NL1014956C2 - Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst. - Google Patents

Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst. Download PDF

Info

Publication number
NL1014956C2
NL1014956C2 NL1014956A NL1014956A NL1014956C2 NL 1014956 C2 NL1014956 C2 NL 1014956C2 NL 1014956 A NL1014956 A NL 1014956A NL 1014956 A NL1014956 A NL 1014956A NL 1014956 C2 NL1014956 C2 NL 1014956C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
data
memory
software
telephone network
smart card
Prior art date
Application number
NL1014956A
Other languages
English (en)
Inventor
Jelle Ossenwaarde
Original Assignee
Jelle Ossenwaarde
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jelle Ossenwaarde filed Critical Jelle Ossenwaarde
Priority to NL1014956A priority Critical patent/NL1014956C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014956C2 publication Critical patent/NL1014956C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L63/00Network architectures or network communication protocols for network security
    • H04L63/08Network architectures or network communication protocols for network security for authentication of entities
    • H04L63/0853Network architectures or network communication protocols for network security for authentication of entities using an additional device, e.g. smartcard, SIM or a different communication terminal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Computing Systems (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)
  • Telephone Function (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)

Description

tl «
Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in het tweede geheu-5 gen.
Met de introductie van mobiele communicatiesystemen zoals mobiele apparatuur, personal digital assistants en andere persoonlijke communicatiesystemen zijn veiligheidsmaatregelen om te beschermen tegen ongewenste 10 schending door derden uitgevonden in de vorm van smartcards voor identificatiedoelen. Aan deze smartcards wordt gerefereerd bijv. als een Subscriber Identification Module (SIM kaart), Wireless Application Protocol (WAP kaart), of Java kaart, waarbij Java een programmeertaal 15 is. Elke smartcard draagt een uniek smartcardserienummer (SCSN) en een uniek internationaal mobiel abonnee identificatienummer (IMSI) dat elke mobiel station uniek identificeert in een publiek land mobiel netwerk (PLMN).
Verder worden data, value-added services en programma's 20 opgeslagen op de smartcard door abonnees, netwerkbeheerders en derden. Deze data bevat bijv. telefoonboekinfor-matie of bookmarklijsten. Verder, aangezien de smartcard data verwerkingscapaciteit bevat, wordt de smartcard gebruikt om deze value-added services te verwerken. Verder 25 zijn deze smartcards vereist door de mobiele communicatiesystemen om communicatie diensten te leveren. De internationale mobiele abonnee identificatie (IMSI) op de smartcard wordt gerelateerd aan één of meer Mobile Station Integrated Service Digital Network numbers (MSISDN) 30 welke worden gebruikt om een inkomend gesprek te routeren naar het mobiele station. Het MSISDN nummer identificeert de abonnee op het PLMN, en de IMSI identificeert de smartcard.
1014956 2
Door het invoeren van de smartcard in een tweede mobiele toestel blijven de data, value-added services en programma's nog steeds beschikbaar voor de gebruiker. De abonnee kan zonder beperking wisselen van 5 beschikbaar mobiel toestel met beschikbaarheid van dezelfde MSISDN identificatie op het PLMN. Het eerste- en f tweede mobiele toestel moeten combineerbaar zijn met de smartcard.
Echter, hoewel de abonnee kan wisselen naar een 10 nieuw mobiel toestel met dezelfde smartcard is er op dit moment geen mechanisme beschikbaar om (een deel van de) data van een eerste smartcard naar een tweede smartcard over te zenden. Zo'n mechanisme kan bijv. nodig zijn voor de volgende redenen: 15 - de abonnee wisselt naar een andere operator waarbij hij een tweede smartcard ontvangt.
- de eerste smartcard is kapot of kwijt.
- de netwerkbeheerder of service provider wil de eerste smartcard vervangen door een tweede smartcard.
20 Deze situatie komt bijv. voor als: - de huidige hoeveelheid geheugen van de eerste smartcard onvoldoende is om voldoende opslagruimte voor data, programma's, value-added services etc. te bieden.
- de eerste smartcard vervangen moet worden om 25 slecht functioneren van de smartcard in de toekomst te voorkomen.
- een nieuwe generatie van mobiele toestellen een meer geavanceerde, snellere, specifiek toegesneden smartcard anders dan de eerste smartcard nodig heeft.
30 In alle gevallen geldt dat als de abonnee, de netwerkbeheerder of derde partijen (een deel van de ) data value-added services en programma's voorheen opgeslagen op de eerste smartcard willen blijven gebruiken dat dan deze informatie verzonden moet worden naar de 35 tweede smartcard.
Bijvoorbeeld, een abonnee wisselt van een eerste- naar een tweede netwerkexploitant en ontvangt een nieuwe maar lege tweede smartcard. Als de abonnee geen 1014956 3 middelen heeft om automatisch zijn telefoonboek van de eerste smartcard zeker te stellen moet de abonnee alle namen en telefoonnummers handmatig zeker stellen. Ook als een telecomoperator of service provider overgaat op 5 nieuwe handsets en/of nieuwe smartcards die niet langer combineerbaar zijn met bestaande standaarden doet zich r hetzelfde probleem voor. Sommige mobiele toestellen ondersteunen het uitwisselen van data d.m.v. een kabel die is verbonden met een computersysteem. Er is geen 10 opslag op afstand van data in een verwijderde speciale geheugeninrichting mogelijk. Het opslaan, terugvinden en wijzigen van deze data d.m.v. een connectionless, niet op een vaste verbinding aangewezen, communicatie link van een PLMN bestaat niet.
15 Om redenen van eenvoud wordt in dit document de persoonlijke data en software die wordt verzonden tussen smartcards aangeduid als data. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen soorten data aangezien het niet noodzakelijk of mogelijk is alle data van de smartcards 20 te verzenden. Met data wordt bedoeld alle data die relevant zijn voor de abonnee, de netwerkbeheerder, de servi-ceprovider of derde partijen. Ter verduidelijking worden hieronder verschillende types van data gedefinieerd: 1. Data opgeslagen door de abonnee, de netwerk-25 beheerder, de service provider of derde partijen met de toestemming van de abbonnees om dit te doen. Voorbeelden zijn: telefoonboekgegevens zoals afgekorte kiesnummers -aanvullende service sturing (ADN/SSC), vaste kiesnummers / aanvullende service sturing (FDN/SSC), laatste nummer 30 gedraaid (LND), korte berichten service (SMS), creditcard nummers, businesskaartjes, wachtwoord, voicemails, Internetadressen, e-mailadressen, e-mails, bookmarks, etc. De hoofdeigenschap van deze data is dat ze kan worden aangemaakt, gewijzigd of verwijderd door de ge-35 bruiker zelf.
