NL1012357C2 - Afgeschermd connectorsamenstel. - Google Patents
Afgeschermd connectorsamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1012357C2 NL1012357C2 NL1012357A NL1012357A NL1012357C2 NL 1012357 C2 NL1012357 C2 NL 1012357C2 NL 1012357 A NL1012357 A NL 1012357A NL 1012357 A NL1012357 A NL 1012357A NL 1012357 C2 NL1012357 C2 NL 1012357C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- contact
- housing
- ground
- connector
- male
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/66—Structural association with built-in electrical component
- H01R13/665—Structural association with built-in electrical component with built-in electronic circuit
- H01R13/6658—Structural association with built-in electrical component with built-in electronic circuit on printed circuit board
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R12/00—Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
- H01R12/50—Fixed connections
- H01R12/51—Fixed connections for rigid printed circuits or like structures
- H01R12/52—Fixed connections for rigid printed circuits or like structures connecting to other rigid printed circuits or like structures
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R12/00—Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
- H01R12/70—Coupling devices
- H01R12/71—Coupling devices for rigid printing circuits or like structures
- H01R12/712—Coupling devices for rigid printing circuits or like structures co-operating with the surface of the printed circuit or with a coupling device exclusively provided on the surface of the printed circuit
- H01R12/716—Coupling device provided on the PCB
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/02—Contact members
- H01R13/04—Pins or blades for co-operation with sockets
- H01R13/05—Resilient pins or blades
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/648—Protective earth or shield arrangements on coupling devices, e.g. anti-static shielding
- H01R13/658—High frequency shielding arrangements, e.g. against EMI [Electro-Magnetic Interference] or EMP [Electro-Magnetic Pulse]
- H01R13/6581—Shield structure
- H01R13/6585—Shielding material individually surrounding or interposed between mutually spaced contacts
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R12/00—Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
- H01R12/50—Fixed connections
- H01R12/51—Fixed connections for rigid printed circuits or like structures
- H01R12/52—Fixed connections for rigid printed circuits or like structures connecting to other rigid printed circuits or like structures
- H01R12/523—Fixed connections for rigid printed circuits or like structures connecting to other rigid printed circuits or like structures by an interconnection through aligned holes in the boards or multilayer board
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
- Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
Description
Afgeschermd connectorsamenstel.
De uitvinding heeft betrekking op een connectorsamenstel met vrouwelijke en mannelijke connectors, waarbij elke connector een huis bezit en een aantal in het huis bevestigde contactelementen, welke contactelementen zijn gerangschikt in 5 rijen en kolommen, waarbij het huis is voorzien van rijen sleuven die eerste secties van de contactelementen opnemen, en waarbij het huis van de vrouwelijke connector ten minste een opneemruimte bezit voor het opnemen van een deel van het huis van de mannelijke connector, waarbij een rij contactelementen 10 aan weerszijden van de opneemruimte van het vrouwelijke connec-torhuis is gelegen en een rij contactelementen aan weerszijden is gelegen van het in de opneemruimte te steken deel van het mannelijke connectorhuis, waarbij de contactelementen van de mannelijke connector contact maken met de contactelementen van 15 de vrouwelijke connector wanneer de mannelijke en vrouwelijke connectors zijn samengevoegd.
Connectors van dit type zijn in diverse uitvoeringsvormen bekend, zie bijvoorbeeld het US-A-4.734.060. Bij de connector die is beschreven in het US-A-4.734.060 is het huis van 20 beide connectors een enkel gegoten deel waarin slechts twee rijen contactelementen zijn toegepast. In het algemeen hangt het aantal contactelementen in de rij- en kolomrichtingen af van de toepassing van de connectors en zou een gamma aan connectors met verschillende aantallen contactelementen in de rij-25 en kolomrichtingen beschikbaar moeten zijn. Het ontwerp van de bekende connector levert beperkingen op ten aanzien van de miniaturisatie en productieflexibiliteit. In het bijzonder met betrekking tot de miniaturisatie en het verhogen van de sig-naalsnelheid is het belangrijk, om een efficiënte afscherming 30 van de signaalcontactelementen te verschaffen, terwijl een hoge signaaldichtheid op het oppervlaktegebied, dat voor de connector nodig, wordt gehandhaafd.
101235? 2
De uitvinding beoogt een connectorsamenstel van het bovengenoemde type te verschaffen met een efficiënte afscherming en een hoge productieflexibiliteit.
