NL1013914C2 - Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding - Google Patents

Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding Download PDF

Info

Publication number
NL1013914C2
NL1013914C2 NL1013914A NL1013914A NL1013914C2 NL 1013914 C2 NL1013914 C2 NL 1013914C2 NL 1013914 A NL1013914 A NL 1013914A NL 1013914 A NL1013914 A NL 1013914A NL 1013914 C2 NL1013914 C2 NL 1013914C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
adhesive element
strip
base
strips
plates
Prior art date
Application number
NL1013914A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannus Martinus Van De Elzen
Original Assignee
Houtprodukten Heuvelman B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Houtprodukten Heuvelman B V filed Critical Houtprodukten Heuvelman B V
Priority to NL1013914A priority Critical patent/NL1013914C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1013914C2 publication Critical patent/NL1013914C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/081Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
    • E04F13/0812Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements fixed by means of spring action

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

The cladding panels (4) are attached to the wall (1) via vertical lathes (8). The upper edge of the panel (4) is clamped to the lathes by connecting elements (3), which are screwed (9) to the lathes. The elements (3) have spring clips (13) which hold the top edge of the panel, and also have upstanding protrusions (12). The lower edge (6) of the panel has a rear hidden groove (7), which rests on the connector protrusions (12).

Description

WERKWIJZE VOOR HET AAN EEN STAANDE ONDERGROND BEVESTIGEN VAN EEN STROOK- OF PLAATVORMIG BEKLEDINGSMATERIAALMETHOD FOR ATTACHING A STRAIN OR PLATE-COATING MATERIAL TO A STANDING SUBSTRATE

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aan een staande ondergrond bevestigen van een strook- of plaatvormig bekledingsmateriaal, omvattende de stappen van het met tussenruimte op de ondergrond 5 aanbrengen van ten minste twee hechtelementen voor elke strook of plaat, waarbij de tussenruimte overeenkomt met een karakteristieke afmeting van de strook of plaat, en het tussen deze hechtelementen vastklemmen van de strook of plaat. Een dergelijke werkwijze is bekend uit het 10 Duitse "Offenlegungsschrift" 26 13 445.The invention relates to a method for attaching a strip or plate-shaped covering material to a standing surface, comprising the steps of applying at least two adhesive elements for each strip or plate at intervals to the surface 5, the spacing corresponding to a characteristic size of the strip or plate, and the clamping of the strip or plate between these adhesive elements. Such a method is known from German Offenlegungsschrift 26 13 445.

Het is van oudsher bekend om planken die als gevelbekleding toegepast dienen te worden eenvoudigweg op de gevel te spijkeren. Daarbij wordt eerst een raamwerk van hout of een ander eenvoudig spijkerbaar materiaal op 15 de gevel aangebracht, waarop vervolgens de planken worden bevestigd. Deze conventionele wijze van bevestigen heeft het nadeel dat de spijkergaten een capillaire werking vertonen, waardoor vocht in de planken wordt gezogen. Daarnaast worden de planken strak tegen het raamwerk 20 gespijkerd, waardoor tussen de planken en het raamwerk eveneens capillaire aanzuiging van vocht plaatsvindt. Hierdoor wordt de levensduur van de planken sterk beperkt.It has traditionally been known to simply nail planks to be used as facade cladding on the facade. In this case, a framework of wood or another simply nailable material is first applied to the facade, on which the planks are subsequently fixed. This conventional fastening method has the drawback that the nail holes have a capillary effect, so that moisture is sucked into the boards. In addition, the planks are nailed tightly against the frame 20, so that capillary suction of moisture also takes place between the planks and the frame. This greatly limits the lifespan of the boards.

Verder is het bekend bekledingselementen tegen 25 gevels te bevestigen door middel van schroeven. Deze bevestigingswijze heeft natuurlijk eveneens het nadeel dat de voor de schroeven noodzakelijke gaten vocht binnenlaten, terwijl ook hier vocht tussen de bekledingselementen en de ondergrond wordt gezogen.It is further known to fix cladding elements to facades by means of screws. This method of fastening also has the drawback, of course, that the holes required for the screws let in moisture, while here too moisture is sucked between the covering elements and the substrate.

30 Uit het genoemde "Offenlegungsschrift" is het nu reeds bekend om wandbeklëdingselementen in de vorm van platen of stroken met elkaar en met de wand te verbinden door gebruik te maken van klemmen. Deze klemmen worden op tl 0 1 3 9 1 4 2 de wand bevestigd door middel van een spijker, en zijn voorzien van een basis en daaruit gestanste, meervoudig omgezette flenzen die de randen van de wandbekledingselementen nauwsluitend omvatten. De klemmen 5 zijn verder voorzien van tanden die evenwijdig aan de basis vanuit de flenzen in de wandbekledingselementen steken, waardoor deze niet slechts worden ingeklemd maar ook gefixeerd. Doordat de wandbekledingselementen worden vastgeklemd, behoeven daarin geen openingen gevormd te 10 worden, waarin vocht zou kunnen dringen. Hierdoor wordt de levensduur van deze elementen verlengd.It is already known from the aforementioned "Offenlegungsschrift" to connect wall cladding elements in the form of plates or strips to each other and to the wall by using clamps. These clamps are fastened to the wall by means of a nail on tl 0 1 3 9 1 4 2 and are provided with a base and multi-flanged flanges punched therefrom which form a tight fit around the edges of the wall cladding elements. The clamps 5 are further provided with teeth which protrude parallel to the base from the flanges into the wall covering elements, so that they are not only clamped but also fixed. Because the wall covering elements are clamped, no openings need to be formed therein into which moisture could penetrate. This extends the life of these elements.