2. Ten tweede data opgeslagen door de beheerder of derde partijen om te voorzien in alle functionaliteiten. De abonnee heeft gevraagd om deze data waarna het 1014956 4 wordt opgeslagen op de kaart zonder dat de abonnee het direct merkt, of de data is opgeslagen zonder de noodzaak om de abonnee hiervan in kennis te stellen. Voorbeelden zijn: het MSISDN nummer, het smartcard serienummer, 5 programma's, value-added services, etc.
3. Aangezien het geheugen van de smartcard f heden ten dagen niet extreem groot is wordt de geheugenruimte van de smartcard vaak uitgebreid met een extra speciaal geheugendeel buiten de smartcard.
10 De huidige uitvinding omvat een werkwijze voor het veilig bewaren van waardevolle software en/of persoonlijke data opgeslagen in een eerste geheugen voor een inrichting aan te sluiten op een telefoonnetwerk omvattende een identificatie (ID) deel met en ID-code, waarbij 15 de werkwijze de volgende stappen omvat: - het koppelen van genoemde persoonlijke data en/of software aan de persoonlijke ID-code van genoemd indentificatiedeel; - het verzenden van genoemde data en/of soft-20 ware met ID-code naar een computer door een telefoonnetwerk; en - het opslaan of kopiëren van genoemde data en/of software met ID-code in een tweede geheugen.
Bij een voorkeursuitvoering van deze werkwijze 25 is het identificatiedeel een SIM-card, WAP-card of JAVA-card, welke kaarten wijd verbreid zullen worden gebruikt in telefoonnetwerken zodat veel gebruikers profijt kunnen hebben van de mogelijkheid hun data, opgeslagen op de kaart, veilig te waren.
30 Een andere voorkeursuitvoeringvorm is dat de persoonlijke data een telefoonboek of boekmark-lijst is.
Op dit moment is een telefoonboek het meest wijd verbreid gebruikte programma in een SIM-card zichtbaar voor de gebruiker. Een voordeel van deze uitvoering is het maken 35 van backup van deze data omdat als over wat voor reden dan ook een gebruiker een ander kaart nodig heeft hij een kopie van deze data in een veilige plaats heeft.
1014956
I I
5
Een andere voorkeursuitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding is dat de software SIM-toolkit programma's of agenda management software omvat. Deze data zijn meestal niet zichtbaar voor de gebruiker maar 5 de programma1s voegen waarde toe voor de gebruiker en indien ze verloren raken mist de gebruiker de informatie die deze programma's kunnen weergeven zoals verkeersinformatie, hotelinformatie, beursinformatie of weerinfor-matie.
10 De inrichting aansluitbaar op een telefoonnet werk van de onderhavige uitvinding kan bij voorkeur een GSM-, GPRS-, of UMTS protocol ondersteunende telefoon zijn. Dit betekent dat door zo'n telefoon identificatie gedaan wordt met gebruikmaking van informatie van de SIM-15 card. In op GSM transmissie protocol gebaseerde netwerken is de SIM-card in hoge mate gestandariseerd zodat data formaten of programmaformaten die invloed hebben op deze uitvoering in hoge mate voorspelbaar zijn. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn in toekomstige 20 netwerken zoals UMTS netwerken. Echter dit beperkt niet het algemene idee van het kopiëren van ID-gelinkte data vanuit de telefoon via een telefoonnetwerk.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de inrichting aansluitbaar 25 aan een telefoonnetwerk een person digital assistant (PDA). PDA's zijn voorbeelden van inrichtingen die meer en meer worden uitgerust met telefoonfunctionaliteit voor datatransmissie bijv. internet toegang.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens 30 de uitvinding is het telefoonnetwerk een GSM, GPRS of DMTS protocol gebaseerd netwerk. Deze zijn op het moment, en worden verwacht te zijn in de toekomst, de meest gebruikte mobiele telefoonnetwerken. Karakteristiek van GSM netwerken is dat voor identificatie een SIM-card gebruikt 35 wordt die een identificatienummer, persoonlijke data en software bevat en die een processor heeft die in staat is tot data verwerking. In de toekomst in UMTS netwerken is het waarschijnlijk dat functies en mogelijkheden van een 1014956 6 equivalent van een SIM-card minder gedetailleerd voorgeschreven worden. Echter een identificatiefunctie in een netwerk zal nodig blijven dus volgens de huidige uitvoering zal veilige bewaring van data gekoppeld aan dit 5 ID mogelijk blijven. Een verder voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding behelst dat het eerste geheugen P· alle data bevat die gekoppeld is aan de ID code op het moment van verzenden van de data van genoemde inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk. Dit betekent dat 10 deze data opgeslagen kan zijn in de SIM-card indien de SIM-card uitgerust is met een geheugen en dat deze data ook opgeslagen kan zijn in de telefoon of pda of een soort gelijke inrichting als er geen geheugen aanwezig is in de SIM-card of dit geheugen niet voldoende is en extra 15 geheugen van de telefoon wordt gebruikt.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding behelst de hoeveelheid data die wordt gekopieerd tijdens een verzendingssessie. Het doel van deze uitvoering is om partijen of pakketten van informatie per 20 keer automatisch te verzenden. Deze procedure is bedoeld in contrast tot de huidige praktijk waarbij gebruikers handmatig normale SMS-berichten die bijv. telefoonnummers informatie bevat naar andere gebruikers zenden. Partij-gewij ze verzending van geheugendata door een telefoon-25 netwerk is nieuw in deze uitvoering. In een verdere voorkeursuitvoering volgens deze uitvinding bevat een partij meer dan een telefoonnummerrecord en softwareprogramma van het eerste geheugen bijv. de hele inhoud van het geheugen van een SIM-card. Dit betekent dat door één 30 commando van een gebruiker rechtstreeks naar de computer of door een overeenkomst met een partij zoals bedoeld in conclusie 16 rechtstreeks naar de computer zodat deze computer in staat is om het hele eerste geheugen te kopiëren in één of meer partijen afhankelijk van bijv.
35 telefoon of netwerk gebruik.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het tweede geheugen opgeslagen op een data opslaginrichting aangesloten op de computer om de 1014956 7 software of data naar toe te kopiëren. Dit betekent dat de computer de data moet zenden of opslaan op een ander geheugen dan het eerste geheugen. Dit kan een deel van een database gereserveerd voor data gekoppeld aan de ID-5 code of een bestand op een harde schijf zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens ' de uitvinding is het tweede geheugen het geheugen van een andere inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk met een identificatiedeel om de data of de software naar 10 toe te kopiëren. Dit betekent dat de data ook direct naar andere SIM-card en telefoon waarin deze kaart geplaatst is verzonden kan worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden de software en personal data verzon-15 den door een communicatie link over een PLMN. In dit geval worden de data verzonden over het GSM-netwerk dat de telefoon gebruikt.
