NL1014794C2 - Orthese, voorzien van voetaangrijpmiddelen en onderbeenaangrijpmiddelen ter voorkoming van spierkramp in kuit en/of voet. - Google Patents

Description

Titel: Orthese, voorzien van voetaangrijpmiddelen en onderbeenaangrijpmiddelen ter voorkoming van spierkramp in kuit en/of voet.

De uitvinding heeft betrekking op een preventie van spierkramp in kuit en/of voet. Dergelijke spierkramp is een pijnlijke spiersamentrekking in bijvoorbeeld het onderbeen. De pijn veroorzaakt door de spierkramp kan zodanig zijn dat deze de patiënt uit zijn slaap houdt of immobiliseert. De spierkramp kan 5 worden voorkomen door medicijnen, zoals bijvoorbeeld kinine. Deze medicijnen kunnen echter soms als gevolg van bijwerkingen of overgevoeligheid niet worden voorgeschreven. Ook zwangere vrouwen, die vaak last hebben van kramp, wordt bij voorkeur geen medicijn voorgeschreven om de kramp te verlichten.

De uitvinding beoogt derhalve een andere oplossing voor het probleem 10 van de spierkramp in kuit en/of voet. De uitvinding verschaft hiertoe een orthese, voorzien van voetaangrijpmiddelen en onderbeenaangrijpmiddelen, waarbij de voetaangrijpmiddelen en de onderbeenaangrijpmiddelen zodanig met elkaar zijn verbonden dat deze de voet in een vaste stand ten opzichte van het onderbeen fixeren, welke vaste stand zodanig is dat een trekspanning op althans de 15 achillespees wordt uitgeoefend, zodat spierkramp in kuit en/of voet niet optreedt.

Deze orthese, die met name bestemd is om tijdens de slaap te worden gedragen, voorkomt de pijnlijke spierkramp in kuit en/of voet zonder dat er ook maar één medicijn gebruikt hoeft te worden. Bij voorkeur wordt het medisch advies van een arts of fysiotherapeut ingewonnen ter bepaling van de juiste 2 0 fixeerstand van de voet ten opzichte van het onderbeen. Onderzoek van aanvrager heeft aangetoond dat dergelijke spierkramp wordt voorkomen indien de voet in een bepaalde stand ten opzichte van het onderbeen wordt gefixeerd. De desbetreffende stand veroorzaakt een trekspanning op onder andere de achillespees. Doordat de achillespees continu onder deze spanning staat, is het ontstaan van spierkramp 2 5 neurofysiologisch geblokkeerd. Volgens eenzelfde neurofysiologisch mechanisme kan een reeds bestaande kramp van kuit- en/of voetspieren worden beëindigd door de voet krachtig naar boven (dorsaal) te trekken.

De genoemde voetaangrijpmiddelen en onderbeenaangrijpmiddelen van de orthese zijn volgens een nadere uitwerking van de uitvinding gevormd volgens 30 de anatomische vormen van het onderbeen en de voet. De vorm van beide aangrijpmiddelen is bepalend voor het draagcomfort van de orthese. Indien de aangrijpmiddelen volgens de anatomische vormen van de voet en het onderbeen 1014794 2 zijn gevormd, geven ze de meest effectieve steun aan voet en onderbeen tijdens het dragen van de orthese.

Verder zijn beide aangrijpmiddelen voorzien van perspiratieopeningen, zodat de huid van het been en de voet normaal kan ademen. Dat bevordert het 5 draagcomfort van de orthese.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het bijzonder gunstig wanneer de positie en/of oriëntatie van de voetaangrijpmiddelen ten opzichte van de onderbeenaangrijpmiddelen instelbaar is. Hierdoor kan de spanning die op de achillespees wordt uitgeoefend worden ingesteld. Bij een aldus uitgevoerde orthese 10 verdient het de voorkeur wanneer deze is voorzien van middelen welke een zodanig instelbare kracht op de voetaangrijpmiddelen uitoefenen, dat de voetaangrijpmiddelen een instelbare druk op de voet uitoefenen. Deze middelen bepalen de positie en/of oriëntatie van de voet ten opzichte van het onderbeen.

De genoemde middelen kunnen een scharnierverbinding tussen de 15 voetaangrijpmiddelen en de onderbeenaangrijpmiddelen nabij een hielgebied omvatten alsmede een instelbare elastische band, welke aan de voetaangrijpmiddelen en de onderbeenaangrijpmiddelen is bevestigd. De elastische band is losmaakbaar aan de voetaangrijpmiddelen en/of de beenaangrijpmiddelen bevestigd. Dat vereenvoudigt het bevestigen en afnemen van de orthese.

