NL1012228C2

NL1012228C2 - Car.

Info

Publication number: NL1012228C2
Application number: NL1012228A
Authority: NL
Inventors: Bart Willem Jozef Bost
Original assignee: Maxi Miliaan Bv
Priority date: 1999-06-03
Filing date: 1999-06-03
Publication date: 2000-12-06
Also published as: ES1046487Y; IT250225Y1; DE20009693U1; FR2794413A3; GB2351131A; GB2351131B; ITMI20000337V0; ES1046487U; ITMI20000337U1; FR2794413B3; GB0013357D0

Abstract

A stroller brake arrangement comprises brake mechanisms provided on two pairs of wheels 3,4,5,6 of a stroller. Two operating elements 17, 18 are provided for each mechanism, connected via a pulling cable 23, in such a manner that both braking mechanisms are engaged when one operating element 18 is operated and both mechanisms are disengaged when the other operating element 17 is operated. Each brake mechanism comprises a members 15 (16, figure 5) having a pin 28 (30, figure 5) which slidably engages a respective crown gear 27 (29, figure 5) in each wheel to prevent rotation, upon upward/downward movement of the respective operating element.

Description

I II I

Korte aanduiding: Wagen.Short designation: Car.

De uitvinding heeft betrekking op een wagen voorzien van een door loopwielen ondersteund en met menskracht voort te bewegen 5 gestel, waarbij draaiingsassen van een tweetal aan weerszijden van het gestel aangebrachte loopwielen tenminste nagenoeg in eikaars verlengde zijn gelegen en ieder van dit tweetal wielen is voorzien van een remmechanisme die onderling zijn gekoppeld, waarbij de remmechanismen nagenoeg tegelijkertijd beide in werking worden gesteld of beide worden 10 uitgeschakeld.The invention relates to a carriage provided with a frame supported by running wheels and which can be moved with man-power, wherein rotary axes of two running wheels arranged on either side of the frame are at least substantially in line with each other and each of these two wheels is provided with a braking mechanism coupled together, the braking mechanisms both being actuated or both disengaged substantially simultaneously.

Dergelijke wagens, zoals bijvoorbeeld kinderwagens, loopwagentjes voor minder validen of rolstoelen, worden in het algemeen ondersteund door een drietal of meer op afstand van elkaar opgestelde wielen, waarvan in vele gevallen een meer of wielen zogenaamde zelf-15 instellende wielen zijn.Such trolleys, such as, for example, prams, wheelchairs for the disabled or wheelchairs, are generally supported by three or more spaced wheels, of which in many cases a more or wheels are so-called self-adjusting wheels.

Bij stilstaande wagen is het gewenst, dat tenminste een tweetal op afstand van elkaar gelegen wielen zijn afgeremd omdat, in het geval dat slechts een wiel zou zijn afgeremd het gevaar bestaat, dat de wagen om het steunpunt van dit afgeremde wiel op de grond gaat 20 verzwenken. Om te bereiken, dat bij gebruik van een dergelijke wagen de remmechan ismen ook daadwerkelijk in werking worden gesteld indien de wagen tot stilstand wordt gebracht is het gewenst, de bediening van dergelijke remmechanismen zo eenvoudig mogelijk uit te voeren.When the car is stationary, it is desirable that at least two spaced wheels are braked because, in the event that only one wheel is braked, there is a risk that the car will go on the ground around the point of support of this braked wheel. turn around. In order to achieve that when using such a carriage the braking mechanisms are actually actuated when the carriage is brought to a standstill, it is desirable to carry out the operation of such braking mechanisms as simply as possible.

