NL1015050C2 - Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame. - Google Patents

Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame. Download PDF

Info

Publication number
NL1015050C2
NL1015050C2 NL1015050A NL1015050A NL1015050C2 NL 1015050 C2 NL1015050 C2 NL 1015050C2 NL 1015050 A NL1015050 A NL 1015050A NL 1015050 A NL1015050 A NL 1015050A NL 1015050 C2 NL1015050 C2 NL 1015050C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mounting
engagement
mounting seats
wheel axle
side wall
Prior art date
Application number
NL1015050A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Red Lan
Original Assignee
Red Lan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Red Lan filed Critical Red Lan
Priority to GB0010458A priority Critical patent/GB2361677B/en
Priority to DE20007757U priority patent/DE20007757U1/en
Priority to NL1015050A priority patent/NL1015050C2/en
Priority to SE0001571A priority patent/SE516605C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1015050C2 publication Critical patent/NL1015050C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/06Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor collapsible or foldable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2205/00Hand-propelled vehicles or sledges being foldable or dismountable when not in use
    • B62B2205/10Detachable wheels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/044Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor three wheeled

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Carriages For Children, Sleds, And Other Hand-Operated Vehicles (AREA)

Description

Titel: Montageinrichting voor het monteren van een voorwielas in een wandelwagenframeTitle: Assembly device for mounting a front wheel axle in a stroller frame

De uitvinding heeft betrekking op een montageinrichting voor het monteren van een voorwielas in een wandelwagenframe, meer in het bijzonder op een montageinrichting die het monteren en demonteren van een voorwielas in en uit een wandelwagenframe vergemakkelijkt.The invention relates to a mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame, more particularly to a mounting device that facilitates mounting and dismounting a front wheel axle in and out of a stroller frame.

5 Een gebruikelijk driewielig wandelwagenframe omvat een omgekeerd U-vormige handgreep met evenwijdige zijarmen, een evenwijdig paar achtersteunstangen geplaatst onder en zwenkbaar verbonden met de zijarmen, en een dwarsas verbonden met de onderuiteinden van de achtersteunstangen en voorzien van twee achterwielen aan twee tegenover 10 elkaar gelegen einden daarvan. Het wandelwagenframe is voorzien van een vooreinddeel met een paar onderling op afstand gelegen zijbuizen voor het gezamenlijk dragen van een voorwiel. Opgemerkt wordt dat monteren en demonteren van het voorwiel op en uit het wandelwagenframe nogal wat ongemak met zich brengt bij de bekende constructies als gevolg van de 15 noodzaak om componenten van een borginrichting vast te zetten en los te maken.A conventional three-wheeled stroller frame includes an inverted U-shaped handle with parallel side arms, a parallel pair of rear support rods positioned below and pivotally connected to the side arms, and a transverse axis connected to the lower ends of the rear support rods and provided with two rear wheels on two opposing sides ends thereof. The stroller frame is provided with a front end part with a pair of mutually spaced side tubes for jointly carrying a front wheel. It is noted that mounting and dismounting the front wheel on and out of the stroller frame involves quite a bit of inconvenience in the known structures due to the need to secure and loosen components of a locking device.

Zodoende is het doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een montageframe voor het monteren van een voorwielas in een wandelwagenframe op zodanige wijze dat het monteren en demonteren van 20 de voorwielas in en uit het wandelwagenframe wordt vergemakkelijkt.Thus, the object of the present invention is to provide a mounting frame for mounting a front wheel axle in a stroller frame in such a way that mounting and dismounting the front wheel axle in and out of the stroller frame is facilitated.

