NL1012402C2 - Bevestigingssysteem alsmede deel geschikt voor een dergelijk bevestigingssysteem. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Bevestigingssysteem alsmede deel geschikt voor een dergelijk bevestigingssysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingssys-5 teem voor het losneembaar fixeren van een televisietoestel aan een ondergrond.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een deel geschikt voor een dergelijk bevestigingssysteem.

Tel evi s i etoestel 1 en worden gebrui kei i j k geposi ti oneerd 10 op bladen van kastjes, tafeltjes, trolleys, uitschuifplateaus, steunen en elke andere ondergrond die geschikt is om het gewicht van een televisietoestel te dragen. Door het eigen gewicht van het televisietoestel bl i jft het televisietoestel onder normale condities stevig op de ondergrond staan. Gebleken is echter dat er ongelukken gebeuren doordat met name 15 kinderen zich optrekken aan het kastje, uitschuifplateau of de andere ondergrond waarop het televisietoestel zich bevindt. Indien het televisietoestel zich in een met deuren afsluitbare kast bevindt, trekken kinderen zich ook regelmatig op aan de openstaande deuren van de kast. Hierbij wordt de ondergrond enigszins gekanteld ten gevolge waarvan het 20 televisietoestel gaat schuiven en van de ondersteunende ondergrond af kan vallen. Dit levert ongewenste risico’s op voor zowel het kind als het televisietoestel.

Het is op zich bekend om een televisietoestel, welke is voorzien van een rechthoekige behuizing, met een plaatvormige ondergrond 25 te bevestigen met behulp van een op te spannen band. Een dergelijke band verstoort het fraaie uiterlijk van het televisietoestel en is slechts toepasbaar bij rechthoekige behuizingen in combinatie met een plaatvormige ondergrond waaromheen de band zich kan uitstrekken.

De uitvinding beoogt een bevestigingssysteem voor een 30 televisietoestel met een ondergrond te verschaffen dat geschikt is voor televisietoestellen met uiteenlopende vormgevingen en dat bovendien het uiterlijk van het televisietoestel nagenoeg niet verstoort.

Dit doel wordt bij het bevestigingssysteem volgens de uitvinding bereikt doordat het bevestigingssysteem is voorzien van ten 35 minste twee losneembaar met elkaar koppel bare delen, waarbij een eerste deel is verbonden met de televisie terwijl een tweede deel is verbonden 1012402 2 met de ondergrond.

Door de losneembaar met elkaar koppel bare delen kan een stevige verbinding tussen het televisietoestel en de ondergrond worden verkregen. Het eerste deel kan losneembaar met het televisietoestel zijn 5 verbonden of in de behuizing van het televisietoestel zijn geïntegreerd. Het tweede deel kan door een gebruiker van het televisietoestel op een willekeurige ondergrond worden bevestigd. Het is ook mogelijk dat het tweede deel is geïntegreerd in een specifiek voor het ondersteunen van televisietoestellen geschikte ondergrond zoals bijvoorbeeld een 10 televisiekast.

