NL1010028C2 - Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels. Download PDF

Info

Publication number
NL1010028C2
NL1010028C2 NL1010028A NL1010028A NL1010028C2 NL 1010028 C2 NL1010028 C2 NL 1010028C2 NL 1010028 A NL1010028 A NL 1010028A NL 1010028 A NL1010028 A NL 1010028A NL 1010028 C2 NL1010028 C2 NL 1010028C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
kite
line
animals
coupling means
fixed point
Prior art date
Application number
NL1010028A
Other languages
English (en)
Inventor
Anne-Mieke In T Veld
Original Assignee
Veld Anne Mieke In T
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Veld Anne Mieke In T filed Critical Veld Anne Mieke In T
Priority to NL1010028A priority Critical patent/NL1010028C2/nl
Priority to EP99202919A priority patent/EP0985345A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010028C2 publication Critical patent/NL1010028C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M29/00Scaring or repelling devices, e.g. bird-scaring apparatus
    • A01M29/06Scaring or repelling devices, e.g. bird-scaring apparatus using visual means, e.g. scarecrows, moving elements, specific shapes, patterns or the like

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels.
Dieren zoals vogels, knaagdieren en dergelijke leveren overlast op in bijvoorbeeld de landbouw, in 5 boomgaarden, bij afvalverwerkings- en opslagbedrijven, in havens, bij gebouwen, boven open water zoals visvijvers, bij boorinstallaties en dergelijke. Vele middelen zijn bekend voor het verjagen van dieren, welke echter veelal kostbaar zijn en hinder opleveren voor de omgeving.
10 Het is bekend vogels en andere dieren te verjagen door middel van geluid. Daartoe wordt met regelmatige of onregelmatige intervallen een kanon afgeschoten of op , ' andere wijze een plotseling hard geluid geproduceerd, waardoor de dieren worden opgeschrikt. Een dergelijke 15 methode levert overlast op voor de omgeving, reden waarom deze methode niet altijd en overal is toegestaan, terwijl dieren daaraan bovendien gewend blijken te raken. Daarmee verliest deze methode op termijn zijn effectiviteit.
Voorts worden verschillende middelen toegepast die, 20 al dan niet bewegend, dieren zouden moeten afschrikken, zoals vogelverschrikkers, wapperende, lichtreflecterende folievellen en dergelijke. Dieren blijken zich hier echter niet, althans niet blijvend door te laten afschrikken, terwijl dergelijke middelen een grote milieuvervuiling tot 25 gevolg hebben, met name visueel.
Voorts is bekend in bijvoorbeeld een boomgaard ballonnen op te hangen, gevuld met helium, op welke ballonnen bijvoorbeeld koppen van roofvogels zijn geschilderd. Gebleken is dat deze ballonnen slechts 30 tijdelijk effectief zijn terwijl deze bovendien periodiek dienen te worden bijgevuld omdat zij anders op de grond vallen.
Ook is het bekend gebruik te maken van roofvogels voor het verjagen van dieren, bijvoorbeeld door getrainde 1 0 1 0 0 2 8 2 valken op de overlast bezorgende dieren te laten jagen. Een dergelijke werkwijze heeft echter als nadeel dat deze relatief kostbaar is, terwijl roofvogels niet permanent inzetbaar zijn. Een verder nadeel kan zijn van deze bekende 5 methode dat dieren daardoor niet slechts worden verjaagd doch prooi zullen vormen voor de roofvogels, hetgeen ongewenst of zelfs verboden kan zijn, met name wanneer de overlast bezorgende dieren bijzondere dieren zijn terwijl deze methode bovendien bijzonder duur is. Vergelijkbare 10 nadelen treden op bij afschot van dieren.