Dienovereenkomstig is de montageinrichting volgens de onderhavige uitvinding geschikt voor het monteren van een voorwielas op twee onderlinge op afstand gelegen zijbuizen van een wandelwagenframe. De zijbuizen hebben distale einddelen. De voorwielas heeft twee tegenover 25 elkaar gelegen einddelen. De montageinrichting omvat een paar holle montagezittingen, die elk geschikt zijn om te worden geplaatst tussen een der einddelen van de wielas en het distale einddeel van een van de .1015050- 2 zijbuizen. Elke montage zitting heeft een binnenzijwand gericht naar de andere van de montagezittingen, een buitenzijwand gelegen tegenover de binnenzijwand, een bodemeindwand die de binnen- en buitenzijwanden verbindt, en een boveneindwand gelegen tegenover de bodemeindwand. De 5 binnenzijwand is voorzien van een langgerekte opening die zich in een bovenwaartse richting uitstrekt langs de binnenzijwand en die geschikt is voor het daardoor heen kunnen laten reiken van een van de einddelen van de wielas. De binnenzijwand is voorzien van een aanslagranddeel dat het boveneinde van de langgerekte opening bepaalt. Elk van de 10 montagezittingen omvat verder een veerkrachtige aangrijpplaat die binnenwaarts van de opening tussen de binnen- en buitenzijwanden is geplaatsten die helt ten opzichte van de binnenzijwand. De aangrijpplaat heeft een aangrijpeinde dat gesitueerd is nabij het aanslagranddeel van de binnenzijwand en dat samenwerkt met het aanslagranddeel van de 15 binnenzijwand en dat samenwerkt met het aanslagranddeel voor het daartussen vormen van een borgruimte, en een verbindingseinde gelegen op afstand van het aanslagranddeel. De borgruimte is geschikt voor het daarin opnemen van een van de einddelen van de voorwielas. De afstand tussen de verbindingseinden van de aangrijpplaten van de montagezittingen is groter 20 dan de afstand tussen de aangrijpeinden van de aangrijpplaten van de montagezittingen. De openingen in de binnenzijwanden van de montagezittingen zijn geschikt voor het daar langs laten schuiven van de voorwielas in de richting van de aanslagranddelen van de binnenzijwanden van de montagezittingen teneinde de einddelen van de voorwielas in staat 25 te stellen de aangrijpeinden van de aangrijpplaten uit elkaar te drukken en verder om de aangrijpeinden van de aangrijpplaten in staat te stellen naar elkaar toe terug te veren voor het borgen van de einddelen van de wielas in de borgruimten wanneer de einddelen van de wielas zich uitstrekken in de borgruimten.Accordingly, the mounting device of the present invention is suitable for mounting a front wheel axle to two spaced apart side tubes of a stroller frame. The side tubes have distal end portions. The front wheel axle has two opposite end parts. The mounting device includes a pair of hollow mounting seats, each of which is adapted to be placed between one of the wheel axle end portions and the distal end portion of one of the 1015050-2 side tubes. Each mounting seat has an inner side wall facing the other of the mounting seats, an outer side wall opposite the inner side wall, a bottom end wall connecting the inner and outer side walls, and an upper end wall opposite the bottom end wall. The inner side wall is provided with an elongated opening which extends in an upward direction along the inner side wall and which is suitable for allowing one of the end parts of the wheel axle to extend therethrough. The inner side wall is provided with a stop edge that defines the top end of the elongated opening. Each of the 10 mounting seats further includes a resilient engagement plate positioned inwardly of the gap between the inner and outer side walls that is inclined to the inner side wall. The engagement plate has an engagement end located near the abutment edge portion of the inner side wall and which cooperates with the abutment edge portion of the inner side wall and which cooperates with the abutment edge portion to form a locking space therebetween, and a connecting end spaced from the abutment edge portion. The locking space is suitable for receiving one of the end parts of the front wheel axle. The distance between the connecting ends of the engagement plates of the mounting seats is greater than the distance between the engagement ends of the engagement plates of the mounting seats. The openings in the inner side walls of the mounting seats are adapted to slide the front wheel axle along it toward the abutment edges of the inner side walls of the mounting seats to allow the end portions of the front wheel axle to apart the engagement ends of the engagement plates and further to enable the engagement ends of the engagement plates to spring back together to lock the end portions of the wheel axle into the lock spaces as the end portions of the wheel axle extend into the lock spaces.

10 15050- 310 15050- 3

Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de navolgende gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm onder verwijzing naar de bijgaande tekening.Other features and advantages of the present invention will become apparent from the following detailed description of the preferred embodiment with reference to the accompanying drawings.

5 Daarbij toont:5 It shows:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een wandelwagenframe, dat een voorkeursuitvoeringsvorm van de montageinrichting volgens de onderhavige uitvinding bevat;Fig. 1 is a perspective view of a stroller frame containing a preferred embodiment of the mounting device according to the present invention;

Fig. 2 een uiteengenomen doorsnede aanzicht, dat de 10 voorkeursuitvoeringsvorm illustreert;Fig. 2 is an exploded cross-sectional view illustrating the preferred embodiment;

Fig. 3 een perspectivisch achteraanzicht, dat een montagezitting van de montageinrichting volgens de voorkeursuitvoeringsvorm toont;Fig. 3 is a rear perspective view showing a mounting seat of the mounting device according to the preferred embodiment;

Fig. 4 een ander perspectivisch aanzicht, dat de montagezitting volgens figuur 3 toont; en 15 Fig. 5 een doorsnede aanzicht van de montageinrichting van de voorkeursuitvoeringsvorm als daarin een voorwielas is gemonteerd.Fig. 4 is another perspective view showing the mounting seat of FIG. 3; and FIG. 5 is a cross-sectional view of the mounting device of the preferred embodiment when a front wheel axle is mounted therein.

