa(l) en aa(2) op te slaan. Deze 25 opslagmiddelen OM kunnen bijvoorbeeld een computergeheugen omvatten. De doorstuurcomputer DC is ingericht om elke afzendercode van door te sturen dataverkeer te vergelijken met de in de opslagmiddelen OM opgeslagen afzendercodes. Voorts is de doorstuurcomputer DC ingericht om slechts dataverkeer via de communicatieverbinding 5 naar het ontvanger-30 communicatiemiddel OC door te sturen indien het is voorzien van een in de 6 opslagmiddelen OM opgeslagen afzendercode. De inrichting 1 is verder voorzien van communicatiemiddelen CM die zijn ingericht om een ontvanger via een communicatieverbinding 4 toegang te verschaffen tot de in de opslagmiddelen OM opgeslagen afzendercodes, zodat de ontvanger een 5 afzendercode kan toevoegen aan of verwijderen uit de opslagmiddelen OM.

In gebruik kunnen afzenders vanaf de afzender-communicatiemiddelen AC dataverkeer naar het ontvanger-communicatiemiddel OC van de ontvanger sturen via het netwerk N, de inrichting 1 en daaraan gekoppelde communicatieverbindingen 2, 5. Daarbij 10 filtert de doorstuurcomputer DC van de inrichting 1 het dataverkeer zodanig, dat slechts dataverkeer dat is voorzien van een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen OM opgeslagen afzendercode, het ontvanger-communicatiemiddel bereikt. Het niet-doorgestuurde dataverkeer kan worden gewist door bijvoorbeeld de doorstuurcomputer DC, 15 waarbij terugstuur-communicatiemiddelen TM van de inrichting een boodschap via het communicatienetwerk N kunnen terugsturen naar elke afzender van dat niet-doorgestuurde dataverkeer.

Het spreekt vanzelf dat de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld, maar dat diverse wijzigingen 20 mogelijk zijn binnen het raam van de uitvinding.

Zo kan het systeem van diverse inrichtingen zoals computers zijn voorzien, welke zijn ingericht om dataverkeer te sturen en/of op te slaan, bijvoorbeeld computers die als dataverkeer-servers zoals mailservers zijn ingericht.

25 Voorts kan het systeem van verscheidene inrichtingen 1 zijn voorzien om dataverkeer te filteren dat aan verscheidene ontvangers is geadresseerd.

Daarnaast kunnen de afzender- en ontvangercommunicatiemiddelen bijvoorbeeld computers, telefoons, of een 30 combinatie van deze of andere digitale communicatieapparatuur omvatten.

7

Voorts kan de doorstuurcomputer DC van de inrichting 1 zijn ingericht, om één bepaald type dataverkeer, zoals bijvoorbeeld e-mail, te filteren op de bovenbeschreven wijze, en een ander type dataverkeer, bijvoorbeeld dataverkeer omvattende internetpagina's of gedigitaliseerd 5 beeld en/of geluid, naar het ontvanger-communicatiemiddel OC ongefilterd door te sturen.

Claims (7)

1. Inrichting voor het doorsturen van digitaal dataverkeer naar een ontvanger-communicatiemiddel (OC), waarbij het dataverkeer is voorzien van afzendercodes zoals afzenderadressen van afzenders, waarbij de 5 inrichting (1) een dataverkeer-doorstuurcomputer (DC) omvat, waarbij de inrichting (1) is voorzien van opslagmiddelen (OM) die zijn ingericht om enkele afzendercodes op te slaan, waarbij de doorstuurcomputer (DC) is ingericht om elke afzendercode van door te sturen dataverkeer te vergelijken met de in de opslagmiddelen (OM) opgeslagen afzendercodes, 10 met het kenmerk, dat de doorstuurcomputer (DC) is ingericht om slechts dataverkeer naar het ontvanger-communicatiemiddel (OC) door te sturen indien het dataverkeer is voorzien van een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen (OM) opgeslagen afzendercode.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting 15 is voorzien van communicatiemiddelen (CM) die zijn ingericht om een ontvanger via zijn ontvanger-communicatiemiddel (OC) toegang te verschaffen tot de in de opslagmiddelen (OM) opgeslagen afzendercodes, zodanig dat de ontvanger een afzendercode kan toevoegen aan of verwijderen uit de opslagmiddelen (OM) ten behoeve van het autoriseren, 20 respectievelijk blokkeren van dataverkeer dat van die afzendercode is voorzien.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorstuurcomputer (DC) is ingericht om dataverkeer dat is voorzien van een afzendercode die niet in de opslagmiddelen (OM) is opgeslagen, te wissen.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van terugstuur-communicatiemiddelen (TM) die zijn ingericht om een boodschap via een lillUQo * communicatienetwerk (N) terug te sturen naar elke afzender van dataverkeer dat is voorzien van een afzendercode die niet in de opslagmiddelen (OM) is opgeslagen.

5. Systeem, omvattende tenminste één afzender-communicatiemiddel 5 (AC), een communicatienetwerk (N) en een ontvanger-communicatiemiddel (OC), waarbij elk afzender-communicatiemiddel (AC) is ingericht om digitaal dataverkeer via het communicatienetwerk (N) naar het ontvanger-communicatiemiddel (OC) te versturen, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een inrichting (1) volgens één der conclusies 1-4 ten behoeve 10 van het doorsturen van digitaal dataverkeer naar het ontvanger- communicatiemiddel(OC) althans wanneer het dataverkeer is voorzien van een afzendercode die gelijk is aan een in de opslagmiddelen (OM) van de inrichting (1) opgeslagen afzendercode.

6. Gegevensdrager, zoals een CDROM, een Smartcard, een floppydisk 15 of dergelijke, waarbij de gegevensdrager is voorzien van digitale informatie die, wanneer deze wordt geladen in de computer van een ontvanger, deze computer geschikt maakt om zich als ontvanger-computer (OC) in communicatieverbinding te stellen met een inrichting (1) volgens althans conclusie 2.

7. Gegevensdrager volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de daarop opgeslagen informatie, wanneer deze is geladen in een computer zodanig is dat de ontvanger-computer (OC) de ontvanger geheel automatisch door een wijzigingsproces leidt ten behoeve van het toevoegen en/of verwijderen van afzendercodes aan, respectievelijk uit de 25 opslagmiddelen(OM). 30 "V :·'ί ^ H 7 Q *> v. ✓ * iï