De delen zijn bij voorkeur zodanig met elkaar bevestigd dat ze slechts door geautoriseerde personen van elkaar kunnen worden losgemaakt. Hierdoor wordt verhinderd dat kinderen per ongeluk de stevige verbinding tussen het televisietoestel en ondergrond kunnen losmaken. 15 Indien de delen door middel van een slot met elkaar zijn verbonden functioneert het bevestigingssysteem behalve als afschuif- en kantelbevei-liging van het televisietoestel tevens als diefstalbeveiliging.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: 20 fig. la - ld respectievel ijk een eerste uitvoeringsvorm van het bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen in respectievelijk een van elkaar gescheiden positie, een vooraanzicht en een dwarsdoorsnede in zijaanzicht, fig. 2a en 2b een televisietoestel en een ondergrond 25 voorzien van een tweede uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen, fig. 3a - 3c een televisietoestel en een ondergrond voorzien van een derde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen in respectievelijk een van elkaar gescheiden positie 30 en een dwarsdoorsnede in zijaanzicht, fig. 4a - 4g diverse aanzichten tonen van een vierde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding, fig. 5a en 5b respectievelijk een van elkaar ontkoppelde en met elkaar verbonden bevestigingssysteem volgens een vijfde uitvoerings-35 vorm van de uitvinding tonen, fig. 6a en 6b een onderaanzicht en dwarsdoorsnede van 1012402 3 een zesde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen, fig. 7a - 7d montagemiddelen voor het verbinden van een tweede deel met een ondergrond tonen, 5 fig. 8a - 8d vier verschillende opstellingen tonen van eerste delen van het in fig. 6a en 6b weergegeven bevestigingssysteem, fig. 9a en 9b een negende uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen waarin de delen los van elkaar zijn gelegen respectievelijk met elkaar zijn verbonden, 10 fig. 10a - 10c een tiende uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen, fig. 11a - lid een elfde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen, fig. 12a - 12c een twaalfde uitvoeringsvorm van een 15 bevestigingssysteem volgens de uitvinding tonen.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. la - ld tonen een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 1 volgens de uitvinding welke is voorzien van een met 20 een televisietoestel 2 verbonden eerste deel 3 en een met een ondergrond 4 verbonden tweede deel 5. Het eerste deel 3 is in een onderzijde van het televisietoestel 2 geïntegreerd. Het eerste deel 3 omvat een zich vanaf een achterzijde naar de voorzijde van het televisietoestel 2 uitstrekkende taps toelopende uitsparing 6 die langs de randen 7 wordt begrensd door 25 overstekende wanden 8. Het tweede deel 5 omvat een plaatvormig deel 9 dat een met de uitsparing 6 overeenkomende vorm heeft welk plaatvormige deel 9 door een kleinere ondersteun!ngsplaat 10 op afstand van de ondergrond 4 wordt gehouden. De ondersteun!ngsplaat 10 heeft een met door de wanden 8 begrensde opening overeenkomende vorm. De plaat 9 is voorzien van een tegen 30 veerkracht in in de richting van de plaat 10 drukbare lip 11. De lip 11 strekt zich in een naar de breedste zijde van de plaat 9 toegekeerde richting schuin omhoog uit.

Voor het bevestigen van het televisietoestel 2 met de ondergrond 4 wordt het smalste gedeelte van de plaat 9 in het breedste 35 gedeelte van uitsparing 6 ingevoerd, waarna de plaat 9 langs de randen 7 in de uitsparing 6 wordt geschoven. De plaat 10 komt hierbij tussen de 1012402 I > 4 wanden 8 te liggen. Tijdens het in elkaar schuiven van het eerste en tweede deel 3, 5 is de lip 11 tegen veerkracht in ingedrukt. Zodra de lip 11 een in het eerste deel 3 aanwezige sleuf 12 bereikt, verplaatst de lip 11 zich onder invloed van de veerkracht in opwaartse richting, waarna het tweede 5 deel 5 ten opzichte van het eerste deel 3 is gefixeerd. Het televisietoestel 2 is nu tegen schuiven en kantelen ten opzichte van de ondergrond 4 geblokkeerd. Door het in neerwaartse richting verplaatsen van de lip 11, bijvoorbeeld met een specifiek daartoe geschikt gereedschap, kan het televisietoestel 2 weer van de ondergrond 4 af worden geschoven.

10 De ondergrond kan een plaatvormige draagplateau zijn dat met behulp van een beugel aan een wand wordt bevestigd. Het is echter ook mogelijk dat het draagplateau deel uitmaakt van een tafel of een kast.