Zoals getoond in figuur 1 en 2 is de voorkeursuitvoeringsvorm van de montageinrichting volgens de onderhavige uitvinding geschikt om te worden toegepast in een wandelwagenframe 3 voor het monteren van een 20 voorwiel 34 in het wandelwagenframe 3. Het wandelwagenframe 3 is voorzien van een omgekeerd U-vormige handgreep 31 met evenwijdige zijarmen 311, en twee op afstand van elkaar gelegen zijbuizen 32, die zich neerwaarts en voorwaarts vanaf de zijarmen 311 uitstrekken. De zijbuizen 32 convergeren in voorwaartse richting voor het gezamenlijk dragen van het 25 voorwiel 34 bij distale einddelen 321 daarvan. Het voorwiel 34 is voorzien van een wielas 341 met twee tegenover elkaar gelegen laterale einddelen 340. Elk van de einddelen 340 van de wielas 341 is voorzien van een ringvormige groef 342. Een gebogen spatbord 35 is geplaatst boven het voorwiel 34 en voorzien van een bovenplaat 351 en een paar zijplaten 352 30 die zich neerwaarts uitstrekken vanaf de bovenplaat 351 naar de langszijde 10 15050- 4 van het voorwiel 34. Elk van de zijplaten 352 is voorzien van een neerwaartse verlenging 352a die voorzien is van een gebogen ondereinde 353 met een verticaal aangrijpgat 354.As shown in Figures 1 and 2, the preferred embodiment of the mounting device according to the present invention is suitable for use in a stroller frame 3 for mounting a front wheel 34 in the stroller frame 3. The stroller frame 3 is provided with an inverted U-shaped handle 31 with parallel side arms 311, and two spaced side tubes 32 extending downward and forward from side arms 311. The side tubes 32 converge in the forward direction to jointly carry the front wheel 34 at distal end portions 321 thereof. The front wheel 34 includes a wheel axle 341 with two opposed lateral end portions 340. Each of the end portions 340 of the wheel axle 341 is provided with an annular groove 342. A curved mudguard 35 is positioned above the front wheel 34 and includes a top plate 351 and a pair of side plates 352 30 extending downward from the top plate 351 to the longitudinal side 15050-4 of the front wheel 34. Each of the side plates 352 includes a downward extension 352a having a curved bottom end 353 with a vertical engagement hole 354.

De montageinrichting omvat een paar holle montagezittingen 2 5 geschikt om op de laterale zijde van het voorwiel 34 te worden geplaatst. Elk van de montagezittingen 2 is geschikt om te worden geplaatst tussen een van de einddelen 340 van de voorwielas 341 en het distale einddeel 321 van een van de zijbuizen 32.The mounting device includes a pair of hollow mounting seats 25 suitable to be placed on the lateral side of the front wheel 34. Each of the mounting seats 2 is adapted to be placed between one of the end portions 340 of the front wheel axle 341 and the distal end portion 321 of one of the side tubes 32.

Zoals getoond in figuur 2 en 3 is elk van de montagezittingen 2 10 integraal vervaardigd van een kunststof materiaal, en heeft een binnenzijwand 22 die gericht is naar een van de montagezittingen 2 en die geschikt is'om tegenover een van de laterale zijde van het voorwiel 34 te worden geplaatst, een buitenzijwand 23 gelegen tegenover de binnenzijwand 22, een bodemeindwand 24 die de binnen- en 15 buitenzijwanden 22 en 23 onderling verbindt, een gebogen boveneindwand 25 gelegen tegenover de bodemeindwand 24, en een voorzijwand 21 die zich uitstrekt tussen de binnen- en buitenzijwanden 22, 23 en de boven- en ondereindwanden 25, 24 voor het afdekken van de voorzijde van de montage zitting 2. De montagezitting 2 is verder voorzien van een 20 scheidingswand 28 geplaatst tussen de binnen- en buitenzijwanden 22, 23 en evenwijdig aan de buitenzijwand 23. De scheidingswand 28 werkt samen met de buitenzijwand 23 voor het daartussen bepalen van een buisborgruimte 282. De buisborgruimte 282 is geschikt voor het opnemen van het distale einddeel 321 van een van de zijbuizen 32. De 25 scheidingswand 28 en buitenzijwand 23 zijn voorzien van in lijn gelegen eerste borggaten 281, 231 die geschikt zijn voor het kunnen doorlaten van een borgelement 30 voor het borgen van het distale einddeel 321 van een van de zijbuizen 32 aan de montagezitting 2. De buitenzijwand 23 heeft een onderdeel voorzien van een tweede borggat 232 dat geschikt is voor het 30 doorlaten van een ander borgelement 30' voor het vastzetten van het distale 1015050- 5 einddeel 321 van een van de zijbuizen 32 op de buitenzijwand 23. De boveneindwand 25 is voorzien van een aangrijpuitsteeksel 251 met een boven gelegen weerhaakeinde dat geschikt is om te reiken door en aan te grijpen op het aangrijpgat 354 in een van de neerwaartse verlengingen 352 5 van het spatbord 35 voor het monteren van het spatbord 35 op de montagezittingen 2 zodat het spatbord 35 de montage zittingen 2 overbrugt.As shown in Figures 2 and 3, each of the mounting seats 2 is integrally made of a plastic material, and has an inner side wall 22 facing one of the mounting seats 2 and which is arranged opposite one of the lateral side of the front wheel 34, an outer side wall 23 facing the inner side wall 22, a bottom end wall 24 interconnecting the inner and outer side walls 22 and 23, a curved top end wall 25 located opposite the bottom end wall 24, and a front side wall 21 extending between the inner - and outer side walls 22, 23 and the top and bottom end walls 25, 24 for covering the front of the mounting seat 2. The mounting seat 2 is further provided with a dividing wall 28 placed between the inner and outer side walls 22, 23 and parallel on the outer side wall 23. The dividing wall 28 cooperates with the outer side wall 23 for determining a pipe securing space 282 between them. The pipe securing space 282 is for receiving the distal end portion 321 of one of the side tubes 32. The dividing wall 28 and outer side wall 23 are provided with aligned first locking holes 281, 231 which are suitable for allowing passage of a locking element 30 for securing the distal end portion 321 of one of the side tubes 32 on the mounting seat 2. The outer side wall 23 has a part provided with a second locking hole 232 suitable for passage of another locking element 30 'for securing the distal 1015050 end portion 321 of one of the side tubes 32 on the outer side wall 23. The top end wall 25 includes an engagement protrusion 251 with an upper barb end that is adapted to reach through and engage the engagement hole 354 in one of the downward extensions 352 of the mudguard 35 for mounting the mudguard 35 on the mounting seats 2 so that the mudguard 35 bridges the mounting seats 2.

