NL1012862C1 - Temperatuurgecompenseerde, rechtstreeks afleesbare drukmetingsinrichting. - Google Patents

Description

-1-

Temperatuurgecompenseerde, rechtstreeks afleesbare DRUKMETINCS-

INRICHTING

De uitvinding betreft drukmeetinrichtingen zoals o.a. manometers, in het bijzonder 5 barometers, die bij voorkeur geen gebruik maken van kwik. Dergelijke barometers worden soms sympiesometers genoemd.

TECHNISCHE ACHTERGROND

Verschillende types van barometers worden gebruikt in woonplaatsen. Het eerste 10 type is de aneroide barometer die gebruikt maakt van een metalen balg die een wijzer drijft via een omzettingsmechanisme. Het andere type van barometer is de kwik-barometer. Kwikbarometers kunnen zeer smaakvol worden uitgevoerd, doch het gebruik van kwik is aanvechtbaar omwille van hun toxiciteit.

Een ander type van barometer, geen gebruik makend van kwik, is soms gekend 15 onder de naam van een sympiesometer, zoals bijvoorbeeld de „Tendency Barometer1* verdeeld door Denis Dingens D.D. Stijlbarometers NV/SA, Leopoldsburg, België. Deze baro-meter omvat een volume gas dat opgesloten zit in een omgekeerde uitstulping, welke gedeeltelijk gevuld is met een vloeistof en verbonden is met één arm van een „U“-of „J“- vormige buis. Naast de barometer wordt een vloeistofthermometer geplaatst en 20 het niveauverschil tussen de vloeistof in de thermometer en de vloeistof in de U-vormige buis geeft een aanwijzing van de luchtdruk. De aflezingen kunnen in zekere mate worden gecorrigeerd voor temperatuurwijzigingen door de juiste keuze van materialen en de aard en het volume van het gebruikte gas. Dit type van barometer vereist geen gebruik van kwik en is daarom gemakkelijker te verplaatsen, heeft een lager risico voor milieu-25 vervuiling of voor de menselijke gezondheid. De barometer is echter niet gemakkelijk af te lezen, noch is hij zeer precies.

De doelstelling van de uitvinding is een drukmeetinrichting, in het bijzonder een manometer of een barometer, te verschaffen, die precieze en gemakkelijke af te lezen waarden, welke gecompenseerd worden voor wijzigingen in de omgevingstemperatuur, 30 voor de externe gemeten gas- of vloeistofdruk geeft.

Een verdere doelstelling van de uitvinding is een drukmeetinrichting, in het bijzonder een manometer of een barometer, te verschaffen, die de met het gebruik van ^ o 12 9 6 2 -2- kwik gepaardgaande problemen van transport en toxiciteit kan vermijden. Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding omvat een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting die een 5 vloeistofmanometer en een vloeistofthermometer bevat, zo gemonteerd om een vergelijking van de hoogte van hun vloeistofoppervlaktes mogelijk te maken, en zo uitgevoerd dat de grootte van de beweging van het vloeistofniveau in de manometer en in de thermometer nagenoeg gelijk is voor een verandering in de temperatuur bij constante druk van een extern fluïdum, waarbij de hoogte van de vloeistof in de 10 manometer wordt bepaald door samendrukking van een volume gas bij de druk van het extern fluïdum, en die middelen bevat voor een directe aflezing van de druk van het extern fluïdum, gecompenseerd voor temperatuur, uitgaande van het verschil in relatieve posities van de vloeistofniveaus in respectievelijk de manometer en de thermometer. Zowel de manometer als de thermometer blijven vast tijdens het meten van de druk van 15 het extern fluïdum.

De uitvinding omvat tevens een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting die een vloeistofmanometer en een vloeistofthermometer bevat, zo gemonteerd om een vergelijking van de hoogte van hun vloeistofoppervlaktes mogelijk te maken, en zo uitgevoerd dat de grootte van de beweging van het vloeistofniveau in de manometer en 20 in de thermometer nagenoeg gelijk is voor een verandering in de temperatuur bij constante druk van een extern fluïdum, waarbij de hoogte van de vloeistof in de manometer wordt bepaald door samendrukking van een volume gas bij de druk van het extern fluïdum, en die middelen bevat voor een aflezing van de druk van het extern fluïdum, gecompenseerd voor temperatuur, uitgaande van het verschil in relatieve 25 posities van de vloeistofniveaus in respectievelijk de manometer en de thermometer, waarbij zowel de barometer en de thermometer onbeweeglijk op een draagplaat zijn vastgemaakt.