Fig. 2a en 2b tonen een tweede uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 20 volgens de uitvinding welke is voorzien van een 15 eerste met de televisietoestel 2 verbonden deel 21 en een met de ondergrond 4 verbonden tweede deel 22. Het eerste deel 21 omvat een met het tweede deel 5 overeenkomende taps toelopende plaat 9 en een de plaat 9 met het televisietoestel 2 verbindende kleinere plaat 10. De plaat 9 is voorzien van een tegen veerkracht in verplaatsbare lip 11. Het tweede 20 deel 22 is voorzien van twee hoekprofielen 23 die elk zijn voorzien van een eerste wanddeel 24 en een zich onder een hoek daaraan uitstrekkend tweede wanddeel 25. De profielen 23 zijn zodanig opgesteld dat tussen de wanddelen 24, 25 de plaat 9 positioneerbaar is, waarbij de wanddelen 25 aan een naar de plaat 10 toegekeerde zijde op de plaat 9 zijn gelegen. 25 Het tweede deel 22 is verder voorzien van een sleuf 26 waarin de lip 11 fixeerbaar is.

Fig. 3a - 3c tonen een derde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 30 volgens de uitvinding welke is voorzien van een eerste met het televisietoestel 2 verbonden eerste deel 31 en een met de 30 ondergrond 4 verbonden deel 32. Het eerste deel 31 is voorzien van een met het eerste deel 3 overeenkomende uitsparing waarbij bij de eerste deel 3 de uitsparing 6 zich uitstrekt vanaf de achterzijde van het televisietoestel terwijl bij het eerste deel 31 de uitsparing 6 geheel in de onderzijde van het televisietoestel 2 is gelegen. Het eerste deel 31 35 is verder voorzien van een zich dwars op de onderzijde uitstrekkend gat 33. Het tweede deel 32 omvat een met het eerste deel 5 overeenkomende platen 1012402 5 9, 10. De afmetingen van de uitsparing 6 en de plaat 9 in de richting van de achterzijde naar de voorzijde zijn zodanig dat de plaat 9 door de wanden 8 tot in de uitsparing 6 kan worden gebracht en vervolgens in een voorwaartse richting tussen de wanden 8 kan worden geschoven.

5 Het tweede deel 32 omvat verder een pen 34 die door de ondergrond 4 heen steekbaar is. Voorafgaand aan het bevestigen van televisietoestel 2 met de ondergrond 4 wordt de pen 34 verwijderd. Nadat de platen 9, 10 in de uitsparing 6 en tussen de wanden 8 zijn gelegen, wordt vanaf de onderzijde de pen 34 door de ondergrond 4 en in het gat 33 10 gestoken. Vervolgens wordt de pen 34 met behulp van een slot 35 in deze positie vergrendeld. Het televisietoestel 2 is op deze wijze behalve tegen verschuiven en kantelen tevens tegen diefstal beveiligd.

Fig. 4a - 4g tonen een vierde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 40 volgens de uitvinding dat is voorzien van een eerste 15 met het televisietoestel 2 koppel baar deel 41 en een tweede met een ondergrond 4 koppel baar deel 42.

Het eerste deel 41 omvat een taps toelopend frame 43 dat aan drie zijden is voorzien van zich dwars op het frame 43 uitstrekkende lippen 44. Elke lip 44 is voorzien van een zich met de verticaal onder 20 een hoek uitstrekkend vlak 45 dat aan een nabij het frame 43 gelegen zijde is verbonden met een zich horizontaal uitstrekkend wanddeel 46. Aan een van het vlak 45 afgekeerde zijde sluit het wanddeel 46 aan op een met het frame 43 verbonden flens 47.

Het tweede deel 42 is voorzien van een basisplaat 48. 25 De plaat 48 is voorzien van drie doorgaande openingen 49 die dienen voor het aanbrengen van schroeven voor het bevestigen van de basisplaat 48 met een ondergrond. De basisplaat 48 is verder voorzien van twee onder een hoek ten opzichte van elkaar staande profielen 50 die elk zijn voorzien van een zich vanaf de basisplaat 48 uitstrekkend wanddeel 51 en een zich 30 nagenoeg evenwijdig aan de basisplaat 48 uitstrekkend wanddeel 52. De profielen 50 zijn zodanig opgesteld dat het taps toelopende frame 43 tussen de wanddelen 51 en 52 in positioneerbaar is. Het tweede deel 42 is verder voorzien van een tegen veerkracht in, in een door pijl PI aangegeven richting kantelbare lip 53.