Hoewel deze bekende werkwijze dus reeds een deel van de nadelen wegneemt, die verbonden waren met de conventionele bevestigingswijzen, vertoont deze op zijn 15 beurt toch ook enkele nadelen. Zo is er, doordat de flenzen van de klemmen nauw om de randen van de wandbekledingselementen sluiten, waardoor deze elementen strak tegen elkaar en tegen de wand worden getrokken, geen ruimte voor ventilatie tussen de elementen onderling 20 of tussen de elementen enerzijds en de wand anderzijds.Although this known method thus already removes some of the drawbacks associated with the conventional fixing methods, it in turn also has some drawbacks. For example, because the flanges of the clamps close tightly around the edges of the wall covering elements, so that these elements are drawn tightly against each other and against the wall, there is no space for ventilation between the elements themselves or between the elements on the one hand and the wall on the other .

Met de uitvinding wordt nu beoogd een werkwijze voor het aan een staande ondergrond bevestigen van een strook- of plaatvormig bekledingsmateriaal te verschaffen, waarbij deze nadelen zich niet voordoen.The object of the invention is now to provide a method for attaching a strip or plate-shaped covering material to a standing surface, wherein these disadvantages do not arise.

25 Volgens de uitvinding wordt dit bij een werkwijze als hiervoor beschreven bereikt, doordat tussen de strook of plaat en de ondergrond en/of tussen aangrenzende stroken of platen ruimte voor ventilatie wordt vrijgehouden.According to the invention, this is achieved in a method as described above, in that space for ventilation is kept free between the strip or plate and the substrate and / or between adjacent strips or plates.

Onder "ruimte" wordt daarbij dan een ruimte verstaan die 30 groter is dan de materiaaldikte van het hechtelement.By "space" is then meant a space which is greater than the material thickness of the adhesive element.

Bij voorkeur worden aan weerszijden van elke strook of plaat ten minste twee hechtelementen aangebracht. Op deze wijze wordt een stabiele bevestiging van elke strook of plaat gewaarborgd.Preferably at least two adhesive elements are arranged on either side of each strip or plate. In this way a stable attachment of each strip or plate is ensured.

35 De uitvinding heeft ook betrekking op een hechtelement dat bedoeld is voor toepassing bij de hiervoor beschreven werkwijze. Volgens de uitvinding wordt een dergelijk hechtelement, dat op bekende wijzeThe invention also relates to an adhesive element intended for use in the above-described method. According to the invention, such an adhesive element is produced in a known manner

10 139 1A10 139 1A

3 voorzien is van een basis en ten minste twee daarmee verbonden en in hoofdzaak evenwijdig daaraan verlopende, tegengesteld gerichte organen voor het vasthouden van twee aangrenzende, door het hechtelement vastgeklemde 5 stroken of platen, gekenmerkt door middelen voor het vrijhouden van ruimte voor ventilatie tussen de stroken of platen en de ondergrond en/of tussen aangrenzende stroken of platen. Door de aanwezigheid van twee tegengesteld gerichte vasthoudorganen kunnen zo met een 10 enkel hechtelement twee aangrenzende stroken of platen vastgeklemd worden, waarbij de middelen voor het vrijhouden van ruimte zorgen voor de benodigde ventilatie. Door het verloop van de vasthoudorganen in hoofdzaak evenwijdig aan de basis kunnen de stroken of 15 platen tussen de vasthoudorganen en de basis worden ingeklemd.3 is provided with a base and at least two opposite and substantially parallel opposing members for holding two adjacent strips or plates clamped by the adhesive element, characterized by means for keeping space for ventilation between the strips or plates and the substrate and / or between adjacent strips or plates. Due to the presence of two oppositely oriented retaining members, two adjoining strips or plates can thus be clamped with a single adhesive element, wherein the means for keeping space provide the required ventilation. Due to the course of the retaining members substantially parallel to the base, the strips or plates can be clamped between the retaining members and the base.

