NL1012614C2 - Inrichting voor het oogsten van gewaszoden. - Google Patents

Inrichting voor het oogsten van gewaszoden. Download PDF

Info

Publication number
NL1012614C2
NL1012614C2 NL1012614A NL1012614A NL1012614C2 NL 1012614 C2 NL1012614 C2 NL 1012614C2 NL 1012614 A NL1012614 A NL 1012614A NL 1012614 A NL1012614 A NL 1012614A NL 1012614 C2 NL1012614 C2 NL 1012614C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sod
crop
sensor
knife
electronic
Prior art date
Application number
NL1012614A
Other languages
English (en)
Inventor
Leonardus Lambertus Van Loen
Original Assignee
Loen Techniek B V Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Loen Techniek B V Van filed Critical Loen Techniek B V Van
Priority to NL1012614A priority Critical patent/NL1012614C2/nl
Priority to EP00946556A priority patent/EP1204308A1/en
Priority to CA002375892A priority patent/CA2375892A1/en
Priority to US10/031,060 priority patent/US6769495B1/en
Priority to AU60297/00A priority patent/AU6029700A/en
Priority to PCT/NL2000/000500 priority patent/WO2001005212A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1012614C2 publication Critical patent/NL1012614C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G20/00Cultivation of turf, lawn or the like; Apparatus or methods therefor
    • A01G20/10Pre-cultivated sod or turf; Apparatus therefor
    • A01G20/12Apparatus for cutting sods or turfs
    • A01G20/15Apparatus for cutting sods or turfs specially adapted for stacking sods or sod rolls