Bij een dergelijk, uit US-A-4.567.964 bekende wagen 25 is één remmechanisme voorzien van een bedieningsorgaan met behulp waarvan de bij beide wielen gelegen remmechanismen in werking worden gesteld of worden uitgeschakeld. Hiertoe is het bedieningsorgaan via een kabel verbonden met een met het andere remmechanisme samenwerkend overbreng-mechanisme. Doordat met behulp van het bedieningsmechanisme zowel de 30 remmechanisme in werking dient te worden gesteld als te worden uitgeschakeld, is het bedieningsorgaan relatief gecompliceerd. Bovendien dient men voor het in werking stellen en uitschakelen van de remmechanismen andersoortige handelingen uit te voeren. Zo dient men bij het inschakelen van de remmechan ismen een voetpedaal in een horizontaal vlakte verplaatsen 35 en vervolgens een opwaartse beweging te laten uitvoeren terwijl bij het uitschakelen van de remmechanismen het voetpedaal enkel in een neerwaartse 10 1 2 22 8 4 2 richting moet worden verplaatst. Dergelijke onderscheidende handelingen kunnen tot verwarring bij de gebruiker leiden.In such a trolley 25 known from US-A-4,567,964 one braking mechanism is provided with an operating member by means of which the braking mechanisms located at both wheels are actuated or switched off. For this purpose, the operating member is connected via a cable to a transfer mechanism cooperating with the other braking mechanism. Since both the braking mechanism must be actuated and disengaged by means of the operating mechanism, the operating member is relatively complicated. In addition, other types of operations must be performed to activate and deactivate the braking mechanisms. For example, when engaging the braking mechanisms, a foot pedal should be moved in a horizontal plane and then an upward movement should be performed, while when the braking mechanisms are disengaged, the foot pedal should only be moved in a downward direction 10 1 2 22 8 4 2 direction . Such distinctive actions can lead to confusion for the user.

De uitvinding beoogt een wagen te verschaffen waarbij op eenvoudige wijze beide remmechan ismen nagenoeg tegel ijkertijd in werking 5 worden gesteld of worden uitgeschakeld.The object of the invention is to provide a car in which both braking mechanisms are activated or deactivated at the same time in a simple manner.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat nabij elk wiel een bedieningsorgaan voor het daarbij behorende remme-chanisme is voorzien, waarbij de bedieningsorganen zodanig onderling en met de remmechanismen zijn gekoppeld, dat bij bedienen van het ene bedie-10 ningsorgaan de beide remmechanismen in werking worden gesteld en bij bedienen van het andere bedieningsorgaan de beide remmechanismen worden uitgeschakeld.According to the invention this can be achieved in that an actuating member for the associated braking mechanism is provided near each wheel, the actuating members being coupled to each other and to the braking mechanisms in such a way that when the one actuating member is actuated, the two braking mechanisms are and the two braking mechanisms are disengaged when the other control is actuated.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding behoeft dus telkens slechts een enkel bedieningsorgaan te worden bediend 15 om hetzij de remmechanismen in werking te stellen, hetzij de remmechanismen buiten werking te stellen. Hierbij kunnen de bedieningsorganen zodanig zijn uitgevoerd dat elk bedieningsorgaan op eenzelfde wijze dient te worden bekrachtigd, bijvoorbeeld door het met behulp van een voet in neerwaartse richting verplaatsen daarvan.Thus, by using the construction according to the invention, it is only necessary to actuate a single operating member at a time to either activate the braking mechanisms or to disable the braking mechanisms. The operating members can herein be designed such that each operating member must be actuated in the same manner, for instance by moving it downwards with the aid of a foot.

20 Bij koppeling van de bedieningsorganen door middel van een flexibel koppelorgaan zoals bijvoorbeeld een in de buis gelegen kabel, heeft het gebruik van twee bedieningsorganen bovendien als voordeel dat zowel bij het in werking stellen als het uitschakelen van de remmechanismen de kabel op trekkracht kan worden belast, waardoor een goede krachtdoorlei-25 ding van het ene bedieningsorgaan altijd andere bedieningsorgaan wordt gewaarborgd.When coupling the operating members by means of a flexible coupling member such as for instance a cable located in the tube, the use of two operating members moreover has the advantage that the cable can be subjected to tensile force both when the braking mechanisms are actuated and switched off , whereby a good transmission of force from one operating member to another operating member is always ensured.

