NL1012211C2 - Kinderslaapzak. - Google Patents

Description

KINDERSLAAPZAK

De uitvinding heeft betrekking op een slaapzak, omvattende een voorste deel en een achterste deel, welke twee delen met elkaar verbonden zijn of als één geheel zijn uitgevoerd, onder vrijlating van althans een opening 5 voor doorlating van het hoofd in gesloten toestand van de slaapzak, en middelen voor het openen en sluiten van de slaapzak, welke slaapzak een algemene langsrichting bezit.

Als een bekende slaapzak wordt gebruikt voor 10 het in een auto vervoeren van een kind, bijvoorbeeld een baby, dan doet zich het probleem voor, dat het niet mogelijk is, het kind in de slaapzak voldoende te beveiligen door het op de correcte wijze aanbrengen van een veiligheidsgordel. Een voor een kind bestemde 15 veiligheidsgordel omvat meestal drie gordeldelen, die hetzij rechtstreeks aan een autostoel, dan wel aan een separaat kinderstoeltje zijn aangebracht. Het eerste deel strekt zich vanaf de onderzijde uit en dient tussen de benen door te worden geleid. Twee andere delen dienen 20 over de schouder en de borst van het kind omlaag te worden gebracht en met een driepuntskoppeling treksterk te worden verbonden met het onderste deel. Bestaande gebruikelijke slaapzakken laten een veilig aanbrengen van een dergelijke veiligheidsriem-struktuur niet toe. Daarom 25 wordt een kind ofwel uit de slaapzak verwijderd om het althans veilig te kunnen transporteren, ofwel het wordt in de slaapzak geplaatst of daarin gehouden en de veiligheidsriem wordt op andere, onveilige wijze aangebracht. In het bijzonder dit laatste schept een 30 illusie van veiligheid maar biedt, zoals duidelijk zal 1012211 2 zijn, geen enkele substantiële bescherming in het geval van een aanrijding of andere calamiteit.

Het is een doel van de uitvinding, een slaapzak zodanig uit te voeren, dat een kind daarin desgewenst in 5 slapende toestand kan worden gehouden als het in de auto wordt geplaatst, terwijl voorzieningen aanwezig zijn om er voor te zorgen dat een bestaande en technisch geaccepteerde, veilige veiligheidsgordel-constructie, met het kind in de slaapzak op volstrekt veilige wijze kan 10 samenwerken, zodanig dat ook in geval van calamiteiten de hoogst mogelijke graad van beveiliging verzekerd is.

In verband met bovenstaande doelstelling verschaft de uitvinding een slaapzak van het beschreven type, die is gekenmerkt door een zich althans ongeveer in 15 het midden van het voorste deel in de genoemde langsrichting uitstrekkende eerste ritssluiting en een zich althans ongeveer in het midden van het achterste deel in de genoemde langsrichting uitstrekkende tweede ritssluiting, welke ritssluitingen in althans 20 gedeeltelijk geopende toestand samen een doorgang bepalen voor het doorlaten van een deel van een veiligheidsgordel.

Een zeer praktische uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de eerste ritssluiting zich vanaf de 25 genoemde opening over een substantiële afstand, in het bijzonder meer dan 50% van de lengte van het voorste deel, uitstrekt en twee sleden omvat, waarvan de bovenste van één zijde van de eerste ritssluiting kan worden losgenomen, zodanig dat de hoofd-opening aansluit aan de 30 door de twee zijden van de open ritssluiting bepaalde opening, zodanig dat tussen elke werkzame slede en het betreffende einde van de eerste ritssluiting deze ritssluiting gesloten is, en tussen de sleden ongesloten is en aldus een eerste doorgang bepaalt. Met deze 35 uitvoering kan een kind zeer gemakkelijk in de slaapzak worden gelegd en daaruit verwijderd. Tevens is het met 1012211 3 deze uitvoering zeer eenvoudig, de tweede ritssluiting te bereiken, waardoor het betreffende deel van de veiligheidsriem gemakkelijk door de daardoor bepaalde doorgang kan worden gestoken.

5 Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de slaapzak de bijzonderheid dat de tweede ritssluiting twee sleden omvat, zodanig dat tussen elke slede en het betreffende einde van de tweede ritssluiting deze ritssluiting gesloten is, en tussen de sleden 10 ongesloten is en aldus een tweede doorgang bepaalt.