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

Inrichting voor het oogsten van gewaszoden.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het oogsten van gewaszoden omvattende een verrijdbaar gestel met een eerste mes dat in staat is om een 5 gewaszode van een veld los te snijden en met een tweede mes dat in staat is om de gewaszode in een richting dwars op een rijrichting af te snijden, waarbij het tweede mes is voorzien van bekrachtigingsmiddelen die bij het bereiken van een gewenste zodelengte het tweede mes op de gewaszode laten inwerken en waarbij nabij het eerste mes transportmiddelen aanwezig zijn om daarop de losgesneden gewaszode te 10 ontvangen en af te voeren.
Een dergelijke inrichting vindt met name toepassing voor het oogsten van graszoden. Een bekende inrichting voor het oogsten van graszoden omvat een al of niet zelfrijdend gestel dat aan een voorzijde, gezien in de rijrichting, een eerste mes omvat om een 15 graszode op een bepaalde breedte en dikte van het veld los te snijden. Het mes grijpt daarbij tot de gewenste dikte onder het maaiveld, terwijl ter plaatse van het mes een wals over het veld rolt om de gewaszode tussen het mes en de wals in te sluiten opdat een gelijkmatige dikte wordt bereikt. De inrichting omvat voorts een tweede mes dat in werking treedt nadat aldus de graszode over de gewenste lengte is losgesneden, om de 20 gewaszode dwars op de lengterichting af te snijden. De aldus tot de gewenste lengte geoogste gewaszode wordt achter het eerste mes naar transportmiddelen in de vorm van een lopende band geleid en daarmee afgevoerd. Inmiddels wordt een volgende graszode alweer losgesneden.
25 De bekende inrichting werkt in zekere mate automatisch doordat het tweede mes onder een beduidende veerspanning op een nokkenschijf afsteunt en steeds bij een omwenteling daarvan wordt vrijgegeven, waarbij de nokkenschijf door een kettingoverbrenging aan de wals is gekoppeld. Hierdoor wordt precies na een voorafbepaald aantal omwentelingen van de wals het tweede mes bekrachtigd en de 30 geoogste gewaszode afgesneden. Een bezwaar hiervan is evenwel dat de overgang naar een andere gewaszodelengte een betrekkelijk ingrijpende omstelling van de inrichting 1012614 -2- behoeft doordat daarvoor een andere tandwielverhouding in de kettingoverbrenging dient te worden gerealiseerd. In de praktijk betekent dit dat de bestaande tandwielen dienen te worden verwijderd om plaats te maken voor andere tandwielen. Dit kost niet alleen tijd, waarbij de inrichting buiten bedrijf is, maar is bovendien betrekkelijk grof 5 doordat uitsluitend lengtes kunnen worden toegepast die passen bij een specifieke tandwielverhouding. In de praktijk is het evenwel vaak gewenst om betrekkelijk nauwkeurig de lengte van de graszode bij te stellen om ervoor te zorgen dat de diameter van een tot een rol gewikkelde zode nagenoeg constant is. Indien tijdens het oogsten, omwille van de ondergrond, wordt overgegaan op een andere diepte van het eerste mes 10 houdt dit in dat daarbij tevens een andere lengte dient te worden gekozen om die diameter gelijk te houden. Met de bekende inrichting is dit niet of nauwelijks realiseerbaar.
Bovendien is de bekende inrichting betrekkelijk onnauwkeurig doordat niet zelden de 15 wals zal slippen onder de weerstand die de wals ondervindt in de kettingoverbrenging en de beperkte wrijving over het veld. Hierdoor zal de geoogste gewaszode een grotere lengte verkrijgen dan bedoeld. Dit is sowieso het geval met de gewaszode die na het inwerking treden van de inrichting als eerste wordt geoogst. Door de afstand tussen de wals en het tweede mes zal deze zode onvermijdelijk over deze afstand te lang worden 20 geoogst, wat vervolgens handmatig dient te worden gecorrigeerd en tot uitval van het bewuste gewaszodedeel leidt.
Met de onderhavige uitvinding wordt ondermeer beoogd in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te voorzien die deze nadelen niet of nauwelijks kent en meer in 25 het bijzondere een fijnafregeling van de oogstlengte van de gewaszode toelaat.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat een elektronische opnemer nabij een transportbaan van de gewaszode is aangebracht welke in staat is om althans een maat 30 voor een lengte van een passerende gewaszode te registreren en als elektronische waarde T012614 -3- af te geven en dat de opnemer langs elektronische weg is gekoppeld aan de bekrachtigingsmiddelen van het tweede mes om bij het bereiken van een vooraf bepaalde gewaszodelengte het tweede mes vrij te geven. Aldus voorziet de uitvinding in een opnemer die direct of indirect de lengte van de passerende gewaszode meet, dit in 5 tegenstelling tot de bekende inrichting waarbij de rotatie van de wals primair een verplaatsing van de inrichting als geheel representeert. Aldus zal bij de inrichting volgens de uitvinding de als eerste geoogste gewaszode op gelijke wijze worden behandeld als de opvolgende gewaszoden. Doordat gemeten wordt na het oogsten, in plaats van ervoor zoals bij de bekende inrichting, is de inrichting volgens de uitvinding 10 bovendien minder gevoelig voor rek en krimp van de geoogste zoden die een gevolg kunnen zijn van een snelheidsverschil tussen de afvoersnelheid van de transportmiddelen en de rijsnelheid van de inrichting als geheel. Conform de uitvinding kan de lengte van de graszode worden geregistreerd zoals de graszode uiteindelijk wordt afgeleverd. Doordat de uitvinding uitgaat van een elektronische opnemer en dito 15 overbrenging naar het tweede mes, kan nagenoeg wrijvingsvrij worden gemeten en de gewaszodelengte elektronisch op ieder gewenste maat worden afgesteld, zonder dat daarvoor de inrichting buiten bedrijf behoeft te worden genomen.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft daarbij als 20 kenmerk dat de opnemer door tussenkomst van een centrale verwerkingseenheid aan de bekrachtigingsmiddelen is gekoppeld. De centrale verwerkingseenheid biedt de mogelijkheid om tevens rekening te houden met tal van andere relevante parameters, zoals de actuele dikte van de gewaszode, opdat een optimaal eindproduct wordt verkregen.
25
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de elektronische opnemer een meetwiel omvat om op een passerende gewaszode af te steunen en daardoor te worden aangedreven en dat aan het meetwiel een sensor is gekoppeld die een rotatie van het meetwiel registreert en in de vorm van 30 een elektronisch signaal afgeeft. In dit geval wordt rechtstreeks aan geoogste gewaszode 1012614 -4- gemeten, waardoor en bijzonder nauwkeurigmeetresultaat wordt verkregen. Dit meetresultaat wordt ter verdere verwerking aan de centrale verwerkingseenheid afgegeven.