Hiertoe bezit het connectorsamenstel volgens de uit-5 vinding het kenmerk, dat het vrouwelijke connectorhuis een huisdeel voor elke rij contactelementen bezit, waarbij elk huisdeel een langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vlakke printkaart omvat die de corresponderende rij contactelementen op een eerste oppervlak draagt en een geleidend massavlak bezit 10 op een tegenover gelegen tweede oppervlak, waarbij een huissec-tie uit isolerend materiaal is bevestigd op het eerste opper-^ vlak, welke huissectie is voorzien van een van de genoemde rij en sleuven, terwijl het vrouwelijke connectorhuis ten minste een module bezit, waarbij elke module is voorzien van twee on-15 derling verbonden printkaarten waarvan de eerste oppervlakken naar elkaar toe zijn gericht en een opneemruimte bepalen, en waarbij het mannelijke connectorhuis ten minste een huisdeel bezit dat in de opneemruimte van een module kan worden gestoken tijdens het samenvoegen van de mannelijke en vrouwelijke con-20 nectors en is voorzien van twee rijen contactelementen, waarbij elk huisdeel een langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vlakke metaalplaat bezit met een daarover heen gegoten laag uit isolerend materiaal aan weerszijden, waarbij elke isolerende laag een van de genoemde rijen sleuven met contactelementen bezit.
25 Op deze wijze wordt een connectorsamenstel verkregen, waarbij, wanneer de mannelijke en vrouwelijke connectors zijn samengevoegd, de massavlakken van de printkaarten van de vrouwelijke connector en de metaalplaat (-platen) van de mannelijke connector een zeer efficiënte afscherming verschaffen tussen 30 successievelijke rijen onderling verbonden contactelementen. Bovendien kan het aantal contactelementen in de kolomrichting eenvoudig worden aangepast door extra modules aan de mannelijke en vrouwelijke connectors toe te voegen. Daarnaast staat het connectorsamenstelontwerp volgens de uitvinding toe om elk aan-35 tal rijen te verschaffen zonder nieuwe huisvormen als gereedschap te moeten maken, hetgeen resulteert in een flexibele en goedkope vervaardiging.
101 23S? 3
De uitvinding zal nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekeningen, waarin een uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding is getoond.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een 5 uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding met een buitenste afschermingsplaat afzonderlijk weergegeven.
Figuur 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede van de connector volgens figuur 1.
Figuur 3 toont schematisch een explosieaanzicht in 10 dwarsdoorsnede van de printkaarten van de connector volgens figuur 1.
Figuur 4 is een explosieaanzicht van een der modules van de connector volgens figuur 1.
Figuren 5A tot 5C tonen een bovenaanzicht, zijaan-15 zicht resp. vooraanzicht van het massacontactelement van de connector volgens figuur 1.
Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van een huisdeel van een mannelijke connector die samen met de vrouwelijke connector volgens figuur 1 een connectorsamenstel vormt. 20 Figuur 7 toont een perspectivisch aanzicht van het huisdeel volgens figuur 6, waarbij de contactelementen zijn bevestigd in het huisdeel.
Figuur 8 is een schematische dwarsdoorsnede van het huisdeel volgens figuur 7.
25 Figuren 9A en 9B tonen een bovenaanzicht resp. een zijaanzicht van het massacontactelement van het huisdeel volgens figuur 6.
Figuren 10A en 10B tonen de mannelijke en vrouwelijke connectors die een connectorsamenstel verschaffen in de niet 30 samengevoegde resp. samengevoegde positie.
De in de onderhavige aanvrage beschreven vrouwelijke en mannelijke connectors zijn van het type dat is beschreven in de eveneens ingediende octrooiaanvragen van dezelfde aanvrager. In de onderhavige aanvrage worden de kenmerken die de onderha-35 vige connectors onderscheiden van de connectors die zijn beschreven in de eveneens ingediende aanvragen in detail beschreven. Voor extra details met betrekking tot de constructie van de connectors en de componenten daarvan wordt verwezen naar de- 101 235? 4 ze eveneens ingediende aanvragen die hierin door verwijzing geacht worden te zijn opgenomen.
Onder verwijzing naar de figuren 1 en 2 is een vrouwelijke connector 1 getoond met een buitenste afschermingsplaat 5 2 en een huis 3 met een aantal vrouwelijke contactelementen 4 die zijn gerangschikt in rijen en kolommen. Zoals zichtbaar is in de dwarsdoorsnede volgens figuur 2 is de vrouwelijke connector 1 een zogenaamde haakse connector en kan deze worden bevestigd op een printkaart 5. De buitenste afschermingsplaat 2 be-10 dekt de boven- en achterzijde van het huis 3.
In de getoonde uitvoeringsvorm bezit het huis 3 twee in de kolomrichting gestapelde modules 6, waarbij elke module 6 twee huisdelen 7 omvat die in dit geval elk een langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vlakke printkaart (zie figuren 3 en 4) 15 bezitten. Elke printkaart 7 draagt een rij contactelementen 4 op een eerste oppervlak 8. Het tegenover gelegen tweede oppervlak van de printkaart 7 is voorzien van een geleidend massa-vlak 9 dat het volledige oppervlak van de printkaart bedekt.