Zoals getoond in figuur 2 en 4 is de binnenzijwand 22 van elk van de montagezittingen 2 voorzien van een langgerekte opening 26, die zich in bovenwaartse richting uitstrekt vanaf de bodemeindwand 24. De 10 bodemeindwand 24 heeft een inwendige rand voorzien van een inkeping 241 die zich naar de opening 26 toe uitstrekt. De binnenzijwand 22 is verder voorzien van een gebogen aanslagranddeel 261 dat een boveneinde van de opening 26 begrenst, en een gebogen rand 221 nabij het boveneinde van de opening 26 en uitstekend in richting van de andere montagezitting 2. Elk 15 van de montagezittingen 2 is verder voorzien van een veerkrachtige aangrijpplaat 27 die geplaatst is tussen de binnenzijwand 22 en de scheidingswand 28 en binnenwaarts van de opening 26. De aangrijpplaat 27 strekt zich bovenwaarts uit vanaf de bodemeindwand 24 in de richting van het aanslagranddeel 26, en helt in de richting van de binnenzijwand 22. De 20 aangrijpplaat 27 heeft een distaai aangrijpeinde 272 in de nabijheid van het aanslagranddeel 261 van de binnenzijwand 22, en een verbindingseinde 271 op afstand van het aanslagranddeel 261 en integraal verbonden met de bodemeindwand 24. Het aangrijpeinde 272 werkt samen met het aanslagranddeel 261 van de binnenzijwand 22 voor het daartussen bepalen 25 van een borgruimte 263. De aangrijpplaat 27 is voorzien van een aangrijpuitsteeksel 275 dat toegankelijk is via een open achterzijde van de montagezitting 2 ten behoeve van het kunnen bedienen van de aangrijpplaat 27. Zoals weergegeven in figuur 2 zijn de montagezittingen 2 geschikt om te worden geplaatst op geschikte posities ten opzichte van 30 elkaar zodat de afstand (Dl) tussen de verbindingseinden 271 van de . 10 1 ö’O 5 0 - 6 aangrijpplaaten 27 van de montage zittingen 2 groter is dan de axiale lengte (L) van de wielas 341, en zodanig dat de afstand (D2) tussen de aangrijpeinden 272 van de aangrijpplaten 27 van de montagezittingen 2 kleiner is dan de axiale lengte (L) van de wielas 341.As shown in Figures 2 and 4, the inner side wall 22 of each of the mounting seats 2 is provided with an elongated opening 26 extending upwardly from the bottom end wall 24. The bottom end wall 24 has an inner rim provided with a notch 241 extends towards the opening 26. The inner side wall 22 further includes a curved stop edge portion 261 defining an upper end of the opening 26, and a curved edge 221 near the top of the opening 26 and projecting toward the other mounting seat 2. Each of the mounting seats 2 is further provided with a resilient engaging plate 27 interposed between the inner side wall 22 and the dividing wall 28 and inwardly of the opening 26. The engaging plate 27 extends upwardly from the bottom end wall 24 toward the abutment edge portion 26, and slopes toward the inner side wall 22. The engagement plate 27 has a distal engagement end 272 in the vicinity of the stop edge portion 261 of the inner side wall 22, and a connecting end 271 spaced from the stop edge portion 261 and integrally connected to the bottom end wall 24. The engagement end 272 cooperates with the stop edge portion 261 of the inner side wall 22 for defining a locking space 263 between them. The engagement plate at 27 is provided with an engagement protrusion 275 which is accessible through an open rear side of the mounting seat 2 for the purpose of operating the engagement plate 27. As shown in figure 2, the mounting seats 2 are suitable to be placed in suitable positions with respect to 30 so that the distance (D1) between the connecting ends 271 of the. 10 1 0 0 - 6 engagement plates 27 of the mounting seats 2 is greater than the axial length (L) of the wheel axle 341, and such that the distance (D2) between the engagement ends 272 of the engagement plates 27 of the mounting seats 2 is less than the axial length (L) of the wheel axle 341.