5 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting heeft daarbij als kenmerk dat de sensor in staat is om een rotatierichting van het meetwiel te registreren. Doordat de sensor in staat is om niet alleen een rotatie, maar tevens een rotatierichting van het meetwiel vast te stellen, kan rekening worden gehouden met voor- en achteruit rijden en eventuele schokken in het transport van de gewaszode opdat de uiteindelijke lengte van de 10 gewaszode daardoor onverlet wordt gelaten. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is in dit opzicht gekenmerkt doordat de sensor een incrementele pulsgever omvat.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als 15 kenmerk dat elektronische detectiemiddelen zijn aangebracht om de aanwezigheid van een gewaszode in de transportbaan te registreren en als elektronische waarde af te geven. Hierbij wordt niet alleen een lengte van de geoogste gewaszode gemeten, maar bovendien ook separaat de aanwezigheid van een gewaszode in de transportbaan vastgesteld en als elektronisch signaal afgegeven. Met name indien niet op de 20 gewaszode zelf, maar indirect de lengte van de geoogste gewaszode wordt bepaald, kan aldus worden gecorrigeerd voor die gevallen of perioden waarbij een gewaszode in de transportbaan ontbreekt. Dit is met name relevant voor een lengtecorrectie van de als eerste geoogste gewaszode en voor een correctie voor gapingen tussen opvolgende gewaszoden als gevolg van opgetreden rek en krimp zoals hiervoor omschreven.
25
In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de inrichting volgens de uitvinding in laatsgenoemd verband als kenmerk dat de opnemer in een richting in hoofdzaak dwars op de transportbaan van de gewaszode gangbaar is opgehangen om bij passage van een gewaszode uit een uitgangspositie te worden gelicht en dat de detectiemiddelen aan een 30 ophanging van de opnemer zijn gekoppeld. Deze uitvoeringsvorm voorziet op een 101 2614 -5- betrekkelijk eenvoudige doch niet minder doelmatige wijze in een registratie van de al of niet aanwezigheid van een gewaszode. Zodra een gewaszode ontbreekt, zal de ophanging naar de uitgangspositie terug keren en daarbij de detectiemiddelen beroeren, die dit als elektronisch signaal afgeven. In een verdere uitvoeringsvorm is de inrichting 5 volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat de detectiemiddelen een elektrische schakelaar omvatten die in staat is om samen te werken met de ophanging van de opnemer, althans bij het verlaten van diens uitgangspositie.
Omdat gewaszoden na het oogsten veelal tot een rol worden verwerkt van een bij 10 voorkeur constante diameter is niet alleen de lengte van een gewaszode van belang maar speelt ook de dikte daarvan een rol. Met het oog hierop is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat nabij een transportbaan van de gewaszode middelen zijn aangebracht om een dikte van een geoogste gewaszode vast te stellen en als elektronische waarde af te geven.
15
In een verdere uitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de opnemer in een richting dwars op de transportbaan gangbaar is opgehangen en dat de middelen voor het vaststellen van de dikte van de gewaszode een lichtingsdetector omvatten die in staat is een mate van lichting van de opnemer te 20 registreren en als elektronische waarde af te geven. De mate van lichting geeft een maat voor de actuele dikte van de gewaszode en kan als zodanig als elektronische waarde worden afgegeven, bijvoorbeeld aan een centrale verwerkingseenheid. Aldus kan volautomatisch rekening worden gehouden met diktevariaties van de gewaszoden, opdat eenmaal tot een rol gewikkeld een constante diameter wordt bereikt. In een verdere 25 bijzondere uitvoeringsvorm heeft de inrichting volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de lichtingsdetector een schuifweerstand omvatten die aan de opnemer is gekoppeld. De lichting van het meetwiel leidt daarbij tot een overeenkomstig in- of uitschuiven van de schuifweerstand en een daarmee geassocieerde weerstandsverandering die elektronische kan worden verwerkt.
30 f012614 -6-
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het eerste mes verstelbaar is en is voorzien van verstelmiddelen die door een centrale verwerkingseenheid aanstuurbaar zijn. Aldus kan niet alleen de lengte van de gewaszode elektronisch worden geregeld, maar is tevens een elektronische dikteregeling 5 mogelijk en daarmee een elektronische koppeling tussen beide om de uiteindelijke diameter van een tot een rol gewikkeld product constant te houden. Aldus wordt een bijzonder gebruiksvriendelijk systeem bereikt waarvoor in de praktijk niet meer dan één operateur nodig is.
10 De verstelmiddelen kunnen op zichzelf op verscheidene wijze worden gerealiseerd, zoals door tussenkomst van een regelbare drukcilinder, hydraulisch of pneumatisch. Een in de praktijk zichzelf bewezen uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft in dit opzicht als kenmerk dat de verstelmiddelen een elektronisch aanstuurbare actuator omvatten waaraan het eerste mes is gekoppeld. De actuator kan bijvoorbeeld 15 een spindel zijn die door een elektrische stappenmotor wordt aangedreven of een al of niet hydraulische verstelcilinder. In beide gevallen kan het eerste mes daarmee nauwkeurig op de gewenste diepte in te stellen.
Ook de elektronische bekrachtiging van het tweede mes is op zichzelf op diverse wijzen 20 uitvoerbaar. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft evenwel als kenmerk dat de bekrachtigingsmiddelen van het tweede mes een elektrische koppeling omvatten die is opgenomen in een overbrenging tussen een aandrijving van het gestel en een nokkenschijf waarop het tweede mes onder veerkracht afsteunt. Zodra de koppeling wordt bekrachtigd zal de nokkenschijf worden 25 aangedreven en het tweede mes vrijgeven zodat de gewaszode wordt af gesneden. Dit kan bijvoorbeeld vanuit een centrale verwerkingseenheid worden aangestuurd.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: T012814 -7- figuur 1 een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede door een eerste deel van de inrichting van figuur 1; figuur 3 A een dwarsdoorsnede door een tweede deel van de inrichting van figuur 1 5 in een eerste toestand; figuur 3B een dwarsdoorsnede door een tweede deel van de inrichting van figuur 1 in een tweede toestand; figuur 3C een dwarsdoorsnede door een tweede deel van de inrichting van figuur 1 in een derde toestand; 10 figuur 4 een schematische weergaven van een elektronisch circuit van de inrichting van figuur 1; en figuur 5 een schakeldiagram van het circuit van figuur 4.
De figuren zijn zuiver schematisch en niet op een gelijke schaal getekend. Met name zijn omwille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven.
15 Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