In een verder voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de communicatie link verbindingsloze 20 (connectionless) communicatie link. Dit betekent dat de computer en de telefoon niet een vaste spraakverbinding voor transmissie van de data gebruiken maar data sturen als er netwerkcapaciteit beschikbaar is, in een formaat bruikbaar voor het netwerk.
25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de persoonlijke data ingevoerd en/of gemanipuleerd door de gebruiker van het mobiele toestel.
Dit betekent bijv. dat de telefoonboekrecords zijn ingevoerd door de gebruiker in de loop van de tijd. Het feit 30 dat dit is gedaan in de loop van de tijd betekent dat een hoop data zijn geaccumuleerd, d.w.z. het is een hoop werk voor een gebruiker deze handmatig te kopiëren, op te schrijven en opnieuw in te voeren voor gebruik in een nieuwe SIM-card. Met het doel soortgelijke handelingen te 35 voorkomen kan een partij zoals bedoeld in conclusie 16 de dienst belichaamd door deze uitvoering als een extra dienst voor de gebruikers aanbieden.
1 0 1 49 58 8
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding was de software ingevoerd en/of gemanipuleerd door de netwerkbeheerder, een service provider of een derde partij. De netwerkbeheerder kan de beheerder 5 zijn die het telefoonnetwerk dat de gebruiker gebruikt exploiteert. De service provider kan een tussenpartij zijn tussen een telefoongebruiker en een netwerk exploitant die de service levert aan een gebruiker. Derde partijen kunnen aanbieders zijn van diensten die waarde 10 toevoegen zoals weerinformatiediensten, verkeersinformatiediensten of databasediensten die (ook) een service volgens deze uitvoering willen leveren.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvoering worden de software en persoonlijke data 15 van een inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk aangepast voor het gebruik in een tweede inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk. Dit betekent dat als de data bijv. in een telefoonboek in een telefoon niet in het formaat is geschikt voor een telefoonboek in 20 een andere telefoon is de computer deze data aanpast voor gebruik in de tweede telefoon.
In verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding worden de software en/of persoonlijke data van een SIM-card aangepast voor het gebruik in een 25 tweede SIM-card. De analogie van de vorige uitvoeringen kan dit principe van aanpassen worden uitgevoerd op interne SIM-card data. Hoewel dit waarschijnlijk niet noodzakelijk is in een GSM-netwerk omdat deze kaarten in hoge mate gestandariseerd zijn, is het waarschijnlijk dat 30 in de toekomst netwerken zoals UMTS soortgelijke standaarden veel minder specifiek de zaken voorschrijven zodat aanpassing noodzakelijk kan worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding wordt als de SIM-card 1 niet meer ge-35 bruikt hoeft te worden na de verzending van de informatie de netwerk uitbater geïnformeerd door middel van een communicatie van de computer. Bijvoorbeeld als een gebruiker zijn abonnement op het ene netwerk wil beëindigen 1014956 9 en nog wel de data van zijn SIM-card in een andere SIM-card van een ander netwerk wil gebruiken dan moet na het kopiëren van de data het gebruik van de eerste kaart geannuleerd worden. Een ander voorbeeld is dat als een 5 netwerkexploitant SIM-cards uitwisselt voor gebruik met zijn netwerk, het de oude kaarten kan blokkeren als de f nieuwe kaarten zijn geïnitieerd en/of de data is gekopieerd naar de nieuwe kaarten.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens 10 deze uitvinding wordt de transmissie van de data gedaan door een communicatie link over een normaal analoog land telefoonnetwerk of wel een public switch telephone network PSTN. Eerder werd transmissie over een mobiel telefoonnetwerk genoemd. Nu wordt hetzelfde principe over een 15 normaal telefoonnetwerk bedoeld.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt de data opgeslagen in de data opslag-inrichting bewerkt door een gebruiker via het internet of direct aan de computer. In deze uitvoering krijgt een 20 gebruiker toegang tot zijn data door een andere inrichting dan zijn telefoon met waarschijnlijk met een beter comfortabeler data invoer alternatief dan de kleine toetsenborden op een telefoon voor gemakkelijker data bewerking mogelijkheden.
25 In een verder voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding krijgt de gebruiker toegang tot de data door het gebruik van een tijdelijk paswoord verkregen van de computer bijv. d.m.v. een SMS bericht naar zijn mobiele toestel. Voor beveiligingsredenen behoeft de data 30 bewerkingsoptie van de vorige uitvoering een beschermingsmiddel dat kan worden uitgevoerd d.m.v een tijdelijk wachtwoord dan kan worden verzonden naar de telefoon van de gebruiker in een SMS bericht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens 35 de uitvinding wordt de opgeslagen data in het tweede geheugen gecombineerd met een spraakherkenningsprogramma voor het gebruik van voicedialing. Een partij zoals genoemd in conclusie 16 kan een extra service bieden waar- 1014956 10 bij de opgeslagen data in het tweede geheugen wordt gebruikt als referentie data voor spraakherkenning voor voice dialling. Dit biedt specifieke voordelen bijv. gemak of veiligheid tijdens het rijden.
5 In een verdere voorkeursutvoeringsvorm volgens de uitvinding worden de data opgeslagen in het tweede p· geheugen gebruikt voor het vullen van een database om andere gebruikers van ID-delen toegang te kunnen geven tot delen van deze data gebaseerd op toegangsinformatie 10 aanwezig in deze database. Een mogelijk gebruik voor dit idee is automatische notificatie aan alle gebruikers die een nummer in hun deel van de database hebben opgeslagen als de gebruiker van dat nummer veranderd van adres of telefoonnummer. Een ander gebruik kan zijn een gerichte 15 transmissie (narrow-casting) aan alle gebruikers in een bepaalde groep van gebruikers.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding kan de beheerder van het tweede geheugen een batch van nieuwe data vanuit het eerste geheugen naar 20 het tweede geheugen overzenden. Een partij zoals bedoeld in conclusie 16 kan geïnstrueerd worden de computer te instrueren periodiek automatisch data vanuit het eerste geheugen naar het tweede geheugen te verzenden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens 25 deze uitvinding is de batch van nieuwe data synchronisatie data voor het synchroniseren van het eerste en het tweede geheugen. Deze uitvoering is intelligenter dan de vorige in die zin dat alleen nieuwe data worden verzonden.
30 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding zendt de beheerder van het tweede geheugen een batch van data van het tweede geheugen naar het eerste geheugen. Als na alternatieve data bewerking volgens de uitvoering van conclusie 21 of 22 nieuwe data 35 aanwezig is die niet aanwezig was voor deze bewerking wordt de data van het tweede geheugen gekopieerd naar het eerste geheugen om het gebruik van deze data in de telefoon mogelijk te maken.