Bij de uit US-A-4.567.964 bekende wagen dient voor het verkrijgen van een goede krachtdoorleiding door de kabel gebruik te worden gemaakt van diverse voor te spannen veren, hetgeen de wagen relatief gecom-30 pliceerd maakt.In the car known from US-A-4,567,964, in order to obtain a good force transmission through the cable, use must be made of various pre-tensioned springs, which makes the car relatively complicated.

Een eenvoudige uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding kan worden verkregen indien de bedieningsorganen zodanig met elkaar zijn gekoppeld, dat bij bedienen van de bedieningsorganen de bedieningsorganen tegengesteld aan elkaar ten opzichte van het 35 gestel bewegen.A simple embodiment of the construction according to the invention can be obtained if the operating members are coupled to each other such that when operating the operating members the operating members move opposite to each other relative to the frame.

Bij voorkeur zijn daarbij de bedieningsorganen 1012226 3 verschuifbaar in het gestel gelegen.Preferably, the operating members 1012226 3 are slidably located in the frame.

Door de bedieningsorganen te koppelen door een flexibel koppelorgaan, zoals bijvoorbeeld een in een buis gelegen kabel, kan de constructie volgens de uitvinding ook op eenvoudige wijze worden toegepast 5 bij wagens, die zijn voorzien van een samen te vouwen gestel.By coupling the operating members by a flexible coupling member, such as for instance a cable located in a tube, the construction according to the invention can also be applied in a simple manner with wagons, which are provided with a folding frame.

Een bijzonder gebruiksvriendelijke uitvoering wordt verkregen, indien de bedieningsorganen zodanig zijn aangebracht, dat zij met de voet in werking te stellen zijn door bedieningsorganen, die met de voet naar beneden te drukken zijn. Met de voet kan men op eenvoudige 10 wijze voldoende kracht uitoefenen voor het in werking stellen resp. uit werking stellen van de remmechanismen, terwijl schade aan het schoeisel wordt vermeden, doordat men de schoen slechts met de zool op het bedieningsorgaan behoeft te plaatsen om het bedieningsorgaan te bedienen.A particularly user-friendly design is obtained if the operating members are arranged such that they can be actuated by foot by operating members which can be pressed down by foot. With the foot it is possible in a simple manner to exert sufficient force for actuation or resp. disengaging the braking mechanisms, while avoiding damage to the footwear, because one only has to place the shoe on the operating member with the sole to operate the operating member.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet 15 aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an embodiment of the construction according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont schematisch een deel van een gestel van een wagen met dit gestel ondersteunende loopwielen.Figure 1 schematically shows a part of a frame of a wagon with running wheels supporting this frame.

Figuur 2 toont enige van de in figuur 1 weergegeven 20 onderdelen in de ongeremde stand van de loopwielen en onder weglating van andere onderdelen.Figure 2 shows some of the parts shown in Figure 1 in the unbraked position of the running wheels and with the omission of other parts.

Figuur 3 toont een aan een zijkant van het gestel van de wagen opgesteld loopwiel in de stand, waarin het remmechanisme draaiing van het loopwiel blokkeert.Figure 3 shows a running wheel arranged on a side of the frame of the carriage in the position in which the braking mechanism blocks rotation of the running wheel.

25 Figuur 4 toont een met figuur 3 overeenkomende afbeelding waarin het remmechanisme in de het loopwiel niet blokkerende stand is.Figure 4 shows an illustration corresponding to figure 3 in which the braking mechanism is in the running wheel not blocking position.

Figuren 5 en 6 tonen met figuren 3 en 4 overeenkomende afbeeldingen van een nabij een andere zijkant van het gestel aangebracht 30 loopwiel.Figures 5 and 6 show figures corresponding to Figures 3 and 4 of a running wheel arranged near another side of the frame.

Opgemerkt wordt dat in de figuren 2-6 slechts de velgen van de loopwielen zijn weergegeven onder weglating van op deze velgen aangebrachte banden.It is noted that in Figures 2-6 only the rims of the running wheels are shown, leaving out tires fitted to these rims.