De constructie van de modules 6 en printkaarten 7 is 20 gedetailleerder weergegeven in de figuren 3 en 4. Zoals getoond, zijn de printkaarten 7 van een module 6 met hun eerste oppervlakken 8 naar elkaar toe gekeerd bevestigd ter bepaling van een opneemruimte 10 voor het opnemen van een huisdeel van een mannelijke connector die moet worden samengevoegd met de 25 vrouwelijke connector 1, zoals hierna wordt beschreven. De contactelementen 4 zijn L-vormig met een eerste sectie 11 die zich evenwijdig aan de printkaarten 7 uitstrekt en een tweede sectie 12 die zich loodrecht op de printkaarten 7 uitstrekt. Elke printkaart 7 van een module 6 is voorzien van in dit geval vier 30 rijen gaten 13, waarbij successievelijke rijen gaten 13 de tweede secties 12 van successievelijke rijen contactelementen 4 opnemen. Het eerste oppervlak 9 van elke printkaart 7 is voorzien van een patroon 14 van massabanen die, bijvoorbeeld, via gaten zijn verbonden met het massavlak. Dit patroon 14 omvat 35 eerste banen 15 aan elke zijde van de contactelementen 4 die worden gedragen op het eerste oppervlak 8. De eerste banen 15 zijn onderling verbonden ter plaatse van beide langsranden van de printkaart 7 door tweede banen 16. Op deze wijze verschaft ! 01 23 5? 5 het massabaanpatroon 14 een afscherming tussen de contactele-menten 4. Het eerste oppervlak 8 van de printkaart 7 is verder voorzien van contactbanen 17, waarbij de eerste secties 11 van de contactelementen 4 zijn bevestigd aan deze contactbanen 17, 5 bijvoorbeeld door solderen.
Aan de voorzijde is elke printkaart 7 voorzien van een huissectie 18 uit isolerend materiaal. Elke huissectie 18 bezit een rij sleuven 18a die de frontale uiteinden van de eerste secties 11 van de contactelementen 4 opnemen, welke fronta-10 le uiteinden fungeren als een veer, zoals beschreven in de bovengenoemde eveneens ingediende aanvragen. De huissecties zijn voorzien van een aantal uitstekende pennen 18'. Deze pennen 18' zijn geforceerd in gaten 7' van de printkaart 7 teneinde de huissectie 18 daarop vast te maken.
15 De twee printkaarten 7 van een module 6 zijn onder ling verbonden door een tussengelegen huissectie 19 uit isolerend materiaal met in dit geval drie rijen gaten 20 die op één lijn liggen met de eerste drie rijen gaten 13 van de prentkaarten 7, als gezien vanaf de achterzijde. Een metalen frame 21 is 20 ingegoten in het tussengelegen huis 19 en verschaft een reeks vierkante kanalen 22 die elk een gat 20 omhullen. Het metalen frame 21 is een samenstel uit onderling loodrechte metalen stroken 23, 24. Een metalen afschermingsplaat 60 is toegepast aan beide langsuiteinden van een module 6. Elke afschermings-25 plaat 60 bezit uitstekende uitgangen 21 die aangrijpen in gaten 62 van de huissectie 18 en gaten 63 van de printkaarten 7, zodat een extra onderlinge fixatie van de printkaarten 7 wordt verkregen. De uitgangen 61 verbinden de afschermingsplaat 60 met het massabaanpatroon 14. De afschermingsplaten 60 verschaf-30 fen verder meer stijfheid aan het voorste deel van de module 6.
Zoals duidelijk zal blijken uit de figuren 2, 3 en 4 strekken de tweede secties 12 van de contactelementen 4 zich uit door de gaten 20 van de tussengelegen huissecties 19 en hierdoor door de kanalen 22 van het metalen frame 21. Op deze 35 wijze wordt een volledige afscherming van de tweede secties 12 van de contactelementen 4 op een zeer efficiënte wijze verkregen.
1012357 6
Slechts de tweede secties van de meest achterste rij contactelementen 4 strekken zich door een rij gaten van de tus-sengelegen huissectie 19 van de corresponderende module 6 uit, terwijl de tweede secties 12 van beide rijen contactelementen 5 van de bovenste module 6 zich uitstrekken door de rijen gaten 20 van de tussengelegen huissectie 19 van de vorige module 6.