In figuur 1 is een inrichting weergegeven voor het oogsten van gewaszoden in de vorm van een verrijdbaar gestel 1 dat aan een bestaande tractor 2 is gekoppeld. Als alternatief 20 kan de inrichting ook zelf-rijdend worden uitgevoerd, in welk geval de tractor en de inrichting een onderling geïntegreerd geheel vormen. De te oogsten gewaszoden liggen in een veld 3 en worden voor het oogsten vrij gemaakt van blad en ander afval door middel een roterende borstelrol 5. De inrichting voorziet bovendien in een zij-geleiding 4 die verend afsteunt tegen een rand van het maaiveld en is gekopeld aan de 25 stuurinrichting van de inrichting. Aldus is de inrichting zelfstandig in staat koers te houden langs de rand van een volgende baan te oogsten gewaszoden en kan de gehele inrichting door slechts één operateur volledig worden bediend. Ten behoeve van het oogsten omvat de inrichting 1 een tweetal messen die zijn ondergebracht binnen de beplating van de inrichting en in figuur 2 in meer detail zijn weergegeven. De daarmee 30 geoogste gewaszoden worden met behulp van transportmiddelen in de vorm van een *012614 -8- lopende band 6 naar een tijdelijke opslag plaats 7 afgevoerd, van waar de zoden worden gelost. In de praktijk worden de zoden daarbij tot rollen van een min of meer vaste diameter gewikkeld en op de losplaats op een pallet gestapeld. Nadat het pallet volledig vol is wordt het van de inrichting genomen om op het veld te worden geplaatst, dan wel 5 direct te worden afgevoerd.
Het stel messen dat in figuur 2 in dwarsdoorsnede is weergegeven omvat een eerste mes 21 dat onder de te oogsten gewaszode 3 grijpt en navolgend zal worden aangeduid als het oogstmes. Dit mes 21 is verstelbaar en voorzien van een bekrachtigde diepteregeling 10 die een tweetal bedieningsstangen 23,24 omvat en verstelmiddelen in de vorm van een actuator 25. de actuator 25 omvat hier een hydraulische verstelcilinder. maar in plaats van een al of niet hydraulische verstelciliner kan overigens ook een elektrische spindel of een andersoortige lineair opererend orgaan worden toegepast. De actuator 25 werk daarbij scharnierend om een schamieras 253 in op een eerste van beide 15 bedieningsstangen 23 die scharnierend om een scharnier as 233 met een deel van een frame 20 van de inrichting is verbonden. De actuator 25 is aan de van deze stang 23 afgewende zijde ook zelf scharnierend om een schamieras 255 met het frame verbonden. Dwars op de eerste bedieningsstand is een tweede van beide bedieningsstangen 24 scharnierend om een schamieras 244 met de eerste 20 bedieningsstang verbonden terwijl deze tweede bedieningsstang aan het vrije uiteinde daarvan het oogstmes draagt. Aldus zal het oogstmes 21 neerwaarst bewegen indien een zuigerstang 251 van de verstelcilinder 25 wordt uitgedreven en juist opwaarst worden geforceerd indien de zuigerstang 251 zich terug trekt. Hiermee kan betrekkelijk nauwkeurig de diepte van het oogstmes 21 elektrisch worden geregeld en daarmee de 25 dikte van de te oogsten gewaszoden 3.
Om te vermijden dat de gewaszode 3 opkruipt terwijl het door het oogsmes aan de onderzijde wordt losgesneden, rolt een betrekkelijk zware wals 30 ter plaatse van het oogstmes 21 over het veld 3 zodat de zode tussen de wals 30 en het mes 21 wordt 30 opgesloten. Achter het oogstmes 21 bevindt zich de lopende ban 6 waarop de zojuist f012614 -9- geoogste gewaszode wordt geleid om vervolgens naar het losstation 7 te worden afgvoerd.
Om de gewaszode 3 bij het bereiken van de gewenste lengte af te snijden, beschikt de 5 inrichting tevens over een tweede mes 22 dat in staat is om dwars op de lengterichting van de gewaszode in te werken en die aldus in één keer af te snijden. Dit in het navolgende als hakmes aangeduide mes wordt door een veer 41 onder een beduidende veerspanning afgesteund op een nokkenschijf 42 die roteerbaar om een rotatieas 422 is bevestigd. De nokkenschijf 42 is via een in de figuur slechts schematisch weergegevn 10 kettingoverbrenging 44 gekoppeld aan de wals, onder tussenkomst van een elektrisch bekrachtig bare koppeling 45. De koppeling 45 en de nokkenschijf 42 zijn dusdanig op elkaar ingesteld dat het hakmes 22 steeds na het afsnijden van een gewaszode direct naar zijn hoogste stand wordt gedreven, welke in de figuur is aangeduid. In deze stand ontkoppeld de koppeling 45 de overbrenging 44 zodat het hakmes in deze stand op 15 scherp blijft staan totdat de koppeling wordt bekrachtigd en de nokkenschijf over dit hoogste punt wordt gedreven. De veerkracht van de veer 41 zorgt er in dat geval voor dat het hakmes vrijwel ogenblikkelijk de geoogste gewaszode zal separeren van een opvolgende gewaszode.
20 De inrichting van dit voorbeeld is voorzien van een volautomatische en nauwkeurig instelbare regeling voor de lengte en dikte van de gewaszode. Deze regeling omvat een stel elektronische opnemers die zijn ondergebracht in een geïntegreerde unit die als zodanig zowel af fabriek als achteraf op een inrichting voor het oogsten van gewaszoden is te plaatsen. Deze unit is in figuur 3A-3B in onderscheiden stadia in detail 25 weergegeven en omvat allereerst een elektronische opnemer 80 die nabij een transportbaan 60 van de gewaszode is geplaatst en die in staat is om de lengte van een passerende gewaszode 3 te registreren en als elektronische waarde ag te geven. In dit geval omvat deze opnemer 80 een meetwiel 81 dat in staat is om op een passerende gewaszode 3 af te steunen om daardoor te worden aangedreven. Hiertoe is het meetwiel 30 81 opgenomen in een gangbare ophanging 85 die scharnierend om een schamieras 855 1012014: -10- met een vast deel 200 van het gestel van de inrichting is verbonden. Deze ophanging 85 steunt onder zijn eigen gewicht met het meetwiel af op een passerende gewaszode 3, zoals in figuur 3B is aangegeven. Daarbij zal het meetwiel 81 worden aangedreven. Op een uiteinde van een naaf daarvan is een rotatiesensor 82 gekoppeld in de vorm van een 5 incrementele pulsgever. Deze geeft per omwenteling van het meetwiel een geheel aantal pulsen af. Iedere puls staat daarbij voor een gewaszodelengte ϋ=2πτ/η, waarbij r de straal van het meetwiel en n het aantal pulsen per rotatie daarvan weergeeft. In dit geval wordt een pulsgever toegepast die behalve de rotatie van het meetwiel tevens diens rotatierichting te detecteren, zodat bij een tegengestelde rotatie een overeenkomstige 10 lengte van het meetresultaat wordt afgetrokken. Aldus is uit het aantal pulsen van de pulsgever de lengte van een passerende gewaszode 3 nauwkeurig bekend. De pulsgever is langs elektronische weg gekoppeld aan een centrale verwerkingseenheid 100 die op zijn beeurt is gekoppeld aan de elektrische koppeling 45. De centrale verwerkingseenheid 100 omvat invoermiddelen in de vorm van een numeriek 15 toetsenbord 101 en een controlevenster 102 waarmee de gewenste gewaszodelengte numeriek kan worden ingesteld. Bij het bereiken van de gewenste lengte, geeft de verwerkingseenheid een signaal af aan de koppeling 45 die op zijn beurt de kettingoverbrenging 44 naar de nokkenschijf 42 herstelt zodat het hakmes 22 wordt vrijgegeven en vrijwel ogenblikkelijk de geoogste gewaszode op de gewenste lengte 20 afsnijdt. De verwerkingseenheid beschikt daarnaast over een handschakelaar 103 in de vorm van een drukknop die de operateur de mogelijkheid geeft op ieder gewenst moment het hakmes 22 in werking te stellen en de gewaszode 3 af te snijden. Dit is bijvoorbeeld gewenst indien de operateur bij een visuele inspectie vaststelt dat de gewaszodekwaliteit lokaal onder de maat is opdat juist na het passeren van dit deel 25 opnieuw met oogsten van goede gewaszoden kan worden begonnen.
