NL1011388C2

NL1011388C2 - Crane.

Info

Publication number: NL1011388C2
Application number: NL1011388A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Stephanus Ma Gaffert
Original assignee: Gaffert B V
Priority date: 1999-02-25
Filing date: 1999-02-25
Publication date: 2000-08-28
Also published as: WO2000050332A1; DE10084263T1; AU2832000A

Description

>>

Korte aanduiding: Hijskraan.Short designation: Crane.

De uitvinding heeft betrekking op een hijskraan voorzien van een telescopische giek, welke nabij een eerste uiteinde zwenkbaar is 5 verbonden met een onderstel en nabij een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde is voorzien van een hijsinrichting, waarbij de telescopische giek is voorzien van ten minste twee onronde, coaxiaal gelegen, ten opzichte van elkaar schuifbare buizen.The invention relates to a hoisting crane provided with a telescopic boom, which is pivotally connected to a chassis near a first end and is provided with a hoisting device near a second end remote from the first end, the telescopic boom being provided with at least two non-round, coaxially located tubes that can be slid relative to each other.

Bij een dergelijke bekende hijskraan zijn, in de onronde 10 buizen, cilinders en zuigers gelegen van een hydraulisch systeem. Met behulp van hydrauliek, bijvoorbeeld olie, worden de zuigers uit de cilinders geschoven ten gevolge waarvan de met de cilinders en zuigers verbonden buizen uit elkaar worden verplaatst. Door de onronde vorm van de buizen zijn de buizen tegen rotatie om de hartlijn gewaarborgd. 15 Bovendien heeft een dergelijke buis een relatief grote weerstand tegen buiging in de richting van de grootste afmeting van de onronde vorm. Een nadeel van de bekende hijskraan is dat de voor het hydraulisch systeem benodigde cilinders en zuigers de telescopische giek relatief zwaar maken. Door het relatief grote gewicht dienen de buizen relatief zwaar te worden 20 uitgevoerd om de telescopische giek een voldoende stijfheid tegen doorbuigen ten gevolge van het eigen gewicht te verschaffen. Hierdoor wordt het gewicht van de telescopische giek nog verder nadelig beïnvloed. Door het relatief grote eigen gewicht van de telescopische giek wordt de hijscapaciteit van het met de hijskraan te tillen gewicht verlaagd. 25 Bovendien is een hydraul isch systeem relatief duur in aanschaf en onderhoud en vergt de aansturing relatief veel leidingen en een relatief gecompliceerde besturingstechniek.In such a known hoisting crane, in the non-round tubes, cylinders and pistons are located of a hydraulic system. The pistons are pushed out of the cylinders by means of hydraulics, for example oil, as a result of which the pipes connected to the cylinders and pistons are moved apart. Due to the non-round shape of the tubes, the tubes are secured against rotation around the center line. Moreover, such a tube has a relatively high resistance to bending in the direction of the largest dimension of the non-round shape. A drawback of the known crane is that the cylinders and pistons required for the hydraulic system make the telescopic boom relatively heavy. Due to the relatively large weight, the tubes have to be of relatively heavy design in order to provide the telescopic boom with a sufficient stiffness against bending due to its own weight. This further adversely affects the weight of the telescopic boom. The relatively large own weight of the telescopic boom reduces the lifting capacity of the weight to be lifted by the crane. Moreover, a hydraulic system is relatively expensive to purchase and maintain, and the control requires a relatively large number of pipes and a relatively complicated control technique.

De uitvinding beoogt een hijskraan te verschaffen waarbij de telescopische giek licht is waardoor een grotere hijscapaciteit 30 van de hijskraan mogelijk is.The object of the invention is to provide a crane in which the telescopic boom is light, so that a greater lifting capacity of the crane is possible.

Dit doel wordt bij de hijskraan volgens de uitvinding bereikt doordat de buizen pneumatisch ten opzichte van elkaar schuifbaar zijn, waarbij de om de tweede buis gelegen eerste buis een cilinder vormt voor de zuiger vormende tweede buis.This object is achieved with the hoisting crane according to the invention in that the tubes are slidable pneumatically relative to each other, wherein the first tube situated around the second tube forms a cylinder for the second tube forming the piston.