Evenals met de hiervoor beschreven uitvoering kan daarmee de positie van de door de ritssluiting bepaalde doorgang voor de veiligheidsriem op elke gewenste plaats worden gepositioneerd, binnen de grenzen van de lengte van de 15 ritssluiting in kwestie.

Een zeer belangrijke uitvoering van de slaapzak in kwestie wordt gevormd door een combinatie van de hiervoor gegeven twee aspecten. In deze uitvoering vertoont een slaapzak de bijzonderheid dat de eerste en 20 de tweede doorgangen in een te kiezen gebied registreerbaar zijn. Hiermee kan op de meest eenvoudige wijze een perfecte aanpassing aan de nominale positie van de veiligheidsriem in combinatie met de plaats en lichamelijk proporties van het kind worden gerealiseerd. 25 Volgens weer een volgend aspect van de uitvinding vertoont in het bij zonder in de laatste variant de slaapzak de bijzonderheid dat de sleden van de tweede rits treklippen omvatten die zich aan de binnenzijde van de slaapzak bevinden. Begrepen dient te 30 worden dat hiermee in geopende toestand van de eerste ritssluiting de tweede ritssluiting tijdelijk geheel kan worden geopend, het veiligheidsriemdeel in kwestie kan worden doorgestoken, de sleden worden terugbewogen tot nabij dat veiligheidsriemdeel en vervolgens de eerste 35 rits wordt gesloten en de sleden eveneens tot in de nabijheid van het betreffende veiligheidsriemdeel worden 1012211' 4 gebracht. Aldus is het kind geheel omhuld door de slaapzak en steekt het onderste veiligheidsriemdeel op de nominale wijze tussen zijn benen door om te worden gekoppeld met de bovenste delen, die zich vanaf de 5 schouders en, afhankelijk van het ontwerp in kwestie tevens langs de heupen uitstrekken.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen: figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken 10 perspectivisch aanzicht van een slaapzak volgens de uitvinding; figuur 2 een opengebroken perspectivisch aanzicht van een in een slaapzak volgens de uitvinding op een veiligheidsstoel zittend kind; en 15 figuur 3 een perspectivisch aanzicht in de in figuur 2 getoonde situatie.

Figuur 1 toont een slaapzak 1, omvattende een voorste deel 2 en een achterste deel 3. Deze delen zijn in deze uitvoering als één geheel gevormd. Figuur 1 toont 20 een stiknaad 4 die is gebruikt om een voor-gevormde deken-achtige flexibele struktuur tot de slaapzak 1 te vormen. De delen 2 en 3 laten een opening 5 vrij in gesloten toestand van de slaapzak, die in het bijzonder in de figuren 2 en 3 duidelijk zichtbaar is. Verder zijn 25 openingen 6, 7 voor de armen 8, 9 aanwezig (zie figuur 3) .

Het voorste deel 2 omvat twee sub-delen 10, 11 die losneembaar met elkaar verbindbaar zijn door middel van een eerste ritssluiting 12, die bestaat uit twee 30 delen 13, 14 en zich in de langsrichting van de slaapzak uitstrekt. De ritssluiting 12 omvat twee sleden 15, 16.

De onderste slede 16 is vast met de beide delen 13, 14 verbonden, terwijl de slede 16 aan de aan de opening 5 grenzende eindzone 15 van één van de delen 13, 14 35 loskoppelbaar is, zodanig dat de opening 5 aansluit aan de aldus door de delen 13, 14 begrensde opening.

1012211 5

Zoals figuur 1 duidelijk toont, kan door verschuiving van de sleden 16, 17 de vrije doorgang 20 op elke gewenste plaats worden gelegd, terwijl tevens zijn afmetingen kunnen worden gekozen.

5 Het achterste deel 3 is voorzien van een tweede ritssluiting 21 met twee sleden 22, 23. Zoals figuur 1 duidelijk toont, begrenzen de sleden 22, 23 een tweede doorgang 24.

De eerste doorgang 20 en de tweede doorgang 24 10 zijn registreerbaar voor het doorlaten van een onderste deel 25 (figuur 2) van een veiligheidsgordel. Van belang is in dit verband, dat zowel de eerste ritssluiting 12 als de tweede ritssluiting 21 zich althans ongeveer in het midden van de slaapzak 1 bevindt.