Om te vermijden dat de opnemer doortelt wanneer ter plaatse überhaupt geen gewaszode 3 in de transportbaan 60 aanwezig is, omvat de unit veredre detectiemiddelen om de al of niet aanwezigheid van een gewaszode 60 in de 30 transportbaan vast te stellen. Deze detectiemiddelen omvatten een elektrische schakelaar 1012β1"4 -11- 90 die in staat is om samen te werken met de opnemer 80. In de in figuur 3 A getoonde situatie, waarbij geen gewaszode onder het meetwiel 81 aanwezig is, rust de opnemr 80 met zijn volle gewicht op de schakelaar 90 zodat deze is ingedrukt. Zodra een gewaszode 3 echter onder het meetwiel 81 terecht komt, zie figuur 3B, wordt de 5 opnemer uit deze uitgangspositie gelicht en wordt de schakelaar vrij gegeven. Aldus levert de toestand van de schakelaar een indicatie van de al of niet aanwezigheid van een gewaszode 3 in de transportbaan die elektronisch kan worden vastgesteld en als zodanig aan de centraleverwerkingseenheid 100 waarmee de schakelaar is verbonden kan worden afgegeven. Indien de schakelaar 90 is ingedrukt, zal de verwerkingseenheid 10 100 de lengtemeting staken om deze voort te zetten eerst nadat de schakelaar weer vrij is. Aldus worden meetfouten als gevolg van onderbrekingen tussen opvolgende gewaszoden en bij de als eerste geoogste gewaszode vermeden.
Voorts bevat de unit middelen om een dikte van de zojuist geoogste gewaszode 3 te 15 meten en eventueel terug te koppelen naar de diepteregeling 25 van het oogstmes 21. Deze middelen omvatten hier een lichtingsdetector om de mate van lichting van de opnemer 80 te registreren. De lichtingsdetector wordt gevormd door een schuifweerstand 95,96 die tussen de opnemer 80 en het deel 201 van het gestel is aangebracht dat ook de schakelaar 90 omvat. De schuifweerstand omvat een huis 95 met 20 daarin een gewonden weerstandselement waarover een schuifelektrode 96 glijdt.
Naarmate de opnemer door een passerende gewaszode verder uit de uitgangstoestand van figuur 3 A wordt gelicht, zal deze elektrode 96 verder in het huis treden waardoor de weerstand afneemt. Hierbij geldt een nagenoeg lineair verband tussen de mate van lichting en de weerstand van de schuifweerstand, waardoor deze weerstand een 25 betrekkelijk directe maat is voor de actuele dikte van de gewaszode. De schuifweerstand is aan de centrale verwerkingseenheid 100 gekoppeld om deze weerstand als elektronische waarde voor de dikte van de gewaszode daaraan af te geven. Mocht de aldus gemeten dikte op neig moment afwijken van een via de invoermiddelen geprogrammeerde waarde, dan zal de centrale verwerkingseenheid een signaal afgeven 1012614 -12- aan de actuator 25 om de afwijking te compenseren zodat een volautomatische diktecontrole mogelijk is.
Om ervoor te zorgen dat het betrekkelijk kwetsbare weerstandselement 95 niet kan 5 beschadigen indien de opnemer verder wordt opgelicht dan de schuifelektrode toelaat, is het deel van het gestel 201 waartegen de schuifelektrode 96 afsteunt afzonderlijk scharnierend om een schamieras 210 met het gestel 200 verbonden. Tussen dit deel 201 en de opnemer is een niet nader weergegeven stop aangebracht zodanig dat bij het bereiken van de uiterste stand van de schuifelektrode 96 in het weerstandshuis 95 dit 10 deel 201 door de opnemer 80 mee wordt opgelicht om zo een mechanische overbelasting van de schuifweerstand 95,96 te vermijden. Deze situatie is in figuur 3C weergegeven.
Figuur 5 toont bij wijze van voorbeeld een schakeldiagram zoals dat door de centrale 15 verwerkingseenheid wordt uitgevoerd. De horizontale as geeft daarbij steeds het verloop in de tijd aan. Schema A geeft verticaal de gewaszodelengte weer zoals die door de opnemer 80 vastgesteld. Op het moment tO wordt de inrichting in bedrijf genomen en wordt begonnen met oogsten. Op tijdstip tl ariveert de eerste gewaszode bij de opnemer 80 zodat deze wordt opgelicht en de schakelaar 90 vrijgeeft. Dit is voor de centrale 20 verwerkingseenheid 100 het signaal om met een lengtemeting te beginnen op basis van de pulsen die dan door de pulsgever 82 van de opnemer worden afgegeven. Om een gewaszodelengte PI te bereiken wordt bij het bereiken van een lengte P1-P2 door de verwerkingseenheid 100 aan de elektrische koppeling 45 een signaalpuls afgegeven om het hakmes 22 vrij te geven. Hierbij is P2 de laterale afstand tussen de opnemer 80 en 25 het hakmes 22. Dit haksignaal aan de koppeling 45 wordt aangegeven in schema E.
Onderwijl wordt voortdurend de dikte van de gewaszode 3 door de schuifweerstand 95 gecontroleerd.
Nadat het haksignaal is gegeven, telt de opnemer nog gedurende een tijd ts door totdat 30 werkelijk de gewenste lengte PI is bereikt, waarna een resetpuls, zie schema D, wordt 10126f? i -13- gegeven om de lengtemeting weer op nul te stellen. Vervolgens start de volgende meting voor de volgende gewaszode, althans mits een gewaszode onder de opnemer wordt gedetecteerd. Zolang dit niet het geval is, wat is af te lezen aan de toestand van de schakelaar 90 die in schema C schematisch wordt weergegeven, zal de meting van 5 lengte van de volgende gewaszode worden uitgesteld. In schema B is schematisch de aanwezigheid van de gewaszode aangegeven. Door aldus het starten van een nieuwe telling los te koppelen van het haksignaal wordt telkens uitsluitend gemeten indien daadwerkelijk een gewaszode aanwezig is en is het systeem robuust voor onderbrekingen tussen opvolgende gewaszoden. In de figuur is dit het geval gedurende 10 de tijdspannen txl en tx2.
Aldus voorziet de uitvinding in een inrichting voor het oogsten van gewaszoden die nagenoeg volautomatisch het oogsten bestuurd en daardoor in de praktijk door slechts een enkele operateur kan worden bediend. Alle daarvoor gebruikte opnemers zijn 15 ondergebracht in een compacte unit die zich eenvoudig laat monteren zowel af fabriek als later achteraf op een bestaande inrichting. De centrale verwerkingseenheid met zijn bedieningsmiddelen wordt bijvoorbeeld in de cabine van de inrichting ondergebracht.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkel uitvoeringsvoorbeeld 20 nader werd verduidelijkt, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins daartoe is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman binnen het kader van de uitvinding nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.
101261'?