35 Doordat de buizen zelf de cilinders respectievelijk zuigers van het pneumatische systeem vormen zijn er geen afzonderlijke P1011388 2 cilinders en zuigers nodig. Hierdoor is het gewicht van de telescopische giek relatief laag. Doordat er geen afzonderlijke cilinders en zuigers nodig zijn kunnen de afzonderlijke buizen lichter worden uitgevoerd met behoud van een bepaalde toelaatbare doorbuiging van de telescopische giek 5 onder het eigen gewicht. Derhalve heeft de hijskraan volgens de uitvinding een relatief laag gewicht in verhouding tot een relatief grote hijscapaciteit.35 Because the tubes themselves form the cylinders or pistons of the pneumatic system, no separate P1011388 2 cylinders and pistons are required. As a result, the weight of the telescopic boom is relatively low. Because no separate cylinders and pistons are required, the individual tubes can be made lighter, while maintaining a certain permissible deflection of the telescopic boom 5 under its own weight. Therefore, the crane according to the invention has a relatively low weight in relation to a relatively large lifting capacity.

Opgemerkt wordt dat uit US-A-5.572.837 een telescopische giek bekend is waarbij de buizen met behulp van pneumatiek in en uit elkaar 10 worden geschoven. De buizen zijn echter cirkel vormig waardoor het risico bestaat dat de buizen ten opzichte van elkaar gaan roteren. De cirkel vormige buizen hebben verder ten opzichte van onronde buizen met eenzelfde massa een relatief geringere weerstand tegen doorbuiging dan een onronde buis in de richting van de grootste afmeting van de onronde buis. Bij de in 15 het Amerikaanse octrooi US-A-5.572.837 beschreven toepassing van de giek, namelijk het op een gewenste plaats positioneren van een lamp is echter zowel het ten opzichte van elkaar roteren van de buizen als het optimaliseren van het gewicht ten opzichte van de doorbuiging niet van belang, dit in tegenstelling tot de hijskraan volgens de uitvinding.It is noted that a telescopic boom is known from US-A-5,572,837 in which the tubes are slid in and apart with the aid of pneumatics. However, the tubes are circular in shape, so there is a risk that the tubes will rotate relative to each other. Furthermore, the circular tubes have a relatively less resistance to deflection compared to round tubes with the same mass than a round tube in the direction of the largest size of the round tube. However, in the use of the boom described in US patent US-A-5,572,837, namely positioning a lamp at a desired location, both rotating the tubes relative to each other and optimizing the weight relative to each other is of the deflection is not important, this in contrast to the crane according to the invention.

20 Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de hijskraan voorzien van een verbrandingsmotor, waarbij de buizen met behulp van uitlaatgassen van de verbrandingsmotor pneumatisch uit elkaar schuifbaar zijn.In an embodiment according to the invention, the crane is provided with a combustion engine, wherein the tubes can be pneumatically slid apart with the aid of exhaust gases from the combustion engine.

Met behulp van de verbrandingsmotor, bijvoorbeeld een 25 dieselmotor kan een relatief grote hoeveelheid uitlaatgassen worden geproduceerd die rechtstreeks in de buizen kan worden geleid. Een hijskraan is over het algemeen reeds van een verbrandingsmotor voorzien voor het aandrijven van wielen van het onderstel indien deze verrijdbaar is en/of voor het aandrijven van de hijsinrichting met behulp waarvan een met de 30 hijskraan te tillen last wordt opgetild. Door het gebruik van de reeds aanwezige verbrandingsmotor voor het produceren van uitlaatgassen met behulp waarvan de buizen uit elkaar kunnen worden geschoven, heeft de hijskraan volgens de uitvinding geen afzonderlijk pneumatisch systeem nodig. Hierdoor wordt het gewicht van de hijskraan verder beperkt. 35 Desgewenst kan een aanvullende conventionele luchtcompressor worden voorzien voor het verhogen van de druk.With the aid of the combustion engine, for example a diesel engine, a relatively large amount of exhaust gases can be produced, which can be led directly into the pipes. A hoisting crane is generally already provided with a combustion engine for driving wheels of the undercarriage if it is mobile and / or for driving the hoisting device by means of which a load to be lifted with the hoisting crane is lifted. Due to the use of the existing combustion engine for producing exhaust gases by means of which the tubes can be pushed apart, the crane according to the invention does not require a separate pneumatic system. This further limits the weight of the crane. If desired, an additional conventional air compressor can be provided to increase the pressure.