Bij voorkeur bevatten de thermometer en de manometer beide geen toxische stoffen zoals kwik. De middelen voor directe aflezing kunnen een glijdbare schaal 30 omvatten met een referentieteken, dat glijdend op één lijn kan worden gebracht met ofwel het vloeistofniveau in de thermometer of in de manometer, waarbij de schaal kan worden voorzien van een verdeling om de druk van het extern fluïdum precies af te lezen ‘ÏÖ 'i ? A ^ 2 -3- van het vloeistofniveau van de andere van de manometer of de thermometer. De middelen voor directe aflezing kunnen ook lichtsensoren of druksensoren omvatten, die verbonden zijn met geschikte elektronische middelen en een beeldscherm, waarbij de lichtsensoren of druksensoren zo geplaatst zijn om uitgangssignalen in verband met de 5 hoogte van de vloeistof in respectievelijk de manometer en thermometer af te geven.

De uitvinding omvat ook een temperatuurgecompenseerde barometer waarin de manometer de atmosferische druk meet. Verder omvat de uitvinding ook andere drukmeetinrichtingen waaronder een manometer zoals bloeddrukmeettoestellen die een opblaasbare zak gebruiken om een druk op de arm van de persoon uit te oefenen alsook 10 andere inrichtingen om een vloeistofdruk te meten.

De uitvinding zal nu aan de hand van de volgende tekeningen nader beschreven worden.

Korte beschrijving van de tekeningen 15 Fig. 1 is een schematisch vooraanzicht van een barometer in overeenstemming met een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 2 is een schematisch vooraanzicht van een draaibare en glijdbare schaal in overeenstemming met een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 3 is een schematische voorstelling van een deel van een barometer met 20 rechtstreekse aflezing in overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4 is een schematische voorstelling van een deel van een barometer met rechtstreekse aflezing in overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

25

Beschrijving van de illustratieve uitvoeringsvormen

De uitvinding zal worden beschreven in verband met bepaalde uitvoeringsvormen en tekeningen waarbij de uitvinding niet tot deze maar enkel door de conclusies is beperkt. De uitvinding zal in het bijzonder met betrekking tot een barometer beschreven 30 worden, maar de uitvinding is niet daartoe beperkt en omvat om het even welke inrichting voor het meten van de druk van een fluïdum die een manometer bevat, zoals bijvoorbeeld een inrichting voor het meten van de bloeddruk van een mens, en die 10 1 2 8 62 -4- temperatuur-gecompenseerd moet worden.

Fig. 1 is een schematisch vooraanzicht van een temperatuurgecompenseerde barometer (TCB) 1 in overeenstemming met één uitvoeringsvorm van de uitvinding. De TCB 1 omvat een vloeistofthermometer 10 en een vloeistofbarometer 20 welke zijn s gemonteerd op een harde ondersteuningsplaat 5 en welke kunnen worden naast elkaar geplaatst zodat de vloeistofoppervlaktes 12 en 22 van respectievelijk de thermometer en de barometer gericht zijn naar het midden van het toestel. De barometer 20 omvat wat kan worden beschreven als een manometer 21 en een uitstulping 24 dat een bepaald volume gas 28, bijvoorbeeld lucht, stikstof, argon, neon, helium of een ander geschikt 10 gas, bevat. De manometer 21 wordt typischerwijze vastgehecht aan de bodem van de uitstulping 24 en kan een „U“- of „J“-vormige buis 25 omvatten, die bij voorkeur van een doorzichtig materiaal met een lage uitzettingscoëfficiënt zoals glas gemaakt is, en een nauwe boring van typisch 1 tot 3 mm bezit. De barometer 20 kan voorzien zijn van luchtbellen (niet getoond) op verschillende plaatsen in de buis 25. Het einde 26 van de 15 buis 25 dat afgelegen is van de uitstulping 24 is open aan de atmosfeer als de atmosferische druk moet worden gemeten. Als alternatief is het mogelijk een bron van druk van een extern fluïdum aan het einde 26 te verbinden, bijvoorbeeld een buis die met de opblaasbare manchette van een bloeddrukmeetstoestel of met gelijk welk geschikte fluïdum onder druk verbonden is. Een deel van de uitstulping 24 en de buis 25 is gevuld 20 met een geschikte vloeistof 27 met lage dampdruk, typisch een olie, bijvoorbeeld een siliconenvloeistof zoals phenylmethylsiloxane, of vergelijkbaren. De vloeistof 27 heeft bij voorkeur een lage dampdruk, zodat deze niet verdampt, en bij voorkeur en in aanvaardbare mate geen vocht noch enig gas uit de atmosfeer absorbeert of ermee reageert, en bij voorkeur niet giftig of niet uitzonderlijk giftig is voor de omgeving, 25 ingeval de barometer wordt weggegooid, noch voor mensen die een aanzienlijke tijd doorbrengen in dezelfde ruimte als de barometer.