In figuur 1 zijn een tweetal zich evenwijdig aan elkaar 35 uitstrekkende gestelbalken 1 en 2 van een voertuig, bijvoorbeeld een kinderwagen of rolstoel weergegeven, die op niet nader weergegeven wijze 10 1 2228 Λ 4 onderling en met verdere gestel del en van de wagen zijn verbonden. Een dergelijke kinderwagen of rolstoel kan daarbij iedere gebruikelijke opbouw hebben. Daarbij zullen gestel bal ken 1 en 2 tijdens gebruik van de kinderwagen of rolstoel een vaste stand ten opzichte van elkaar innemen, 5 zoals bijvoorbeeld weergegeven in figuur 1. Bij eventueel opvouwbare wagens kan de uitvoering zodanig zijn, dat de gesteldelen 1 en 2 voor een opslagstand bijvoorbeeld naar elkaar toe kunnen worden bewogen.Figure 1 shows two frame beams 1 and 2 of a vehicle extending parallel to each other, for instance a pram or wheelchair, which are connected to each other and to further frame and of the car in a manner not shown in more detail. . Such a pram or wheelchair can have any usual structure. Frame beams 1 and 2 will assume a fixed position relative to each other during use of the pram or wheelchair, as shown in figure 1, for example. In the case of foldable carriages, the design may be such that the frame parts 1 and 2 have a storage position can be moved towards each other, for example.

Aan hun ondereinden worden de gestel bal ken 1 en 2 ieder ondersteund door een paar loopwielen 3, 4 resp. 5, 6. De loopwielen 3 en 10 4 zijn draaibaar om in eikaars verlengde gelegen assen 7 waarmede de loopwielen 3 en 4 zijn gekoppeld met een tussen de loopwielen 3 en 4 gelegen en de loopwielen ondersteund huis 8. Op soortgelijke wijze zijn de loopwielen 5 en 6 met behulp van in eikaars verlengde gelegen assen 9 verbonden met een tussen de loopwielen 5 en 6 gelegen huis 10.At their lower ends, the frame beams 1 and 2 are each supported by a pair of running wheels 3, 4 and 4, respectively. 5, 6. The running wheels 3 and 10 4 are rotatable about axially extended axes 7 with which the running wheels 3 and 4 are coupled to a housing located between the running wheels 3 and 4 and the running wheels supported. Similarly, the running wheels 5 and 6 connected by means of axes 9 in line with each other, connected to a housing 10 located between the running wheels 5 and 6.

15 Zoals in het bijzonder uit figuur 2 blijkt zijn de huizen 8 en 10 voorzien van kokervormige delen 11 resp. 12 voor het opnemen van de ondereinden van de gestelbalken 1 en 2.As appears in particular from Figure 2, the houses 8 and 10 are provided with tubular parts 11 and 10 respectively. 12 for receiving the lower ends of the frame beams 1 and 2.

Verder zijn de huizen 8 en 10 voorzien van kokervormige delen 13 resp. 14 waarin langwerpige, in hoofdzaak een vierkante doorsnede 20 bezittende schuifstukken 15 (figuren 3, 4) resp. 16 (figuren 5, 6) in ongeveer verticale richting verschuifbaar zijn opgenomen.Furthermore, the houses 8 and 10 are provided with tubular parts 13 and 10 respectively. 14 in which elongated sliders 15, which are substantially square in cross section, 20 (Figures 3, 4), respectively. 16 (Figures 5, 6) are slidable in approximately vertical direction.