5 Zoals blijkt uit figuur 1 en 5 worden, als de montageinrichting volgens de voorkeursuitvoeringsvorm gebruikt wordt voor het monteren van het voorwiel 34 in het wandelwagenframe 3, de montagezittingen 2 respectievelijk geborgd ten opzichte van de distale einddelen 321 van de zijbuizen 32 door middel van de borgelementen 30, 30'. De 10 aangrijpuitsteeksels 251 op de montagezittingen 2 strekken zich dan uit door de aangrijpgaten 354 in het spatbord 35 voor het monteren van het spatbord §5 op de montagezittingen 2. Daarna wordt de wielas 341 van het voorwiel 34 in de richting van de montagezittingen 2 verplaatst in een bovenwaartse richting vanaf de onderzijde van de montagezittingen 2 15 teneinde de einddelen 340 daarvan toe te staan zich respectievelijk uit te strekken in de openingen 26 via de inkepingen 241 in de bodemeindwanden 24 van de montagezittingen 2. Als de wielas 341 verder omhoog schuift langs de openingen 26 in de richting van de aanslagranddelen 261, worden de aangrijpeinden 272 van de aangrijpplaten 27 uit elkaar gedrukt door 20 einddelen 340 van de wielas 341. Wanneer de einddelen 340 van de wielas 341 tot voorbij de aangrijpeinden 272 van de aangrijpplaten 27 verplaatsten en tot in de borgruimten 263 reiken, kunnen de aanggrijpeinden 272 van de aangrijpplaten 27 naar elkaar toe terug veren als gevolg van de veerkracht daarvan voor het borgen van de einddelen 340 van de wielas 341 in de 25 borgruimten 263. In deze situatie stuit de wielas 341 tegen de gebogen rand 221 op de binnenzijwanden 22 van de montagezittingen 2. Het aanslagranddeel 261 van de binnenzijwand 22 van elk van de montagezittingen 2 strekt zich uit in de ringvormige groef 342 in het respectievelijke einddeel 340 van de wielas 341. Het aanslagranddeel 261 30 dient zodoende als een stopuitsteeksel voor het beperken van zijdelingse 10 15050- 7 beweging van de wielas 341 ten opzichte van de montagezitting 2. Na samenstellen wordt het gewicht van het wandelwagenframe 3 gedeeltelijk uitgeoefend op de voorwielas 341, waardoor de stabiliteit van de aangrijping tussen de wielas 341 en de montagezittingen 2 wordt vergroot.As can be seen from Figures 1 and 5, if the mounting device according to the preferred embodiment is used for mounting the front wheel 34 in the stroller frame 3, the mounting seats 2 are respectively secured with respect to the distal end parts 321 of the side tubes 32 by means of the locking elements 30, 30 '. The engagement protrusions 251 on the mounting seats 2 then extend through the engagement holes 354 in the mudguard 35 for mounting the mudguard §5 on the mounting seats 2. Thereafter, the wheel axle 341 of the front wheel 34 is moved toward the mounting seats 2 in an upward direction from the bottom of the mounting seats 2 to allow the end portions 340 thereof to extend respectively into the openings 26 through the notches 241 in the bottom end walls 24 of the mounting seats 2. As the wheel axle 341 slides further up along the openings 26 in the direction of the stop edge parts 261, the engaging ends 272 of the engaging plates 27 are pressed apart by end parts 340 of the wheel axle 341. When the end parts 340 of the wheel axle 341 moved beyond the engaging ends 272 of the engaging plates 27 and reaching into the locking spaces 263, the engagement ends 272 of the engagement plates 27 can spring back together as due to its resilience for locking the end parts 340 of the wheel axle 341 in the locking spaces 263. In this situation, the wheel axle 341 collides with the curved edge 221 on the inner side walls 22 of the mounting seats 2. The stop edge part 261 of the inner side wall 22 of each of the mounting seats 2 extends into the annular groove 342 in the respective end portion 340 of the wheel axle 341. The stop edge portion 261 30 thus serves as a stop protrusion for limiting lateral movement of the wheel axle 341 relative to the mounting seat 2. After assembly, the weight of the stroller frame 3 is partially exerted on the front wheel axle 341, thereby increasing the stability of the engagement between the wheel axle 341 and the mounting seats 2.