35 In fig. 4c en fig. 4d is een perspectivisch onderaan zicht weergegeven van het televisietoestel 2, waarbij een bodemvlak 54 m 1 o λ n 9 6 van het televisietoestel 2 is voorzien van drie onder een hoek ten opzichte van elkaar opgestelde sleuven 55. Sleuven 55 zijn op eenzelfde wijze ten opzichte van elkaar gelegen als de lippen 44 van het eerste deel 41.

Voor het bevestigen van televisietoestel 2 met een 5 ondergrond, wordt het eerste deel 41 met het televisietoestel 2 verbonden. Hiertoe worden de lippen 44 vanaf de onderzijde van het televisietoestel 2 door de sleuven 55 heen geschoven. Hierbij worden, terwijl de schuine vlakken 45 langs randen 56 van de sleuven 55 afglijden, de lippen 44 tegen veerkracht van de lippen in, in een door pijl P2 aangegeven richting 10 omgebogen. Zodra de vlakken 45 geheel door de sleuven 55 heen zijn verplaatst worden de lippen door veerkracht in de aan pijl P2 tegengestelde richting gebogen waarbij de wanddelen 46 tegen een binnenzijde 57 van televisietoestel 2 aan komen te liggen. Het eerste deel 41 is nu stevig met het televisietoestel 2 verbonden (zie fig. 4e, 4f, 4g).

15 Na de bevestiging van het eerste deel met het televisietoestel 2 en het tweede deel 42 met de ondergrond wordt, zoals weergegeven in fig. 4a, het eerste deel 41 in de door pijl P3 aangegeven richting in het tweede deel 42 geschoven waarbij het frame 43 tussen de wanden 51, 52 van de profielen 50 komt te liggen. Door het frame 43 wordt 20 hierbij de lip 53 in de door pijl PI aangegeven richting neerwaarts gedrukt. Zodra het frame 43 volledig tussen de profielen 50 in is gelegen, bevindt het frame 43 zich voorbij de lip 53 die vervolgens onder invloed van de veerkracht in een aan pijl PI tegengestelde richting omhoog wordt verplaatst. Hierbij komt het uiteinde van de lip 53 tegenover het frame 43 25 te liggen, waarbij door lip 53 het uit het tweede deel 42 schuiven van het eerste deel 41 effectief wordt verhinderd (zie fig. 4b). Het televisietoestel 2 is nu stevig met de ondergrond 4 verbonden.

Fig. 5a en 5b tonen een vijfde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 60 volgens de uitvinding waarbij het televisietoestel 2 30 is voorzien van vier zich evenwijdig uitstrekkende sleuven 61 en een ondergrond 4 vormend draagplateau 62 is voorzien van twee zich evenwijdig uitstrekkende sleuven 63. Het bevestigingssysteem 60 is verder voorzien van twee derde delen vormende elementen 64. Elk element 64 is voorzien van een basisplaat 65, een in het midden van de basisplaat 65 aangebrachte 35 opening 66 en twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, van weerhaken 67 voorziene lippen 68. Voor het bevestigen van de elementen 64 1012402 7 met het plateau 62 worden bouten door de openingen 68 van de elementen 64 en de sleuven 63 van plateau 62 heen geschoven. Op de bouten worden vervolgens aan een van de elementen 64 afgekeerde zijde van het draagplateau 62 moeren bevestigd. Alvorens de moeren worden aangedraaid 5 kunnen de elementen 64 ten opzichte van het plateau 62 naar een gewenste positie worden geschoven. Daarna worden de in het televisietoestel 2 aanwezige sleuven 61 tegenover de lippen 67 gepositioneerd en over de lippen 67 heen geschoven totdat de weerhaken 68 aanliggen tegen de binnenzijde 69 van het televisietoestel 2 (zie fig. 5b).