Aan hun boveneinden zijn aan de schuifstukken 15 en 16 voetpedalen 17 resp. 18 bevestigd. Aan de ondereinden van de schuifstukken 15, 16 zijn zich ongeveer loodrecht op de lengterichting van deze 25 schuifstukken loodrecht uitstrekkende oren 19 resp. 20 bevestigd. Door in deze oren 19 en 20 aangebrachte gaten 21 resp. 22 zijn de uiteinden gevoerd van een trekkabel 23. Deze flexibele trekkabel 23 is geleid door een eveneens flexibele beschermhuls 24, die zich gedeeltelijk tussen de gesteldelen 1 en 2 (figuur 4) en gedeeltelijk door deze gesteldelen 1 en 30 2 uitstrekt en met zijn uiteinden een vaste stand ten opzichte van deze gesteldelen inneemt.At their upper ends, foot pedals 17 and 16, respectively, are attached to the sliders 15 and 16. 18 confirmed. At the lower ends of the sliders 15, 16, ears 19 and 20 respectively extend perpendicularly to the longitudinal direction of these sliders. 20 confirmed. Through holes 21 and 20 respectively provided in these ears 19 and 20. 22, the ends of a pull cable 23 are guided. This flexible pull cable 23 is guided by a likewise flexible protective sleeve 24, which extends partly between the frame parts 1 and 2 (figure 4) and partly through these frame parts 1 and 30 and with its ends occupies a fixed position with respect to these frame parts.

Aan de onder de oren 19 en 20 uitstekende uiteinden van de trekkabel 23 zijn aanslagorganen 25 resp. 26 bevestigd. Ter wille van de duidelijkheid zijn deze aanslagorganen 25 en 26 op enige afstand 35 onder de onderzijde van de oren 19 resp. 20 weergegeven, maar in werkelijkheid zullen deze aanslagorganen 25 en 26 aanliggen tegen de 10 1 2228 5 onderzijden van de oren 19 resp. 20.At the ends of the pull cable 23 projecting under the ears 19 and 20, stop members 25 and 20 respectively. 26 confirmed. For the sake of clarity, these stop members 25 and 26 are at some distance 35 below the underside of the ears 19 and 19, respectively. 20, but in reality these stop members 25 and 26 will abut the lower sides of the ears 19 and 22, respectively. 20.

Zoals verder in figuren 3 en 4 is weergegeven is in de naaf van een aan een zijkant van het gestel van de wagen gelegen wiel 4 een inwendige tandkrans 27 aangebracht.As further shown in Figures 3 and 4, an internal gear ring 27 is arranged in the hub of a wheel 4 located on a side of the frame of the car.

5 Een overeenkomstige tandkrans is aangebracht in het in de figuren 3 en 4 niet weergegeven loopwiel 3, dat zoals weergegeven in figuur 1 aan de van het wiel 4 afgekeerde zijde van het kokervormige deel 13 is gelegen.A corresponding gear ring is arranged in the impeller 3 not shown in Figures 3 and 4, which, as shown in Figure 1, is located on the side of the tubular part 13 facing away from the wheel 4.

Aan het schuifstuk 15 is een zich tenminste nagenoeg 10 evenwijdig aan de draaiingsas van het loopwiel 4 uitstrekkende pen 28 bevestigd.Attached to the slider 15 is a pin 28 extending substantially parallel to the axis of rotation of the running wheel 4.

In een hoogste stand van het schuifstuk 15 zal het ene vrije uiteinde van de pen 28 zijn gelegen in een tandkuil van de tandkrans 27, zodat het door de tandkrans 27 en de pen 28 gevormde 15 remmechanisme het wiel 4 tegen verdraaiing zal blokkeren. Het andere vrije uiteinde van de pen 28 zal op soortgelijke wijze samenwerken met de tandkrans van wiel 3 om dit wiel 3 eveneens te blokkeren. Om het remmechanisme buiten werking te stellen kan met de voet een drukkracht op het voetpedaal 17 worden uitgeoefend, zodat het schuifstuk 15 in het 20 huis 8 naar beneden wordt geschoven en zodoende de pen 28 uit de tandkuil van de tandkrans 27 en de tandkrans van wiel 3 wordt verwijderd en in de in figuur 4 weergegeven stand wordt gebracht, waarin de loopwielen 3 en 4 vrij draaibaar zijn.In a highest position of the sliding piece 15, the one free end of the pin 28 will be located in a tooth pit of the gear ring 27, so that the braking mechanism formed by the gear ring 27 and the pin 28 will block the wheel 4 against rotation. The other free end of the pin 28 will similarly cooperate with the sprocket of wheel 3 to also block this wheel 3. In order to deactivate the braking mechanism, a compressive force can be exerted on the foot pedal 17 with the foot, so that the sliding piece 15 in the housing 8 is pushed downwards, and thus the pin 28 from the tooth pit of the gear ring 27 and the wheel gear ring. 3 is removed and brought into the position shown in Figure 4, in which the running wheels 3 and 4 are freely rotatable.