20 In nadere uitwerking van de uitvinding omvatten de onderbeenaangrijpmiddelen een beenplaat voorzien van klembanden, en omvatten de voetaangrijpmiddelen een voetplaat voorzien van klembanden. Met behulp van de klembanden wordt de beenplaat aan het onderbeen van een patiënt bevestigd, en de voetplaat aan de voet. De klembanden kunnen klittebandverbindingen 2 5 omvatten.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de voetplaat nabij een hielgebied via een scharnierverbinding aan de beenplaat bevestigd zodat de hoek tussen de voetplaat en de beenplaat instelbaar is. Zo kunnen de beenplaat en voetplaat eerst aan het onderbeen en de voet worden geklemd, alvorens de voet in 3 0 de medisch meest doeltreffende stand wordt geplaatst.

Wanneer de hoek tussen de voetplaat en de beenplaat is ingesteld, kan de voetplaat in die stand vastgezet worden met behulp van bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld een vleugelmoer/bout-samenstel. De hoek is bij voorkeur instelbaar in het bereik van circa 45° tot circa 135°.

35 De voetplaat kan verder een tenenplaat omvatten die is voorzien van ten minste één klemband, waarbij de tenenplaat via een scharnierverbinding is '1 014794 3 bevestigd aan de voetplaat, zodat de tenenplaat draaibaar is ten opzichte van de voetplaat over een hoek β. Het instelbereik van deze hoek β kan liggen tussen circa 135° en circa 180°. De genoemde elastische band kan aan de tenenplaat zijn bevestigd, zodat de tenenplaat een instelbare druk op de voet uitoefent.

5 De scharnierverbinding tussen de voetplaat en de tenenplaat kan een filmscharnier omvatten, waarbij de tenenplaat nabij het scharnier is voorzien van een blokkeerlip die zich uitstrekt onder de voetplaat, waarbij de blokkeerlip tegen voetplaat vastloopt bij hoeken β groter dan circa 180 graden. Zo wordt verhinderd dat de tenen zich krommen. Bij niet gekromd tenen is de kans op kramp reeds 10 verminderd.

De orthese is verder voorzien van indicatiemiddelen die zijn ingericht ter bepaling van de hoek tussen de voetplaat en de beenplaat. De orthese kan bij verschillende nauwkeurig afleesbare waarden van de genoemde hoek worden ingesteld alvorens deze aan de voet wordt bevestigd. Verder kan met behulp van 15 de indicatiemiddelen worden bepaald bij welke hoek de meest effectieve genezende werking wordt verkregen.

In een andere uitwerking van de uitvinding zijn de voetaangrijpmiddelen en onderbeenaangrijpmiddelen uitgevoerd als een integraal eendelig onderdeel.

Dat bespaart productiekosten en sluit niet uit dat de orthese toch op de gewenste 2 0 plaatsen is voorzien van als filmscharnieren uitgevoerde scharnierverbindingen.

De uitvinding zal nu beschreven worden aan de hand van de begeleidende figuren.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; 25 figuur 2 toont een achteraanzicht van het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; figuur 3 toont een onderaanzicht van het in figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; figuur 4 toont detail A uit figuur 1 op vergrote schaal; 30 figuur 5 toont een bovenaanzicht van het in figuren 1-3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; figuur 6 toont een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; figuur 7 toont een achteraanzicht van het in figuur 5 weergegeven 3 5 tweede uitvoeringsvoorbeeld; 1014794 4 figuur 8 toont een onderaanzicht van het in figuren 5 en 6 weergegeven tweede uitvoeringsvoorbeeld; en figuur 9 toont een bovenaanzicht van het in figuren 5-7 weergegeven tweede uitvoeringsvoorbeeld.

5 Het in de figuren 1-5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een orthese 1 is voorzien van een beenplaat 2, een voetplaat 3 en een tenenplaat 4, waarbij de beenplaat 2 aan de voetplaat 3 is verbonden door een scharnier 5 en de tenenplaat 4 aan de voetplaat 3 door een scharnier 6. De hoek α tussen de been- en voetplaat, respectievelijk 2 en 3, is instelbaar van vijfenveertig tot en met hondervijfendertig 10 graden. De voetplaat 3 is aan de beenplaat 2 fixeerbaar met behulp van een vleugelmoer/bout-samenstel 12, respectievelijk 15. De voetplaat 3 is voorzien van een wijzer 10 en de beenplaat 2 van een meetschaal 11, zodanig dat de hoek α tussen voet- en beenplaat, respectievelijk 3 en 2, kan worden gemeten.