5 Wanneer het gewenst is het voorwiel 34 los te maken uit de montageinrichting, worden de bedieningsuitsteeksels 275 van de aangrijpplaten 27 van de montagezittingen 2 bediend vanaf de open achterzijden van de montagezittingen 2 voor het verplaatsten van de aangrijpeinden 272 van de aangrijpplaten 27 weg van de binnenzijwanden 10 22 teneinde het respectievelijke einddeel 340 van de wielas 341 vrij te geven en het mogelijk te maken om het respectievelijke einddeel 340 van de wielas 341 te verwijderen uit de borgruimte 263 van de montagezitting 2.When it is desired to release the front wheel 34 from the mounting device, the operating protrusions 275 of the engagement plates 27 of the mounting seats 2 are operated from the open rear sides of the mounting seats 2 to move the engagement ends 272 of the engagement plates 27 away from the inner sidewalls 22 to release the respective end portion 340 of the wheel axle 341 and allow the respective end portion 340 of the wheel axle 341 to be removed from the retaining space 263 of the mounting seat 2.

Aldus is getoond, dat met het voorzien in de montageinrichting volgens de onderhavige uitvinding zowel monteren als demonteren van het 15 voorwiel 34 in en uit het wandelwagenframe 3 gemakkelijk en snel kan worden uitgevoerd.It has thus been shown that with the provision of the mounting device according to the present invention both mounting and dismounting of the front wheel 34 in and out of the stroller frame 3 can be carried out easily and quickly.

1015G50--1015G50--

Claims (8)