Claims (14)

1. Inrichting voor het oogsten van gewaszoden omvattende een verrijdbaar gestel met een eerste mes dat in staat is om een gewaszode van een veld los te snijden en met 5 een tweede mes dat in staat is om de gewaszode in een richting dwars op een rijrichting af te snijden, waarbij het tweede mes is voorzien van bekrachtigingsmiddelen die bij het bereiken van een gewenste zodelengte het tweede mes op de gewaszode laten inwerken en waarbij nabij het eerste mes transportmiddelen aanwezig zijn om daarop de losgesneden gewaszode te ontvangen en af te voeren met het kenmerk dat een 10 elektronische opnemer nabij een transportbaan van de gewaszode is aangebracht welke in staat is om althans een maat voor een lengte van een passerende gewaszode te registreren en als elektronische waarde af te geven en dat de opnemer langs elektronische weg is gekoppeld aan de bekrachtigingsmiddelen van het tweede mes om bij het bereiken van een vooraf bepaalde gewaszodelengte het tweede mes vrij te geven. 15
2. Inrichting volgens conclusies 1 met het kenmerk dat de opnemer door tussenkomst van een centrale verwerkingseenheid aan de bekrachtigingsmiddelen is gekoppeld.
3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de elektronische opnemer een meetwiel omvat om op een passerende gewaszode af te steunen en daardoor te worden aangedreven en dat aan het meetwiel een sensor is gekoppeld die een rotatie van het meetwiel registreert en in de vorm van een elektronisch signaal afgeeft.
4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de sensor in staat is om een rotatierichting van het meetwiel te registreren.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk dat de sensor een incrementele pulsgever omvat. 30 1012614 -15-
6. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat elektronische detectiemiddelen zijn aangebracht om de aanwezigheid van een gewaszode in de transportbaan te registreren en als elektronische waarde af te geven.
7. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de opnemer in een richting in hoofdzaak dwars op de transportbaan van de gewaszode gangbaar is opgehangen om bij passage van een gewaszode uit een uitgangspositie te worden gelicht en dat de detectiemiddelen aan een ophanging van de opnemer zijn gekoppeld.
8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk dat detectiemiddelen een elektrische schakelaar omvatten die in staat is om samen te werken met de ophanging van de opnemer, althans bij het verlaten van diens uitgangspositie.
9. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat nabij 15 een transportbaan van de gewaszode middelen zijn aangebracht om een dikte van een geoogste gewaszode vast te stellen en als elektronische waarde af te geven.
10. Inrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de opnemer in een richting dwars op de transportbaan gangbaar is opgehangen en dat de middelen voor het 20 vaststellen van de dikte van de gewaszode een lichtingsdetector omvatten die in staat is een mate van lichting van de opnemer te registreren en als elektronische waarde af te geven.
11. Inrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de lichtingsdetector een 25 schuifweerstand omvatten die aan de opnemer is gekoppeld.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eerste mes verstelbaar is en is voorzien van verstelmiddelen die door een centrale verwerkingseenheid aanstuurbaar zijn. 30 1012614 -16-
13. Inrichting volgens conclusie 12 met het kenmerk dat de verstelmiddelen een elektronisch aanstuurbare actuator omvatten waaraan het eerste mes is gekoppeld.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de 5 bekrachtigingsmiddelen van het tweede mes een elektrische koppeling omvatten die is opgenomen in een overbrenging tussen een aandrijving van het gestel en een nokkenschijf waarop het tweede mes onder veerkracht afsteunt. t01 2614 'i
NL1012614A 1999-07-16 1999-07-16 Inrichting voor het oogsten van gewaszoden. NL1012614C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012614A NL1012614C2 (nl) 1999-07-16 1999-07-16 Inrichting voor het oogsten van gewaszoden.
EP00946556A EP1204308A1 (en) 1999-07-16 2000-07-17 Device for the harvesting of cultivated turfs
CA002375892A CA2375892A1 (en) 1999-07-16 2000-07-17 Device for the harvesting of cultivated turfs
US10/031,060 US6769495B1 (en) 1999-07-16 2000-07-17 Device for the harvesting of cultivated turfs
AU60297/00A AU6029700A (en) 1999-07-16 2000-07-17 Device for the harvesting of cultivated turfs
PCT/NL2000/000500 WO2001005212A1 (en) 1999-07-16 2000-07-17 Device for the harvesting of cultivated turfs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012614 1999-07-16
NL1012614A NL1012614C2 (nl) 1999-07-16 1999-07-16 Inrichting voor het oogsten van gewaszoden.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012614C2 true NL1012614C2 (nl) 2001-01-17

