NL1013141C2 - Tuingereedschap. - Google Patents

Description

Tuingereedschap.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tuingereedschap, bestaande uit een steel met aan een 5 uiteinde een deel dat bestemd is om een bewerking mee uit te voeren, bijvoorbeeld in of op de grond, en welk deel ertoe geschikt is dat een gebruiker met de voet een druk op het deel uitoefent, zoals het blad van een schop of van een kantafsnijder.

10

Bij het spitten met een schop in de grond wordt vaak een voet op de bovenrand van het blad van de schop gezet, om zo het blad met de voet naar beneden de grond in te duwen. De voet wordt daarbij naast de steel 15 neergezet. Omdat de steel bij het bekende tuingereedschap in het midden op de bovenrand van het blad is bevestigd kan de voet alleen naast het midden boven op het blad worden neergezet. Een bezwaar daarbij is dat de schop al gauw, in plaats van recht naar beneden, 20 schuin naar beneden de grond in wordt geduwd, omdat de voet het blad en daarmede de schop opzij duwt.

Daarbij komt het verder voor dat de voet bij het naar beneden duwen van het blad afglijdt.

25 De uitvinding beoogt dit bezwaar van het bekende tuingereedschap te ondervangen.

Het tuingereedschap volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met 30 behulp waarvan de druk van de voet boven een centraal gelegen gedeelte van het deel kan worden uitgeoefend.

Volgens een verder kenmerk van het tuingereedschap volgens de uitvinding worden de middelen gevormd door 35 een centraal in het gereedschap aangebrachte opening die aangepast is om een voet in te brengen.

Volgens weer een kenmerk van het tuingereedschap vol- 1013141 r 2 gens de uitvinding is de opening centraal in het deel aangebracht.

Volgens nog een kenmerk van het tuingereedschap volgens 5 de uitvinding worden de middelen gevormd door een centraal aan het gereedschap aangebracht uitstekend deel dat aangepast is om een voet op te zetten.

De uitvinding zal thans nader worden beschreven aan de 10 hand van de tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld.

De figuren 1 en 2 tonen het bekende tuingereedschap, in dit voorbeeld een schop, met een gebruiker.

Figuur 3 toont een vooraanzicht van een tuingereedschap 15 volgens de uitvinding, in dit uitvoeringsvoorbeeld een schop.

Figuur 4 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van weer 20 een andere uitvoeringsvorm.

In de figuren l en 2 is te zien hoe bij het gebruik van de bekende schop 1 het blad 2 vanuit een stand recht naar beneden onder de werking van de op een zijkant 3 25 van het blad 2 door de gebruiker 4 uitgeoefende duw-kracht schuin naar beneden (fig. 2) de grond 5 in wordt geduwd.

In figuur 3 is de schop volgens de uitvinding te zien, 30 met de steel 6 met aan een uiteinde het deel 7, in dit uitvoeringsvoorbeeld een blad 7, dat bestemd is om mee in de grond te spitten. De schop 1 is voorzien van middelen 8 met behulp waarvan de door de gebruiker 4 met de voet 9 uitgeoefende druk boven een centraal of 35 middelste gedeelte 10 van het blad 7 kan worden uitgeoefend.

1013141' 3

De middelen 8 zijn gevormd door een centraal in de schop 1 aangebrachte opening 11 die aangepast is om de voet 9 in te brengen.

5 In figuur 3 is de opening 11 aangebracht in een gedeelte van het tuingereedschap gelegen tussen het blad 7 en de steel 6.

In figuur 4 is de opening 11 aangebracht in het blad 7 zelf.

10

In figuur 5 is een andere uitvoeringsvorm te zien.

De middelen 8 worden hier gevormd door een centraal aan het gereedschap 1 aangebracht uitstekend deel 12 dat aangepast is om de voet 9 op te zetten.

15

Met het tuingereedschap volgens de uitvinding wordt bereikt dat een rechte neerwaartse druk op het tuingereedschap kan worden uitgeoefend, terwijl verder wordt voorkomen dat de voet bij het naar beneden duwen van 20 het blad afglijdt. Daardoor kan op een makkelijke wijze een grotere druk op het blad worden uitgeoefend.

De uitvinding is niet beperkt tot de toepassing bij een schop of een kantafsnijder. In elk tuingereedschap 25 waarbij de voet kan worden gebruikt kan de uitvinding worden toegepast, waarbij te denken is aan een hooivork, een schoffel en dergelijke.

30 35 1013141

Claims (5)

1. Tuingereedschap, bestaande uit een steel met aan een uiteinde een deel dat bestemd is om een bewerking mee 5 uit te voeren, bijvoorbeeld in of op de grond, en welk deel ertoe geschikt is dat een gebruiker met de voet een druk op het deel uitoefent, zoals het blad van een schop of van een kantaf snijder, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de druk van 10 de voet boven een centraal gelegen gedeelte van het deel kan worden uitgeoefend.

2. Tuingereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een centraal 15 in het gereedschap aangebrachte opening die aangepast is om een voet in te brengen.

3. Tuingereedschap volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een centraal 20 in het deel aangebrachte opening die aangepast is om een voet in te brengen.

4. Tuingereedschap volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een centraal 25 in de steel aangebrachte opening die aangepast is om een voet in te brengen.

5. Tuingereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een centraal 30 aan het gereedschap aangebracht uitstekend deel dat aangepast is om een voet op te zetten. 35 1013141