De uitvinding beoogt een inrichting voor het verjagen van dieren, in het bijzonder vogels, waarbij de genoemde nadelen van de bekende inrichtingen en werkwijzen : zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe 15 wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Verrassenderwijs is gebleken dat een vlieger, in het bijzonder een vlieger met het uiterlijk van een roofvogel op dieren een effect heeft vergelijkbaar met het effect van 20 levende roofvogels. Vliegt een vlieger volgens onderhavige uitvinding derhalve in de buurt van een te beschermen object, zoals een boomgaard, een akker, een voerkuil, een gebouw of dergelijke dan zal bij de dieren de indruk ontstaan dat een roofvogel rondvliegt, hetgeen de dieren 25 ervan zal weerhouden naderbij te komen, althans de dieren zal verjagen. Door de vlieger met behulp van een elastische lijn met een positievast punt nabij het te beschermen object te bevestigen kan de vlieger vrij rondvliegen, zonder dat deze hoeft te worden bestuurd, zodat de vlieger 30 indien gewenst meerdere uren, bijvoorbeeld 24 uur per dag in de lucht kan blijven, zonder dat supervisie noodzakelijk is. Hierdoor worden op bijzonder economische en effectieve wijze dieren op een diervriendelijke wijze verjaagd.
Doordat de lijn elastisch is uitgevoerd zal het 35 vliegpatroon van de vlieger steeds veranderen, afhankelijk van onder meer windsnelheid, windrichting, beplanting en i u i u u 2 8 3 bebouwing van de omgeving, geaccidenteerdheid daarvan en de momentane elastische vervorming van de lijn. Dit betekent dat relatief natuurlijke bewegingen van de vlieger zullen worden verkregen, althans monotone beweging van de vlieger 5 zal worden verhinderd. Hierdoor wordt het afschrikkend effect van de inrichting nog verder vergroot. Bovendien wordt door de elasticiteit van de lijn eenvoudig verhinderd dat beschadigingen optreden aan bijvoorbeeld de lijn, bevestigingsmiddelen en de vlieger. Ook is gebleken dat een 10 dergelijke lijn voordelig is omdat daarmee wordt verhinderd dat de vlieger onder invloed van zijn eigen bewegingen verstrikt zal raken in de lijn. Immers, ook bij veranderende omstandigheden zoals veranderende windrichting zal de elastische lijn nagenoeg steeds strak blijven.
15 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Door bevestiging van de lijn aan een roteerbaar koppelmiddel aan het boveneinde van een mast wordt het 20 voordeel bereikt dat de vlieger een groter vliegbereik krijgt zonder dat deze de grond raakt of andere obstakels raakt, terwijl het roteerbare koppelmiddel er voor zorgdraagt dat eenvoudig wordt verhinderd dat de lijn om de mast gewikkeld zal raken. Positievast dient in deze te 25 worden begrepen als ten minste zodanig direkt of indirekt met de vaste wereld verbonden dat hierdoor de bewegingsvrijheid van de vlieger binnen vooraf gedefinieerde grenzen wordt beperkt. Het positievaste punt kan bijvoorbeeld wel enige rotatie- en/of translatievrijheid hebben.
30 Door te voorzien in een mast met een lengte die groter is dan de maximale lengte van de elastische lijn wordt een maximaal vliegbereik van de vlieger bereikt, ten minste wanneer de mast met zijn ondereinde met de vaste wereld wordt verbonden, aangezien de vlieger dan de grond 35 niet kan raken.
1010028 4
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5, in het bijzonder volgens conclusies 5 en 6.
De roteerbare tweede koppelmiddelen, in het 5 bijzonder de roteerbare tweede en derde koppelmiddelen, bevestigd aan tegenover gelegen einden van de lijn bieden het voordeel dat nog beter wordt verhinderd dat de vlieger in de lijn en/of de lijn in bijvoorbeeld de mast verstrikt kan raken. Immers, de roteerbare koppelingen zorgen voor 10 zodanige bewegingsvrijheid van de lijn dat hierin geen, althans nagenoeg geen torsie zal optreden als gevolg van de vliegbewegingen van de vlieger.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt i een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door 15 de maatregelen volgens conclusie 7.
Vervaardiging van de lijn uit een elastisch materiaal met een relatief hoge rek biedt het voordeel dat relatief grote veranderingen kunnen optreden in het vliegpatroon van de vlieger. Immers, bij verschillende 20 belastingen van de vlieger als gevolg van bijvoorbeeld veranderende windkracht zullen dan grotere veranderingen in de lengte van de lijn en daarmee in het vliegpatroon ~ optreden. Bovendien kunnen optredende krachten hierdoor eenvoudiger worden opgevangen, zodat beschadigingen nog 25 beter kunnen worden verhinderd. Gebruik van kunststof voor de lijn biedt bovendien het voordeel dat dit eenvoudig relatief weinig abrasief kan worden uitgevoerd, zodat beschadigingen aan de vlieger nog eenvoudiger kunnen worden verhinderd.