Bij voorkeur omvatten de middelen voor het vrijhouden van ruimte ten minste één eerste voorspanorgaan voor het naar een van de basis verwijderde 20 stand dwingen van althans één van de stroken of platen. Door een dergelijk voorspanorgaan wordt gewaarborgd dat de betreffende strook of plaat zonder speling vastgeklemd wordt door het vasthoudorgaan, terwijl tussen de strook of plaat en de basis een ruimte vrijgehouden wordt voor 25 ventilatie. Een eenvoudige constructie wordt verkregen wanneer het of elk eerste voorspanorgaan veerkrachtig vervormbaar is. De constructie wordt nog verder vereenvoudigd wanneer het of elk eerste voorspanorgaan bevestigd is aan een vasthoudorgaan.Preferably, the space-keeping means comprise at least one first biasing member for urging at least one of the strips or plates to a position remote from the base. Such a biasing member ensures that the strip or plate in question is clamped without play by the holding member, while a space is left between the strip or plate and the base for ventilation. Simple construction is obtained when the or each first biasing member is resiliently deformable. Construction is further simplified when the or each first biasing member is attached to a holding member.

30 Met voordeel omvat de middelen voor het vrijhouden van ruimte verder ten minste één in hoofdzaak evenwijdig aan de basis werkzaam tweede voorspanorgaan voor het uit elkaar dwingen van de stroken of platen. Hierdoor wordt tussen aangrenzende stroken of platen 35 ruimte voor ventilatie geschapen, waardoor eventueel in de gevelbekleding gedrongen vocht kan verdampen.Advantageously, the space-keeping means further comprises at least one second biasing member acting substantially parallel to the base for forcing the strips or plates apart. This creates space for ventilation between adjacent strips or plates 35, so that any moisture penetrated into the wall cladding can evaporate.

Ter vereenvoudiging van de constructie van het hechtelement is met voordeel het of elk tweede 1013914 4 voorspanorgaan veerkrachtig vervormbaar, terwijl verder bij voorkeur het of elk tweede voorspanorgaan bevestigd is aan een vasthoudorgaan.To simplify the construction of the adhesive element, the or each second biasing member is advantageously resiliently deformable, while further preferably the or each second biasing member is attached to a holding member.

Bij voorkeur vertoont het hechtelement ten 5 minste één aan de van de vasthoudorganen afgekeerde zijde uit de basis stekende steun. Hierdoor wordt het hechtelement en daarmee het bekledingsmateriaal vrij gehouden van de ondergrond, waardoor het capillair opzuigen van vocht wordt voorkomen. Voor een stabiele 10 bevestiging van het hechtelement op de ondergrond steken er bij voorkeur zelfs drie steunen uit de basis.Preferably, the adhesive element has at least one support projecting from the base on the side remote from the retaining members. This keeps the adhesive element and thus the covering material free from the substrate, so that the capillary suction of moisture is prevented. For a stable attachment of the adhesive element to the substrate, preferably even three supports protrude from the base.

Teneinde te voorkomen dat de stroken of platen, die immers slechts door klemmen bevestigd zijn, onbedoeld bewegen, omvat het hechtelement bij voorkeur ook middelen 15 voor het fixeren van ten minste één der stroken of platen. Deze fixatiemiddelen kunnen volgens een constructieve eenvoudige variant ten minste één in hoofdzaak dwars op de basis gericht, scherp uitsteeksel omvatten.In order to prevent the strips or plates, which are after all only fastened by clamps, from moving unintentionally, the adhesive element preferably also comprises means for fixing at least one of the strips or plates. According to a constructionally simple variant, these fixation means can comprise at least one sharp protrusion directed substantially transversely of the base.

20 De meest eenvoudige constructie van het hechtelement wordt verkregen wanneer dit als één geheel gevormd is. Een hechtelement dat voldoende sterk is om de stroken of platen vast te houden, maar voldoende vervormbaar op een verende inklemming te waarborgen, kan 25 worden verkregen wanneer het hechtelement uit een metaalplaat gestanst en/of gebogen is.The simplest construction of the adhesive element is obtained when it is formed as a whole. An adhesive element which is sufficiently strong to hold the strips or plates, but which is sufficiently deformable on a resilient clamping, can be obtained when the adhesive element is punched and / or bent from a metal plate.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bij gevoegde tekening, waarin: 30 figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht is van een aantal stroken bekledingsmateriaal die door middel van een hechtelement volgens de uitvinding bevestigd zijn aan een staande ondergrond; 35 figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van het hechtelement volgens de uitvinding; 1013914 5 figuur 3 een doorsnede toont over de lijn III-III in figuur 1; en figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van het hechtelement volgens 5 de uitvinding.The invention will now be elucidated on the basis of two examples, with reference being made to the accompanying drawing, in which: figure 1 is a partly broken away perspective view of a number of strips of coating material which are attached to an adhesive element according to the invention. a standing surface; Figure 2 shows a perspective view of a first embodiment of the adhesive element according to the invention; 1013914 Figure 3 shows a cross-section over the line III-III in Figure 1; and figure 4 shows a perspective view of a second embodiment of the adhesive element according to the invention.