10 Fig. 6a en 6b tonen een zesde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 70 volgens de uitvinding waarbij de onderzijde 71 van het televisietoestel is voorzien van een slobgat 72. De ondergrond 4 is voorzien van een naar boven toe taps toelopende stift 73, die nabij het midden is voorzien van een verjongd gedeelte 74. De stift 73 is via een 15 verbrede opening 75 van het slobgat 72 door de bodemplaat 71 van het televisietoestel 2 aan te brengen. Vervolgens wordt het verjongde gedeelte 74 van de stift 73 in een versmald gedeelte 76 van het slobgat 72 geschoven, waardoor de stift 73 stevig met de onderzijde 71 wordt verbonden.

20 Fig. 7a - 7b tonen respectievelijk de met een ondersteun!ngsplaat 77 verbonden stift 73 en drie verschillende bevestigingsmethoden voor het bevestigen van de ondersteuningsplaat 77 met een ondergrond 4. Volgens fig. 7b is de ondersteuningsplaat 77 nabij elke hoekpunt voorzien van een gat 78 waardoorheen een bout, schroef, 25 spijker of dergelijke doorheen kan worden aangebracht. In fig. 7c is de ondersteuningsplaat 77 nabij de hoekpunten voorzien van een klemorgaan 79 dat twee naar elkaar toe, van weerhaken voorziene lippen 80 omvat. Het klemorgaan 79 is door in de ondergrond 4 aan te brengen gaten heen te steken. Bij de in fig. 7d weergegeven uitvoeringsvorm is de onderplaat 77 30 aan een van de pen 73 afgekeerde zijde voorzien van een plug 81, waarbij een schroef 82 door een in de plug 81 voorziene opening 83 heen te steken is.

Fig. 8a - 8d tonen vier verschillende onderzijden van televisietoestellen 2 die respectievelijk zijn voorzien van een, twee, 35 drie en vier regelmatig over de onderzijde verdeelde slobgaten 72. Afhankel ijk van de gewenste stevigheid van de bevestiging met de ondergrond 1012402 en de grootte van het televisietoestel 2 kunnen een of meer slobgaten 72 worden toegepast.

δ

Fig. 9a en 9b tonen een negende uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem90 volgens de uitvinding, waarbij het televisietoe-5 stel 2 is voorzien van twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende gleuven 91 die elk zijn voorzien van een relatief smalle spleet 92 en een met de spleet verbonden, een aan een van de ondergrond afgekeerde zijde gelegen brede sleuf 93. Het een ondergrond vormende draagplateau 62 is voorzien van zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende sleuven 63. Het 10 bevestigingssysteem 90 is verder voorzien van derde delen vormende elementen 94 die elk een pen 95 en een daarmee verbonden, zich dwars op de pen 95 uitstrekkende plaat 96 omvatten. De pen 95 is aan een van de plaat 96 afgekeerd uiteinde voorzien van schroefdraad waar een moer 97 op kan worden aangebracht. Voor het bevestigen van het televisietoestel 2 15 aan het plateau 62 worden de platen 96 in de sleuven 93 geschoven waarbij de pennen 95 zich door de spleten 92 heen in een van het televisietoestel 2 afgekeerde richting uitstrekken. De pennen 95 worden vervolgens door de sleuven 63 in het draagplateau 62 gestoken waarna op de pennen 95 moeren 97 worden geschroefd. Door het aandraaien van de moeren 97 wordt het 20 televisietoestel 2 stevig tegen het draagplateau 62 aan getrokken (zie fig. 9b).

