NL1010735C2 - Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents
Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1010735C2 NL1010735C2 NL1010735A NL1010735A NL1010735C2 NL 1010735 C2 NL1010735 C2 NL 1010735C2 NL 1010735 A NL1010735 A NL 1010735A NL 1010735 A NL1010735 A NL 1010735A NL 1010735 C2 NL1010735 C2 NL 1010735C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- vehicle
- tractor
- water
- tyres
- wheels
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B79/00—Methods for working soil
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B29/00—Rollers
- A01B29/02—Rollers with smooth surface
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze.
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond.
Bij zware regenval raakt door gebrekkige waterafvoer de landbouwgrond met water verzadigd. Daarbij ziet men, dat water zich verzamelt in eventueel aanwezige wielsporen, die men veelvuldig 10 aantreft op het land doordat deze wielsporen door trekkers of dergelijke landbouwwerktuigen worden gevormd bij op het land uitgeoefende werkzaamheden.
Hoewel over "wielsporen" wordt gesproken zal het duidelijk zijn dat deze sporen bijvoorbeeld ook door voertuigen ondersteunende 15 rupsbanden of degelijke rondlopende organen kunnen zijn gevormd.
Op de zogenaamde kopakkers, waar de landbouwwerktuigen keren vindt men wielsporen terug, die zich dwars uitstrekken op de wielsporen, die zijn gevormd in het bebouwde of te bebouwen oppervlak. In al deze wielsporen verzamelt zich water, maar een afvoer van water 20 uit deze sporen vindt praktisch niet plaats.
Volgens de uitvinding wordt nu tenminste een rondlopend orgaan, bijvoorbeeld een wiel voortbewogen door een in de grond gevormd spoor, dat in verbinding is gebracht met een waterloop, zodanig, dat in het spoor aanwezig water voor het rondlopend orgaan 25 uit in de richting van de waterloop wordt gestuwd en daarin wordt afgevoerd.
Verrassenderwijs is gebleken, dat bij het met een geschikte snelheid laten bewegen van een rondlopend orgaan door een wielspoor het water voor dit rondlopende orgaan; wordt uitgestuwd, mede doordat 30 een mengsel van water en grond voor het rondlopende orgaan wordt opgestuwd en daardoor ter hoogte van het rondlopend orgaan als het ware een afsluiting vormt, die een wegstromen van het water langs het rondlopend orgaan tegen de rijrichting' van het rondlopend orgaan in in hoofdzaak tegengaat. Indien men zo een wiel of dergelijk rondlopend 35 orgaan door een spoor beweegt, dat men in verbinding heeft gebracht met een het stuk land begrenzende waterloop, bijvoorbeeld een sloot, »1010735 2 kan een snelle en effectieve afvoer van water uit het spoor worden bewerkstelligd. Het zo leeggedrukte spoor zal achter het door het spoor bewegende rondlopende orgaan in het algemeen weer vol stromen met uit naast het spoor gelegen grond afkomstig water, waarna dit in het 5 spoor gestroomde water weer op dezelfde wijze uit het spoor kan worden gedrukt. Hierdoor kan op eenvoudige wijze een groot deel van op het land aanwezig water worden afgevoerd, zodat het land na zware regenval aanzienlijk sneller zal opdrogen dan tot nu toe gebruikelijk.
Een bijzonder geschikt voertuig voor het uitvoeren van de 10 werkwijze wordt gekenmerkt doordat het is voorzien van een gestel en een tweetal het gestel ondersteunende wielen met banden met een in hoofdzaak glad buitenvlak. De voorkeur wordt gegeven aan banden met een glad buitenvlak, daar daarmede een goede "afsluiting" tussen de banden en de wanden van het spoor waardoorheen de banden tijdens het 15 uitvoeren van de werkwijze worden bewogen kan worden verkregen.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een landbouwtrekker en daarmede gekoppelde voertuigen voor het uitvoeren 20 van de werkwijze volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een zijaanzicht op figuur 1 met alleen het aan de achterzijde van de trekker gekoppelde voertuig.
In de figuren is schematisch een op zich bekende landbouwtrekker 1 weergegeven die zowel aan de voorzijde als aan de achter-25 zijde kan zijn uitgerust met een op zichzelf bekende hefinrichting bijvoorbeeld driepuntshefinrichting 2 resp. 3.