Voor het bevestigen van een aantal evenwijdige strookvormige bekledingselementen 2 op een staande ondergrond 1 wordt gebruik gemaakt van een aantal hechtelementen 3, die met tussenruimte op de ondergrond 1 10 zijn aangebracht. In het getoonde voorbeeld zijn de hechtelementen 3 door middel van schroeven 9 bevestigd op latten 8 welke onderdeel vormen van een raamwerk dat op de eigenlijke ondergrond 1 is aangebracht. Daarbij is de tussenruimte tussen twee op één en dezelfde lat 8 15 bevestigde hechtelementen 3 ongeveer gelijk aan een karakteristieke afmeting, in dit geval de hoogte H van het strookvormig bekledingselement 2.For fixing a number of parallel strip-shaped covering elements 2 on a standing surface 1, use is made of a number of adhesive elements 3, which are arranged with a spacing on the surface 1. In the example shown, the adhesive elements 3 are attached to slats 8 by means of screws 9, which form part of a framework which is arranged on the actual substrate 1. The spacing between two adhesive elements 3 fixed on one and the same slat 8 is approximately equal to a characteristic dimension, in this case the height H of the strip-shaped covering element 2.

In het getoonde voorbeeld heeft elke strook 2 een in zijn hoogterichting veranderlijke dikte. De strook 20 2 omvat een relatief dik hoofddeel 4 en een relatief dunne, op het achtervlak van de strook 2 aansluitende bovenrand 5. Ook de onderrand 6 van elke strook 4 is dunner uitgevoerd, maar ligt in het voorvlak van de strook 2. De strook 2 vertoont dus in feite een Z-vormige 25 doorsnede. Achter de dunne onderrand 6 is een over de gehele lengte van de strook 2 doorlopende groef 7 aangebracht.In the example shown, each strip 2 has a thickness that is variable in its height direction. The strip 20 2 comprises a relatively thick main part 4 and a relatively thin top edge 5 connecting to the rear surface of the strip 2. The bottom edge 6 of each strip 4 is also thinner, but lies in the front surface of the strip 2. The strip 2 thus actually has a Z-shaped cross-section. Behind the thin bottom edge 6, a groove 7 extending along the entire length of the strip 2 is arranged.

Elk hechtelement 3 omvat een basis 10 en een aantal daaruit stekende, tegengesteld gerichte organen 30 12, 13 voor het vasthouden van twee aangrenzende stroken 2. In het getoonde voorbeeld zijn er twee naar boven gerichte vasthoudorganen 12 en één naar beneden gericht vasthoudorgaan 13, die als één geheel met de basis 10 gevormd zijn. Elk omhoog gericht vasthoudorgaan 12 omvat 35 een uit de basis 10 stekend deel 14 en een in hoofdzaak evenwijdig aan de basis 10. verlopend deel 15, terwijl het naar beneden gerichte vasthoudorgaan 13 een uit de basis 1013914 6 stekend deel 16 en een evenwijdig aan de basis verlopend deel 17 omvat.Each suture element 3 includes a base 10 and a plurality of oppositely facing members 30, 13 protruding therefrom for holding two adjacent strips 2. In the example shown, there are two upwardly holding members 12 and one downwardly holding member 13 integrally formed with the base 10. Each upwardly held retainer 12 includes a portion 14 protruding from the base 10 and a portion 15 extending substantially parallel to the base 10., while the downwardly directed retainer 13 includes a portion 16 protruding from the base 1013914 6 and parallel to the base expiring part 17.

Verder omvat het hechtelement 3 nog een eerste voorspanorgaan 18 voor het van de basis 10 afdwingen van 5 één van de daardoor verbonden stroken 2. Dit voorspanorgaan 18, dat veerkrachtig vervormbaar is, is als één geheel gevormd met het naar beneden gerichte vasthoudorgaan 13, waar het ten dele uitgestanst en uitgebogen is.The suturing element 3 further comprises a first biasing member 18 for forcing one of the strips 2 connected thereto from the base 10. This biasing member 18, which is resiliently deformable, is integrally formed with the downwardly holding member 13, where it is partly punched out and bent.

10 Daarnaast vertoont het hechtelement 3 nog een tweetal tweede voorspanorganen 19, die in hoofdzaak evenwijdig aan de basis 10 werkzaam zijn voor het uit elkaar dwingen van de twee door het hechtelement 3 verbonden stroken 2. Deze beide voorspanorganen 19 zijn 15 eveneens als één geheel gevormd met het omlaag gerichte vasthoudorgaan 13, en zijn verder eveneens veerkrachtig vervormbaar.In addition, the bonding element 3 has two further biasing members 19, which operate substantially parallel to the base 10 for urging the two strips 2 connected by the bonding element 3 apart. These two biasing members 19 are also formed as one unit with the downwardly directed retaining member 13, and are further resiliently deformable.