30 De lijn van een inrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd van polyurethaan. Juist een dergelijke kunststof biedt bijzonder goede elastische eigenschappen. Voorts is de lijn van een inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur uitgevoerd in een weinig 35 opvallende kleur, in het bijzonder een schutkleur, zoals bijvoorbeeld groen of doorzichtig. Afhankelijk van het \ j 1 i ; 'i 0 0 ï 8 5 gewenste toepassingsgebied kan hierin uiteraard een geschikte keuze worden gemaakt.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder 5 vogels, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.
Met een dergelijke werkwijze kan op eenvoudige en economische wijze worden zorggedragen voor het verjagen van vogels en andere dieren, op diervriendelijke wijze. Met 10 name wordt met een dergelijke werkwijze het voordeel bereikt dat permanent en blijvend een afschrikkend effect kan worden verkregen, vergelijkbaar met het afschrikkend effect van levende roofvogels, zonder dat voortdurend toezicht of bijvoorbeeld sturende handelingen noodzakelijk 15 zijn en zonder dat de dieren verwond of gedood worden.
Een dergelijke werkwijze is daardoor op economische wijze toepasbaar, diervriendelijk en bijzonder effectief.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een vlieger voor gebruik in een inrichting volgens de uitvinding en op 20 een lijn voor gebruik bij een dergelijke inrichting.
Nadere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding zijn gegeven in de volgconclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding wordt een 25 uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 een inrichting volgens de uitvinding, schematisch in zij-aanzicht; 30 fig. 2 een inrichting volgens de uitvinding, schematisch in achteraanzicht, in een alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 3 een inrichting volgens figuur 1 of 2 in bovenaanzicht; en 1010028 6 fig. 4 een gedeelte van een lijn met bevestigingsmiddelen voor gebruik in een inrichting volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of 5 corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In deze beschrijving zal de inrichting worden beschreven voor het verjagen van vogels, doch het zal duidelijk zijn dat ook andere dieren op vergelijkbare wijze kunnen worden verjaagd, bijvoorbeeld knaagdieren.
10 Een inrichting volgens onderhavige uitvinding omvat een vlieger 1 in de vorm van een roofvogel, via een lijn 2 verbonden met een bevestigingspunt 3, hetwelk in de in figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvormen is aangebracht op het boveneinde van een telescopische paal 4. Het 15 bevestigingspunt 3 kan evenwel ook op andere wijze direct of indirect met de grond 5 zijn verbonden, bijvoorbeeld via een grondpen, een boutverbinding, inmetseling of dergelijke, waarbij het bevestigingspunt op verschillende ondergronden en posities kan worden aangebracht, zowel op 20 een natuurlijk object als op een artefact. Een inrichting volgens onderhavige uitvinding is zowel toepasbaar boven land als boven water, zowel in de natuur als bij bijvoorbeeld gebouwen en dergelijke.
