NL1012966C2 - Voederinrichting voor in een stal aanwezige dieren. - Google Patents

Description

VOEDERINRICHTING VOOR IN EEN STAL AANWEZIGE DIEREN

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het voederen van dieren, bijvoorbeeld varkens, omvattende een voerbak en een doseerinrichting, waarbij de voerbak is ingericht voor het bevatten van slechts een 5 beperkt aantal doses diervoeder.

Dergelijke voederinrichtingen zijn algemeen bekend.

Bij dergelijke, tot de stand van de techniek behorende voederinrichtingen, wordt op regelmatige, 10 vooraf bepaalde tijdstippen een portie voer naar de voerbak geleid. De dieren horen het inschakelen van de voe-derinrichting en begeven zich naar de voerbak. Hier zullen de snelste dieren als eerste aankomen. Deze eten door tot zij verzadigd zijn. Veelal is dan de portie voer 15 al voor een groot deel op zodat de resterende dieren hun honger niet volledig kunnen stillen. Dit leidt tot een ongelijkmatige groei en ontwikkeling van de dieren.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke voerinrichting waarbij deze nadelen 20 worden vermeden.

Dit doel wordt bereikt doordat de doseerinrichting is ingericht voor het slechts toevoeren van een volgende dosis aan de voerbak, wanneer het niveau van het voeder in de voerbak zodanig is dat bij toevoer van een 25 volgende dosis het maximale niveau van de diervoeder in de voerbak niet overschreven wordt, en doordat in de voerbak een niveaumeetinrichting is geplaatst.

Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk gedurende een lange tijd de voederbak gevuld te houden 30 zodat alle dieren de gelegenheid krijgen te eten, en worden problemen met het overlopen van de voederbak voorkomen,· wanneer de voederbak dreigt over te lopen wordt de toevoer van voeder gestopt.

1012966 2

Er is gebleken dat, wanneer de niveaumeetin-richting door een paar elektroden wordt gevormd waarvan er tenminste een zich van boven af uitstrekt tot het niveau waarop de niveaumeetinrichting aanspreekt, een 5 bijzonder stevige, tegen dieren, in het bijzonder varkens bestendige constructie ontstaat, die bij een geschikte keuze van de spanning ruimschoots onder de maximale waarde van een veilige spanning blijft.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat een 10 doseerinrichting een doseervat met een door de bestu-ringsinrichting bestuurbare laadklep en een door de besturingsinrichting bestuurbare losklep.

Ook dit leidt tot een constructief aantrekkelijke oplossing.

15 Volgens weer een andere voorkeursuitvoerings vorm is de voederinrichting in een stal geplaatst, waarbij de stal in een aantal vakken is verdeeld die elk zijn ingericht voor het huisvesten van een aantal dieren, is de voerbak benaderbaar vanuit elk van de vakken, is 20 tussen de voerbak en elk van de vakken een blokkeerin-richting geplaatst die gewoonlijk gesloten is en die naar keuze geopend kan worden, en omvat de voederinrichting een besturingsinrichting voor het besturen van de blokke-ringsmiddelen en de doseerinrichting.

25 De laatste tijd poogt men dieren in stallen zoveel mogelijk in loopstallen onder te brengen, waarbij de dieren gelegenheid hebben door het hun toegewezen deel van de stal te lopen. Dit bevordert in hoge mate het welbevinden van de dieren.

30 Hierbij bevinden zich binnen elk vak een aantal dieren. Bij het voederen van de dieren ontstaat het probleem dat elk dier zijn toegedeelde portie ter beschikking krijgt. Er bestaat immers het gevaar dat hongerige dieren veel meer eten dan minder hongerige dieren, 35 hetgeen de ontwikkeling van de dieren nadelig beïnvloedt.

Hiertoe is het mogelijk in elk van de vakken een aparte voederinrichting aan te brengen. Dit leidt echter tot hoge kosten; voederinrichtingen, in het bij-

Ft 01 2 9 6 6 3 zonder wanneer zij van een doseersysteem zijn voorzien, zijn kostbaar.

De hierboven genoemde uitvoeringsvorm voorziet dan ook in een behoefte aan een inrichting voor het 5 voederen van dieren, waarbij gewaarborgd wordt dat de binnen een vak levende dieren hun juiste portie krijgen toebediend.

Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk slechts een enkele voederinrichting toe te passen, welke 10 gebruikt kan worden voor in verscheidene vakken aanwezige dieren.