(j Ü (i 4-c;- .
• · 11
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding vormt de batch data voor het synchroniseren van het eerste en het tweede geheugen in deze uitvoering die een intelligentere uitvoering is dan de vorige 5 worden alleen nieuw bewerkte data verzonden van het tweede geheugen naar het eerste geheugen.
r
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding worden beide transmissies gecombineerd in een synchronisatie proces. Deze uitvoering is een meer 10 intelligente combinatie van de vier vorige uitvoeringen en wel omdat een periodieke synchronisatie van het eerste en het tweede geheugen worden uitgevoerd waarbij alleen veranderingen die zijn gedaan sinds de laatste kopieer-of synchronisatie actie worden uitgevoerd.
15 In een verder voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding krijgt de gebruiker toegang tot het tweede geheugen voor bewerking hiervan door een WAP-server. Deze bewerking is analoog aan de bewerking in conclusie 21.
20 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens deze uitvinding krijgt de gebruiker toegang tot de data door het gebruik van een tijdelijk paswoord verkregen van de computer bijv. d.m.v. een SMS bericht naar zijn mobiele telefoontoestel. Dit mechanisme is analoog aan conclu-25 sie 22.
Verder biedt de uitvinding een computer voor het gebruik in een methode van elk van de vorige uitvoeringen .
Een methode waarbij transmissie van persoonlij-30 ke data en/of software worden gedaan d.m.v een speciale geheugeninrichting die één of meer SIM-cards simultaan kan bevatten.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden bij lezing 35 van de volgende omschrijving met referentie aan de aangehechte tekeningen waarbij:
Fig. 1 een blokschema is dat de transmissie van informatie opgeslagen op een eerste smartcard 110 naar 1014956 * 12 een tweede smartcard 111 d.m.v. een ver verwijderd geheu-geninrichting en een connectionless communicatie link volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding weergeeft.
5 Fig. 2 een blokschema is dat een methode en een inrichting voor het op afstand toegang verkrijgen tot de data van een smartcard verzonden naar de speciale geheu-geninrichting door een toestel anders dan het toestel waarin de smartcard aanwezig is weergeeft.
10 Fig. 3 een blokschema is dat het proces van het opslaan van data onder een knop van het mobiele toestel 300 die was ingekapseld in een bericht voor de gebruiker weergeeft.
Fig. 4A en Fig. 4B twee blokschema's zijn die 15 de transmissie van data van de eerste smartcard 110 tot een tweede smartcard 111 d.m.v. een speciale geheugenin-richting aangebracht in een kleine inrichting weergeeft.
Refererend aan fig. 1 waar een blokschema de transmissie van data 200 opgeslagen op een eerste smart-20 card 110 naar een tweede smartcard 111 d.m.v. een geheu-geninrichting 410 en een connectionless communicatie link tussen mobiel toestel 300 en PLNM 30 weergeeft. Het proces van verzenden van data 200 van de eerste smartcard 110 naar de tweede smartcard 111 begint als programma-1 25 210 data 200 ophaalt in processtap 800. De data 200 wordt verzonden door de interface tussen de smartcard en de ME 310 over een verbindingsloze communicatie link 820 naar de PLMN 30. De PLMN 30 zendt de data 200 naar programma-2 400. Programma-2 400 slaat de data 200 in de speciale 30 geheugeninrichting 410 op in stap 840. Ter verduidelijking wordt de werkwijze voor het verzenden van data 200 van de eerste smartcard 110 naar de data 201 in de speciale geheugeninrichting 410 het upload proces genoemd. Aan het eind van het upload proces is data 201 een kopie van 35 data 200.
De gebruiker 10 vervangt nou de eerste smartcard 110 in de ME door de tweede smartcard 111 in stap 850. Ondertussen bewaart de speciale geheugeninrichting 1 0 1 4 S 5 6 • ' 13 410 de data 200 van de eerste smartcard 110. Merk op dat bij deze stap van de werkwijze de data 202 nog niet aanwezig op de tweede smartcard 111. Verder kan het zijn dat ook programma-1 210 niet aanwezig is. Indien dit zo 5 is wordt eerst programma-1 210 gedownload op de tweede smartcard 111.
Het proces van het downloaden van data 201 van de geheugeninrichting 410 naar de tweede smartcard 111 wordt nu beschreven. De gebruiker 10 start dit proces of 10 het proces wordt automatisch gestart nadat programma-1 210, de PLMN 30, of programma-2 400 detecteren dat een andere smartcard is ingevoerd in de ME 300. Aannemende dat de gebruiker 10 het proces in werking zet, zendt programma-1 210 een downloadverzoek 860 via SC-ΜΕ inter-15 face 310 over een verbindingsloze communicatie link 870 naar de PLNM 30. De PLMN 30 zendt dit verzoek in stap 830 naar programma-2 400. Programma-2 400 haalt de data 201 op vanuit de geheugeninrichting 410 in stap 890 en zendt de data 201 via de PLNM 30 en SC-ΜΕ interface 310 naar 20 programma-1 210. Verder slaat programma-1 210 de data 201 op de tweede smartcard 111. Het resultaat van het downlo-adproces is de transmissie van de data 201 van de geheugeninrichting 410 naar de tweede smartcard 111 in de ME 300. Aan het eind van het download proces is 202 een 25 kopie van 201 en uiteindelijk van data 200.
Als niet alle data 202 nodig zijn op de tweede smartcard 111 kan alleen een deel van data 201 worden gedownload vanuit de speciale geheugeninrichting 410 of alleen deel van de data 200 op de eerste smartcard 110 30 kan worden ge-upload op de geheugeninrichting 410.
Programma-1 210 is niet noodzakelijkerwijs aanwezig op de smartcard 110 en 111 maar kan ook zijn geïntegreerd in ME 300, of in de SC-ΜΕ interface 310. De aanduiding programma-Γ wordt gebruikt om een functional!-35 teit aan te duiden die kan zijn uitgevoerd in hardware en/of software. Het zelfde geldt voor het download verzoek 860. Dit verzoek kan ook verwacht worden nadat de 1014956 14 tweede smartcard 111 voor het eerst is waargenomen door PLMN 30 of programma-2 400.
Als de eerste smartcard 110 niet compatibel is met de tweede smartcard 111, dan compenseert de SC-ME 310 5 en/of programma-1 210 voor deze incompatibiliteit zodat upload en download mogelijk is. Het zelfde geldt in het geval dat de ME 3 00 die wordt gebruikt na stap 850 anders is dan de ME 300 die wordt gebruikt voor deze stap.
Als twee of meer verschillende ME 300 beschik-10 baar zijn, dan is data tussen twee of meer smartcards mogelijk. Als deze configuratie is aangesloten aan het PLMN 30 op dezelfde tijd dan kan transmissie plaatsvinden zonder de noodzaak voor de speciale geheugeninrichting 410. Programma-2 400 ontvangt de data van de eerste ME 15 300 op stap 830 en zendt de data naar de tweede ME in stap 900.