Aan de hefinrichting 2 is een voertuig 4 gekoppeld voorzien van een gestel 5 dat wordt ondersteund door een tweetal wielen 6, die vrij verdraaibaar zijn ten opzichte van het gestel 5 om zich in 30 eikaars verlengde uitstrekkende horizontaal lopende draaiingsassen. De buitenomtrek van de wielen, in het bijzonder de gebruikelijk op deze wielen aangebrachte banden hebben bij voorkeur een glad profiel.
Aan de hefinrichting 3 is een voertuig 7 gekoppeld voorzien van een gestel 8 dat wordt ondersteund door een tweetal met de wielen 35 6 overeenkomende wielen 9, die eveneens om in eikaars verlengde en p1 0 1 07 35 3 horizontaal gelegen draaiingsassen vrij ten opzichte van het gestel 8 verdraaibaar zijn.
Voor de wielen 9 zijn aan het gestel 8 vorentrekkers 10 gekoppeld, die bij voorkeur in hoogterichting instelbaar zijn.
5 Verder is met behulp van een trekarm 11 een ploegschaar 12 gekoppeld, die bij voorkeur met behulp van een niet nader weergegeven hydraulische verstelcilinder tussen een stand, waarin de ploegschaar 12 in de grond ingrijpt en een stand waarin de ploegschaar boven de grond is gelegen, verstelbaar is. Hoewel in de figuren de ploegschaar 10 12 tussen de wielen 9 is opgesteld kan het van voordeel zijn de ploegschaar 12 achter een van de wielen 9 op te stellen of de ploegschaar zodanig op te stellen dat deze evenwijdig aan de draaiingsassen van de wielen verschuifbaar is, zodat de ploegschaar naar keuze bijvoorbeeld achter een van de wielen 9 op te stellen is.
15 Indien nu bij hevige regenval de landbouwgrond van een akker bijvoorbeeld veel water heeft opgenomen kan men met de bovenbeschreven combinatie door reeds eerdere op het land gevormde wielsporen rijden en/of door het land met de combinatie te berijden wielsporen vormen. In de sporen zal zich water verzamelen.
20 Gebruikelijk strekken de wielsporen zich op het bebouwde deel van een akker in een bepaalde richting uit, terwijl aan de uiteinden van het bebouwde stuk op de zogenaamde kopakkers waar landbouwtrekkers of dergelijke tijdens het uitvoeren van werkzaamheden worden gekeerd zich in het algemeen vele wielsporen bevinden, die zich 25 dwars op de in het bebouwde deel van de akker gevormde wielsporen uitstrekken. Het zich in deze sporen verzamelende water zal daarbij praktisch niet afgevoerd worden.
Met behulp van de ploegschaar 12 kan men nu de uiteinden van de zich over het bebouwde deel van de akker uitstrekkende wiel-30 sporen door het in de grond vormen van gleuven met behulp van de ploegschaar in verbinding brengen met een het stuk landbouwgrond begrenzende waterloop, zoals een sloot of afvoergreppel of dergelijke. Bij het daarna met matige snelheid door de sporen rijden met de bovenbeschreven combinatie zal water voor de door de sporen bewegende 35 wielen, in het bijzonder de voorste wielen van de combinatie worden opgestuwd en in de richting van de waterloop worden gedrongen waarin *1 0 10735 4 het water wordt afgevoerd. Dit verschijnsel van het opstuwen van het water voor de wielen wordt begunstigd doordat voor de door de sporen bewegende wielen zich een mengsel van water en grond opstuwt welk mengsel daarbij als het ware een afsluiting vormt tussen de be-5 grenzingswanden van de sporen en het oppervlak van de wielen. In verband hiermede voorziet men de voertuigen 4 en 7 bij voorkeur van wielen met gladde banden, die in tegenstelling met geprofileerde banden een goede afsluiting tegen de wanden van de wielsporen waarborgen. Bij voorkeur past men daarbij op de voertuig banden toe, die 10 iets breder zijn dan de veelal geprofileerde banden van de trekker, die het vormen van gladde wanden van de wielsporen tegengaan.