De vlieger 1 is qua uiterlijk een relatief 25 natuurgetrouwe kopie van een roofvogel, bijvoorbeeld van een zee-arend, een visarend, een valk of buizerd of dergelijke. Vliegers van dit type zijn in algemene zin bekend en worden bijvoorbeeld geleverd door de firma Jackite® Inc., Virginia Beach, U.S.A. Deze vogels zijn 30 bijvoorbeeld gemaakt van Tyvek®. Het zal evenwel duidelijk ,, zijn dat ook andere vliegers, vervaardigd van ander materiaal in principe gebruikt kunnen worden in een inrichting volgens onderhavige uitvinding. Een vlieger volgens onderhavige uitvinding is op verschillende plaatsen . 35 verstevigd, zodanig dat deze langdurig, zelfs permanent in de lucht kan blijven, zonder dat beschadigingen optreden 1 0 Ί 0 0 2 8 7 als gevolg van contact met de lijn 2. Dergelijke verstevigingen zijn, bijvoorbeeld door aanbrengen van een extra laag kunststof, aangebracht ter hoogte van de overgang 6 tussen de vleugel 7 en de staart 8. Bij de 5 uiteinden 9 van de vleugels 7 en door te voorzien in een borstflap 10 tegen de borst 11 van de vogelvormige vlieger 1. Bij de borstflap 10 is een eerste bevestigingspunt 12 voor de lijn 2 voorzien, terwijl het oog 13 in de kop 14 van de vlieger 1 een tweede bevestigingspunt 15 vormt voor 10 een lijn 2. Voorts zijn de poten 16 zowel met drukknopen 17 als door een lijm en/of niet- of draadverbinding met de romp 18 van de vlieger 1 verbonden. Daardoor wordt eenvoudig verhinderd dat de poten 16 los kunnen raken. Een stang 19, welke door stanghouders 20 in de vleugels 7 en 15 door een ring 21 op de rug van de vlieger 1 is geleid, is - met zijn einden permanent bevestigd in insteekzakken 21 nabij de einden 9 van de vleugels 7, waardoor eenvoudig wordt verhinderd dat de stang 19 kan loskomen, terwijl de stang 19 de vleugels 7 en de romp 18 in de gewenste stand 20 zal houden. Ook het eerste bevestigingspunt 12 en het tweede bevestigingspunt 15 zijn extra verstevigd, teneinde losraken van de vlieger 1 te verhinderen.
De lijn 2 is vervaardigd uit een relatief elastische kunststof, in het bijzonder polyurethaan, met een relatief 25 hoge rekgrens. Zo kan de lijn bij voorkeur meer dan 10% rek toestaan bij normale belasting, meer in het bijzonder meer dan 25% rek en bij voorkeur bijvoorbeeld 50% rek of meer.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm kan de lijn ongeveer 75% langer worden zonder dat plastische vervorming 30 optreedt. De lijn 2 heeft bijvoorbeeld een diameter van enkele millimeters, in de getoonde uitvoeringsvorm bijvoorbeeld een diameter van 2 mm. Deze waarden kunnen echter uiteraard eenvoudig worden geoptimaliseerd afhankelijk van de omstandigheden waarin de inrichting 35 wordt gebruikt, bijvoorbeeld afhankelijk van het draagvermogen van de vlieger 1, te verwachten windkracht, 1010028 8 gebruiksduur, toelaatbare rek en uitgangslengte van de lijn 2 en dergelijke. Dergelijke keuzes zijn voor de vakman direct duidelijk.
In figuur 4 is een eerste einde van een lijn 2 5 volgens de uitvinding getoond, voorzien van een roteerbaar koppelmiddel 22 in de vorm van een wartel, in het bijzonder een wartel van het kogeltype. De wartel 22 is met een eerste einde via een ring 23 aan een lus 24 in de lijn 2 bevestigd en met het tegenover gelegen einde via een ring 10 25 met een oog 26 van een speld 27 van het veiligheidsspeld-type. De speld 27 kan eenvoudig met het vrije einde 28 aan een eerste bevestigingspunt 12 of een tweede bevestigingspunt 15 van de vlieger 1 worden bevestigd, maar ook op nog nader te beschrijven wijze met 15 de paal 4. Daartoe is de lijn 2 aan beide einden voorzien van een samenstel 22 als getoond in figuur 4. Uiteraard zijn vele variaties hierop mogelijk binnen het raam van de . uitvinding. Van belang is slechts dat eenvoudige koppeling mogelijk is terwijl rotatie van de speld 27 of dergelijk 20 bevestigingsmiddel ten opzichte van de lijn 2 in alle richtingen vrij mogelijk is, zonder dat ongewenste torsie in de lijn 2 optreedt.