De thermometer 10 omvat een uitstulping 14 en een gesloten buis 15, bij voorkeur gemaakt van doorzichtig materiaal met lage thermische uitzetting, bijvoorbeeld glas. Een vloeistof 17 vult de uitstulping 14 en loopt verder in de boring van de holle 30 buis 15 wanneer de thermometer temperaturen meet in een geschikt reikgebied, bijv. j tussen 0 en 50°C voor binnenhuisbarometers. De vloeistof kan elke geschikte vloeistof voor thermometers zijn, bijv. alcohol. Beide vloeistoffen 17, 27 van de thermometer 10 191?.$ ’ 2 i -5- en de barometer 20 kunnen gekleurd zijn met geschikte kleurstoffen, bijv. anilinekleurstoffen, om ze gemakkelijk afleesbaar te maken. Zoals in Fig. 1 getoond wordt, zijn de arm aan de binnenzijde van buis 25 en buis 15 recht en parallel aan elkaar over het grootste deel van de hoogte van het toestel.

5 Bij constante atmosferische druk, resulteren verschillen in temperatuur in verschillen van het niveau 22 van de vloeistof 27 in de barometer 20, hoofdzakelijk veroorzaakt door de uitzetting van het gas 28 in de uitstulping 24. De niveauwijzigingen kunnen worden bepaald door het volume en de aard van het gas 28 in de uitstulping 24, in het bijzonder door zijn thermale uitzettingscoëfficiënt, en door de aard van de vloeistof 10 27, inbegrepen de dampdruk van de vloeistof in de uitstulping 24 en de thermische uitzettingscoëfficiënt van deze vloeistof, alsook de thermische uitzettingscoëfficiënt van het materiaal waaruit de uitstulping 24 en buis 25 zijn gemaakt en de diameter van de boring van de buis 25. Op gelijke wijze zijn de niveauwijzigingen van de oppervlakte 12 van de vloeistof 17 in de thermometer 10, veroorzaakt door temperatuurwijzigingen, 15 afhankelijk van de thermische uitzettingscoëfficiënt van de vloeistof 17 en van het materiaal van de uitstulping 14 en de buis 15 alsook van de diameter van de boring van buis 15. Door een zorgvuldige keuze van al deze parameters kan worden bereikt dat bij constante druk, de hoogtewijzigingen van de vloeistofoppervlakte 12 en 22 van respectievelijk de thermometer 10 en de barometer 20, nagenoeg dezelfde zijn voor elke 20 temperatuurswijziging binnen een redelijk reikwijdte. Dus, op voorwaarde dat er geen verschil is in atmosferische druk, blijven de oppervlaktes 12 en 22 van de vloeistoffen 17 en 27 in respectievelijk de thermometer 10 en de barometer 20, altijd op nagenoeg dezelfde relatieve positie ten opzichte van elkaar onafhankelijk van de omgevingstemperatuur. Een wijziging in de relatieve positie van de vloeistofoppervlaktes 25 12 en 22 is dan een aanwijzing voor een wijziging in de atmosferische druk. Deze wijziging van relatieve posities van de vloeistofniveaus 12 en 22 is een kwantitatieve en bijna lineaire wijziging die kan gebruikt worden om de wijziging in atmosferische druk precies te meten.

Geplaatst op een geschikte positie is een middel 30 voor het direct aflezen van de 30 atmosferische druk van het niveau 22 van de vloeistof in de barometer 20, die werd gecompenseerd voor temperatuur. Dit middel 30 kan een glijdbare schaal 34 zijn, welke bij voorkeur wordt geijkt in geschikte drukeenheden zoals millibars of kwikmillimeters.