In het geval de ME en/of de smartcard geen draadloze connectie ondersteunen, worden een speciale inrichting 302 en vast telefoonnetwerk 31 gebruikt voor 20 het up- en downloaden van de data 302 van de smartcard 112 naar de speciale geheugeninrichting 410. Het heen- en weerzendproces wordt geïllustreerd met processtappen 950, 960 en 970. In het geval dat de transmissie van de data van de eerste 110 naar de tweede smartcard 111 nodig is 25 voor vervangen van de eerste smartcard 110 door de tweede smartcard 111 moet de eerste smartcard 110 geblokkeerd worden om verder gebruik van PLMN 30 te voorkomen. Dit blokkeren garandeert de uniekheid van iedere abonnee op het PLMN 30. Dit blokkeren wordt figuurlijk weergegeven 30 met stap 700 die de eerste smartcard 110 blokkeert. Nadat de smartcard is geblokkeerd accepteert PLMN 30 deze niet meer als een valide abonnee. Het blokkeringsproces 700 kan gestart worden na een compleet download proces naar de tweede smartcard 111. Dus na een succesvolle proces-35 stap 930 of na een succesvol uploadproces, dus na processtap 840.
Aangezien het toetsenbord van ME 300 tamelijk klein is om data 200 op een praktische manier in te 1014956 15 voeren, is het erg praktisch als het invoeren van data 200 plaats kan vinden met een groter gemakkelijker te gebruiken toetsenbord. Dit betekent dat een verbinding tussen de data op de smartcard en dit soort inrichtingen 5 moet bestaan. Heden ten dagen maken organizers en Personal Digital Assistants (PDA) gebruik van infrarood of kabelcommunicatie links met de ME. Echter niet alle inrichtingen hebben zo'n connectie met de ME.
Een oplossing voor dit probleem wordt gegeven 10 met deze uitvoering van de onderhavige uitvinding. Aangezien de data 200 wordt ge-upload naar de speciale geheu-geninrichting 410 kan de data 200 toegankelijk gemaakt worden door middel van het definiëren van interfaces van verschillende inrichtingen naar de speciale geheugenin-15 richting 410. Dat wil zeggen een middel om van op afstand toegang te krijgen tot de data in de speciale geheugenin-richting 410 anders dan met de inrichting waarin de smartcard aanwezig is, kan worden gemaakt. Deze werkwijze en inrichting is in groter detail uitgewerkt in fig. 2 20 In referentie tot fig. 2 waarin een blokschema een werkwijze en inrichting weergeeft om van op afstand toegang te krijgen tot de data 201 van een smartcard 210 overgezonden naar de speciale geheugeninrichting 410 door middel van inrichtingen anders dan de inrichtingen waarin 25 de smartcard 110 aanwezig is.
In deze paragraaf wordt voor de uitvoering voor toegang tot de data 201 opgeslagen in de geheugeninrichting 410 door middel van een inrichting 510 aangesloten op het internet 32 grondig beschreven. De data 200 van de 30 smartcard 110 is verzonden naar de speciale geheugeninrichting 410. Een gebruiker 10 wil de data 200 in zijn ME 300 wijzigen met zijn personal computer 510. De gebruiker 10 start een programma (in dit voorbeeld een internet browser) 32 die een koppeling kan maken met programma-2 35 400 in processtap 860. Het internetprogramma 32 is verbonden door een vaste lijn 850 naar het vaste telefonienetwerk 31 en uiteindelijk via een connectie 830 met programma-2 400. Programma-2 400 identificeert de gebrui- 1 Ü 1 4 è Γ 16 ker 10 als rechthebbende op de data 201. De gebruiker 10 kan nu vrijelijk de data 201 bekijken, veranderen, bewerken of verwijderen in geheugeninrichting 410 door middel van zijn personal computer 510. Als veranderingen worden 5 gemaakt in de data 201 dan is de data 201 meer recent dan de data 200 op de smartcard 110. In dat geval wordt een download werkwijze als beschreven in dit patent gestart L om de data tussen geheugeninrichting 4.10 en smartcard 110 te synchroniseren.
10 Andere manieren om op afstand toegang te krij gen tot data 201 in de speciale geheugeninrichting 410 worden hier geïllustreerd met een inrichting 550. Deze inrichting 550 heeft ook een internet browser 33 om verbinding te maken met de speciale geheugeninrichting 15 410 echter in dit geval draadloos door een PLMN 30. Dit kan bijvoorbeeld een interface gebaseerd op het Wireless Application Protocol (WAP) of de SIM toolkit van GSM fase 2. Een ongelimiteerd aantal varianten kan worden gemaakt: een inrichting 530 anders dan inrichting 510 met een 20 soortgelijke internet browser 32; inrichting 520 of inrichting 540 met een verschillend programma interface etc; organisers, handheld personal computers (HPC), palmtops, personal digital assistants (PDA), etc.
Een middel om te controleren dat de eigenaar 25 van de data 200 op de smartcard 110 en de data 201 in de speciale geheugeninrichting 410 ook de gebruiker 10 is die op afstand toegang tot de data mag krijgen wordt hier gegeven. De gebruiker 10 stuurt een verzoek programma-2 400 met de ME 300 waarin de smartcard 110 is bevestigd.
30 (De smartcard 10 indentificeert de gebruiker 10 op unieke wijze). Programma-2 400 beantwoordt dit verzoek door middel van het sturen van een dynamisch wachtwoord naar de ME 300. Dit kan zowel een gesproken of databericht zijn. Ondertussen onthoudt programma-2 410 het MSISDN van 35 de gebruiker 10 en het wachtwoord voor een vastgestelde periode. Binnen deze vastgestelde periode moet de gebruiker 10 het ontvangen wachtwoord en zijn MSISDN terugsturen via het andere apparaat dan de ME 300. Als dit niet 1014956 17 lukt moet de gebruiker 10 een nieuw dynamisch wachtwoord van programma-2 400 aanvragen. Programma-2 400 vergelijkt het ontvangen MSISDN en wachtwoord met het onthoude MSISDN en wachtwoord. Indien deze gelijk zijn krijgt de 5 gebruiker 10 toestemming voor toegang tot de data 201 in de speciale geheugeninrichting 410. Dit proces kan ook worden omgekeerd: de gebruiker 10 ontvangt een dynamisch wachtwoord op de inrichting anders dan de ME 300 en moet dit wachtwoord na programma-2 410 sturen voor identifica-10 tie met de ME 300 waarin de smartcard 110 aanwezig is.