pi 0 11 5 C 0 3pi 0 11 5 C 0 3

Een andere uitvoeringsvorm van de hijskraan volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de hijskraan is voorzien van een steunbok, welke nabij een eerste uiteinde met het onderstel is bevestigd en nabij een tweede uiteinde is voorzien van een tui-kabelgeleidingsele-5 ment, waarbij de hijskraan verder is voorzien van een nabij het onderstel met een tui-kabelopwikkelinrichting verbonden tui-kabel, welke zich vanaf de tui-kabelopwikkelinrichting over het tui-kabelgeleidingselement uitstrekt tot aan het tweede uiteinde van de giek, waarbij de tui-kabel aan een van een in bedrijf te tillen last afgekeerde zijde van de giek 10 is gelegen.Another embodiment of the hoisting crane according to the invention is characterized in that the hoisting crane is provided with a support stand, which is fastened near the first end with the underframe and is provided with a cable-rope guiding element near a second end, the hoisting crane further includes a tether cable connected near the undercarriage to a tether cable winding device, which extends from the tether cable winding device over the tether cable guide element to the second end of the boom, the tether cable attached to one of an operating The load to be lifted faces away from the boom 10.

Door het gebruik van een tui-kabel wordt de giek bij het tillen van een last in verhouding veel minder op buiging belast dan zonder het gebruik van een dergelijke steunbok. Hierdoor worden aan de buizen van de giek lagere eisen ten aanzien van doorbuigen gesteld, 15 waardoor de buizen lichter kunnen worden uitgevoerd. Indien de buizen eenzelfde gewicht behouden, kan door het gebruik van de steunbok met de telescopische giek een grotere last worden getild.The use of a rigging cable means that the boom is subjected to much less flexion when lifting a load than without the use of such a support stand. This places lower boom deflection requirements on the boom tubes, making the tubes lighter in weight. If the pipes maintain the same weight, a larger load can be lifted by using the support stand with the telescopic boom.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de hijskraan volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de hijskraan is voorzien van een 20 op een ondergrond positioneerbaar frame, ten opzichte van het onderstel verschuifbaar is gelagerd in een van een in bedrijf te tillen last afgekeerde richting.A still further embodiment of the hoisting crane according to the invention is characterized in that the hoisting crane is provided with a frame, which can be positioned on a surface, and is slidably mounted relative to the chassis in a direction remote from a load to be lifted during operation.

Door het verplaatsen van het onderstel naar een zijde van het frame welke het verst van de te tillen last is gelegen, wordt het 25 zwaartepunt van de hijskraan naar het midden van het frame toe verplaatst.By moving the chassis to a side of the frame which is furthest from the load to be lifted, the center of gravity of the crane is moved towards the center of the frame.

Hierdoor draagt een groter aandeel van het gewicht van de hijskraan bij aan het benodigde balansgewicht van de hijskraan, welke nodig is om te voorkomen dat de hijskraan ongewenst om kantelt.As a result, a larger share of the weight of the crane contributes to the required balance weight of the crane, which is necessary to prevent the crane from tipping over undesirably.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 30 van de tekeningen waarin fig. 1 een zijaanzicht van een hijskraan volgens de uitvinding toont, fig. 2 een giek van de in fig. 1 weergegeven hijskraan toont, 35 fig. 3 een deel van de in fig. 2 weergegeven giek toont, fig. 4 een dwarsdoorsnede IV-IV van de in fig. 3 p1 011 3 8 8 » 4 weergegeven giek toont, fig. 5 een vergrendeling van de in fig. 2 weergegeven giek toont, fig. 6 een dwarsdoorsnede van de in fig. 2 weergegeven 5 giek toont, fig. 7 een besturingssysteem van de in fig. 1 weergegeven hijskraan toont, fig. 8 een andere uitvoeringsvorm van een hijskraan volgens de uitvinding toont, 10 fig. 9A-9C verschillende standen van een verdere uitvoeringsvorm van een hijskraan volgens de uitvinding tonen.The invention will be further elucidated with reference to the drawings, in which Fig. 1 shows a side view of a crane according to the invention, Fig. 2 shows a boom of the crane shown in Fig. 1, Fig. 3 shows a part of the crane. Figure 2 shows a cross section IV-IV of the boom shown in figure 3 p1 011 3 8 8 »4, figure 5 shows a locking of the boom shown in figure 2, fig. 6 shows a cross section of the boom shown in fig. 2, fig. 7 shows a control system of the crane shown in fig. 1, fig. 8 shows another embodiment of a crane according to the invention, fig. 9A-9C different show positions of a further embodiment of a crane according to the invention.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.Corresponding parts are provided with the same reference numerals in the figures.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een hijskraan 1 volgens 15 de uitvinding welke is voorzien van een met behulp van wielen 2 over een ondergrond verrijdbaar voertuig 3 waarop een onderstel 4 is gelegen. Door het onderstel 4 wordt een telescopische giek 5 nabij een eerste uiteinde 6 om een zwenkas 7 zwenkbaar ondersteund. Door het onderstel 4 wordt verder een steunbok 8 nabij een eerste uiteinde 9 om een zwenkas 10 zwenkbaar 20 ondersteund. De steunbok 8 strekt zich bijvoorbeeld nagenoeg dwars op de giek 5 uit.Fig. 1 shows a side view of a hoisting crane 1 according to the invention, which is provided with a vehicle 3 that can be moved by means of wheels 2 over a ground on which a chassis 4 is located. The chassis 4 pivots a telescopic boom 5 near a first end 6 about a pivot axis 7. Furthermore, the support 4 supports a support stand 8 pivotally about a pivot axis 10 near a first end 9. The support stand 8 extends, for example, substantially transverse to the boom 5.