Fig. 10a - 10c tonen een tiende uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 100 volgens de uitvinding dat zich onderscheidt van het bevestigingssysteem 90 door de vorm en werking van de derde delen 25 vormende elementen 101. De elementen 101 zijn voorzien van een langwerpige strook 102 die via een pen 103 is verbonden met een bedieningsknop 104. Voor het bevestigen van het televisietoestel 2 aan het draagplateau 62 wordt de strook 103 vanaf een van het televisietoestel 2 afgekeerde zijde van het draagplateau 62 door de daarin aanwezige spleet 63 heen geschoven. 30 Vervolgens wordt de strook 102 in de sleuf 93 geschoven waarbij de pen 103 zich door de spleet 92 heen uitstrekt. Daarna wordt de bedieningsknop 90° geroteerd ten gevolge waarvan de strook 102 zich dwars op de lengterichting van de sleuf 93 gaat uitstrekken en stevig in de sleuf 93 wordt geklemd. Deze positie is in fig. 10a door het linker element 101 weergegeven. Na 35 het zwenken van het element 101 is een stevige verbinding tussen het televisietoestel 2 en het draagplateau 62 tot stand gebracht (zie fig.

1012402 9 10b en 10c).

Fig. 11a en lib tonen een elfde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 110 volgens de uitvinding waarbij het televisietoestel 2 is voorzien van twee in de ondergrond van het televisietoestel 2 5 geïntegreerde bussen 111. De bussen 111 hebben een naar de achterzijde toe gerichte opening 112. Het bevestigingssysteem 110 is verder voorzien van twee op hout klemmen gelijkende inrichtingen 113 die elk zijn voorzien van een U-vormige beugel 114 welke twee zich evenwijdig uitstrekkende benen 115 en 116 en een de benen 115, 116 verbindend brugdeel 117 omvat. Het 10 been 116 is penvormig en heeft een diameter die zodanig is dat het been 116 in bus 111 kan worden aangebracht. Het been 115 is voorzien van een van schroefdraad voorziene opening waar zich een bout 118 doorheen uitstrekt. Bout 118 is aan een van het been 116 afgekeerde zijde voorzien van een bedieningsknop 119 en aan een naar het been 116 toegekeerde zijde voorzien 15 van een aanlegvlak 120.

De werking van het bevestigingssysteem 110 is als volgt. Het televisietoestel 2 wordt op het plateau 62 gezet. Vervolgens worden de benen 116 via openingen 112 in de bussen 111 geschoven. Daarna wordt elk klemvlak 120 met behulp van de bedieningsknop 119 tegen de van het 20 televisietoestel 2 afgekeerde zijde van het draagplateau 62 aan geklemd waarbij het televisietoestel 2 stevig tegen het draagplateau 62 wordt getrokken (zie fig. 11b).

Fig. 12a - 12c tonen een twaalfde uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 120 volgens de uitvinding welke is voorzien van 25 een eerste deel vormende, met het televisietoestel 2 verbonden beugel 121, een met het draagplateau 62 verbonden, een tweede deel vormende bladveer 122 en een haak omvattend derde deel 123. De beugel 121 is stevig met een zijkant van het televisietoestel 2 verbonden. De bladveer 122 omvat twee, een hoek met elkaar insluitende delen 124, 125.

30 De haak 123 is U-vormig en omvat twee benen 126, 127 die door een brugdeel 128 met elkaar zijn verbonden. Het been 126 is voorzien van twee zich evenwijdig uitstrekkende sleuven 129, 130.

Bij voorkeur zijn beide zijkanten van het televisietoestel 2 van bevestigingssysteem 120 voorzien.

35 Voor het bevestigen van het televisietoestel 2 met het draagplateau 62 wordt het deel 125 van de bladveer achtereenvolgens door 1012402 10 de sleuven 129 en 130 heen geschoven totdat het deel 124 zich door de sleuf 129 heen uitstrekt. Hierbij is de haak 123 zover in de richting van het draagplateau 62 verplaatst dat het been 127 van haak 123 in aangrijping kan worden gebracht met de beugel 121. Door de beide delen 124, 125 van 5 de bladveer 122 wordt verhinderd dat de haak 123 ongewenst uit de beugel 121 kan geraken.