Family

ID=19769575

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012614A NL1012614C2 (nl) 1999-07-16 1999-07-16 Inrichting voor het oogsten van gewaszoden.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6769495B1 (nl)
EP (1) EP1204308A1 (nl)
AU (1) AU6029700A (nl)
CA (1) CA2375892A1 (nl)
NL (1) NL1012614C2 (nl)
WO (1) WO2001005212A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7096967B2 (en) * 2002-07-15 2006-08-29 Steiner Turf Equipment, Inc. Robotic sod stacker with software control
GB0401209D0 (en) * 2004-01-20 2004-02-25 Warke William L Turf cutter/decompactor
US7740083B2 (en) * 2007-07-23 2010-06-22 Trebro Holding Co., Inc. Sod harvesting apparatus
US8464801B2 (en) * 2009-06-20 2013-06-18 John H. Bearden Apparatus for collecting artificial turf for recycling
US20110042111A1 (en) * 2009-08-19 2011-02-24 Charles Pugh Riding sod removal machine
US8176991B1 (en) * 2010-02-02 2012-05-15 The United States Of America, As Represented By The Secretary Of Agriculture Powered rolling and crimping device for crop termination
US9027662B2 (en) * 2010-08-10 2015-05-12 Technology Licensing Corp. Apparatus for infill extraction and collection
US8974311B2 (en) * 2010-08-10 2015-03-10 Technology Licensing Corp. Method and device for installing synthetic turf
US10117386B1 (en) * 2013-06-20 2018-11-06 Troy Wilson Synthetic turf removal skid steer attachment assembly
US9629296B2 (en) * 2015-02-18 2017-04-25 Firefly Automatix, Inc. Sod harvester chop mechanism having position based speed control
CA3142129A1 (en) 2019-06-17 2020-12-24 1045929 Ontario Limited Sod harvesting systems and related methods