De giek 5 is aan een van het eerste uiteinde 6 afgekeerde tweede uiteinde 11 voorzien van twee katrollen 12, 13 waarover een hijskabel 14 heen is geslagen. De hijskabel 14 is nabij het onderstel 4 25 verbonden met een 1ierinrichting 15 met behulp waarvan de hijskabel 14 kan worden op- en afgewikkeld. Aan een van de 1 ierinrichting 15 afgekeerd uiteinde is de hijskabel 14 losneembaar verbonden met een opgetilde last 16. De hijskraan 1 is verder voorzien van een tui-kabel 17 welke met een uiteinde met het tweede uiteinde 11 van de giek 5 is verbonden terwijl 30 het met een ander uiteinde is verbonden met een tui-kabelopwikkel- inrichting 18 met behulp waarvan de tui-kabel 17 kan worden op- en afgewikkeld. De tui-kabel 17 wordt nabij een van het eerste uiteinde 9 van de steunbok 8 afgekeerde uiteinde 19 over een katrol 20 geleid.At a second end 11 remote from the first end 6, the boom 5 is provided with two pulleys 12, 13 over which a hoisting cable 14 is passed. The hoisting cable 14 is connected near the chassis 4 to a winch 15 by means of which the hoisting cable 14 can be wound up and unwound. At one end remote from the lifting device 15, the hoisting cable 14 is detachably connected to a lifted load 16. The hoisting crane 1 is further provided with a cable of ropes 17 which is connected at one end to the second end 11 of the boom 5, while 30 it is connected at a different end to a cable rope winding device 18 by means of which the cable cable 17 can be wound and unwound. The cable of the cable 17 is guided over a pulley 20 near an end 19 remote from the first end 9 of the support stand 8.

Fig. 2 toont de giek 5 van de in fig. 1 weergegeven 35 hijskraan 1, welke giek 5 is voorzien van drie coaxiaal in elkaar gelegen buizen 21, 22, 23.Fig. 2 shows the boom 5 of the hoisting crane 1 shown in fig. 1, which boom 5 is provided with three coaxially arranged tubes 21, 22, 23.