Voor de bevestiging van het hechtelement 3 aan de latten 8 is dit voorzien van een opening 11, waardoor 20 een schroef 9 of een ander bevestigingsorgaan gestoken kan worden. Verder is het hechtelement 3 voorzien van middelen 20 voor het aan de achterzijde fixeren van één van de stroken 2, in het getoonde voorbeeld in de vorm van twee onder een hoek uit de basis 10 stekende, scherpe 25 hoekpunten 20. Hierdoor wordt verschuiven van de stroken 2 in langsrichting voorkomen.For the attachment of the adhesive element 3 to the battens 8, this is provided with an opening 11, through which a screw 9 or another fastening member can be inserted. The suture element 3 is further provided with means 20 for fixing one of the strips 2 at the rear, in the example shown in the form of two sharp angled points 20 protruding from the base 10 at an angle. strips 2 in the longitudinal direction.

Het hechtelement is zoals gezegd uit één metaalplaat gevormd door stansen en buigen of zetten. Zo zijn de naar boven gerichte vasthoudorganen 12 langs 30 lijnen 32 uitgestanst, waardoor daartussen een lip 26 gevormd is, terwijl het naar beneden gerichte vasthoudorgaan 13 en de daarmee verbonden voorspanorganen 18, 19 door stansen uit de basis 10 zijn gevormd, onder vrijlating van een ruimte 31. Overigens is in het 35 getoonde voorbeeld de basis 10 niet vlak, maar door buiglijnen 21, 22, en 23, 24 enigszins verhoogd onder vorming van een drietal uitstekende lippen of steunen 25,26. Daarbij vormen de buiglijnen telkens 1013914 7 complementaire hoeken, zodat de lippen 25,26 evenwijdig verlopen met de rest van de basis 10. De vorming van de uit het vlak van de basis 10 stekende steunen of lippen 25,26 heeft het voordeel dat hierdoor het hechtelement 3 5 niet over zijn gehele oppervlak tegen de ondergrond 1 rust, waardoor de mogelijke capillaire werking en het verzamelen van vocht daartussen wordt voorkomen. Daarbij wordt in het getoonde voorbeeld een onder alle omstandigheden stabiele stand van het hechtelement 10 verkregen doordat er drie uitstekende lippen 25,26 gevormd zijn.As stated, the adhesive element is formed from one metal sheet by punching and bending or setting. For example, the upwardly held retaining members 12 are punched along 30 lines 32 to form a lip 26 therebetween, while the downwardly retaining retaining member 13 and the associated biasing members 18, 19 are formed by punching from the base 10, leaving a space 31. Incidentally, in the example shown, the base 10 is not flat, but is slightly raised by bending lines 21, 22, and 23, 24 to form three protruding lips or supports 25, 26. The bending lines each form 1013914 7 complementary angles, so that the lips 25, 26 run parallel to the rest of the base 10. The formation of the supports or lips 25, 26 protruding from the plane of the base 10 has the advantage that this adhesive element 3 5 does not rest against the substrate 1 over its entire surface, whereby the possible capillary action and the accumulation of moisture between them is prevented. In the example shown, a position of the adhesive element 10 which is stable under all circumstances is obtained in that three protruding lips 25, 26 are formed.

Overigens vertonen zowel de tweede voorspanorganen 19 als het naar beneden gerichte vasthoudorgaan 13 omgezette eindranden 27, 15 respectievelijk 28, waardoor voorkomen wordt dat deze eindranden in het bekledingsmateriaal zullen "happen".Incidentally, both the second biasing members 19 and the downwardly directed retaining member 13 have flanged end edges 27, 15 and 28, respectively, thereby preventing these end edges from "snapping" into the coating material.

De werkwijze volgens de uitvinding verloopt nu als volgt. Op de latten 8 worden eerst ten minste één, maar in de praktijk meestal twee of meer hechtelementen 3 20 bevestigd. Daarna wordt een eerste te bevestigen strook 2 met zijn onderrand 6 op de zo bevestigde hechtelementen 3 geplaatst, waarbij de opstaande delen 15 van de twee naar boven gerichte vasthoudorganen 12 van elk hechtelement 3 ingrijpen in de groef 7 van de strook 2. Vervolgens wordt 25 ten minste één, maar in de praktijk twee of meer hechtelementen 3 met hun naar onderen gerichte vasthoudorgaan 13 over de bovenrand 5 van de zo op de onderste hechtelementen 3 rustende strook 2 geschoven, waarna deze bovenste hechtelementen 3 door middel van 30 schroeven 9 aan de latten 8 worden bevestigd. Daarna kan op deze bovenste hechtelementen 3 een volgende strook 2 geplaatst worden, waarna het gehele proces zich herhaalt.The method according to the invention now proceeds as follows. At least one, but usually two or more adhesive elements 3 are first attached to the slats 8. Thereafter, a first strip 2 to be attached with its lower edge 6 is placed on the adhesive elements 3 thus fixed, the upright parts 15 of the two upwardly holding members 12 of each adhesive element 3 engaging in the groove 7 of the strip 2. Then 25 at least one, but in practice two or more adhesive elements 3 with their downwardly holding retaining member 13 pushed over the top edge 5 of the strip 2 thus resting on the lower adhesive elements 3, after which these upper adhesive elements 3 are attached to the battens 8 are attached. A subsequent strip 2 can then be placed on these upper adhesive elements 3, after which the entire process is repeated.