In figuur 4 is zichtbaar, dat sommige stroken 24 zijn voorzien van verbindingsuitgangen 25 die uitsteken uit de tussengelegen huissectie 19 ter plaatse van de boven- en onderzij-10 de daarvan. Deze verbindingsuitgangen 25 maken contact met de eerste massabanen 15 van het massabaanpatroon 14 en worden opgenomen in gaten 26 van de printkaarten 7. Op deze wijze is het metalen frame 21 verbonden met het massavlak 9 en het massabaanpatroon 14. Verder zijn sommige stroken 24 voorzien van 15 verbindingsuitgangen 27 die uitsteken uit de tussengelegen huissectie 19 aan de achterzijde daarvan. Deze verbindingsuitgangen 27 zijn opgenomen in sleuven 28 van de buitenste af-schermingsplaat 2 teneinde de buitenste afschermingsplaat 2, het metalen frame 21 en het massavlak 9 en massabaanpatroon 14 20 onderling te verbinden.
Opgemerkt wordt, dat de massavlakken 9 van de aangrenzende printkaarten 7 van twee gestapelde modules met elkaar in contact zijn, waarbij ze de afschermingen van de modules onderling verbinden. Verder zal de buitenste afschermingsplaat 2 25 in contact zijn met het massavlak 9 van de bovenste printkaart 7 van het huis 3. Tenslotte is, zoals getoond in figuur 2, een afschermingsplaat 29 bevestigd aan de onderzijde van het huis 3 en deze afschermingsplaat 29 is in contact met het massavlak 9 van de onderste printkaart 7 van het huis.
30 Het zal duidelijk zijn, dat een zeer efficiënte af scherming van de contactelementen 4 in de beschreven vrouwelijke connector 1 wordt verkregen. Deze efficiënte afscherming wordt verkregen zonder gebruikmaking van een der contactelementen 4 als massacontactelementen. Derhalve is de signaaldicht-35 heid op het door de connector ingenomen oppervlaktegebied relatief hoog. Bovendien verschaft de constructie van de vrouwelijke connector met stapelbare modules 6, waarbij de printkaarten 7 van de modules identiek zijn, een flexibel ontwerp, en een 1012357 7 goedkope productie, waarbij het aantal contactelementen in een kolom naar wens kan worden gevarieerd en afhankelijk van de bedoelde toepassing van de connector. Opgemerkt wordt, dat wanneer extra modules worden gestapeld op de twee modules van de 5 beschreven connector, het mogelijk is om hetzelfde type prentkaarten toe te passen voor alle modules of om printkaarten toe te passen met slechts grotere afmetingen in de extra toe te voegen modules.
De in figuur 1 getoonde vrouwelijke connector 1 is 10 voorzien van drie massacontactelementen 30 die gedetailleerder zijn getoond in de figuren 5A tot 5C. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de vrouwelijke connector 1 zijn de massacontactelementen 30 in spreidstand bevestigd op de voorrand van de aangrenzende printkaarten 7 van de twee gestapelde modu-15 les. De samenwerking van deze massacontactelementen 30 met een afschermingsplaat van de mannelijke connector zal hierna worden beschreven.
Elk massacontactelement 30 bezit twee contactplaten 31 die elk een basisgedeelte 32 bezitten, waarbij de contact-20 platen 31 vanuit hun basisgedeeltes vrij uitsteken in een langsvlak. Verder zijn de basisgedeeltes 32 onderling verbonden door een tussengelegen sectie 33 die een hoek insluit met de basisgedeeltes, zodanig dat de basisgedeeltes 32 met hun contactplaten 31 versprongen zijn ten opzichte van een centraal 25 vlak 34 dat zich evenwijdig aan de langsvlakken van de basisgedeeltes 32 en contactplaten 31 uitstrekt. Het centrale vlak 34 strekt zich uit door een contactopnemende spleet 35 voor het opnemen van een afschermingsplaat van de mannelijke connector, zoals hierna wordt beschreven.
30 Elk basisgedeelte 32 is voorzien van een verbindings- poot 36 die is verbonden met het massabaanpatroon 14 op de eerste oppervlakken van de aangrenzende printkaarten 7. Zoals getoond in figuur 5B zijn de verbindingspoten 36 versprongen ten opzichte van het langsvlak van het corresponderende basisge-35 deelte 32 en de contactplaat 31. Als alternatief is het mogelijk om slechts één der verbindingspoten versprongen te plaatsen ten opzichte van het langsvlak, bijvoorbeeld om het contac-telement 30 aan te passen voor een in spreidstand bevestigen op 1012357 8 slechts één printkaart 7. In dat geval verbindt het massacon-tactelement 30 het massavlak 9 en het massabaanpatroon 14. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm verbinden de massacon-tactelementen 30 de massabaanpatronen 14 van de aangrenzende 5 printkaarten 7.