p101138 8 5p101138 8 5

Fig. 3 toont het nabij het uiteinde 6 van de giek 5 gelegen uiteinde van de eerste buis 21. De buis 21 omsluit een holle ruimte 24 die via een leiding 25 uitmondt in een ringvormig kanaal 26. Het ringvormige kanaal 26 wordt begrensd door een zich dwars op de buis 21 5 uitstrekkende bus 27 en de coaxiaal daarin gelegen as 7. In de as 7 bevindt zich een coaxiaal in de as 7 gelegen gastoevoerkanaal 28. Het gastoevoerka-naal 28 staat met het ringvormige kanaal 26 in verbinding door middel van drie regelmatig langs de omtrek van de as 7 verdeelde, zich radiaal uitstrekkende openingen 29. Zoals zichtbaar in fig. 4, waarin een 10 dwarsdoorsnede IV-IV van het in fig. 3 weergegeven gedeelte zichtbaar is, zijn tussen de as 7 en de buis 27 afdichtringen 30 voorzien.Fig. 3 shows the end of the first tube 21 located near the end 6 of the boom 5. The tube 21 encloses a hollow space 24 which opens via a conduit 25 into an annular channel 26. The annular channel 26 is bounded by a transverse The sleeve 27 extending the tube 21 and the shaft 7 coaxially therein. In the shaft 7 there is a gas supply channel 28 located coaxially in the shaft 7. The gas supply channel 28 communicates with the annular channel 26 by means of three regularly the circumference of the shaft 7 distributed radially extending openings 29. As can be seen in fig. 4, in which a cross-section IV-IV of the part shown in fig. 3 is visible, between the shaft 7 and the tube 27 there are sealing rings 30 to provide.

Fig. 5 toont delen van de buizen 21, 22 waarbij de buis 22 nagenoeg volledig uit de buis 21 is geschoven. De buis 21 omvat een naar de buis 22 toegekeerde afdichtring 31 met behulp waarvan het 15 ongewenst ontsnappen van in de door de buizen 21, 22 omsloten holle ruimte 24 aanwezige, onder druk staande gassen wordt voorkomen.Fig. 5 shows parts of the tubes 21, 22 in which the tube 22 has been pushed almost completely out of the tube 21. The tube 21 comprises a sealing ring 31 facing the tube 22, by means of which the unintentional escape of pressurized gases present in the hollow space 24 enclosed by the tubes 21, 22 is prevented.

Fig. 5 toont verder een vergrendel mechanisme 32 dat in het nabij de buis 21 gelegen uiteinde van de buis 22 is voorzien. Het vergrendelmechanisme 32 omvat een met de buis 22 bevestigde plaat 33, een 20 daaraan bevestigde veer 34 en een aan een van de plaat 33 afgekeerde zijde aan de veer 34 bevestigde vergrendelpen 35. Bij de in fig. 5 weergegeven stand van de buizen 21, 22 bevindt de pen 35 zich in een uitsparing 36 van de buis 21 waardoor een verplaatsing van de buis 22 ten opzichte van de buis 21 wordt verhinderd. Indien de buis 22 in de buis 21 dient te 25 worden geschoven wordt met behulp van aandrijfmiddelen (niet weergegeven) de pen 35 tegen de veerkracht van de veer 34 in in de door pijl PI aangegeven richting uit de uitsparing 36 verplaatst.Fig. 5 further shows a locking mechanism 32 provided in the end of the tube 22 located near the tube 21. The locking mechanism 32 includes a plate 33 attached to the tube 22, a spring 34 attached thereto, and a locking pin 35 attached to the spring 34 on a side remote from the plate 33. In the position of the tubes 21 shown in FIG. 5, 22, the pin 35 is located in a recess 36 of the tube 21, thereby preventing displacement of the tube 22 relative to the tube 21. If the tube 22 is to be slid into the tube 21, the pin 35 is moved out of the recess 36 against the spring force of the spring 34 in the direction indicated by arrow P1 by means of drive means (not shown).

Fig. 6 toont aan de linkerzijde een buisomtrek van de buis 21 en aan de rechterzijde een dwarsdoorsnede VI-VI van de in fig. 2 30 weergegeven giek 5. Zoals duidelijk zichtbaar in fig. 6 hebben de buizen 21, 22 een onronde, zevenhoekige vorm, waardoor de buizen 21, 22 niet ten opzichte van elkaar kunnen roteren. Verder is de vorm zodanig dat bij een minimaal gewicht een optimale weerstand tegen doorbuiging is verkregen. De buizen 21, 22, en ook de buizen 22, 23 zijn ten opzichte van elkaar 35 gelagerd met behulp van glijblokken 37.Fig. 6 shows on the left a tube circumference of the tube 21 and on the right a cross-section VI-VI of the boom 5 shown in FIG. 2. As clearly visible in FIG. 6, the tubes 21, 22 have a non-round, heptagonal shape, whereby the tubes 21, 22 cannot rotate relative to each other. Furthermore, the shape is such that an optimum resistance to bending is obtained with a minimum weight. The tubes 21, 22, and also the tubes 22, 23 are mounted with respect to each other with the aid of sliding blocks 37.