Op deze wijze wordt elke strook 2 eenvoudig vastgeklemd tussen twee of meer hechtelementen 3. Daarbij 35 zorgt het eerste voorspanorgaan 18 in combinatie met het naar onderen gerichte vasthoudorgaan 13 voor het vrijhouden van een ruimte 33 tussen twee aangrenzende stroken 2, terwijl de tweede voorspanorganen 19 een 1013914 8 ruimte 30 daartussen vrij houden. Daarnaast zorgt de vorm van het hechtelement 3 met de steunen of lippen 25,26 voor de vorming van een vrije ruimte 29 tussen de stroken 2 en de ondergrond. Het vrij houden van een ruimte tussen 5 de stroken 2 is van belang om drukverschillen tussen de voor- en achterzijde in het geval van windbelasting dwars op het staande oppervlak l te voorkomen. Daarnaast is deze ruimte, net als de ruimte achter de stroken 2 van belang voor de ventilatie. De onderlinge afstand van de 10 stroken 2 is daarbij zo groot, dat capillaire aanzuiging van vocht wordt vermeden.In this way, each strip 2 is simply clamped between two or more adhesive elements 3. The first biasing member 18, in combination with the downwardly holding retaining member 13, ensures that a space 33 is kept between two adjacent strips 2, while the second biasing members 19 keep a space 1013914 8 between them. In addition, the shape of the adhesive element 3 with the supports or lips 25, 26 creates a free space 29 between the strips 2 and the substrate. Keeping a space between the strips 2 is important to prevent pressure differences between the front and rear in the case of wind load transverse to the standing surface 1. In addition, this space, like the space behind strips 2, is important for ventilation. The distance between the 10 strips 2 is so great that capillary suction of moisture is avoided.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm van het hechtelement 103 (figuur 4) is slechts één naar boven gericht vasthoudorgaan 112 aanwezig, alsmede één naar 15 beneden gericht vasthoudorgaan 113. Ook is slechts één tweede voorspanorgaan 119 aanwezig. Een ander verschil met de eerste uitvoeringsvorm is dat het eerste voorspanorgaan 118 met de basis 110 verbonden is, in plaats van met één van de vasthoudorganen. Tenslotte is 20 bij deze uitvoeringsvorm de basis 110 in hoofdzaak vlak. Deze tweede uitvoeringsvorm is eenvoudiger te vervaardigen dan de eerste uitvoeringsvorm, maar vertoont ten opzichte daarvan in het gebruik enkele kleine nadelen.In an alternative embodiment of the adhesive element 103 (Figure 4), only one upwardly holding retainer 112 is present, as well as one downwardly retaining retainer 113. Also, only one second biasing member 119 is provided. Another difference from the first embodiment is that the first biasing member 118 is connected to the base 110, rather than to one of the holding members. Finally, in this embodiment, the base 110 is substantially flat. This second embodiment is easier to manufacture than the first embodiment, but has some minor drawbacks with respect to use.

25 Hoewel de uitvinding hiervoor toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet beperkt is. Zo zou het hechtelement gevormd kunnen worden door een aantal met elkaar verbonden onderdelen, in plaats van als één geheel. Ook 30 zou het hechtelement van een ander materiaal gevormd kunnen zijn dan hiervoor beschreven, bijvoorbeeld gespuitgiet kunnen zijn van een kunststofmateriaal. Daarnaast kunnen de vorm en afmetingen van de vasthoudorganen en voorspanorganen natuurlijk naar 35 believen gevarieerd worden, afhankelijk van de gewenste toepassing. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de bijgevoegde conclusies.Although the invention has been elucidated above on the basis of a number of examples, it will be clear that it is not limited thereto. For example, the adhesive element could be formed by a number of interconnected parts, rather than as a whole. The adhesive element could also be formed from a different material than described above, for instance be injection molded from a plastic material. In addition, the shape and dimensions of the holding members and biasing members can of course be varied at will, depending on the desired application. The scope of the invention is therefore determined solely by the appended claims.

i 10139141013914

Claims (15)