10 1 2 8 6 2 -6-

Er wordt voorkeur aan gegeven dat de schaal 34 wordt geplaatst tussen de thermometer 10 en de ene arm van de barometer 20 die open is aan de atmosfeer. De uitvinding is echter niet daartoe beperkt. De schaal 34 bevat bij voorkeur een referentieteken 32, welke bij voorkeur dicht bij de thermometer 10 of de barometer 20 is geplaatst. De 5 schaal 34 is bij voorkeur glijdbaar langs een baan 36 in een parallelle richting van de buizen 15 en 25 van respectievelijk de thermometer 10 en de barometer 20. De baan 36 kan een staaf of een ander geschikt middel voor het leiden van schaal 34 zijn met voldoende wrijving zodat schaal 34 glijdbaar is wanneer een kracht wordt gebruikt, maar vast blijft wanneer de kracht wordt verwijderd. De afmetingen van de schaal 34 en 10 andere afmetingen van de TCB 1 kunnen geselecteerd worden om de gewenste preciesheid van meting te bereiken.

Om een toestel 1 initieel te ijken worden de barometer 20 en de thermometer 10 geplaatst in een atmosfeer met gekende of standaard druk. Het referentieteken 32 van de schaal 34 wordt op het niveau gebracht van één van de vloeistofniveaus 12,22 van de 15 vloeistoffen 17, 27 door de schaal 34 te laten glijden langs de baan 36. Het niveau van het andere vloeistofniveau 22, 12 van de vloeistoffen 27,17 wordt genoteerd en de gekende druk aangebracht op schaal 34. Deze procedure voor ijking wordt herhaald i voor verschillende drukken. Na ijking bevat de schaal 34 geijkte tekens en tussengevoegde tekens van dewelke elke atmosferische druk kan worden afgelezen.

20 Voor het gebruik van de TCB 1 op verschillende hoogtes kan het noodzakelijk zijn om : verschillende ijkingen te gebruiken op schaal 34. Een verscheidenheid van schalen 34 kunnen worden voorzien bij de TCB 1 zodat de TCB 1 door de aankoper kan worden - aangepast aan de hoogte van zijn locatie, door de juiste schaal 34 aan het toestel vast te maken. Voor extreme hoogtes wordt de TCB 1 bij voorkeur zo uitgevoerd dat deze 25 precies werkt bij dergelijke hoogtes.

In werking wordt het referentieteken 32 op schaal 34 op het overeenkomstige van één van de vloeistofniveaus 12 of 22 gebracht door de schaal 34 langs de baan 36 te glijden. De atmosferische druk wordt dan rechtstreeks afgelezen van de schaal 34 uit de .; positie van het andere van de vloeistofniveaus 22,12 zonder te moeten verwijzen naar 30 andere schalen of diagrammen. De temperatuur kan ook gelezen worden van de j thermometer 10. Zoals getoond in Fig. 1, wordt de schaal 34 zo bewogen zodat het | referentiepunt 32 gelijk staat met de top 12 van de vloeistof in de thermometer 10. De 101 2 S “ 2 -7- druk wordt dan rechtstreeks afgelezen van de schaal 34 op de plaats 22 van de vloeistof in de barometer 20. Voor een TCB 1 toestel van ongeveer 1 meter hoogte, kan de schaal 34 zo uitgevoerd worden dat deze 25 cm lang is vanwaar de atmosferische druk gemakkelijk kan afgelezen worden met een preciesheid van 0.5 millibar.

5 Fig. 2 is een schematische voorstelling van een schaal 34 in overeenkomst met de verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Een veelheid van drukschalen 31 worden aangebracht aan een cilindrisch onderdeel 34 welke zowel draaibaar en in de lengte glijdbaar is langs baan 36. Elk van de schalen 31 is precies voor een bepaald bereik van hoogtes en de aankoper van het toestel draait de cilinder 34 tot de relevante schaal 31 10 langs ofwel de barometer 20 of de thermometer 10. Op een geschikte positie van de cilinder 34 is een referentieteken of een andere structuur 32 voorzien om de cilinder 34 op de baan 36 relatief tot één van de vloeistofniveaus 12,22 van respectievelijk de thermometer 10 of barometer 20 te plaatsen om de atmosferische druk af te lezen.