Het feit dat de data 201 in de speciale geheugeninrichting 410 is opgeslagen maakt voice-dailing technisch meer haalbaar. Spraakherkenning vereist enorme processorcapaciteit welke de batterijlevensduur van de ME 15 300 vermindert. De gebruiker 10 moet de batterij vaker opladen.
De gebruiker 10 maakt verbinding met de PLMN 30 en zegt programma-2 400 om bijv. "X van Y" te kiezen. Programma-2 400 zoekt in de data 201 naar het telefoon-20 nummer (ADN / SSC) dat overeenkomt met deze aanvraag. Het programma-2 400 kan deze connectie automatisch opbouwen voor de gebruiker 10 of het telefoonnummer doorzenden naar de ME 300 van de gebruiker 10 zoals omschreven in dit document.
25 Verder als alle mobiele abonnees dezelfde speciale geheugeninrichting 410 zouden gebruiken kan een relationele database worden gebouwd waarin elke individuele gebruiker 10. zijn eigen data bijhoudt. Deze data is alleen leesbaar voor een specifieke geautomatiseerde 30 groep van andere gebruikers.
In referentie tot fig. 3 waar een blokschema de werkwijze van het opslaan van een telefoonnummer 720 onder een knop 660 van het mobiele toestel weergeeft dat was ingekapseld in een notificatiebericht 605 voor de 35 gebruiker 10. In het geval dat de eerste smartcard 110 wordt vervangen, vermist raakt of kapot gaat is een kopie van de data opgeslagen op de eerste smartcard aanwezig in de speciale geheugeninrichting 350. Deze data kan dan 1 0 1 4958 18 verzonden worden naar een tweede smartcard 111 die daarmee de eerste smartcard 110 vervangt.
De kwaliteit van de data in de speciale geheu-geninrichting in hoog als de data in de geheugeninrich-5 ting 350 een goede replica is van de data op de eerste smartcard 110. Voor deze hoge kwaliteit derhalve moet elke verandering van de data op de eerste smartcard verzonden worden naar de geheugeninrichting 350 en elke verandering van de data in de geheugeninrichting 350 moet 10 verzonden worden naar de eerste smartcard 110. Dat wil zeggen dat de data regelmatig gesynchroniseerd moet worden. Verschillende werkwijzen en inrichtingen voor het synchroniseren van de data worden hier gegeven: 1. Programma-1 640 identificeert wijzigingen in 15 de data op de smartcard 110 en start het synchronisa- tieproces.
2. Programma-2 710 signaleert veranderingen in de data in de geheugeninrichting 350 en start het syn-chronisatieproces.
20 3. Programma-1 640 start het synchronisatiepro- ces automatisch op een van te voren vastgestelde tijd (bijv. maandelijkse interval op maandag).
4. Programma-2 710 start het synchronisatiepro-ces automatisch op een van te voren ingestelde tijd.
25 5. De gebruiker 10 start het synchronisatiepro- ces handmatig door het programma-1 640 of programma-2 710 te starten.
6. Een combinatie van een automatische en handmatige start is als op een van te voren ingestelde 30 tijd programma-1 640 of programma-2 710 een bericht 730 naar de gebruiker 10 genereert. Dan heeft de gebruiker 10 de keuze tussen het starten of negeren van het proces van synchroniseren van de data.
Een werkwijze en inrichting waarbij een gebrui-35 ker 10 alleen een knop 660 op het mobiele toestel 300 moet indrukken na ontvangst van een bericht 730 wordt hier gegeven. In deze uitvoering wordt een telefoonnummer 720 als voorbeeld gebruikt. Andere voorbeelden van types £ r-, s ·ΐ ^ .τ' ί> Ί 11 ! 4 d 0 ·υ 19 kunnen op soortgelijke wijze worden opgeslagen zoals hier beschreven. Deze voorbeelden kunnen een E-mailadres, SMS bericht, een URL-adres etc zijn.
Op een van te voren ingestelde tijd (bijv.
5 maandelijks) verpakt programma-2 710 het bericht 620 en het telefoonnummer 720 in notificatie bericht 605. Programma-2 710 stuurt dit bericht naar het PLMN 30 welke L dit bericht naar het mobiele toestel 300 stuurt. In het mobiele toestel 300 stuurt de ΜΕ-SC interface 310 dit 10 bericht naar programma-1 640. Programma-1 640 geeft het bericht 730 weer op display 305 en slaat het telefoonnummer 720 in een afzonderlijke opslagplaats 650 op de smartcard 110 op. Het bericht zou een tekst kunnen bevatten als: "maandelijkse synchronisatie van uw smartcard is 15 nodig. Laatste synchronisatie: 01/01/2000 23:23 uur. Kies alstublieft 555 of druk de herkies knop op uw telefoon in." De opslagplaats 650 heeft betrekking op (bijv.) de laatst gedraaide nummer knop 660. Als gebruiker 10 nu op de knop 660 drukt wordt telefoonnummer 720 gekozen. Het 20 mobiele toestel 300 zet een verbinding 606 op met PLMN 30 en uiteindelijk met programma-2 710 om het synchronisatie proces te starten. Het telefoonnummer 720 kan ook een faxnummer, E-mailadres een web-pagina etc. zijn.
Deze uitvoering is ook praktisch voor informa-25 tie vinddiensten of interactieve spelen. Bijv. een gebruiker 10 belt een service provider 40 om een adres, een telefoonnummer 720, of andere specifieke informatie over een specifiek persoon te verkrijgen. De service provider verpakt deze informatie in een notificatie bericht 605 en 30 zendt dit bericht naar het mobiele toestel 300. Programma-1 640 relateert het telefoonnummer 720 met bijv. het laatste gedraaide nummer 650 en toont de opgehaalde informatie aan de gebruiker 10. Nu is de gebruiker 10 in staat om direct telefoonnummer 720 te draaien door de 35 geassocieerde knop 660 in te drukken. In het interactieve spel voorbeeld stuurt een televisie of radiokanaal een bericht 730 en een telefoonnummer 720 naar alle gebruikers die meedoen aan het spel. De gebruiker die als 101 49 56 20 eerste de knop 660 indrukt wordt live verbonden in de uitzending.
Het notificatie bericht 605 kan meer dan één telefoonnummer 720 per keer bevatten. Elk telefoonnummer 5 wordt opgeslagen op een verschillende geheugenplaats op de smartcard 110. Programma-1 640 hoeft niet noodzakelij- . kerwijze aanwezig te zijn op smartcard 110 maar kan ook L ergens anders in het mobiele toestel 300 aanwezig zijn.
Fig. 4A en fig. 4B zijn twee blokdiagrammen die 10 de transmissie van informatie op een smartcard 110 naar een tweede smartcard 111 door middel van een speciale geheugeninrichting bevestigd in een kleine inrichting weergeven. De uitvoeringen in fig. 4A is bevestigd in een mobiel toestel 300 en fig. 4B is een meer algemene in-15 richting 400 zoals in PDA weergegeven.