1. Werkwijze voor het aan een staande ondergrond (1) bevestigen van een strook- of plaatvormig bekledingsmateriaal (2) , omvattende de stappen van het met tussenruimte op de ondergrond (1) aanbrengen van ten 5 minste twee hechtelementen (3) voor elke strook of plaat (2) , waarbij de tussenruimte overeenkomt met een karakteristieke afmeting (h) van de strook of plaat (2), en het tussen deze hechtelementen (3) vastklemmen van de strook of plaat (2), met het kenmerk, dat tussen de 10 strook of plaat (2) en de ondergrond (1) en/of tussen aangrenzende stroken of platen (2) ruimte (29; 30, 33) voor ventilatie wordt vrijgehouden.A method for attaching a strip or plate-shaped covering material (2) to a standing surface (1), comprising the steps of applying at least two adhesive elements (3) for each strip at intervals on the surface (1) or plate (2), the spacing corresponding to a characteristic dimension (h) of the strip or plate (2), and the clamping of the strip or plate (2) between these adhesive elements (3), characterized in that between the strip or plate (2) and the substrate (1) and / or between adjacent strips or plates (2) space (29; 30, 33) is kept free for ventilation. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan weerszijden van elke strook of plaat (2) 15 ten minste twee hechtelementen (3) aangebracht worden.Method according to claim 1, characterized in that at least two adhesive elements (3) are arranged on either side of each strip or plate (2). 3. Hechtelement (3), kennelijk bedoeld voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende een basis (10) en ten minste twee daarmee verbonden en in hoofdzaak evenwijdig daaraan verlopende, 20 tegengesteld gerichte organen (12, 13) voor het vasthouden van twee aangrenzende, door het hechtelement (3) vastgeklemde stroken of platen (2), gekenmerkt door middelen voor het vrijhouden van ruimte (29; 30, 33) voor ventilatie tussen de stroken of platen (2) en de 25 ondergrond (1) en/of tussen aangrenzende stroken of platen (2).Adhesive element (3), evidently intended for use in the method according to claim 1 or 2, comprising a base (10) and at least two connected and substantially parallel opposed members (12, 13) for the purpose of holding two adjacent strips or plates (2) clamped by the adhesive element (2), characterized by means for keeping space (29; 30, 33) for ventilation between the strips or plates (2) and the substrate (1 ) and / or between adjacent strips or plates (2). 4. Hechtelement (3) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor het vrijhouden van ruimte ten minste één eerste voorspanorgaan (18) omvatten 30 voor het naar een van de basis (10) verwijderde stand dwingen van althans één van de stroken of platen (2).Adhesive element (3) according to claim 3, characterized in that the space-keeping means comprise at least one first biasing member (18) for forcing at least one of the positions away from the base (10). strips or plates (2). 5. Hechtelement (3) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het of elk eerste voorspanorgaan (18) veerkrachtig vervormbaar is. 1013914Adhesive element (3) according to claim 4, characterized in that the or each first biasing member (18) is resiliently deformable. 1013914 6. Hechtelement (3) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het of elk eerste voorspanorgaan (18) bevestigd is aan een vasthoudorgaan (13).Adhesive element (3) according to claim 5, characterized in that the or each first biasing member (18) is attached to a holding member (13). 7. Hechtelement (3) volgens één der conclusies 5 3 tot 6, met het kenmerk, dat de middelen voor het vrijhouden van ruimte ten minste één in hoofdzaak evenwijdig aan de basis werkzaam tweede voorspanorgaan (19) omvatten voor het uit elkaar dwingen van de stroken of platen (2).Adhesive element (3) according to any one of claims 5 to 6, characterized in that the space-keeping means comprise at least one second biasing member (19) acting substantially parallel to the base for forcing the spacers apart. strips or plates (2). 8. Hechtelement (3) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het of elk tweede voorspanorgaan (19) veerkrachtig vervormbaar is.Adhesive element (3) according to claim 7, characterized in that the or each second biasing member (19) is resiliently deformable. 9. Hechtelement (3) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het of elk tweede voorspanorgaan (19) 15 bevestigd is aan een vasthoudorgaan (13).Adhesive element (3) according to claim 8, characterized in that the or each second biasing member (19) is attached to a holding member (13). 10. Hechtelement (3) volgens één der conclusies 3 tot 9, gekenmerkt door ten minste één aan de van de vasthoudorganen (12,13,19) afgekeerde zijde uit de basis (10) stekende steun (25,26).Adhesive element (3) according to any one of claims 3 to 9, characterized by at least one support (25, 26) protruding from the base (10) on the side facing away from the holding members (12, 13, 19). 11. Hechtelement (3) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat er drie steunen (25,26) uit de basis (10) steken,Adhesive element (3) according to claim 10, characterized in that three supports (25, 26) protrude from the base (10), 12. Hechtelement (3) volgens één der conclusies 3 tot 111, gekenmerkt door middelen (20) voor het fixeren 25 van ten minste één van de stroken of platen (2).Adhesive element (3) according to any one of claims 3 to 111, characterized by means (20) for fixing at least one of the strips or plates (2). 13. Hechtelement (3) volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen (20) ten minste één in hoofdzaak dwars op de basis (10) gericht, scherp uitsteeksel omvatten.Adhesive element (3) according to claim 12, characterized in that the fixing means (20) comprise at least one sharp protrusion directed substantially transversely of the base (10). 14. Hechtelement (3) volgens één der conclusies 3 tot 13, met het kenmerk, dat dit als één geheel gevormd is.Adhesive element (3) according to any one of claims 3 to 13, characterized in that it is formed as one unit. 15. Hechtelement (3) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat dit uit een metaalplaat gestanst en/of 35 gebogen is. i 1013914Adhesive element (3) according to claim 14, characterized in that it is punched and / or bent from a metal plate. 1013914
NL1013914A 1999-01-27 1999-12-22 Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding NL1013914C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013914A NL1013914C2 (en) 1999-01-27 1999-12-22 Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011155 1999-01-27
NL1011155 1999-01-27
NL1013914 1999-12-22
NL1013914A NL1013914C2 (en) 1999-01-27 1999-12-22 Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013914C2 true NL1013914C2 (en) 2000-08-08