In de getoonde uitvoeringsvorm van het contactelement 30 is elke contactplaat in hoofdzaak U-vormig, waarbij een eerste uiteinde 37 is verbonden met het basisgedeelte 32 en een tweede uiteinde 38 een distaai uiteinde van de contactplaat 10 verschaft. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de distale uiteinden 38 in tegengestelde richtingen schuin geplaatst. Het is echter mogelijk om de distale uiteinden 38 in dezelfde richting schuin te plaatsen.
De verbindingspoten 36 kunnen voorzien zijn van te-15 genover gestelde doorzettingen 39 teneinde het aanvankelijk vastklikken van het contactelement 30 op de rand van de printkaart (en) 7 mogelijk te maken voorafgaande aan de soldeerbewer-king voor het vastmaken van het contactelement 30 aan de printkaart .
20 De figuren 6 tot 8 tonen een huisdeel 40 van een man nelijke connector 41 die in figuur 10 samen met de vrouwelijke connector 1 volgens figuur 1 is getoond. Het huisdeel 40 en de mannelijke connector 41 corresponderen in hoofdzaak met de mannelijke connector die is getoond in de bovengenoemde eveneens 25 ingediende octrooiaanvragen, waarnaar voor extra details wordt verwezen.
Het huisdeel 40 is in staat om te worden ingestoken in de opneemruimte 10 van een module 6 van de vrouwelijke connector 1 tijdens het samenvoegen van de mannelijke en vrouwe-30 lijke connectors 41, 1 (zie figuur 10B). Het huisdeel 40 is voorzien van twee rijen mannelijke contactelementen 42, waarvan slechts één rij zichtbaar is in figuur 7. Het huisdeel 40 bezit een langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vlakke metaalplaat 43 met aan weerszijden een daarover heen gegoten laag 44 uit 35 isolerend materiaal. De constructie van het huisdeel en de werkwijze ter vervaardiging daarvan zijn nader beschreven in een eveneens ingediende aanvrage die onder verwijzing wordt opgenomen. Elke isolerende laag 44 bezit een rij sleuven 45 waar- 101235? 9 in de contactelementen 42 zijn bevestigd. Derhalve verschaft de metaalplaat 43 een afscherming tussen de twee rijen mannelijke contactelementen 42.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de metaalplaat 43 5 aan zijn voorrand voorzien van drie massacontactelementen 46. Deze massacontactelementen 46 zijn in detail getoond in de figuren 9A en 9B. Elk mannelijk massacontactelement 46 bezit een vlak verbindingsuiteinde 47 dat aansluit op de metaalplaat 43 en een contactgedeelte 48 voor het maken van contact met een 10 massacontactopname van de vrouwelijke connector 1, zoals later zal worden beschreven. Het contactgedeelte 48 is voorzien van een afgerond distaai uiteinde 49. Het vlakke verbindingsuiteinde 47 en het distale uiteinde 49 bepalen een centraal vlak 50 van het contactelement 46, welk centraal vlak samenvalt met het 15 centrale vlak van de metaalplaat 43 in de getoonde uitvoeringsvorm. Als alternatief kan het centrale vlak 50 loodrecht staan op het centrale vlak van de metaalplaat 43 of kan het met dit centrale vlak een hoek insluiten.
Het contactgedeelte 48 is voorzien van twee contact-20 platen 51 die aan beide uiteinden onderling zijn verbonden door het vlakke verbindingsuiteinde 47 resp. het distale uiteinde 49. De contactplaten 51 zijn gescheiden door een sleuf 52. Verder zijn de contactplaten 51 in tegengestelde richtingen in een boogvorm versprongen ten opzichte van het centrale vlak 50 van 25 het contactelement 46. De breedte van het contactgedeelte 48 neemt vanaf het distale insteekuiteinde 49 naar het verbindingsuiteinde 47 toe, waarbij in de getoonde uitvoeringsvorm de sleuf 52 een constante breedte bezit, terwijl de contactplaten 41 elk een breedte bezitten die toeneemt vanaf het distale uit-30 einde 49. Op deze wijze verschaffen de contactplaten 51 con- tactveren met een veerwerking in onderling loodrechte richtingen.
De massacontactelementen 46 zijn in staat om samen te werken met massacontactopnames 54 die zijn toegepast in de 35 vrouwelijke connector 1. Zoals zichtbaar is in de figuren 2, 4 en 10 zijn de massacontactopnames 53 gevormd in de tussengele-gen huissectie 19, waarin in hoofdzaak vierkante gaten 54 zijn gevormd in de strook 23 die is gelegen aan de voorzijde van de 1012357 10 tussengelegen huissectie 19. Elke massacontactopname 53 is voorzien van eerste contactoppervlakken 55 die worden verschaft door lippen die gevormd zijn uit de strook 23. De eerste contactoppervlakken 55 werken samen met het gekromde oppervlak van 5 de contactplaten 51. Verder zijn de massacontactopnames 53 voorzien van tweede contactoppervlakken 56 die worden gevormd door randen van de gaten 54 in de strook 23, welke tweede contactoppervlakken samenwerken met de zijranden van de contactplaten 51. Zoals getoond in figuur 10B worden de gekromde op-10 pervlakken en de zijranden van de contactplaten 51 tegen de eerste en tweede oppervlakken 55, 56 van de massacontactopnames 53 gedrukt wanneer de vrouwelijke en mannelijke connectors 1, 41 worden samengevoegd. Op deze wijze wordt een betrouwbare onderlinge verbinding van de afscherming van de vrouwelijke en 15 mannelijke connectors 1, 41 gegarandeerd.