Volgens weer andere voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting ingericht voor het achtereenvolgens openen van de naar de verschillende vakken leidende 15 blokkeringsinrichtingen en het tijdens de perioden, waarin de blokkeringsinrichting geopend is, toevoeren van een vooraf bepaald aantal doses aan de voerbak. Hiermee wordt het mogelijk de besturingsinrichtingen te programmeren voor het beschikbaar stellen van vooraf bepaalde 20 doses voer aan de in bepaalde vakken aanwezige dieren. Hierbij is geen enkele menselijke tussenkomst noodzakelijk.

Met deze maatregel wordt overlopen van de voerbak voorkomen.

25 Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvor men blijken uit de overige onderconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 30 figuur 1: een schematisch bovenaanzicht van een stal, welke voorzien is van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2: een schematisch aanzicht van de in de stal 1 geplaatste voerinrichting; en 35 figuur 3: een schematisch aanzicht van een afsluitinrichting ten gebruike bij de voerinrichting volgens de uitvinding.

1012966 4

De in zijn geheel met "1" weergegeven stal, welke in een gebouw kan zijn ondergebracht, of waarbij verscheidene van dergelijke staleenheden in een dergelijk gebouw zijn ondergebracht, omvat vier vakken 2a-2d, welke 5 elk geschikt zijn voor het daarin houden van een aantal dieren, bijvoorbeeld varkens. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van varkens ook andere dieren kunnen worden gehouden, bijvoorbeeld rundvee, schapen, geiten of zelfs pluimvee.

10 De vakken zijn gescheiden door muren 3, terwijl in het midden tussen de vakken 2a-2d een voervak 4 geplaatst is. Vanuit elk van de vakken 2a-2d is het voervak 4 bereikbaar. Tussen elk van de vakken 2a-2d en het voervak 4 is een hek 6 aangebracht.

15 Vervolgens zal de inrichting van het voervak worden besproken. In het voervak 4 is een voerbak 7 aangebracht, welke bijvoorbeeld van roestvast staal vervaardigd is. Op een rand 8 van de voerbak 7 is een schakelblok 9 aangebracht. Uit het schakelblok strekt 20 zich geïsoleerd ten opzichte van de voerbak 7 een elektrode 10 naar beneden toe uit. Zowel de elektrode 10 als de voerbak 7 zijn verbonden met een in het schakelblok 9 ingebouwde detector, welke waarneemt of het in de voerbak 7 aanwezige voer het niveau van de elektrode 10 heeft 25 bereikt. Het voer wordt immers in het algemeen gevormd door brijvoer dat elektriciteit geleid. Wanneer het brijvoer de hoogte van de elektrode 10 heeft bereikt, wordt dit door de elektronica in het schakelblok 9 gedetecteerd.

30 Verder is boven de voerbak 7 een doseerinrich- ting 11 aangebracht. De doseerinrichting 11 wordt gevormd door een vat 12, aan de onderzijde waarvan een uitvoer-klep 13 is aangebracht en aan de bovenzijde waarvan een toevoerklep 14 is aangebracht. De toevoerklep 14 sluit 35 aan op een toevoerleiding 15, welke verbonden is met een voorraadvat 16.

De kleppen 13,14 zijn bestuurbaar door middel van een in de tekening niet weergegeven besturingsinrich- 1012966 5 ting, welke bijvoorbeeld door een computer wordt gevormd. Door middel van de besturingsinrichting is het mogelijk voorgeprogrammeerd doses brijvoer, dat in het voorraadvat 16 aanwezig is, toe te voeren aan de voerbak 7. Hiertoe 5 wordt aanvankelijk de bestuurbare uitvoerklep 13 gesloten en wordt de bestuurbare invoerklep 14 geopend. Hierop zal het doseervat 12 zich vullen met brijvoer. Wanneer het vat gevuld is, waarvoor overigens gebruik kan worden gemaakt van een in de tekening niet weergegeven niveaude-10 tector, wordt de bestuurbare invoerklep 14 gesloten en wordt de bestuurbare uitvoerklep 13 geopend, waarmee het brijvoer in de voerbak 7 valt. Bij het bereiken van het niveau, dat door de elektrode 10 wordt aangegeven, kan de klep 13 worden gesloten, zodat overlopen van de voerbak 15 wordt voorkomen. Pas wanneer de dieren voldoende voer hebben gegeten, kan de rest van de inhoud van het doseervat 12 worden toegevoerd.