Family

ID=26642912

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013914A NL1013914C2 (en) 1999-01-27 1999-12-22 Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1013914C2 (en)

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006064268A1 (en) * 2004-12-16 2006-06-22 Ibstock Brick Limited Fastener, cladding system and panel for use therein
WO2006078226A1 (en) * 2005-01-24 2006-07-27 Zt Slovakia Trading, A.S. Facing holders and facing system
EP2447440A1 (en) * 2010-11-02 2012-05-02 Rockwool International A/S A fixing bracket, a system comprising such a fixing bracket, and use of a fixing bracket
AT515684B1 (en) * 2014-10-14 2015-11-15 Gaisbauer Günther Facade system and a holding part for fixing two visible profiles
EP3578731A1 (en) 2018-06-06 2019-12-11 Günther Gaisbauer Holding element and façade system with such a holding element
DE102018005072A1 (en) * 2018-06-27 2020-01-02 Markus Rensburg Fastening element for mounting a facade panel
US10801537B2 (en) 2018-01-05 2020-10-13 Nova USA Wood Products, LLC Resilient mounting clips, panel mount systems including the same, and associated methods

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006064268A1 (en) * 2004-12-16 2006-06-22 Ibstock Brick Limited Fastener, cladding system and panel for use therein
WO2006078226A1 (en) * 2005-01-24 2006-07-27 Zt Slovakia Trading, A.S. Facing holders and facing system
EP2447440A1 (en) * 2010-11-02 2012-05-02 Rockwool International A/S A fixing bracket, a system comprising such a fixing bracket, and use of a fixing bracket
AT515684B1 (en) * 2014-10-14 2015-11-15 Gaisbauer Günther Facade system and a holding part for fixing two visible profiles
AT515684A4 (en) * 2014-10-14 2015-11-15 Gaisbauer Günther Facade system and a holding part for fixing two visible profiles
US10801537B2 (en) 2018-01-05 2020-10-13 Nova USA Wood Products, LLC Resilient mounting clips, panel mount systems including the same, and associated methods
US11306754B2 (en) 2018-01-05 2022-04-19 Nova USA Wood Products, LLC Resilient mounting clips, panel mount systems including the same, and associated methods
US11598357B2 (en) 2018-01-05 2023-03-07 Nova USA Wood Products, LLC Resilient mounting clips, panel mount systems including the same, and associated methods
EP3578731A1 (en) 2018-06-06 2019-12-11 Günther Gaisbauer Holding element and façade system with such a holding element
DE102018005072A1 (en) * 2018-06-27 2020-01-02 Markus Rensburg Fastening element for mounting a facade panel
DE102018005072B4 (en) 2018-06-27 2022-11-10 Markus Rensburg Fastening element for mounting a facade panel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6370828B1 (en) Mounting system for solar panel
US5694728A (en) Vinyl siding system
US5575127A (en) Siding attachment system
US3173229A (en) Siding structure
US9896849B1 (en) Flush or lap siding system
US10316524B2 (en) Rail system
US4844651A (en) Fastening clip
US7441383B2 (en) Fastener guide for siding
US5339608A (en) Mounting clip for vinyl siding
CA2859972C (en) Old-fashion clapboard-like wood siding system with ventilation gaps
NL1013914C2 (en) Horizontal cladding for outside walls, has hidden attachment system at rear, is less subject to ingress of damp by capillary action than conventional tongue and groove cladding
US5377463A (en) Panel mounting
US4473981A (en) Sill clip
US3984077A (en) Shelf couple and hanger assembly
US20130133280A1 (en) Fixing System for Cladding
NL8501050A (en) ROOFING.
CZ20032447A3 (en) Means for decorating conservatory
US6351921B1 (en) Siding and porch ceiling attachment system
JPH06193204A (en) Roof tile fixing device
RU2295013C2 (en) Skirting board with decorative members
NL1011716C2 (en) Anchoring system for anchoring façade tiles and / or ridge frosts.
NL1031727C2 (en) Wall covering system with horizontal planks, has second length plane defined by second length edge of plank extending parallel to the wall surface and at right angles to plank length direction on one side of plank mounting bracket
NL1028468C2 (en) Fastening system for roofing tiles on pitched roof surface, includes tile clips which fasten roofing tiles to battens extending horizontally parallel to each other
BE1029467B1 (en) MOUNTING CLIP FOR BLADES AND COMPOSITION OF PREVIOUS
JPS6310025Y2 (en)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20130425

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160101