15 De sleden 22, 23 zijn voorzien van scharnierbare treklippen 26, 27. Deze bevinden zich terwille van het bedieningsgemak aan de binnenzijde van de slaapzak. Aldus kan in de geopende toestand van de eerste ritssluiting 12 het gordeldeel 25 gemakkelijk door 20 de tweede doorgang 24 worden gestoken, gevolgd door een opschuiven volgens pijlen 28, 29 van de sleden 22, 23 tot in het gebied van het deel 25.

De figuren 2 en 3 tonen een kind 28 dat, omhuld door slaapzak 1, in een veiligheidsstoel 29 zit. Deze 25 stoel is op zichzelf bekende wijze vastzetbaar aan een autostoel.

Aan het einde van het gordeldeel 25 bevindt zich een centrale gesp 30, die in de getoonde aangekoppelde toestand losneembaar verbonden is met 30 respectieve sluitdelen 31, 32 van de zij-gordeldelen 33, 34.

De uitvinding is niet tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld beperkt. Zo kunnen bijvoorbeeld type en locatie van de ritssluitingen op andere wijzen worden 35 gekozen.

Toittn 6

Nu volgen in telegramstijl nog enkele voordelen en aspecten van gebruiksgemak met betrekking tot de slaapzak volgens de uitvinding.

Een kind kan in de slaapzak te slapen worden 5 gelegd op de plaats waar men zich op dat moment bevindt, bijvoorbeeld wanneer men op visite is. Als men weer naar huis gaat, wordt het kind uit bed genomen, waarbij het kind de slaapzak gewoon kan aanhouden. Dit betekent dat het kind in de autostoel geplaatst kan worden zonder het 10 wakker te maken voor het verkleden, waarbij de slaapzak wordt uitgetrokken en andere kleren worden aangetrokken. Thuisgekomen wordt met hetzelfde gemak en op dezelfde wijze het kind met slaapzak en al uit de autostoel gehaald en in zijn bedje gelegd. Algemeen wordt nog 15 aangetekend, dat het kind tijdens het slapen geen last heeft van de extra ritssluiting aan de achterzijde, omdat hij hier op ligt met zijn luier, die een voldoende dikte en indrukbaarheid heeft om geen enkele hinder te veroorzaken.

20 Aan de hand van voorgaande beschrijving zal duidelijk zijn, dat de slaapzak volgens de uitvinding een zeer praktische oplossing biedt voor een bestaand probleem.

1012211

Claims (5)

1. Slaapzak, omvattende een voorste deel en een achterste deel, welke twee delen met elkaar verbonden zijn of als één geheel zijn uitgevoerd, onder vrijlating van althans een opening voor doorlating van het hoofd in 5 gesloten toestand van de slaapzak, en middelen voor het openen en sluiten van de slaapzak, welke slaapzak een algemene langsrichting bezit, gekenmerkt door een zich althans ongeveer in het midden van het 10 voorste deel in de genoemde langsrichting uitstrekkende eerste ritssluiting; en een zich althans ongeveer in het midden van het achterste deel in de genoemde langsrichting uitstrekkende tweede ritssluiting, 15 welke ritssluitingen in althans gedeeltelijk geopende toestand samen een doorgang bepalen voor het doorlaten van een deel van een veiligheidsgordel.

2. Slaapzak volgens conclusie 1, waarin de eerste ritssluiting zich vanaf de genoemde opening over 20 een substantiële afstand, in het bijzonder meer dan 50% van de lengte van het voorste deel, uitstrekt en twee sleden omvat, waarvan de bovenste van één zijde van de eerste ritssluiting kan worden losgenomen, zodanig dat de hoofd-opening aansluit aan de door de twee zijden van de 25 open ritssluiting bepaalde opening, zodanig dat tussen elke werkzame slede en het betreffende einde van de eerste ritssluiting deze ritssluiting gesloten is, en tussen de sleden ongesloten is en aldus een eerste doorgang bepaalt. 1012211

3. Slaapzak volgens conclusie 1, waarin de tweede ritssluiting twee sleden omvat, zodanig dat tussen elke slede en het betreffende einde van de tweede ritssluiting deze ritssluiting gesloten is, en tussen de 5 sleden ongesloten is en aldus een tweede doorgang bepaalt.

4. Slaapzak volgens conclusies 2 en 3, waarin de eerste en de tweede doorgangen in een te kiezen gebied registreerbaar zijn.

5. Slaapzak volgens conclusie 4, waarin de sleden van de tweede rits treklippen omvatten die zich aan de binnenzijde van de slaapzak bevinden. 1012211'