Met de in figuur 1 afgebeelde combinatie waarbij een voertuig voor en een voertuig achter de trekker is gekoppeld kan men eventueel zo te werk gaan, dat men bij rijden in de richting volgens 15 pijl A waarbij het water voor de wielen 6 wordt opgestuwd en weg gedrukt de aan de achterzijde van de trekker gekoppelde inrichting omhoog tilt, terwijl men bij voortbewegen van de combinatie in de richting volgens pijl B waarbij in sporen aanwezig water in hoofdzaak ^ door de wielen 9 zal worden opgestuwd en weggedrukt de aan de voor- 20 zijde gekoppelde inrichting optilt. Uiteraard zal het ook mogelijk zijn om bijvoorbeeld met uitsluitend een inrichting 4 aan de voorzijde van de trekker of uitsluitend een inrichting 7 aan de achterzijde van de trekker te werken. Een verdere mogelijkheid is uitsluitend van de trekker gebruik te maken, waarbij het water door de trekkerwielen door _ 25 de wielsporen wordt weggestuwd, maar door het veelal geprofileerde oppervlak van de trekkerbanden kan dit minder effectief zijn dan bij gebruik van een bovenbeschreven inrichting 4 en/of 7.
De vorentrekkers zullen in het bijzonder in werking worden gesteld indien bij het begin van de werkzaamheden er geen goede sporen 30 in de landbouwgrond aanwezig zijn. Met de vorentrekkers kan dan in de grond een voor worden getrokken zodat met de daarachter bewegende wielen op eenvoudige wijze een geschikt spoor kan worden gevormd waarin het water zich zal verzamelen.
De onderlinge afstand tussen de paren sporen waardoor men 35 voor het afvoeren van het water van de akker resp. het perceel landbouwgrond de bovenbeschreven combinatie zal voortbewegen zal van »1 0 107 35 5 verschillende factoren kunnen afhangen, zoals reeds aanwezige wielsporen, aard van de eventuele begroeiing, grootte van het perceel en dergelijke.
Eventueel kan men de voertuigen 2 en 7 zodanig uitrusten, 5 dat de afstand tussen de beide wielen 6 resp. 9 instelbaar is.
Het voertuig 4 zou men ook kunnen koppelen met een van een verder steunwiel gekoppeld gesteldeel, dat is voorzien van een eigen aandrijfmotor zodat een zelfstandig rijdend voertuig wordt verkregen. Met behulp van geschikte sensors en dergelijke aangebracht op het 10 voertuig en/of het land zou men een dergelijk voertuig met behulp van een computer of dergelijke kunnen besturen, zodat het voetuig onbemand kan rijden.
Een verdere mogelijkheid is het voertuig en/of de het voertuig voortbewegende landbouwtrekker of dergelijke te voorzien van 15 een tank waarin een onderdruk kan worden opgewekt. Met behulp van een op de tank aan te sluiten slang kan men dan bijvoorbeeld plaatselijke grote waterophopingen en/of water voor de wielen in de tank opzuigen en vanuit de tank in de waterloop afvoeren.
Hoewel in het bovenstaande over wielen en wielsporen wordt 20 gesproken zal het duidelijk zijn dat in plaats van wielen ook gebruik kan worden gemaakt van geschikte rupsbanden of dergelijke een voertuig ondersteunende rondlopende organen om het water door de sporen te stuwen.
Hoewel in het bovenstaande en de conclusies wordt gesproken 25 over het afvoeren van water zal het duidelijk zijn, dat ook andere vloeistoffen onder toepassing van de uitvinding kunnen worden verwijderd, zoals bijvoorbeeld olie bij optredende bodemverontreiniging. Ook het verwijderen van dergelijke vloeistoffen is beoogd onder de beschermingsomvang van de uitvinding te vallen.
30 »1 0 10735
Claims (11)
1. Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond, met het kenmerk, dat men tenminste een rondlopend orgaan voortbeweegt 5 door een in de grond gevormd spoor dat in verbinding is gebracht met een waterloop, zodanig, dat in het spoor aanwezig water voor het rondlopende orgaan uit in de richting van de waterloop wordt gestuwd en daarin wordt afgevoerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 gelijktijdig een tweetal rondlopende organen in evenwijdig aan elkaar en naast elkaar gelegen sporen over de landbouwgrond worden voortbewogen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor een rondlopend orgaan een vorentrekker door de grond wordt 15 bewogen.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een rondlopend orgaan in de vorm van een wiel voorzien van een band met een glad buitenvlak.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat tevens water van het land wordt opgezogen met behulp van een onder onderdruk te brengen tank.
6. Voertuig, kennelijk bestemd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een gestel en een tweetal het gestel ondersteunende 25 wielen met banden met een in hoofdzaak glad buitenvlak.
7. Voertuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een in hoogterichting instelbare ploegschaar.
8. Voertuig volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van in de beoogde rijrichting voor de wielen 30 gelegen in hoogterichting instelbare vorentrekkers.
9. Voertuig volgens een der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de afstand tussen de wielen instelbaar is.
10. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een tank waarin een onder- 35 druk kan worden opgewekt, terwijl op de tank een aanzuigleiding aan te sluiten is. 1 0 10735
11. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat men tijdens het vooruitbewegen van een rondlopend orgaan voor dit rondlopend orgaan water wegzuigt en afvoert. 5 10 1 0 735
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1010735A NL1010735C2 (nl) | 1998-12-04 | 1998-12-04 | Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1010735 | 1998-12-04 | ||
NL1010735A NL1010735C2 (nl) | 1998-12-04 | 1998-12-04 | Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1010735C2 true NL1010735C2 (nl) | 2000-06-07 |
Family
ID=19768257
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1010735A NL1010735C2 (nl) | 1998-12-04 | 1998-12-04 | Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1010735C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1763166A (en) * | 1928-05-15 | 1930-06-10 | Cecil B Lindburg | Rotary land corrugator |
FR2105101A1 (nl) * | 1970-09-25 | 1972-04-28 | Pouyaud Andre | |
US3834466A (en) * | 1972-05-08 | 1974-09-10 | E Chandler | Agricultural apparatus for irrigation purposes |
US4199030A (en) * | 1977-07-18 | 1980-04-22 | Martin Concrete Engineering Company | Method and apparatus for farming row crops |
FR2661065A1 (fr) * | 1990-04-18 | 1991-10-25 | Bourgeois Dominique | Dispositif pour niveler une trace. |
-
1998
- 1998-12-04 NL NL1010735A patent/NL1010735C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1763166A (en) * | 1928-05-15 | 1930-06-10 | Cecil B Lindburg | Rotary land corrugator |
FR2105101A1 (nl) * | 1970-09-25 | 1972-04-28 | Pouyaud Andre | |
US3834466A (en) * | 1972-05-08 | 1974-09-10 | E Chandler | Agricultural apparatus for irrigation purposes |
US4199030A (en) * | 1977-07-18 | 1980-04-22 | Martin Concrete Engineering Company | Method and apparatus for farming row crops |
FR2661065A1 (fr) * | 1990-04-18 | 1991-10-25 | Bourgeois Dominique | Dispositif pour niveler une trace. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4244662A (en) | Snow groomer | |
US5864970A (en) | Earth excavating apparatus | |
US3778865A (en) | Attachment for a utility vehicle or for a trailer of such vehicle | |
US6435766B1 (en) | Method and apparatus for ground working | |
RU2663048C2 (ru) | Подметальная машина для обработки поверхностей грунта, прежде всего газонов | |
US5127589A (en) | Implement for moving compost stored in stacks | |
US4014175A (en) | Cable and pipe laying machine | |
US20080196380A1 (en) | Shift mechanism for trim mower cutting units | |
NL1010735C2 (nl) | Werkwijze voor het afvoeren van water van landbouwgrond alsmede voertuig voor het uitvoeren van de werkwijze. | |
US4162606A (en) | Mower for mounting on the front end of an agricultural vehicle | |
US4819348A (en) | Ditch forming machine | |
US4305213A (en) | Nursery tree remover | |
US5005597A (en) | Street cleaning device for collecting leaves and debris | |
US2055794A (en) | Snow plow | |
US3205642A (en) | Vertically adjustable motor and rotary disk cutter | |
US4512433A (en) | Row-crop front and rear wheel drive articulated tractor for heavy-duty operations | |
US6263540B1 (en) | Compact utility type surface cleaning vehicle | |
US2845725A (en) | Traction vehicle | |
US7549483B2 (en) | Furrow/ditch cleaner apparatus | |
US9032648B2 (en) | Ditch forming implement | |
KR101853545B1 (ko) | 사륜바이크용 예취장치 | |
US6256827B1 (en) | Utility type surface cleaning vehicle having improved gutter broom placement | |
EP4253660B1 (fr) | Remorque de déneigement et véhicule équipé d'une telle remorque | |
JP3897424B2 (ja) | スラリ散布を行う土壌作業機 | |
US6851484B2 (en) | Wheel track filling apparatus |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050701 |