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3429377A (en) * 1965-03-05 1969-02-25 John F Nunes Jr Sod harvesting apparatus
US3807505A (en) * 1970-11-10 1974-04-30 J Nunes Sod handling machine and method
US4966239A (en) * 1989-07-14 1990-10-30 Tiger Industries, Inc. Sod harvesting apparatus
US5626195A (en) * 1995-07-10 1997-05-06 Bucyrus Equipment Co.. Inc. Sod harvesting system

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3963364A (en) * 1963-01-11 1976-06-15 Lemelson Jerome H Tool control system and method
NL192948C (nl) * 1987-08-14 1998-06-03 Vuuren Johannes Van Inrichting voor het uit de bodem snijden van zoden.
US5245760A (en) * 1992-02-27 1993-09-21 Smart-Price International, Inc. Cloth measuring apparatus
US5454433A (en) * 1992-07-31 1995-10-03 Turfco Manufacturing, Incorporated High frequency, low amplitude, sod harvesting apparatus
US6244354B1 (en) * 1995-09-15 2001-06-12 Harmelerwaard Patents B.V. Device and process for cutting grass sods with a constant thickness from grass land
US6263773B1 (en) * 1999-09-16 2001-07-24 Mcadoo David L. Engineered wood products cutting method and apparatus
US6364027B1 (en) * 2000-06-26 2002-04-02 Donald Tvetene Sod harvester
US6450707B1 (en) * 2001-06-22 2002-09-17 Eastman Kodak Company Film cutting apparatus for removing and separating a film strip from a cartridge

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3429377A (en) * 1965-03-05 1969-02-25 John F Nunes Jr Sod harvesting apparatus
US3807505A (en) * 1970-11-10 1974-04-30 J Nunes Sod handling machine and method
US4966239A (en) * 1989-07-14 1990-10-30 Tiger Industries, Inc. Sod harvesting apparatus
US5626195A (en) * 1995-07-10 1997-05-06 Bucyrus Equipment Co.. Inc. Sod harvesting system

Also Published As

Publication number Publication date
US6769495B1 (en) 2004-08-03
AU6029700A (en) 2001-02-05
WO2001005212A1 (en) 2001-01-25
EP1204308A1 (en) 2002-05-15
CA2375892A1 (en) 2001-01-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1012614C2 (nl) Inrichting voor het oogsten van gewaszoden.
EP1495661B1 (en) User Interface And Control For Cutting Reel System
US7121073B2 (en) Cutting reel adjusting system
FI87057B (fi) Uppskaerningsmaskin.
EP1472926A1 (en) Method And Apparatus For Setting And Maintaining Reel-To-Bedknife Clearance
FR2552247A1 (fr) Procede et appareil de commande du deplacement d'un vehicule guide automatique
CA1231430A (en) Method and apparatus for measurement of length and height of objects
NL8102601A (nl) Werkwijze en middelen voor het snijden van geledingen van omhuld materiaal.
CA2670551A1 (en) Brush chipper in-feed system
NL2014296B1 (nl) Inrichting voor het losmaken van veevoer.
EP1844640A1 (en) An apparatus to adjust the reel-to-bedknife gap of a reel mower cutting unit and a method for adjusting the reel-to-bedknife gap or height-of cut on a cutting reel unit
US9426937B2 (en) Sod harvester with flap control device
FR2746681A1 (fr) Procede et appareil d'alimentation en pieces longues
WO1993024287A1 (en) A machine for cutting up especially articles of food into portions
FR2641490A1 (fr) Procede de coupe automatique en troncons d'un corps-mere, notamment de sarments de vigne, et machine de coupe
FR2648670A1 (fr) Dispositif destine a decouper des tiges vegetales pleines en vue de produire des boutures
US7353644B2 (en) Method for adjusting reel-to-bedknife clearance
FR2550486A1 (fr) Machine de coupe a disques a commande numerique et procede de reglage de ses ensembles de coupe
EP0155881B1 (fr) Procédé et installation automatique de tranchage et de détalonnage de meules de fromage
FR2582388A1 (fr) Dispositif automatique de mesure sans contact des dimensions d'une piece parallelepipedique
CH555717A (fr) Machine automatique pour fraiser des entailles dans des elements cylindriques allonges selon leurs generatrices.
FR2554382A1 (fr) Dispositif de decoupage pour laminoir a pate
NL8100070A (nl) Inrichting voor het afsnijden van voorafbepaalde lengten materiaal.
WO2020252569A1 (en) Sod harvesting systems and related methods
FR2582619A1 (fr) Ensemble pour apposer des etiquettes sur des lots identiques d'elements ou sur des elements formant un colis

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050201