De paal 4 is telescopisch uitgevoerd en bijvoorbeeld - vergelijkbaar met een telescopische hengel. Het ondereinde 25 van de paal 4 volgens figuur 1 is vastgezet in de grond 5 maar op op zichzelf bekende wijze. Het boveneinde van de paal 4 is voorzien van het bevestigingspunt 3, dat een eerste roteerbaar koppelmiddel 29 in de vorm van een wartel, in het bijzonder van het kogelwarteltype omvat, : 30 vergelijkbaar met de wartel 22. Dit eerste roteerbaar koppelmiddel 29 kan evenwel eenvoudig enigszins robuuster worden uitgevoerd. Het eerste roteerbaar koppelmiddel 29 is met een eerste einde vast verbonden met de paal 4, terwijl het tegenover gelegen tweede einde is voorzien van een ring 35 30 waaraan een speld 27 of dergelijk bevestigingsmiddel van de lijn 2, zoals getoond in figuur 4, kan worden 1 0 1 0 0 2 8 9 vastgegespt. Op deze wijze kan derhalve eenvoudig een beweegbare koppeling worden verkregen tussen de paal 4, althans het bevestigingspunt 3 en de vlieger 1.
Ter illustratie, de paal 4 heeft bijvoorbeeld een 5 zodanige lengte dat het bevestigingspunt 3 zich op ongeveer 4,5 m boven de grond 5 bevindt, waarbij de paal 4 eenvoudig een trekkracht kan opnemen van tenminste 800 Newton. De lijn 2 heeft daarbij in onbelaste toestand een lengte van ongeveer 2 m en in maximaal belaste toestand een lengte van 10 bijvoorbeeld ongeveer 3.5 m. De vlieger 1 zal derhalve tijdens gebruik op geen enkel moment de grond 5 kunnen raken, terwijl de bewegingsvrijheid van de vlieger wordt bepaald door een ongeveer bolvormige ruimte met als middelpunt het bevestigingspunt 3 en een maximale straal 15 van ongeveer 3.5 m. Deze afmetingen zijn slechts als illustratie gegeven en dienen geenszins als beperkend te worden opgevat.
In de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm is de paal 4 of een dergelijk middel met behulp van een steun 31 20 aan een muur 32 of dergelijke bevestigd, waarbij uiteraard het bevestigingspunt 3 zich op grote hoogte boven de grond 5 of een wateroppervlak of dergelijke kan bevinden.
Een inrichting volgens onderhavige uitvinding kan als volgt worden gebruikt.
25 Op strategische posities wordt steeds een paal 4, althans een bevestigingspunt 3 positievast aangebracht, waarna een lijn 2 met een vlieger 1 aan het bevestigingspunt 3 wordt vastgezet. Veelal zal één paal met één vlieger volstaan doch in voorkomende gevallen kunnen 30 meerdere van dergelijke inrichtingen worden opgesteld, bij voorkeur zodanig dat de genoemde bolvormige bewegingsruimten van de verschillende vliegers 1 elkaar niet, althans niet in belangrijke mate overlappen. Vervolgens wordt de vlieger 1 losgelaten en door de wind 35 meegenomen. Geringe wind zal reeds voor een vluchtpatroon van de vlieger 1 zorgdragen, welk vluchtpatroon in 1 0 1 0 0 2 8 10 hoofdzaak overeenkomt met het vluchtpatroon van een normale , roofvogel. Afhankelijk van de optredende windkracht zal de lijn 2 elastisch worden vervormd, althans uitgerekt, waardoor de afstand tussen de vlieger l en enerzijds het 5 bevestigingspunt 3 en anderzijds de grond 5 zal veranderen. Bij sterke rek in de lijn 2 zal, bij het althans gedeeltelijk wegvallen van de wind, een versnelling van de vlieger 1 in de richting van het bevestigingspunt 3 worden ^ verkregen, waardoor onverwachte vliegbewegingen van de - 10 vogel zullen worden verkregen. Juist dergelijke onverwachte - vliegbewegingen zullen een extra afschrikkend effect hebben op zich in de buurt van de inrichting bevindende dieren, zodat deze op zeer effectieve wijze zullen worden verjaagd. Bovendien heeft de elasticiteit van de lijn 2 het voordeel 15 dat op de vlieger uitgeoefende krachten eenvoudiger kunnen worden opgevangen, waardoor beschadigingen nog eenvoudiger worden verhinderd, terwijl bovendien contact tussen de j vlieger 1 en de lijn 2 nog beter wordt verhinderd, waardoor de levensduur van de vlieger 1 aanmerkelijk wordt vergroot.