De hoek β tussen de voet- en tenenplaat, respectievelijk 3 en 4, heeft een 15 bereik van circa 135°-180°. De beenplaat 2, voetplaat 3 en tenenplaat 4 zijn alle gevormd volgens de anatomische vormen van het onderbeen en de voet en voorzien van perspiratieopeningen 13 en klembanden 9. Aan de tenenplaat 4 en de beenplaat 1 is een losmaakbare verstelbare elastische band 7 bevestigd met behulp van bevestigingsmiddelen 8.

2 0 Het onderbeen en de voet van een patiënt worden in de orthese 1 geklemd, zodanig dat de voet op de voetplaat 3 is geplaatst en het onderbeen in de beenplaat 2. De klembanden 9 klemmen het been in de beenplaat en de voet op de voetplaat. De voetplaat is in een hoek α ten opzichte van het onderbeen gefixeerd door het scharnier 5 vast te zetten met behulp van het vleugelmoer/bout-samenstel 12, 15.

2 5 De keuze van hoek α tussen de been- en voetplaat berust op advies van de behandelend arts of fysiotherapeut van de patiënt. De tenenplaat 4 en beenplaat 2 worden zo door de verstelbare, bij voorkeur elastische band 7 verbonden met behulp van bevestigingsmiddelen 8, dat de tenenplaat 4 een bepaalde druk op de onderkant van de voorzijde van de voet uitoefent. Deze druk wordt bepaald door de 3 0 ingestelde lengte van de verstelbare band 7. De lengte van de band wordt bij voorkeur zodanig ingesteld dat op de achillespees een zekere trekspanning staat.

In figuur 4 is een uitwerking van het scharnier 6 weergegeven. Het scharnier 6 omvat een filmscharnier. De tenenplaat 4 is nabij scharnier 6 voorzien van een blokkeerlip 16, die bij te grote hoeken β tegen voetplaat 3 vastloopt.

3 5 In de figuren 6, 7, 8 en 9 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een orthese 1 weergegeven, welke in hoofdzaak voorzien is van een klemplaat 14.

i1 014 7 9 4 5

Klemplaat 14 is gevormd volgens de anatomische vormen van het onderbeen en de voet en voorzien van perspiratieopeningen 13 en klembanden 9. In wezen is het tweede uitvoeringsvoorbeeld een sterke vereenvoudiging van het eerste uitvoeringsvoorbeeld. Het onderbeen en de voet van een patiënt worden in de 5 klemplaat 14 geplaatst, zodanig dat de voet op de bodem 17 van klemplaat 14 is geplaatst en het onderbeen in de rechtopstaande kant 18 van klemplaat 14. Het onderbeen en de voet worden vastgezet met behulp van de klembanden 9.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de twee beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de 10 uitvinding mogelijk zijn.

Zo kan een orthese zijn voorzien van een willekeurig aantal klemplaten 2, 3, 4, 14. Deze klemplaten kunnen vast of beweegbaar in één of verschillende richtingen met elkaar zijn verbonden.

De klemplaten 2, 3, 4, 14 kunnen zijn gemaakt uit kunststof, hout, 15 metaal of een combinatie van deze of andere materialen.

De vorm van de klemplaten 2, 3, 4, 14 kan worden gevarieerd. Zo zou in plaats van een voetplaat een schoenvormige voetaangrijpmiddel kunnen worden toegepast.

De klembanden 9 kunnen zijn gemaakt van weefsel, kunststof, of een 2 0 combinatie van deze of andere materialen.

De klembanden 9 kunnen losmaakbaar aan de klemplaten 2, 3, 4, 14 zijn verbonden, bijvoorbeeld met behulp van knoopverbindingen, haak/oog-samenstellen, klittebandverbindingen, of een combinatie van deze of andere losmaakbare verbindingen.

25 In de uitvoeringsvoorbeelden zijn de klembanden 9 afgebeeld als zijnde eendelige onderdelen, maar het is ook denkbaar dat de klembanden 9 uit meer dan één onderdeel bestaan.

De verstelbare elastische band 7 kan bestaan uit elastische weefsel, rubber, of een combinatie van deze of andere materialen. De losmaakbaare 3 0 verbindingen tussen de elastische band 7 en/of de been- en tenenplaat, respectievelijk 2 en 4, kunnen haak/oog-samenstellen, knopen, klittebandverbindingen of een combinatie van deze of andere losmaakbare verbindingen zijn. Bovendien kan de verstelbare elastische band 7 uit meer dan één stuk bestaan. Het is ook denkbaar dat de elastische band is vervangen door 35 een bladveer, of een ander verend middel of door een band zonder elastische eigenschappen.