De middelen 30 voor rechtstreekse aflezing van de atmosferische druk in 15 overeenstemming met de huidige uitvinding, kunnen ook een digitale of analoge uitlezing geven. Zoals bijvoorbeeld schematisch wordt getoond in Fig. 3, kunnen een veelheid van lichtsensoren 38 geplaatst worden over een geschikte lengte en op de verre zijde van de thermometer en barometer 10,20 vanuit een heersende lichtbron. De lichtsensoren 38 zouden zo moeten worden geplaatst dat, bijvoorbeeld, de algemene verlichting van een 20 kamer een schaduw van de vloeistof 17,27 in respectievelijk de thermometer 10 en barometer 20, op de lichtsensoren 38 werpt. Geschikte elektronische uitlezingsmiddelen voor 37 tasten de lichtsensoren 38 regelmatig af om de positie te bepalen waarop de schaduw van de vloeistof 17, 27 op de lichtsensoren 38 wordt geworpen. De aflezing van de lichtsensoren geeft een aanwijzing van de hoogte van de vloeistofniveaus 12,22 in 25 respectievelijk de thermometer en de barometer 10,20. Uit het verschil van deze waarden, gebruik makend van geschikte electronische verwerkingsmiddelen 37, kan de atmosferische druk worden berekend en voorgesteld op een geschikt analoog of digitaal display 39. Bijvoorbeeld kan een standaard 1024-elementen-CCD fotosensor matrix worden gebruikt voor de lichtsensoren 38. Om een maximale drukwijziging te meten van 30 75 millibars (bijv. 975 tot 1050 millibars) geeft dit een weergave van de drukmetingen met een preciesheid van 0.14 millibar, welke ruim voldoende is voor normaal huishoudelijk gebruik.

10 1 2 8 62 -8-

De middelen voor rechtstreekse aflezing 30 in overeenstemming met de uitvinding kunnen ook worden geleverd door druksensoren 41,42 zoals schematisch in Fig. 4 wordt voorgesteld. Aan de basis van de relevante delen van de buizen 15,25 van respectievelijk de thermometer en de barometer 10,20, is een druksensor 41 in 5 vioeistofcontact met de vloeistof 17 in de thermometer 10 en een druksensor 42 is in vloeistofcontact met de vloeistof 27 in barometer 20. Deze druksensoren 41,42 zijn laagdruksensoren die in staat zijn een precieze aflezing van de hoogte van de vloeistof in respectievelijk de thermometer en de barometer 10,20 te geven. Dergeiijke laagdrukomzetters kunnen bekomen worden van Vega Griesshaber KG, Duitsland. De 10 output van de druksensoren 41,42 worden naar geschikte elektronische middelen 37 geleid. Als de output van de druksensoren 41,42 analoge waarden zijn kunnen deze omgezet worden naar digitale waarden door middel van analoog-digitaal omvormers in de elektronische middelen 37. Deze waarden zijn aanwijzend voor de hoogte van de vloeistof in de thermometer 10 of de barometer 20. Door het verschil in hoogte tussen 15 de vloeistoffen in de thermometer en de barometer 10,20 te berekenen, kan de atmosferische druk worden bepaald en weergegeven op een geschikt analoog of digitaal display 39. Door de druksensoren 41,42 achter de barometer 20 en de thermometer 10 te plaatsen en door de druksensoren 41,42 binnenin de belangrijkste drager van de barometer 20 en thermometer 10 te plaatsen, kunnen deze sensoren 41,42 uit het zicht 20 verborgen worden en storen ze het algemeen smaakvol voorkomen van het toestel 1 niet.

De uitvinding is beschreven aan de hand van bepaalde uitvoeringsvormen en figuren, maar de vakman zal begrijpen dat wijzigingen en toevoegingen aan de uitvinding kunnen worden aangebracht, die binnen de draagwijdte van de uitvinding, zoals bepaald in de toegevoegde conclusies, blijven. Bijvoorbeeld werden de thermometer en de 25 manometer getoond met relatief rechte armen, waarbij de schaal 34 lineair ten opzichte daarvan beweegt, maar de uitvinding is niet beperkt tot dit en wijzigingen in de vorm van de barometer en de thermometer worden niet verondersteld de aard van de uitvinding te wijzigen. Bijvoorbeeld zouden beide de thermometer en manometer kunnen voorzien zijn van gebogen armen die parallel lopen en de schaal 34 zou dan glijdbaar zijn langs een 30 gebogen baan die deze van de manometer en de thermometer volgt. Verder omvat de uitvinding elk drukmeetinrichting op basis van een manometer. Het einde 26 van de j manometer 21 kan met om het even welke bron van gasdruk of van vloeistofdruk 1 f0123 δ -9- verbonden worden, indien deze vloeistof onmengbaar is met de vloeistof 27 van de manometer 21. In het bijzonder omvat de uitvinding het gebruik van de manometer 21 overeenkomstig de uitvinding met een thermometer 10 voor temperatuurgecompenseerd meten van de bloeddruk van mensen. Het gas in de opblaasbare manchette die rond de 5 arm van de persoon geplaatst is, is verbonden met het einde 26 van de barometer 20.