Een soortgelijk remmechanisme is aangebracht voor het 25 aan de andere zijde van het gestel gelegen loopwiel 6, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6. Ook dit loopwiel 5 is voorzien van remmechanisme met een inwendige tandkrans 29 en een aan het schuifstuk 16 bevestigde, met deze tandkrans 29 samenwerkende pen 30, die ook zal samenwerken met een tandkrans van wiel 5.A similar braking mechanism is provided for the running wheel 6 located on the other side of the frame, as shown in figures 5 and 6. This running wheel 5 is also provided with a braking mechanism with an internal gear ring 29 and a fastening to the sliding piece 16, this sprocket 29 cooperating pin 30, which will also cooperate with a sprocket of wheel 5.

30 In tegenstelling met de pen 28, die aan het schuif stuk 15 is bevestigd in een boven de draaiingsas van het loopwiel 4 gelegen stand is de pen 30 echter aan het schuifstuk 16 bevestigd in een onder de draaiingsas van het loopwiel 5 resp. 6 gelegen stand. Het zal duidelijk zijn, dat zodoende de uiteinden van de pen 30 met de tandkransen van de 35 wielen 5 en 6 in ingrijping zullen worden gebracht indien het schuifstuk 16 door het uitoefenen van een met de voet op het voetpedaal 18 uitgeoefende 101 2 2 2 sIn contrast to the pin 28, which is attached to the sliding piece 15 in a position situated above the axis of rotation of the impeller 4, however, the pin 30 is attached to the sliding piece 16 in a position below the axis of rotation of the impeller 5, respectively. 6 position. It will be clear that in this way the ends of the pin 30 will be engaged with the sprockets of the wheels 5 and 6 if the slider 16 exerts a force of 101 2 2 2 s with the foot exerted on the foot pedal 18.

* P* P

6 drukkracht naar beneden wordt geschoven in de in figuur 5 weergegeven stand waarin het door de pen 30 en de tandkransen gevormde remmechanisme een draaien van de loopwielen 5 en 6 blokkeert.The pushing force is pushed down into the position shown in Figure 5, in which the braking mechanism formed by the pin 30 and the sprockets blocks the running wheels 5 and 6 from rotating.

Om het remmechanisme van de loopwielen 5 en 6 buiten 5 werking te stellen zal het schuif stuk 16 met de daaraan bevestigde pen 30 omhoog moeten worden geschoven naar de in figuur 6 weergegeven stand.In order to disengage the braking mechanism of the running wheels 5 and 6, the sliding piece 16 with the pin 30 attached to it will have to be pushed up to the position shown in figure 6.