Met een dergelijke inrichting is het mogelijk in een enkel vak aanwezige varken gedoseerd van voer te 20 voorzien. De onderhavige uitvinding is echter eveneens van toepassing voor situaties, waarin, om de structuur van de onderhavige uitvinding tevens te kunnen toepassen bij stallen met de configuratie van figuur l, waarbij in verscheidene vakken 2a-2d levende dieren achtereenvolgens 25 toegang krijgen tot de voerbak 7, gebruik gemaakt wordt van afsluitbare hekken, zoals in figuur 3 zijn afgebeeld. Elk hek 17 omvat een vaste stijl 18, waaraan een hekwerk 19 bevestigd is door middel van scharnieren 20. Het hekwerk 19 kan aldus om stijl 18 draaien. Aan de andere 30 zijde van het hekwerk is een andere vaste stijl 21 aangebracht, waartegen het hekwerk 19 kan sluiten.

Uiteraard is het mogelijk dergelijke hekken met de hand te bedienen. Het is echter aantrekkelijker en, gezien de rest van de in de stal aanwezige automatische 35 apparatuur, veel aantrekkelijker om dit automatisch te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld onder de besturing van de in de tekeningen niet weergegeven besturingsinrichting. Hiertoe moet gebruik gemaakt worden van een bij- 1012966 6 voorbeeld tegen een van de muren 3 aangebrachte aandrijf-inrichting 22, welke door middel van een drijfstang 23 verbonden is met het hekwerk 19. Door middel van een in de aandrijfinrichting 22 opgenomen elektromotor kan het 5 openen en sluiten van het hekwerk 19 worden bestuurd.

Aldus is het mogelijk door de besturingsinrich-ting volgens een vooraf bepaald programma, bijvoorbeeld op basis van tijd, maar dat tevens kan zijn gebaseerd op te consumeren doses, de in de vakken aanwezige dieren 10 achtereenvolgens toegang te verschaffen tot de voerin-richting.

Hierbij is het aldus mogelijk de dieren in vak 2a twee doses te laten consumeren en vervolgens de in vak 2b aanwezige dieren bijvoorbeeld drie doses.

15 Het zal duidelijk zijn dat op diverse wijzen variaties binnen deze structuur kunnen worden aangebracht zonder van de uitvinding af te wijken. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de voederinrichting zonder de stalindeling te gebruiken. Bovendien is het mogelijk de voeder-inrich-20 ting buiten, in de weide te gebruiken.

1012966

Claims (9)

1. Inrichting voor het voederen van dieren, bijvoorbeeld varkens, met het kenmerk, dat de doseerinrichting is ingericht voor het slechts toevoeren van een volgende dosis aan de voerbak, wanneer het niveau van het voeder 5 in de voerbak zodanig is, dat bij toevoer van een volgende dosis het maximale niveau van het diervoeder in de voerbak niet overschreden wordt, en dat in de voerbak een niveaumeetinrichting is geplaatst.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat de niveaumeetinrichting door een paar elektroden wordt gevormd, waarvan er tenminste een zich van bovenaf uitstrekt tot het niveau, waarop de niveaumeetinrichting aanspreekt.

3. Inrichting volgens één van de voorafgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat een doseerinrichting een doseervat met een door de besturingsinrichting bestuurbare laadklep en een door de besturingsinrichting bestuurbare losklep omvat.

4. Inrichting volgens één van de voorafgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de doseerinrichting met een voorraadvat voor diervoer, in het bijzonder varkensvoer is verbonden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het voorraadvat verbonden is met een voeder- 25 bereidingsinrichting en dat de besturingsinrichting is ingericht voor het op regelmatige tijden toevoeren van bereik voeder naar het voorraadvat.

6. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 30. dat de voederinrichting in een stal is ge plaatst, waarbij de stal in een aantal vakken is verdeel die elk zijn ingericht voor het huisvesten van een aantal dieren, - dat de voerbak benaderbaar is vanuit elk van 35 de vakken, 1012966 - dat tussen de voerbak en elk van de vakken een blokkeerinrichting is geplaatst die gewoonlijk gesloten is en die naar keuze geopend kan worden, - dat de voederinrichting een doseerinrichting 5 omvat voor het aan de voerbak toevoeren van doses voer, en - dat de voederinrichting een besturingsin-richting omvat voor het besturen van de blokkeringsmidde-len en de doseerinrichting.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de blokkeringsinrichting door een door de besturingsinrichting open- en sluitbaar hek wordt gevormd.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het 15 kenmerk, dat de besturingsinrichting is ingericht voor het achtereenvolgens openen en de naar de diverse vakken leidende blokkeringsinrichtingen en het tijdens de periode, waarin de blokkeringsinrichting geopend is, toevoeren van een vooraf bepaald aantal doses aan de voerbak.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de inrichting een dierdetectie-inrichting omvat voor het detecteren van de aanwezigheid van een dier op de plaats van het hek. 1012966