Een extra onderlinge verbinding van de afschermingen wordt verschaft door middel van de massacontactelementen 30 van de vrouwelijke connector 1. Zoals getoond in figuur 10A omvat de mannelijke connector 41 twee huisdelen 40 die worden ge-20 scheiden door een binnenste afschermingsplaat 57. Wanneer de vrouwelijke en mannelijke connectors 1, 41 zoals getoond in figuur 10B worden samengevoegd, wordt de binnenste afschermings-plaat 57 opgenomen in de spleet 35 van de massacontactelementen 30, waarbij de U-vormige contactplaten 31 met hun schuin ge-25 plaatste distale uiteinden 38 een betrouwbare verbinding verschaffen .
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen die op een aantal manieren binnen het kader van de bijgevoegde conclusies kunnenworden geva-30 rieerd.
101235?
Claims (10)
1. Connectorsamenstel, met vrouwelijke en mannelijke connectors, waarbij elke connector een huis bezit en een aantal in het huis bevestigde contactelementen, welke contactelementen zijn gerangschikt in rijen en kolommen, waarbij het huis is 5 voorzien van rijen sleuven die eerste secties van de contactelementen opnemen, en waarbij het huis van de vrouwelijke connector ten minste een opneemruimte bezit voor het opnemen van een deel van het huis van de mannelijke connector, waarbij een rij contactelementen aan weerszijden van de opneemruimte van 10 het vrouwelijke connectorhuis is gelegen en een rij contactelementen aan weerszijden is gelegen van het in de opneemruimte te steken deel van het mannelijke connectorhuis, waarbij de contactelementen van de mannelijke connector contact maken met de contactelementen van de vrouwelijke connector wanneer de manne-15 lijke en vrouwelijke connectors zijn samengevoegd, met het kenmerk, dat het vrouwelijke connectorhuis een huisdeel voor elke rij contactelementen bezit, waarbij elk huisdeel een langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vlakke printkaart omvat die de corresponderende rij contactelementen op een eerste oppervlak 20 draagt en een geleidend massavlak bezit op een tegenover gelegen tweede oppervlak, waarbij een huissectie uit isolerend materiaal is bevestigd op het eerste oppervlak, welke huissectie is voorzien van een van de genoemde rijen sleuven, terwijl het vrouwelijke connectorhuis ten minste een module bezit, waarbij 25 elke module is voorzien van twee onderling verbonden prentkaarten waarvan de eerste oppervlakken naar elkaar toe zijn gericht en een opneemruimte bepalen, en waarbij het mannelijke connectorhuis ten minste een huisdeel bezit dat in de opneemruimte van een module kan worden gestoken tijdens het samenvoegen van 30 de mannelijke en vrouwelijke connectors en is voorzien van twee rijen contactelementen, waarbij elk huisdeel een langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vlakke metaalplaat bezit met een daarover heen gegoten laag uit isolerend materiaal aan weers- 101235? zijden, waarbij elke isolerende laag een van de genoemde rijen sleuven met contactelementen bezit.
2. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, waarbij ten minste een van de vrouwelijke connectorhuisdelen is voor- 5 zien van ten minste een massacontactelement dat is verbonden met het massavlak en is bevestigd aan een voorrand van de printkaart, welk massacontactelement twee contactplaten bezit, waarbij de mannelijke connector is voorzien van een afscher-mingsplaat die zich evenwijdig aan het mannelijke connector-10 huisdeel uitstrekt, waarbij bij samengevoegde mannelijke en vrouwelijke connectors de afschermingsplaat is opgenomen tussen de contactplaten tussen het massacontactelement.
3. Connectorsamenstel volgens conclusie 2, waarbij de contactplaten van het massacontactelement elk een basisgedeelte 15 bezitten, terwijl de contactplaten vanaf hun basisgedeeltes vrij uitsteken in een langsvlak, waarbij de distale uiteinden van de contactplaten een contactopneemspleet bepalen voor de afschermingsplaat van de mannelijke connector, waarbij de basisgedeeltes onderling zijn verbonden door een tussengelegen 20 sectie die een hoek insluit met de basisgedëeltes, zodanig dat de basisgedeeltes met hun contactplaten versprongen zijn ten opzichte van een centraal vlak dat zich evenwijdig aan het langsvlak van elk basisgedeelte en corresponderende contact-plaat uitstrekt, welk centrale vlak de contactopneemspleet be-25 paalt, waarbij elk basisgedeelte is voorzien van een verbin- dingspoot die is verbonden met een oppervlak van een printkaart van de vrouwelijke connector.