1. Montage inrichting voor het monteren van een voorwielas (341) op twee op afstand van elkaar gelegen zijbuizen (32) van een wandelwagenframe (3), gekenmerkt door: een paar holle montagezittingen (2), die elk geschikt zijn om te 5 worden geplaatst tussen een van de twee tegenover van elkaar gelegen einddelen (340) van de wielas (341) en een distaai einddeel (321) van een van de zijbuizen (32), waarbij elk van de montagezittingen (2) voorzien van een binnenzijwand (22) gericht naar de andere montagezitting (2), een buitenzijwand (23) gelegen tegenover de binnenzijwand (22), een 10 bodemeindwand (24) die de binnen- en buitenzijwanden (22, 23) onderling verbindt, en een boveneindwand (25) gelegen tegenover de bodemeindwand (24), waarbij de binnenzijwand (22) voorzien is van een langgerekte opening (26) die zich in een bovenwaartse richting uitstrekt langs de binnenzijwand (22) en die geschikt is voor het doorlaten van een van de einddelen (340) van 15 de wielas (341), waarbij de binnenzijwand (22) voorzien is van een aanslagranddeel (261) dat een boveneind van de langgerekte opening (26) begrenst, waarbij elk van de montagezittingen (2) verder voorzien is van een veerkrachtige aangrijpplaat (27) die binnenwaarts van de opening (26) geplaatst is tussen de binnen- en buitenzijwanden (22, 23) en die helt ten 20 opzichte van de binnenzijwand (22), waarbij de aangrijpplaat (27) voorzien van een aangrijpeinde (272) dat zich bevindt in de nabijheid van het aanslagranddeel (261) van de binnenzijwand (22) en samenwerkt met het aanslagranddeel (261) voor het daartussen vormen van een borgruimte (263), en een verbindingseinde (271) op afstand van het aanslagranddeel 25 (261), waarbij de borgruimte (263) geschikt is voor het daarin opnemen van een van de einddelen (340) van de voorwielas (341), waarbij de afstand (Dl) tussen de verbindingseinden (271) van de aangrijpplaten (27) van de 1015050- montagezittingen (2) groter is dan de afstand (D2) tussen de aangrijpeinden (272) van de aangrijpplaten (27) van de montagezittingen (2), waarbij de openingen (26) in de binnenzijwanden (22) van de montagezittingen (2) geschikt zijn voor het daar langs kunnen schuiven van de voorwielas (341) 5 in de richting van de aanslagranddelen (261) van de binnenzijwanden (22) van de montagezittingen (2) teneinde het voor de einddelen (340) van de voorwielas (341) mogelijk te maken de aangrijpeinden (272) van de aangrijpplaten (27) uit elkaar te drukken en om het verder mogelijk te maken dat de aangrijpeinden (272) van de aangrijpplaten (27) naar elkaar 10 toe terug veren voor het borgen van de einddelen (340) van de wielas (341) in de borgruimten (263).Mounting device for mounting a front wheel axle (341) on two spaced side tubes (32) of a stroller frame (3), characterized by: a pair of hollow mounting seats (2), each suitable for mounting interposed between one of the two opposite end portions (340) of the wheel axle (341) and a distal end portion (321) of one of the side tubes (32), each of the mounting seats (2) having an inner side wall (22 ) facing the other mounting seat (2), an outer side wall (23) located opposite the inner side wall (22), a bottom end wall (24) interconnecting the inner and outer side walls (22, 23), and an upper end wall (25) opposite the bottom end wall (24), the inner side wall (22) having an elongated opening (26) extending in an upward direction along the inner side wall (22) and suitable for passage of one of the end portions (340) of the wheel axle (341), with the inner side wall (22) is provided with a stop edge portion (261) defining an upper end of the elongated opening (26), each of the mounting seats (2) further including a resilient engagement plate (27) inward of the opening (26) is disposed between the inner and outer side walls (22, 23) and which is inclined relative to the inner side wall (22), the engagement plate (27) having an engagement end (272) located in the vicinity of the stop edge portion (261 ) of the inner side wall (22) and cooperates with the stop edge portion (261) to form a locking space (263) therebetween, and a connecting end (271) remote from the stop edge portion (261), the locking space (263) being suitable for receiving one of the end portions (340) of the front wheel axle (341) therein, the distance (D1) between the connecting ends (271) of the engagement plates (27) of the 1015050 mounting seats (2) being greater than the distance (D2) between the engagement ends (272 ) of the engagement plates (27) of the mounting seats (2), the openings (26) in the inner side walls (22) of the mounting seats (2) being capable of sliding the front wheel axle (341) 5 therein in the direction of the stop edge parts (261) of the inner side walls (22) of the mounting seats (2) to allow the end parts (340) of the front wheel axle (341) to push the engagement ends (272) of the engagement plates (27) apart and further enabling the engagement ends (272) of the engagement plates (27) to spring back together to lock the end portions (340) of the wheel axle (341) in the lock spaces (263). 2. ^fontageinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat elk van de montagezittingen (2) integraal is vervaardigd van een kunststof materiaal.Font device according to claim 1, characterized in that each of the mounting seats (2) is integrally manufactured from a plastic material. 3. Montageinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingseinde (271) van de aangrijpplaat (27) van elk van de montagezittingen (2) integraal is verbonden met de bodemeindwand (24) van de montagezitting (2), waarbij de bodemeindwand (24) voorzien is van een binnenrand met een inkeping (241) die zich uitstrekt naar de opening 20 (26) in de binnenzijwand (22) en geschikt is om het ene van de einddelen (340) van de wielas (341) in de opening (26) te laten reiken.Mounting device according to claim 1, characterized in that the connecting end (271) of the engagement plate (27) of each of the mounting seats (2) is integrally connected to the bottom end wall (24) of the mounting seat (2), the bottom end wall (24) has an inner rim with a notch (241) that extends to the opening 20 (26) in the inner side wall (22) and is adapted to engage one of the end portions (340) of the wheel axle (341) in the opening (26). 4. Montageinrichting volgens conclusie 1, met kenmerk, dat elk van de montagezittingen (2) voorzien is van een stopuitsteeksel dat geschikt is om aan te grijpen op een van de einddelen (340) van de voorwielas (341) 25 teneinde laterale verplaatsing van de wielas (341) ten opzichte van de montagezittingen (2) te begrenzen.Mounting device according to claim 1, characterized in that each of the mounting seats (2) is provided with a plug protrusion suitable for engaging one of the end portions (340) of the front wheel axle (341) to allow lateral displacement of the limit the wheel axle (341) to the mounting seats (2). 5. Montageinrichting volgens conclusie 1, met kenmerk, dat de boveneindwand (25) van elk van de montagezittingen (2) voorzien is van een aangrijpuitsteeksel (251), waarbij de aangrijpuitsteeksels (251) van de 30 montagezittingen (2) geschikt om aan te grijpen op een spatbord (35). J015050-Mounting device according to claim 1, characterized in that the top end wall (25) of each of the mounting seats (2) is provided with an engagement protrusion (251), the engagement protrusions (251) of the 30 mounting seats (2) being suitable for grip on a mudguard (35). J015050- 6. Montageinrichting volgens conclusie 1, met kenmerk, dat elk van de montagezittingen (2) verder voorzien is van een open achterzijde, waarbij de aangrijpplaat (27) van elk van de montagezittingen (2) voorzien is van een bedieningsuitsteeksel (275) dat toegankelijk is via de open achterzijde 5 teneinde bediening daarvan voor het verplaatsten van het aangrijpeinde (272) weg van de binnenzijwand (22) toe te staan.Mounting device according to claim 1, characterized in that each of the mounting seats (2) further comprises an open rear, the engagement plate (27) of each of the mounting seats (2) having an operating protrusion (275) accessible is through the open rear 5 to allow actuation thereof for moving the engagement end (272) away from the inner side wall (22). 7. Montageinrichting volgens conclusie 1, met kenmerk, dat elk van de montagezittingen (2) verder voorzien is van een scheidingswand (28) geplaatst tussen de binnen- en buitenzijwanden (22, 23) en evenwijdig aan 10 de buitenzijwand (23), waarbij de scheidingswand (28) en de buitenzijwand (23) samenwerken voor het bepalen van een buisborggat (282) dat geschikt is voor he tTbp nemen van het distale einddeel (321) van een van de zijbuizen (32) van het wandelwagenframe (3).Mounting device according to claim 1, characterized in that each of the mounting seats (2) further comprises a dividing wall (28) positioned between the inner and outer side walls (22, 23) and parallel to the outer side wall (23), the dividing wall (28) and the outer side wall (23) cooperate to define a tube retaining hole (282) suitable for taking the distal end portion (321) of one of the side tubes (32) of the stroller frame (3). 8. Montageinrichting volgens conclusie 7, met kenmerk, dat de 15 scheidingswand (28) en de buitenzijwand (23) voorzien zijn van in lijn gelegen borggaten (281, 231), die geschikt zijn om daarin een element (30) te steken voor het borgen van het distale einddeel (321) van een van de zijbuizen (32) op de montage zitting (2). 101P0SÖ-Mounting device according to claim 7, characterized in that the dividing wall (28) and the outer side wall (23) are provided with aligned locking holes (281, 231), which are suitable for inserting an element (30) therein for secure the distal end portion (321) of one of the side tubes (32) to the mounting seat (2). 101P0SÖ-
NL1015050A 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame. NL1015050C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB0010458A GB2361677B (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame
DE20007757U DE20007757U1 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame
NL1015050A NL1015050C2 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame.
SE0001571A SE516605C2 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB0010458A GB2361677B (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame
DE20007757U DE20007757U1 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame
NL1015050 2000-04-28
GB0010458 2000-04-28
SE0001571 2000-04-28
DE20007757 2000-04-28
NL1015050A NL1015050C2 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame.
SE0001571A SE516605C2 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015050C2 true NL1015050C2 (en) 2001-10-30