Refererend aan fig. 4A, activeert gebruiker 10 het programma 210 in het mobiele toestel 300. Het programma 210 haalt de data van de smartcard 110 en slaat de data op in een speciale geheugeninrichting 350. De ge-20 bruiker 10 neemt de eerste smartcard 110 uit het apparaat in stap 30. De geheugeninrichting 350 slaat de data van de eerste smartcard 110 veilig op terwijl de gebruiker 10 een tweede smartcard 111 invoert in stap 40. De gebruiker 10 activeert het programma 210 dat op zijn beurt de data 25 van geheugeninrichting 350 in stap 50 ophaalt en deze data op de tweede smartcard 111 opslaat in stap 60. Stap 50 kan automatisch beginnen nadat stap 40 is gecompli-teerd als programma 210 de tweede smartcard 111 signaleert. In de laatste stap 80 zet de gebruiker 10 een 30 draadloze verbinding op met PLMN 30.
De processtappen (10, 20, 30, 40, 50, 60 en 80), de functie van geheugeninrichting 351, en de functies van het programma 211 in fig. 4B zijn identiek aan fig. 4A. Het belangrijkste verschil is dat de uitvoering 35 wordt geïmplementeerd in een klein toestel 400 anders dan een mobiel toestel 300. Dit vereist dat de tweede smartcard 111 moeten ingebracht in mobiel toestel 301 in stap 1014&5(, I * 21 70 voordat het kan functioneren in het PLMN 30 in stap 80.
Nu kan de gebruiker in fig. 4A of 4B dezelfde data, value-added services en programma's gebruiken op de 5 tweede smartcard 111 die aanwezig waren op de eerste smartcard 110.
Als de tweede smartcard 111 niet uitwisselbaar is met de eerste smartcard 110 dan compenseert programma 210 voor deze onuitwisselbaarheid. Deze situatie kan 10 voorkomen als een ander mobieltoestel dan het mobiele toestel 300 zoals hier weergegeven een interface met de eerste smartcard 110 maar niet met de tweede smartcard 111 ondersteunt.
Merk op dat in het geval niet alle data, value-15 added services, of programma's op de eerste smartcard 110 overgezonden hoeven te worden naar de tweede smartcard 111 het programma 210 gebruikt wordt om alleen een deel van de data te verzenden. De informatie die programma 210 vertelt om alleen een bepaald deel van de informatie te 20 verzenden kan aanwezig zijn op de tweede smartcard 111, in programma 210 zelf of kan worden ontvangen van PLMN 30 na stap 80 (in fig. 4A alleen). Dit laatste heeft de volgende consequentie voor de werkwijze in fig. 4A: na stap 40 zullen, stap 80, 50 en 60 volgen.
25 Als de transmissie van informatie nodig is omdat de eerste smartcard 110 wordt vervangen door een tweede smartcard 111 moet verder gebruik van de eerste smartcard 110 worden geblokkeerd voor of op het moment van eerste gebruik van de tweede smartcard in verbinding 30 met het PLMN 30. Dit blokkeren is nodig om de uniekheid van elke mobiele abonnee in het PLMN 30 te garanderen.
LIJST VAN AFKORTINGEN
35 ADN Abbreviated Dialing Number IMEI International Mobile Equipment Identification IMSI International Mobile Subscriber Identification ISDN International Subscriber Digital Number 1014956 22 FD Feature Data FTN Fixed Telephone Network FDN Fixed Dialling Numbers LDN Last Dialling Numbers 5 MCS Mobile Communications System ME Mobile Équipement MS Mobile Station t MSISDN Mobile Station Integrated Service Digital
Network 10 PDA Personal Digital Assistant PCS Personal Communications System PLMN Personal Land Mobile Network SD Subscriber Data SC Smartcard 15 SCSN Smart Card Serial Number SSC Supplementary Service Control SMS Short Message Service TMSI Temporary Mobile Subscriber Indentification USSD Unstructures Supplementary Service Data 20 1014950

Claims (33)

1. Werkwijze voor veilige opslag van waardevol-le software en/of persoonlijke data opgeslagen in een eerste geheugen voor een inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk omvattende een indentificatiedeel met een . 5 identificatiecode waarbij genoemde werkwijze de volgende ^ stappen omvat: - het koppelen van genoemde persoonlijke data en/of software aan de persoonlijke identificatiecode van genoemd identificatie deel; 10. het verzenden van genoemde data en/of soft ware met identificatiecode naar een computer door een telefoonnetwerk; en - het opslaan of kopiëren van genoemde data en/of software met identificatiecode in een tweede geheu- 15 gen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij het identificatiedeel een SIM-kaart, WAP-kaart of JAVA-kaart is.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 de persoonlijke data een telefoonboek, of bookmarklijst is.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de software een SIM-toolkit programma/ programma's of agenda management software omvat.
5. Werkwijze volgens één of meer van de conclu sie 1-4, waarbij de inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk bijv. een GSM, GPRS of UMTS transmissieproto-col ondersteunende telefoon is.
6. Werkwijze volgens één of meer van de conclu- 30 sies 1-4, waarbij de inrichting aansluitbaar aan de telefoonnetwerk een personal digital assistant (PDA) is.
7. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-6, waarbij het telefoonnetwerk een GSM, GPRS of UMTS transmissieprotocol gebaseerd netwerk is.
8. Werkwijze volgens één of meer van de conclu sies 1-7, waarbij het eerste geheugen alle data omvat die 1 0 1 4956 is gekoppeld aan de identificatie code op het moment van de overzending van de data vanuit genoemde inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk.
9. Werkwijze volgens één of meer van de conclu-5 sies 1-8, waarbij de data partijgewijs wordt opgeslagen of gekopieerd.
10 Werkwijze volgens één of meer van de conclu- L sie 1-9, waarbij een partij meer dan een telefoonnummer record en software programma vanuit het eerste geheugen 10 bijv. de hele inhoud van het geheugen van de SIM-kaart omvat.
11. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-10, waarbij het tweede geheugen is opgeslagen op een data opslaginrichting aangesloten aan de computer 15 om de software of data naar toe te kopiëren.
12. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-11, waarbij het tweede geheugen van een andere inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk is met een identificatiedeel om de data of software naar toe te 20 kopiëren.
13. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij de software en persoonlijke data worden verzonden via een communicatie link over een mobiel telefoonnetwerk.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de communicatie link een verbindingsloze communicatie link is.
15. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de persoonlijke data werden 30 ingevoerd en/of gemanipuleerd door de gebruiker van het mobiele toestel.
16. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaand conclusies, waarbij de software werd ingevoerd en/of gemanipuleerd door de netwerk uitbater, een service 35 provider of een derde partij.
17. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-16, waarbij- de software en persoonlijke data van een inrichting aansluitbaar aan een telefoonnetwerk
1 U *! 4sJ ba worden aangepast voor gebruik in een tweede inrichting aansluitbaar op een telefoonnetwerk.
18. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 2-17, waarbij de software en/of persoonlijke data 5 van een SIM-kaart worden aangepast voor gebruik in een tweede SIM-kaart.
19. Werkwijze volgens één of meer van de con- ^ clusies 1-18, waarbij indien SIM-kaart 1 niet meer gebruikt moet worden na de transmissie van de informatie, 10 de netwerk exploitant wordt gekend door een communicatie van de computer. ..20. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-19, waarbij de transmissie van de data gedaan wordt door een communicatie link over een publiek gescha- 15 keld telefoonnetwerk.
21. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-20, waarbij de data, opgeslagen in de dataop-slaginrichting, wordt bewerkt door een gebruiker via het internet of direct op de computer.
22. Werkwijze vólgens conclusie 21, waarbij de gebruiker toegang krijgt tot data door middel van het gebruik van een tijdelijk paswoord verkregen van de computer bijv. door middel van een SMS bericht naar zijn mobiele toestel.
23. Werkwijze volgens één of meer van de con clusies 1-22, waarbij de data opgeslagen in het tweede geheugen wordt gecombineerd met een spraakherkenningspro-gramma voor het gebruik van voice-dailling.
24. Werkwijze volgens één of meer van de con- 30 clusies 1-23, waarbij de data opgeslagen in het tweede geheugen wordt gebruikt voor het vullen van een database voor het toegang geven van andere gebruikers van indenti-ficatiedelen tot deze data gebaseerd op toegangsinforma-tie aanwezig in deze database.
25. Werkwijze volgens één of meer van de con clusies 1-24, waarbij de beheerder van het tweede geheugen een partij van nieuwe data vanuit het eerste geheugen naar het tweede geheugen verzendt. 1014956
26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de partij van nieuwe data synchronisatie data is voor het synchroniseren vanuit het eerste en tweede geheugen.
27. Werkwijze volgens één of meer van conclu-5 sies 1-26, waarbij de beheerder van het tweede geheugen een partij data vanuit het tweede geheugen naar het eerste geheugen zendt. L
28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij de partij data synchronisatie data is voor het eerste en 10 tweede geheugen.
29. Werkwijze volgens conclusies 25-28, waarbij beide transmissies worden gecombineerd in een synchronisatie proces.
30. Werkwijze volgens één of meer van de con- 15 clusies 1-29, waarbij de gebruiker toegang krijgt tot het tweede geheugen voor bewerking door middel van een WAP-server.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij de gebruiker toegang krijgt tot de data door middel van het 20 gebruik van een tijdelijk paswoord verkregen van de computer bijv. door middel van een SMS bericht naar zijn mobiele toestel.
32. Computer voor het gebruik in de methode van elk van de conclusies 1-31.
33. Werkwijze waarbij verzenden van persoon lijke data en/of software wordt gedaan door middel van een speciale geheugen inrichting die één of meer SIM-kaarten simultaan kan omvatten. 1014956
NL1014956A 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst. NL1014956C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014956A NL1014956C2 (nl) 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014956 2000-04-14
NL1014956A NL1014956C2 (nl) 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014956C2 true NL1014956C2 (nl) 2001-10-16

Family

ID=19771223

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014956A NL1014956C2 (nl) 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1014956C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999053449A1 (en) * 1998-04-08 1999-10-21 On Track Innovations Ltd. Secured data transaction system for smart cards
US5983273A (en) * 1997-09-16 1999-11-09 Webtv Networks, Inc. Method and apparatus for providing physical security for a user account and providing access to the user's environment and preferences

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5983273A (en) * 1997-09-16 1999-11-09 Webtv Networks, Inc. Method and apparatus for providing physical security for a user account and providing access to the user's environment and preferences
WO1999053449A1 (en) * 1998-04-08 1999-10-21 On Track Innovations Ltd. Secured data transaction system for smart cards

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
COOKE J C ET AL: "THE USE OF SMART CARDS IN PERSONAL COMMUNICATION SYSTEMS SECURITY", PROCEEDINGS OF THE CONFERENCE ON TELECOMMUNICATIONS,GB,LONDON, IEE, vol. CONF. 4, 18 April 1993 (1993-04-18), pages 246 - 251, XP000473732 *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1825702B1 (en) Backup system and method in a mobile telecommunication network
US7336777B2 (en) Method and apparatus for managing presenting and changing ring-back sounds in subscriber-based ring-back sound service
US7813725B2 (en) Wireless data exchange
EP1249118B1 (en) Method and apparatus for retrieving calling party information in a mobile communications system
US7248862B2 (en) Method and apparatus for retrieving calling party information in a mobile communications system
US7957729B2 (en) Communication system and method for operating such a system
JP2001503231A (ja) 移動端末へトーンデータをダウンロードする方法及び装置
US7817992B2 (en) Method for updating a personal data file in mobile units of communication networks
CN102057660B (zh) 用于改进的电话网络上呼叫方名称识别的方法和系统
CN101578892A (zh) 无线电数据交换
US20050075895A1 (en) Method for storing and retrieving digital images with a service provider
KR101011082B1 (ko) 캠페인 중에 무선 통신 네트워크에 있는 휴대형 통신객체에서의 데이터의 다운로드
KR20060020685A (ko) 접촉 데이터 동기화용 단말 및 서버
NL1014956C2 (nl) Werkwijze voor het verzenden van informatie van een eerste naar een tweede geheugen en in het bijzonder de veilige bewaring van deze informatie in de toekomst.
CN1826822A (zh) 有用数据对象从交换元件至移动站的传输
KR100607228B1 (ko) 무선통신시스템에서 관문장치를 통한 정보서비스 제공 방법
US5970409A (en) Protocol for local routing of calls coming from the switched telephone network in a cellular network
KR101514328B1 (ko) 이동통신 시스템에서 송수신 데이터의 저장 장치 및 방법
KR20050050790A (ko) 이동통신서비스 사용자의 사생활 보호 서비스 방법 및시스템
WO2005004511A1 (en) Additional number provision in cellular telecommunications network
NL1021355C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het bijwerken van een lijst van identificatienummers.
KR100583426B1 (ko) 휴대폰에서의 동영상 선물 서비스 과금 방법
KR100524264B1 (ko) 다중폰넘버 통화연결 방법
KR100866606B1 (ko) 공용 imsi를 이용한 대여통화 기능 제공 시스템 및제공방법
GB2381701A (en) Remote dial-up storage and retrieval of a mobile phone handset's phonebook

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101