ü D j 4 7 .· ,

Claims (17)

1. Orthese, voorzien van voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) en onderbeenaangrijpmiddelen (2, 14), waarbij de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) en de onderbeenaangrijp-middelen (2, 14) zodanig met elkaar zijn verbonden dat deze de voet in een vaste stand ten opzichte van het onderbeen fixeren, welke vaste 5 stand zodanig is dat een trekspanning op althans de achillespees wordt uitgeoefend, zodat spierkramp in kuit en/of voet niet optreedt.

2. Orthese volgens conclusie 1, waarbij de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) en onderbeenaangrijpmiddelen (2, 14) zijn gevormd volgens de anatomische vormen van het onderbeen en de voet.

3. Orthese volgens conclusie 1 of 2, waarbij de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14. en onderbeenaangrijpmiddelen (2, 14) zijn voorzien van perspiratieopeningen (13).

4. Orthese volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positie en/of oriëntatie van de voetaangrijpmiddelen ten opzichte van de 15 onderbeenaangrijpmiddelen instelbaar is.

5. Orthese volgens conclusie 4, gekenmerkt door middelen (7) welke een zodanige instelbare kracht op de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) uitoefenen, dat de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) een instelbare druk op de voet uitoefenen.

6. Orthese volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de genoemde 2. middelen (7) een scharnierverbinding tussen de voetaangrijpmiddelen en de onderbeenaangrijpmiddelen nabij een hielgebied omvatten alsmede een instelbare elastische band (7), welke aan de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) en de beenaangrijpmiddelen (2, 14) is bevestigd.

7. Orthese volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de elastische band 2. losmaakbaar aan de voetaangrijpmiddelen (3, 4, 14) en/of de beenaangrijpmiddelen (2, 14) is bevestigd.

8. Orthese volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderbeenaangrijpmiddelen een beenplaat (2) voorzien van klembanden (9) omvatten, waarbij de voetaangrijpmiddelen een voetplaat (3) voorzien van 3. klembanden (9) omvatten.

9. Orthese volgens conclusie 4 en 8, waarbij de voetplaat (3) nabij een hielgebied via een scharnierverbinding aan de beenplaat (2) is bevestigd zodat de hoek α tussen de voetplaat (3) en de beenplaat (2) instelbaar is. 1014794 «

10. Orthese volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de voetplaat (3) aan de beenplaat (2) fixeerbaar is bij een ingestelde hoek α met behulp van bevestigingsmiddelen (12, 15), waarbij de hoek α instelbaar is in het bereik van circa 45° tot circa 135°.

11. Orthese volgens één der conclusies 8-10, waarbij de voetplaat (3) tevens is voorzien van een tenenplaat (4) die is voorzien van ten minste één klemband (9), waarbij de tenenplaat (4) via een scharnierverbinding is bevestigd aan de voetplaat (3), zodat de tenenplaat (4) draaibaar is ten opzichte van de voetplaat (3) over een hoek β.

12. Orthese volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het instelbereik van hoek β ligt tussen circa 135° en circa 180°.

13. Orthese volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de scharnierverbinding tussen de voetplaat (3) en de tenenplaat (4) een filmscharnier omvat, waarbij de tenenplaat (4) nabij het scharnier (6) is voorzien van een 15 blokkeerlip (16) die zich uitstrekt onder de voetplaat (3), waarbij de blokkeerlip (16) tegen voetplaat (3) vastloopt bij hoeken β groter dan circa 180 graden.

14. Orthese volgens conclusies althans conclusie 8, gekenmerkt door indicatiemiddelen, ingericht ter bepaling van de hoek α tussen de voetplaat (3) en de beenplaat (2). 2 0

15. Orthese volgens conclusies 8-14, met het kenmerk, dat de voetplaat (3) aan de beenplaat (2) in een bepaalde hoek fixeerbaar is door middel van een bout/moer-samenstel (12, 15).

16. Orthese volgens één der conclusies, met het kenmerk, dat de voetaangrijpmiddelen en onderbeenaangrijpmiddelen zijn uitgevoerd als een 2. integraal eendelig onderdeel.

17. Orthese volgens althans conclusie 7, waarbij de klembanden (9) klittebandbindingen omvatten. 1014794