Family

ID=27439024

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015050A NL1015050C2 (en) 2000-04-28 2000-04-28 Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE20007757U1 (en)
GB (1) GB2361677B (en)
NL (1) NL1015050C2 (en)
SE (1) SE516605C2 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN101734272B (en) * 2010-01-12 2011-11-16 好孩子儿童用品有限公司 Children cart

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0022891A1 (en) * 1979-06-26 1981-01-28 Salvatore Callerame Safety means at the ends of front and rear fork of racing and touring bicycles

Also Published As

Publication number Publication date
GB0010458D0 (en) 2000-06-14
SE0001571D0 (en) 2000-04-28
DE20007757U1 (en) 2000-08-24
SE0001571L (en) 2001-10-29
GB2361677A (en) 2001-10-31
SE516605C2 (en) 2002-02-05
GB2361677B (en) 2002-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6742791B2 (en) Stroller with spring-biased brake pins
US6289554B1 (en) Retractable wheel device for suitcase
NL1015049C2 (en) Pivot pin connector for a collapsible stroller frame.
EP1491412B1 (en) Vehicle steering wheel element with snap-in system and steering wheel comprising it
FR2853865A1 (en) Slide for vehicle seat, has two profiles, and supplementary lock to permit rotation of supplementary and main locks around axis when control unit moves from locking to unlocking position
CN201040497Y (en) Baby-carrier capable of being combined with automobile seat
US20090020984A1 (en) Single-hand-operated actuating mechanism for a foldable stroller
NL1009858C1 (en) Stroller with a brake assembly.
JP2006306386A (en) Push handle for tricycle
FR2811946A1 (en) Runner for a vehicle seat using snug fitting runners of light alloy to give increased mechanical strength
EP2295287A1 (en) Fixing base for a child car seat
NL1015050C2 (en) Mounting device for mounting a front wheel axle in a stroller frame.
JP2005059846A (en) Push-handle arrangement of tricycle
US6276759B1 (en) Mounting device for mounting a front wheel axle on a stroller frame
FR2677684A1 (en) IMPROVED INDIVIDUAL PARKING BARRIERS.
JP3737065B2 (en) Children's vehicle
EP2214972A1 (en) Slider with urging spigots
FR2721571A1 (en) Pivoting position locking of child push chair rear wheels
CN216783722U (en) Folding assembly for scooter and scooter
FR2649138A1 (en) DEVICE FOR ELASTICALLY FIXING A RAILWAY RAIL ON ITS SUPPORT
FR2791019A1 (en) LOAD STORAGE DEVICE
US20080252028A1 (en) Shock absorbing device for toy stroller
EP2527191B1 (en) Anchoring system for anchoring a seat to the floor
FR2753674A1 (en) ADDITIONAL LOAD CARRIER FOR A PROVISIONAL TROLLEY
JP7187155B2 (en) transportation vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101