Zoals hierboven reeds beschreven zijn nu de beide schuifstukken 15 en 16 met elkaar gekoppeld met behulp van de kabel 23. Daarbij is de uitvoering zodanig, dat indien het remmechanisme van de 10 wielen 3 en 4 zich in de in de figuur 3 weergegeven stand bevindt waarin het uiteinde van de pen 28 in ingrijping zijn in een van de tandkuilen van de tandkransen van de wielen 3 en 4 het remmechanisme van de wielen 5 en 6 zich in de in figuur 5 weergegeven stand bevindt, waarin de uiteinden van de pen 30 in ingrijping is in tandkuilen van de tandkransen 15 van de wielen 5 en 6, terwijl, zoals hierboven reeds vermeld, daarbij de aanslagorganen 25 en 26 aanliggen tegen de onderzijden van de uitstekende oren 19 resp. 20 van de desbetreffende schuifstukken 15 en 16. Voor het buiten werking stellen van de remmechanismen kan men nu met de voet een drukkracht uitoefenen op het voetpedaal 17 waardoor het schuifstuk 15 in 20 het desbetreffende huis 8 naar beneden zal worden gedrukt en naar beneden te schuiven om de pen 28 vrij te maken van de desbetreffende tandkransen 27. Het zal duidelijk zijn, dat daarbij het schuifstuk 15 via het aanslagorgaan 25 een trekkracht uitoefent op de trekdraad 23. Dientengevolge zal via de trekdraad 23 en het aan het uiteinde van de trekdraad 25 aangebrachte aanslagorgaan 26 een gezien in figuur 5 omhoog gerichte trekkracht op het schuifstuk 16 worden uitgeoefend, zodat dit schuifstuk 16 in het desbetreffende huis 10 omhoog schuift. Daarbij worden de uiteinden van de pen 30 vrijgemaakt van desbetreffende vertandingen 29. Door het uitoefenen van een drukkracht op het voetpedaal 17 worden dus gelijktijdig 30 de remmechanismen van de wielen 3-6 buiten werking gesteld.As already described above, the two sliding pieces 15 and 16 are now coupled to each other with the aid of the cable 23. The design is such that if the braking mechanism of the wheels 10 and 3 is in the position shown in figure 3, in which the ends of the pin 28 engage in one of the tooth pits of the sprockets of the wheels 3 and 4, the braking mechanism of the wheels 5 and 6 is in the position shown in Figure 5, in which the ends of the pin 30 engage is in tooth pits of the sprockets 15 of the wheels 5 and 6, while, as already mentioned above, the stop members 25 and 26 abut the undersides of the protruding ears 19 and 6 respectively. 20 of the respective sliders 15 and 16. To deactivate the braking mechanisms, a pressure can now be exerted with the foot on the foot pedal 17, whereby the slider 15 in 20 will be pressed down and slide down into the relevant housing 8. in order to release the pin 28 from the relevant sprockets 27. It will be clear that the sliding piece 15 thereby exerts a pulling force on the puller wire 23 via the stopper 25, as a result of which the puller wire 23 and the end of the puller wire 25 will be the stop member 26 provided exerts an upwardly directed tensile force as seen in Figure 5 on the sliding piece 16, so that this sliding piece 16 slides upwards in the housing 10 concerned. The ends of the pin 30 are thereby released from the relevant teeth 29. Thus, by applying a compressive force to the foot pedal 17, the braking mechanisms of the wheels 3-6 are simultaneously deactivated.

Om de beide wielen weer te blokkeren kan men met de voet een drukkracht uitoefenen op het voetpedaal 18, waardoor het schuifstuk 16 in het huis 10 naar beneden zal worden geschoven en de uiteinden van de pen 30 weer in ingrijping zullen worden gebracht met de inwendige 35 tandkransen 29 van de wielen 5 en 6. Het zal duidelijk zijn, dat bij het naar beneden schuiven van het schuifstuk 16 via de trekkabel 23 op het to 1 2 228 * 9> 7 schuifstuk 15 een gezien in figuur 4 opwaarts gerichte kracht zal worden uitgeoefend waardoor de aan het schuifstuk 15 bevestigde pen 28 weer omhoog zal worden geschoven naar de in figuur 3 weergegeven stand waarin de uiteinden van de pen 28 weer in ingrijping zijn met de tandkransen van 5 de wielen 3 en 4. Door het uitoefenen van een duwkracht op het voetpedaal 18 worden dus de remmechanismen van de wielen 3-6 gelijktijdig in werking gesteld.In order to block the two wheels again, a pressure can be exerted with the foot on the foot pedal 18, whereby the sliding piece 16 in the housing 10 will be pushed down and the ends of the pin 30 will be brought into engagement with the inner 35 again. sprockets 29 of the wheels 5 and 6. It will be clear that when sliding the sliding piece 16 downwards via the pull cable 23 on the sliding piece 15, an upwardly directed force as seen in figure 4 will become which causes the pin 28 attached to the slider 15 to be pushed up again to the position shown in figure 3 in which the ends of the pin 28 are again engaged with the sprockets of the wheels 3 and 4. By applying a pushing force on the foot pedal 18, therefore, the braking mechanisms of the wheels 3-6 are actuated simultaneously.