Fig. 7 toont een besturingsschema 38 van de in fig. 1 *1011 388 6 weergegeven hijskraan 1 aan de hand waarvan de werking van de hijskraan 1 nader zal worden toegelicht. De hijskraan 1 is voorzien van een verbrandingsmotor (niet weergegeven) waarvan de uitlaatgassen aan het in fig. 3 en 4 weergegeven gastoevoerkanaal 28 kunnen worden geleid. De aan 5 het gastoevoerkanaal 28 toegevoerde uitlaatgassen verplaatsen zich via de openingen 29 naar het ringvormige kanaal 26 van waaruit de uitlaatgassen door het kanaal 25 in de door de buizen 21-23 omsloten ruimte 24 stromen. Door de onder druk staande uitlaatgassen worden de buizen 21-23 uit elkaar verplaatst totdat pennen 35 van de vergrendel mechanismen 32 van de buizen 10 22, 23 in de uitsparingen 36 van de buizen 21, 22 vallen, waarna de giek 5 de maximaal bereikbare lengte heeft verkregen. Het verlengen van de giek 5 vindt plaats onder toezicht van de besturingseenheid 38 welke is voorzien van een regel eenheid 39 waaraan met behulp van een bediening 40 de gewenste instelling van de giek wordt toegevoerd. Vanuit de regeleenheid 39 wordt 15 het toerental 41 van de verbrandingsmotor 42 bepaald en ingesteld waarna de verbrandingsmotor via het uitlaatkanaal 43 uitlaatgassen gaat uitstoten. Deze uitlaatgassen 43 worden ofwel via een smoorklep 44, die door de regeleenheid 39 wordt ingesteld naar de buitenlucht 45 afgevoerd ofwel via een gasreinigingsfilter 46 en een druksensor 47, welke met de 20 regeleenheid 39 is gekoppeld naar het gastoevoerkanaal 28 van de buis 21 van de giek 5 toegevoerd. Door de uitlaatgassen zal de giek in lengte toenemen. De giek 5 is voorzien van een op zichzelf bekende gieklengtesig-naalsensor 48 met behulp waarvan de bereikte gieklengte aan de regeleenheid 39 wordt toegevoerd. Met behulp van de regeleenheid 39 wordt verder 25 de liermotor 15 bediend zodanig dat de aan de hijskabel 14 bevestigde haak zich tegen het tweede uiteinde 11 van de giek 5 aan bevindt. Hierdoor wordt door de hijskabel 14 de giek 5 onder een gewenste voorspanning gehouden. Bij het toenemen van de lengte van giek 5 wordt ook de lengte van de hijskabel 14 tussen de liermotor 15 en de katrol 12 geleidelijk verlengd, 30 waardoor een gelijkmatig uitschuiven van de buizen 21-23 wordt bewerkstelligd. Tegelijkertijd wordt de tui-kabel 17 afgewikkeld zodat de giek 5 onder een gewenste hoek ten opzichte van de ondergrond wordt gepositioneerd. Nadat de giek 5 de maximale lengte heeft bereikt en de pennen 35 in de bijbehorende uitsparingen in de buizen 21 en 22 zijn gelegen, wordt 35 de hijskabel 14 neergelaten waarna met behulp van de hijskabel 14 een last 16 kan worden opgetild.Fig. 7 shows a control scheme 38 of the crane 1 shown in FIG. 1 * 1011 388 6, by means of which the operation of the crane 1 will be explained in more detail. The hoisting crane 1 is provided with a combustion engine (not shown), the exhaust gases of which can be directed to the gas supply channel 28 shown in Figs. 3 and 4. The exhaust gases supplied to the gas supply channel 28 move via the openings 29 to the annular channel 26 from which the exhaust gases flow through the channel 25 into the space 24 enclosed by the tubes 21-23. The pressurized exhaust gases move the tubes 21-23 apart until pins 35 of the locking mechanisms 32 of the tubes 10, 22, 23 fall into the recesses 36 of the tubes 21, 22, after which the boom 5 reaches the maximum achievable length has gotten. Extending the boom 5 takes place under the supervision of the control unit 38, which is provided with a control unit 39 to which the desired setting of the boom is supplied by means of an operation 40. The speed 41 of the internal combustion engine 42 is determined and set from the control unit 39, after which the internal combustion engine starts to emit exhaust gases via the exhaust channel 43. These exhaust gases 43 are either exhausted via a throttle valve 44, which is set by the control unit 39, to the outside air 45, or via a gas cleaning filter 46 and a pressure sensor 47, which is coupled to the gas supply channel 28 of the pipe 21 of the pipe 21 by the control unit 39. boom 5 supplied. The exhaust will increase the boom in length. The boom 5 is provided with a per se known boom length signal sensor 48 by means of which the reached boom length is supplied to the control unit 39. The winch motor 15 is further operated by means of the control unit 39 such that the hook attached to the hoisting cable 14 is located against the second end 11 of the boom 5. As a result, the hoisting cable 14 keeps the boom 5 under a desired pretension. As the length of boom 5 increases, the length of the hoisting rope 14 between the winch motor 15 and the pulley 12 is also gradually extended, thereby ensuring an even extension of the tubes 21-23. At the same time, the tether cable 17 is unwound so that the boom 5 is positioned at a desired angle to the ground. After the boom 5 has reached the maximum length and the pins 35 are located in the corresponding recesses in the tubes 21 and 22, the hoisting cable 14 is lowered, after which a load 16 can be lifted by means of the hoisting cable 14.