4. Connectorsamenstel volgens conclusie 3, waarbij het eerste oppervlak van elke printkaart is voorzien van een 30 patroon uit massabanen met eerste banen aan elke zijde van de contactelementen die worden gedragen op het eerste oppervlak, waarbij het patroon van massabanen van twee aangrenzende print-kaarten of het patroon van massabanen en het massavlak van een printkaart onderling zijn verbonden via de massacontactuitgang. 35
5. Connectorsamenstel volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij elke contactplaat van het massacontactelement in hoofdzaak U-vormig is, waarbij een eerste uiteinde is verbonden met het basisgedeelte en een tweede uiteinde het distale uiteinde 1012357 verschaft, waarbij de distale uiteinden schuin zijn geplaatst ten opzichte van de eerste uiteinden, terwijl er ten minste één van de verbindingsbenen is versprongen ten opzichte van het langsvlak van het corresponderende basisgedeelte en contact-5 plaat, zodat het massacontactelement in spreidstand bevestigd is op de rand van een printkaart of twee aangrenzende print-kaarten.
6. Connectorsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vrouwelijke connector is voorzien van ten 10 minste een massacontactopname die is verbonden met de massa- vlakken van de printkaarten, waarbij de mannelijke connector is voorzien van ten minste een massacontactelement dat is verbonden met de. metaalplaat van een mannelijk connectorhuisdeel en is bevestigd aan een voorwand van dat huisdeel, waarbij bij sa-15 mengevoegde mannelijke en vrouwelijke connectors het mannelijke massacontactelement is opgenomen in de massacontactopname.
7. Connectorsamenstel volgens conclusie 6, waarbij het mannelijke massacontactelement een vlak verbindingsuiteinde bezit dat aansluit op de metaalplaat alsmede een contactgedeel- 20 te om contact te maken met de massacontactopname en met een distaai insteekuiteinde, waarbij het vlakke verbindingsuiteinde en het distale insteekuiteinde een centraal vlak van het con-tactelement bepalen, terwijl het contactgedeelte is voorzien van twee contactplaten die aan beide uiteinden onderling zijn 25 verbonden en zijn gescheiden door een sleuf, waarbij de contactplaten in tegengestelde richtingen zijn versprongen ten opzichte van het centrale vlak van het contactelement, welke contactplaten tegen eerste contactoppervlakken van de massacontactopname worden gedrukt wanneer de mannelijke en vrouwelijke 30 connectors worden samengevoegd.
8. Connectorsamenstel volgens conclusie 7, waarbij het contactgedeelte van het mannelijke massacontactelement een breedte bezit die toeneemt vanaf het distale insteekuiteinde teneinde zijranden van de contactplaten tegen tweede contactop- 35 pervlakken van de massacontactopname te drukken wanneer de mannelijke en vrouwelijke connectors worden samengevoegd, waarbij de eerste en tweede contactoppervlakken zich onderling loodrecht uitstrekken. 1012357
9. Connectorsamenstel volgens conclusie 8, waarbij de contactelementen van de vrouwelijke connector L-vormig zijn, waarbij de eerste sectie zich evenwijdig aan de printkaarten uitstrekt en een tweede sectie zich loodrecht op de printkaar- 5 ten uitstrekt, waarbij elke printkaart van een module is voorzien van een aantal gaten die zijn gerangschikt in successievelijke evenwijdige rijen, waarbij successievelijke rijen gaten de tweede secties van de successievelijke rijen contactelemen-ten opnemen, waarbij de printkaarten van elke module onderling 10 zijn verbonden door een tussengelegen huissectie uit isolerend materiaal met een aantal rijen gaten die op één lijn liggen met rijen gaten van de printkaarten van de module, waarbij de tweede secties van ten minste één rij contactelementen van de corresponderende module zich uitstrekken door de gaten van de tus— 15 sengelegen huissectie, en waarbij, indien het huis ten minste twee in kolomrichting gestapelde modules bezit, de tweede secties van de rijen contactelementen van een aangrenzende module zich uitstrekken door de gaten van de tussengelegen huissectie van de vorige sectie, waarbij een metalen frame is ingegoten in 20 de tussengelegen huissectie, welke metalen frame is verbonden met de massavlakken en elke tweede sectie van een contactele-ment omhult die zich uitstrekt door deze huissectie, waarbij de tussengelegen huissectie en het metalen frame de ten minste ene massacontactopname verschaffen, waarbij het metalen frame de 25 eerste en tweede contactoppervlakken bezit.