Doordat slechts een bedieningsorgaan in de vorm van een voetpedaal 17 behoeft te worden bediend voor het buiten werking stellen 10 van de remmechanismen van de wielen en slechts een bedieningsorgaan in vorm van een voetpedaal 18 in werking behoeft te worden gesteld voor het in werking stellen van de remmechanismen van de wielen is dus een zeer eenvoudige en gebruiksvriendelijke bediening van de remmechanismen verkregen. Voor het bedienen van de door de voetpedalen 17 en 18 gevormde 15 bedieningsorganen behoeft men slechts het bedieningsorgaan naar beneden te drukken, zodat men voor het bedienen van de remmechanismen slechts de zool van het schoeisel op het bedieningsorgaan behoeft te plaatsen en men niet, zoals in vele gevallen met de bovenzijde van het schoeisel het bedieningsorgaan omhoog moet trekken hetgeen tot beschadiging van het 20 schoeisel kan leiden.Since only an actuator in the form of a foot pedal 17 has to be actuated to deactivate the braking mechanisms of the wheels, and only an actuator in the form of a foot pedal 18 has to be actuated to actuate the braking mechanisms of the wheels, a very simple and user-friendly operation of the braking mechanisms is thus obtained. To actuate the actuators formed by the foot pedals 17 and 18, one only needs to press the actuator down, so that, in order to actuate the braking mechanisms, one only has to place the sole of the footwear on the actuator and not, as in in many cases the operating member has to pull the operating member upwards with the top of the footwear, which can lead to damage of the footwear.

Uiteraard is verder de uitvinding niet beperkt op de hierboven beschreven en in de figuren afgebeelde uitvoeringsvorm. Zo zal het bijvoorbeeld denkbaar zijn om in plaats van bedieningsorganen in de vorm van voetpedalen met de hand bedienbare bedieningsorganen aan te 25 brengen. In plaats van verschuifbare bedieningsorganen zijn ook verzwenkbare bedieningsorganen denkbaar.Naturally, the invention is not further limited to the embodiment described above and shown in the figures. For example, it will be conceivable to provide manually operable actuators instead of actuators in the form of foot pedals. Instead of sliding operating members, pivoting operating members are also conceivable.

10 1 2 22810 1 2 228

Claims

1. Carriage provided with a frame supported by running wheels and which can be moved with manpower, wherein rotary axes of two running wheels arranged on either side of the frame are at least substantially in line with each other and each of these two wheels is provided with a braking mechanism which mutually the braking mechanisms are actuated substantially simultaneously or both are disengaged, characterized in that a control member for the associated braking mechanism is provided near each wheel, the control members being coupled to each other and to the braking mechanisms such that the two braking mechanisms are actuated when the one actuating member is actuated and the two braking mechanisms are actuated when the other actuating member is actuated.

2. A trolley according to claim 1, characterized in that the operating members are coupled to each other such that when the operating members are actuated, the operating members move in opposite directions to the frame.

Trolley according to claim 1 or 2, characterized in that the operating members are slidably mounted in the frame.

Trolley according to any one of the preceding claims, characterized in that the operating members are coupled by a flexible coupling member.

5. A trolley according to any one of the preceding claims, characterized in that the operating members are arranged such that they can be actuated with the foot by pressing the operating members down with the foot.

6. A carriage according to any one of the preceding claims, characterized in that the braking mechanisms are provided with toothed rings connected to the wheels and, with the aid of the operating members, movable blocking members movable with the toothed rings in a direction perpendicular to the rotational axes of the wheels, wherein the blocking members of the two wheels arranged on either side of the frame, viewed in the direction of the rotational axes of the respective running wheels, being arranged approximately diametrically opposite one another.

7. A carriage according to any one of the preceding claims, characterized in that the sliding members carrying sliding blocks are connected to the operating members, which sliding pieces are slidably received in the housing supporting the running wheels.

8. A carriage according to any one of the preceding claims, characterized in that the operating members are disposed near the running wheels equipped with the brake mechanisms. 1012228