Het is ook mogelijk om in plaats van de bladveer een spanband door de sleuven 129, 130 aan te brengen, met behulp waarvan de in de beugel 121 aangebrachte haak 123 in de richting van het draagpla-10 teau 62 wordt getrokken.

Het is ook mogelijk om de bevestigingsinrichting 120 aan de achterzijde van het televisietoestel 2 te bevestigen.

Het is ook mogelijk om de hierboven weergegeven bevestigingssystemen toe te passen op een andere ondergrond dan een 15 draagplateau 62, welke ondergrond bijvoorbeeld bestaat uit een blad van een tafel of kastje.

1012402

Claims (17)

1. Bevestigingssysteem voor het losneembaar fixeren van een televisie aan een ondergrond, met het kenmerk, dat het bevestigingssysteem is voorzien van ten minste twee losneembaar met elkaar koppel bare 5 delen, waarbij een eerste deel is verbonden met de televisie terwijl een tweede deel is verbonden met de ondergrond.

2. Bevestigingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste deel losneembaar met de televisie is verbonden.

3. Bevestigingssysteem volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat het eerste deel in een behuizing van de televisie is geïntegreerd.

4. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede deel losneembaar met de ondergrond is verbonden.

5. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingssysteem verder is voorzien van een derde deel dat met een eerste zijde losneembaar verbindbaar is met het eerste deel en met een tweede zijde losneembaar verbindbaar is met het tweede deel, waarbij het eerste en het tweede deel met behulp van 20 het derde deel met elkaar koppel baar zijn.

6. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een van de delen is voorzien van een taps toelopende uitsparing terwijl een van de andere delen is voorzien van een in de uitsparing schuifbare flens.

7. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een van de delen is voorzien van een sleuf terwijl een van de andere delen is voorzien van een tegen veerkracht in elastisch vormbare lip die in de sleuf positioneerbaar is.

8. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat een van de delen is voorzien van een gat terwijl een van de andere delen is voorzien van een in het gat positioneer-bare pen.

9. Bevestigingssysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de pen in het gat met een slot vergrendel baar is.

10. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het van het televisietoestel uitmakende 1012402 eerste deel is voorzien van ten minste een doorgaande gleuf, terwijl een van de andere delen is voorzien van een lip die tegen de veerkracht in door de gleuf heen positioneerbaar is.

11. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat een van de delen is voorzien van een slobgat waarin een met een van de andere delen verbonden stift positi oneerbaar is.

12. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede deel met behulp van een 10 schroef, klikverbinding of dergelijke met de ondergrond verbindbaar is.

13. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het in de ondergrond geïntegreerde tweede deel is voorzien van een sleuf waar zich een pen doorheen uitstrekt, welke is voorzien van een verbreed gedeelte dat schuifbaar koppelbaar is 15 met een, een gleuf omvattend eerste deel, welke gleuf een relatief smalle spleet en een met de spleet verbonden, een aan een van de ondergrond afgekeerde zijde gelegen brede sleuf omvat, waarbij het verbrede gedeelte in de sleuf positioneerbaar is.

14. Bevestigingssysteem volgens conclusie 13, met het 20 kenmerk, dat het verbrede gedeelte roteerbaar is om een zich evenwijdig aan de pin uitstrekkende as van een in de spleet geklemde positie naar een in de spleet schuifbare positie vice versa.

15. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste deel is voorzien van ten minste 25 een zich nagenoeg evenwijdig aan de ondergrond uitstrekkende bus waarin een met een kleminrichting verbonden pen positioneerbaar is, welke kleminrichting verder is voorzien van een tegen een van de televisie afgekeerde zijde van de ondergrond aan klembaar aanlegvlak.

16. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat het eerste deel een beugel omvat die is verbonden met een zich nagenoeg dwars op de ondergrond uitstrekkende zijde van het televisietoestel, het tweede deel een met de ondergrond verbonden bladveer omvat, terwijl het derde deel een met de beugel en bladveer bevestigbare haak omvat.

17. Deel geschikt voor een bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies. im o A 0 2