101 2 8 6 2

Claims (11)

1. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting omvattend: een vloeistofmanometer en een vioeistofthermometer die zo gemonteerd zijn om een 5 vergelijking van de hoogte van hun vloeistofoppervlakte toe te laten en zo uitgevoerd zijn dat de hoeveelheden van beweging van het vloeistofniveau in de manometer en in de thermometer nagenoeg dezelfde zijn voor een temperatuurswijziging bij constante druk van een extern fluïdum, waarbij de hoogte van de vloeistof in de manometer door de samendrukking van een volume gas bij de druk van het extern fluidum bepaald is; en 10 middelen voor rechtstreekse aflezing van de druk van het extern fluïdum, gecompenseerd voor temperatuur, uit het verschil in de relatieve posities van de vloeistofniveaus in respectievelijk de manometer en de thermometer.

2. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens conclusie 1, waarin 15 zowel de manometer als de thermometer onbeweeglijk op een draagplaat zijn vastgemaakt.

3. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting omvattend: een vloeistofmanometer en een vioeistofthermometer die zo gemonteerd zijn om een 20 vergelijking van de hoogte van hun vloeistofoppervlakte toe te laten en zo uitgevoerd zijn dat de hoeveelheden van beweging van het vloeistofniveau in de manometer en in de thermometer nagenoeg dezelfde zijn voor een temperatuurswijziging bij constante druk van het extern fluidum, waarbij de hoogte van de vloeistof in de manometer door de samendrukking van een volume gas bij de druk van het extern fluidum bepaald is; en 25 middelen voor de aflezing van de druk van het extern fluidum, gecompenseerd voor temperatuur, uit het verschil in de relatieve posities van de vloeistofniveaus in respectievelijk de manometer en de thermometer, waarbij zowel de manometer als de thermometer onbeweeglijk op een draagplaat zijn vastgemaakt.

4. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens één van de j voorafgaande conclusies, waarin noch de thermometer noch de manometer toxische j stoffen zoals kwik bevatten. 10 1 2 8 6 2 -11-

5. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, waarin de afleesmiddelen een glijdbare schaal met referentieteken bevatten, welke glijdbaar op één lijn kan worden gebracht met het 5 vloeistofniveau in de thermometer of met het vloeistofniveau in de (nanometer, waarbij de schaal gegradeerd is zodat de druk van het extern fluïdum kan worden afgelezen van het vloeistofniveau of van de thermometer of van de manometer.

6. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens conclusie 5, waarbij de 10 schaal glijdt op een baan.

7. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, waarbij de afleesmiddelen een reeks schalen bevat, waarbij elke schaal voor een bepaalde orde van hoogtes geschikt is en elke schaal gegradeerd is zodat 15 de druk van het extern fluïdum kan afgelezen worden van het vloeistofniveau of van de thermometer of van de manometer.

8. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens één van de voorafgaande conclusies waarin de manometer een holle uitstulping bevat die gedeeltelijk 20 is gevuld met gas en één arm van een „J“- of „U“-vormige holle buis vastgehecht is aan de onderkant van de uitstulping.

9. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens conclusie 8, waarbij de andere arm van de „J“- of „U“-vormige buis zich naast en parallel aan de thermometer 25 bevindt.

10. Een temperatuur gecompenseerde drukmeetinrichting volgens conclusie 9, waarbij de afleesmiddelen tussen de thermometer en de andere arm van de manometer geplaatst zijn. 30

11. Een temperatuurgecompenseerde drukmeetinrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, waarbij deze drukmeetinrichting een barometer is. 10 1 2 8 6 2