(101138 8 7(101 138 8 7

Zodra de giek 5 moet worden ingeschoven wordt vanuit de regeleenheid 39 een signaal naar de blokkeerinrichtingen 32 gestuurd waardoor de pennen 35 uit de uitsparingen 36 worden verwijderd. Vervolgens wordt de liermotor 15 geactiveerd waardoor de hijskabel 14 wordt 5 opgewikkeld en de buizen 21-23 in elkaar worden geschoven. De in de buizen 21-23 aanwezige uitlaatgassen worden via het toevoerkanaal 28 naar de buitenlucht afgevoerd.As soon as the boom 5 has to be retracted, a signal is sent from the control unit 39 to the blocking devices 32, whereby the pins 35 are removed from the recesses 36. The winch motor 15 is then activated, as a result of which the hoisting cable 14 is wound up and the tubes 21-23 are pushed together. The exhaust gases contained in the tubes 21-23 are discharged to the outside air via the supply channel 28.

Fig. 8 toont een tweede uitvoeringsvorm van een hijskraan 50 volgens de uitvinding waarbij de bok 8 met behulp van een 10 zuigercilindercombinatie 51, 52 verzwenkbaar is en tegengesteld aan een door pijl P2 aangegeven richting.Fig. 8 shows a second embodiment of a hoisting crane 50 according to the invention, in which the trestle 8 can be pivoted by means of a piston-cylinder combination 51, 52 and opposite to a direction indicated by arrow P2.

Fig. 9A-9C tonen een derde uitvoeringsvorm van een hijskraan 60 volgens de uitvinding welke is voorzien van een het onderstel 4 dragend frame 61 met in verticale en horizontale richting 15 uitschuifbare poten 62. Na het positioneren van het voertuig 3 met behulp van de wielen 2 op een gewenste plaats worden de poten 62 van het frame 61 zover uitgeschoven totdat de wielen 2 vrij van de ondergrond 63 zijn gelegen. Het onderstel 4 is nu verschuifbaar ten opzichte van het frame 61 in en tegengesteld aan een door pijp P3 aangegeven richting. De giek 5 20 is ten opzichte van het onderstel 4 om een zich verticaal uitstrekkende as zwenkbaar in en tegengesteld aan een door pijl P4 aangegeven richting. Bij de in fig. 9A weergegeven stand bevindt de giek 5 zich symmetrisch ten opzichte van het frame 61.Fig. 9A-9C show a third embodiment of a crane 60 according to the invention, which is provided with a frame 61 carrying the chassis 4 with legs 62 extending in vertical and horizontal direction 62. After positioning the vehicle 3 with the aid of the wheels 2 on at a desired location, the legs 62 of the frame 61 are extended until the wheels 2 are located free from the ground 63. The chassis 4 is now slidable with respect to the frame 61 in and opposite to a direction indicated by pipe P3. The boom 5 is pivotable relative to the chassis 4 about a vertically extending axis in and opposite to a direction indicated by arrow P4. In the position shown in Fig. 9A, the boom 5 is symmetrical with respect to the frame 61.