10. Connectorsamenstel volgens conclusie 9, waarbij het metalen frame een aantal verbindingsuitgangen bezit die uitsteken uit de tussengelegen huissectie en zijn verbonden met de massavlakken van de printkaarten van de corresponderende mo- 30 dule, waarbij de vrouwelijke connector is voorzien van een buitenste afschermingsplaat die de boven- en achterzijde van het huis omhult, waarbij het metalen frame verder is voorzien van verbindingsuitgangen die uitsteken van de achterzijde van het huis en in contact zijn met de buitenste afschermingsplaat. 1012357
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1012357A NL1012357C2 (nl) | 1999-06-16 | 1999-06-16 | Afgeschermd connectorsamenstel. |
EP00942544A EP1190470A2 (en) | 1999-06-16 | 2000-06-16 | Shielded connector assembly and contact element for use in such a connector assembly |
US10/018,710 US6520802B1 (en) | 1999-06-16 | 2000-06-16 | Shielded connector assembly |
PCT/NL2000/000421 WO2001001524A2 (en) | 1999-06-16 | 2000-06-16 | Shielded connector assembly and contact element for use in such a connector assembly |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1012357A NL1012357C2 (nl) | 1999-06-16 | 1999-06-16 | Afgeschermd connectorsamenstel. |
NL1012357 | 1999-06-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1012357C2 true NL1012357C2 (nl) | 2000-12-19 |
Family
ID=19769397
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1012357A NL1012357C2 (nl) | 1999-06-16 | 1999-06-16 | Afgeschermd connectorsamenstel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1012357C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0563942A2 (en) * | 1992-04-03 | 1993-10-06 | The Whitaker Corporation | Shielded electrical connector |
EP0634817A2 (en) * | 1993-07-14 | 1995-01-18 | Thomas & Betts Corporation | Shielded compact data connector |
EP0852414A2 (en) * | 1997-01-07 | 1998-07-08 | Berg Electronics Manufacturing B.V. | Connector with integrated PCB assembly |
EP0854549A2 (en) * | 1997-01-16 | 1998-07-22 | Berg Electronics Manufacturing B.V. | Surface mount connector with integrated PCB assembly |
-
1999
- 1999-06-16 NL NL1012357A patent/NL1012357C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0563942A2 (en) * | 1992-04-03 | 1993-10-06 | The Whitaker Corporation | Shielded electrical connector |
EP0634817A2 (en) * | 1993-07-14 | 1995-01-18 | Thomas & Betts Corporation | Shielded compact data connector |
EP0852414A2 (en) * | 1997-01-07 | 1998-07-08 | Berg Electronics Manufacturing B.V. | Connector with integrated PCB assembly |
EP0854549A2 (en) * | 1997-01-16 | 1998-07-22 | Berg Electronics Manufacturing B.V. | Surface mount connector with integrated PCB assembly |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7811128B2 (en) | Electrical connector having improved shielding plate | |
EP0627788B1 (en) | Connector assembly | |
US6561850B2 (en) | High speed card edge connectors | |
EP0757851B1 (en) | Conductive shroud for electrical connectors | |
US6641438B1 (en) | High speed, high density backplane connector | |
US4969824A (en) | Electrical connector | |
EP0752740B1 (en) | PC card connector | |
JP4525959B2 (ja) | 平行な回路基板を保持するハウジングを有する電気コネクタ | |
JP4656477B2 (ja) | カストマイズ可能な回路基板ウエハを有する電気コネクタ | |
US7104808B2 (en) | Mating extender for electrically connecting with two electrical connectors | |
US6520802B1 (en) | Shielded connector assembly | |
KR101120224B1 (ko) | 필터 커넥터 | |
CA2327204A1 (en) | Shielded connector | |
WO1996038889A1 (en) | Surface mounted electrical connector | |
US3568134A (en) | Packaging and actuating system for printed circuit boards and electrical connector assemblies | |
EP1014514B1 (en) | Filtered modular connector | |
WO2007076901A1 (en) | Board connector module for mezzanine circuit board assemblies | |
NL1018175C2 (nl) | Stekkerblok en kabelconnector. | |
NL1012357C2 (nl) | Afgeschermd connectorsamenstel. | |
GB2337374A (en) | Connector assembly and connectors for a printed circuit | |
NL1012358C2 (nl) | Contactelement. | |
US5364293A (en) | Shielded stackable solderless connector/filter assembly | |
JP3748787B2 (ja) | 可動型コネクタ | |
NL1012364C2 (nl) | Connector. | |
NL1012365C2 (nl) | Connector. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20040101 |