Bij de in fig. 9B weergegeven stand is de giek 5 in 25 een door pijl P4 aangegeven richting gezwenkt. Tegelijkertijd is het onderstel 4 in een door pijl P3 aangegeven richting ten opzichte van het frame 61 verschoven. Het onderstel 4 is voorzien van een contragewicht 63. Door het verschuiven van het onderstel 4 en de daarop bevestigde giek 5 in de door pijl P3 aangegeven richting naar de rechterzijde van het 30 frame 61 wordt het zwaartepunt van de giek 5 met de daaraan bevestigde last 16 dichter nabij het frame 61 gebracht. Hierdoor kan de last 16 een groter gewicht hebben voordat het risico bestaat dat de hijskraan 60 gaat kantelen dan in het geval dat het onderstel 4 de in fig. 9A aangegeven stand had behouden.In the position shown in Fig. 9B, the boom 5 is pivoted in a direction indicated by arrow P4. At the same time, the chassis 4 has been displaced relative to the frame 61 in a direction indicated by arrow P3. The chassis 4 is provided with a counterweight 63. By sliding the chassis 4 and the boom 5 mounted thereon in the direction indicated by arrow P3 to the right-hand side of the frame 61, the center of gravity of the boom 5 with the load attached thereto 16 brought closer to frame 61. As a result, the load 16 may have a greater weight before there is a risk of the crane 60 tipping over than if the chassis 4 had retained the position shown in Fig. 9A.

35 In fig. 9C is de situatie weergegeven waarbij aan de rechterzijde van het frame 61 een last 16 dient te worden opgetild. HierbijFig. 9C shows the situation in which a load 16 has to be lifted on the right side of the frame 61. Hereby

PlÖ113êSPlÖ113êS

δ is het onderstel 4 in een aan pijl P3 tegengestelde richting naar de linkerzijde van het frame 61 verplaatst zodat wederom het zwaartepunt van de giek met de daaraan bevestigde last 16 zo dicht mogelijk bij het frame 61 is gelegen. Het is ook mogelijk om de in fig. 1 weergegeven 5 hijskraan zonder steunbok 8 toe te passen waarbij de giek 5 met een zuigercil indercombinatie in de gewenste hoekstand kan worden gebracht.δ the chassis 4 has moved in a direction opposite to arrow P3 to the left side of the frame 61, so that the center of gravity of the boom with the attached load 16 is again as close as possible to the frame 61. It is also possible to use the 5 crane shown in fig. 1 without support stand 8, whereby the boom 5 can be brought into the desired angle position with a piston cylinder in combination.

Het is ook mogelijk om de buizen 21-23 in elke onderlinge positie ten opzichte van elkaar blokkeerbaar te maken.It is also possible to make the tubes 21-23 blockable in any mutual position relative to each other.

»10113881011388

Claims

1. Crane provided with a telescopic boom, which is pivotally connected near a first end to an underframe and near a second end remote from the first end is provided with a hoisting device, the telescopic boom being provided with at least two non-round, coaxial tubes which are slid relative to each other, characterized in that the tubes are slidable pneumatically relative to each other, wherein the first tube situated around the second tube forms a cylinder for the second tube forming the piston.

Crane according to claim 1, characterized in that the telescopic boom is provided with at least a third non-round tube which is coaxial in the second tube, the piston-shaped third tube being slidable in the second tube forming a cylinder for the third tube 15 is located.

Crane according to claim 1 or 2, characterized in that the crane is provided with a combustion engine, the tubes being pneumatically slidable apart using exhaust gases from the combustion engine.

Crane according to any one of the preceding claims, characterized in that the tubes can be locked relative to each other in an extended position.

A crane according to any one of the preceding claims, characterized in that the tubes can be slid together with the aid of a cable.

6. A crane according to any one of the preceding claims, characterized in that the crane is provided with a support stand, which is fixed near the first end with the undercarriage and near the second end is provided with a cable rope guiding element, the crane further includes a tether cable connected near the undercarriage to a tether cable winding device, which extends from the tether cable winding device over the tether cable guide element to the second end of the boom, the tether cable attached to one of a company to lift load facing side of the boom is located.

Crane according to any one of the preceding claims, characterized in that the crane is provided with a frame which can be positioned on a substrate P1011 38 8, and is slidably mounted with respect to the chassis in a direction remote from a load to be lifted during operation. 5 0 113 8 8