- 20 Ook zal een lijn 2 vervaardigd uit kunststof weinig abrasief zijn, zodat slijtage wordt verminderd.
In principe kan de vlieger 1 aan de lijn 2 bijvoorbeeld bij het invallen van de duisternis worden binnengehaald en bij opgaan van de zon weer worden 25 teruggehangen, doch de voorkeur verdient dat de vlieger permanent aan het bevestigingspunt vast blijft zitten.
Het zal duidelijk zijn dat een vlieger 1 volgens de uitvinding met een lijn 2 volgens de uitvinding, eventueel gekoppeld aan bijvoorbeeld een nylon verlenglijn ook kan 30 worden gebruikt als normale vlieger, waarbij het elastische lijndeel 2 voor verrassende effecten zal zorgdragen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn binnen 35 het raam van de uitvinding, zoals geschetst door de bijgevoegde conclusies, mogelijk.
1010028 11
Zo kunnen andere materialen worden toegepast voor de vlieger en/of de lijn, terwijl de koppelmiddelen van de lijn en/of het bevestigingspunt anders kunnen zijn uitgevoerd. Bovendien kunnen vliegers 1 met een ander 5 uiterlijk worden toegepast, bijvoorbeeld afhankelijk van de locatie waar de inrichting dient te worden gebruikt en de daar normaal voorkomende roofvogels. In een voordelige uitvoeringsvorm kan een inrichting volgens onderhavige uitvinding in reeds samengestelde toestand worden verpakt, 10 bijvoorbeeld in een verzendkoker, zodanig dat deze direct bij uitpakken gereed is voor gebruik. Hierdoor worden installatiefouten verhinderd. Het verdient de voorkeur dat de positie van de inrichting door deskundigen wordt bepaald, zodanig dat ieder contact tussen de vlieger en 15 bijvoorbeeld bebouwing of bossage in de omgeving daarvan wordt verhinderd. Voorts kan uiteraard een paal voor gebruik bij een inrichting volgens de uitvinding op andere wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld niet-telescopisch.
Ook kan een inrichting volgens onderhavige uitvinding 20 worden toegepast bij plaatsen waarbij kunstmatige wind wordt opgewekt, bijvoorbeeld bij windmolens en dergelijke. Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
1010028

Claims (13)

1. Inrichting voor het verjagen van dieren, in het bijzonder vogels, voorzien van een vlieger en een lijn waarmee de vlieger met een in hoofdzaak positievast punt kan worden verbonden, waarbij de vlieger in hoofdzaak . 5 roofvogel-vormig is en waarbij de lijn elastisch is uitgevoerd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij een mast is voorzien die vast opstelbaar is, welke mast nabij een ] boveneinde is voorzien van een roteerbaar koppelmiddel, in 10 het bijzonder een wartel, dat voorziet in het in hoofdzaak positievaste punt, waarbij de lijn is voorzien van f s bevestigingsmiddelen voor koppeling daarvan met het koppelmiddel.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de mast een 15 lengte heeft die groter is dan de maximale lengte van de li jn.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de mast telescopisch is uitgevoerd.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 20 waarbij de lijn ten minste nabij het van de vlieger afgekeerde einde is voorzien van een roteerbaar tweede koppelmiddel, in het bijzonder een wartel of dergelijke, welk tweede koppelmiddel bevestigbaar is aan het genoemde positievaste punt.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, ' waarbij de lijn ten minste nabij het naar de vlieger gekeerde einde is voorzien van een roteerbaar derde koppelmiddel, in het bijzonder een wartel of dergelijke, welk derde koppelmiddel bevestigbaar is aan de vlieger.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lijn is vervaardigd van een elastisch materiaal, in het bijzonder een kunststof, met een relatief hoge maximale rek, in het bijzonder een rek van meer dan 10%, 1010028 meer in het bijzonder een rek van meer dan 35% en bij voorkeur een rek van meer dan 50%.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij als materiaal voor de lijn een thermoplastische kunststof, in 5 het bijzonder polyurethaan wordt toegepast, waarbij de diameter van de lijn bij voorkeur is gelegen tussen 1 en 5 mm, meer in het bijzonder tussen 1 en 3 mm en bij voorkeur ongeveer 2 mm is.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 10 waarbij de vlieger is voorzien van verstevigingselementen, zodanig dat tijdens gebruik beschadiging van de vlieger door de lijn wordt verhinderd en de vlieger bij voorkeur een natuurlijk, op het vliegpatroon van een roofvogel gelijkend vliegpatroon verkrijgt. %
10. Werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder vogels, waarbij een vlieger, bij voorkeur een roofvogelvormige vlieger met behulp van een elastische lijn met een positievast punt wordt verbonden, waarbij de vlieger, de lijn en het positievaste punt zodanig worden 20 gekozen dat de vlieger tijdens gebruik niet de grond of andere obstakels kan raken, waarbij de lijn aan tegenover gelegen einden door middel van roteerbare koppelingen met respectievelijk de vlieger en het positievaste punt wordt verbonden, één en ander zodanig dat de vlieger bij geringe 25 wind aan de lijn in de lucht wordt gebracht en gehouden, waarbij de vluchtbewegingen van de vlieger bepaald worden door ten minste de wind en elastische vervormingen in de lijn.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij een aantal 30 vliegers nabij elkaar wordt opgesteld, welke elk een van elkaar gescheiden ruimte kunnen bestrijken.
12. Vlieger voor gebruik in een inrichting volgens een der conclusies 1 - 10 of bij een werkwijze volgens conclusie 11 of 12, welke vlieger roofvogelvormig is en is 35 vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder Tyvek®, waarbij 1010028 verstevigingselementen zijn aangebracht op posities die tijdens gebruik frequent in contact komen met de lijn.
13. Lijn voor gebruik in een inrichting volgens een der conclusies 1 - 10 of bij een werkwijze volgens conclusie ll 5 of 12, welke lijn elastisch is uitgevoerd, bij voorkeur vervaardigd uit polyurethaan of een dergelijke kunststof, - waarbij aan beide einden van de lijn een roteerbare koppeling, bij voorkeur een wartel of dergelijke draaikoppeling, in het bijzonder een kogelwartel is 10 voorzien. i 1010028
NL1010028A 1998-09-08 1998-09-08 Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels. NL1010028C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010028A NL1010028C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels.
EP99202919A EP0985345A1 (en) 1998-09-08 1999-09-08 Device and method for repelling animals, in particular birds

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010028 1998-09-08
NL1010028A NL1010028C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010028C2 true NL1010028C2 (nl) 2000-03-09

Family

ID=19767768

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010028A NL1010028C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0985345A1 (nl)
NL (1) NL1010028C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2394904A1 (en) 2002-07-24 2004-01-24 Walter A. Laidler Installation for repelling birds
ES1147434Y (es) * 2015-10-29 2016-03-04 Sempre Abril S L Dispositivo para evitar el asentamiento de aves en una zona
KR101866666B1 (ko) * 2016-11-22 2018-06-11 주식회사 더원 무인비행로봇을 이용한 유해 조수 퇴치 장치

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2026829A (en) * 1978-06-30 1980-02-13 Gresham S J An animal scaring device
GB2135203A (en) * 1983-01-12 1984-08-30 Keith Stewart A Kite
EP0823210A1 (en) * 1996-02-20 1998-02-11 Kabushiki Kaisha Bird Stopper Bird repellent apparatus

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2026829A (en) * 1978-06-30 1980-02-13 Gresham S J An animal scaring device
GB2135203A (en) * 1983-01-12 1984-08-30 Keith Stewart A Kite
EP0823210A1 (en) * 1996-02-20 1998-02-11 Kabushiki Kaisha Bird Stopper Bird repellent apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
EP0985345A1 (en) 2000-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6807765B2 (en) Bird scaring device
JP3706391B2 (ja) 鳥類忌避装置
US5515637A (en) Breeze animated decoys
US6519901B1 (en) Apparatus for enhancing the survivability of exposed structures
US7654217B2 (en) Bird or animal repellent system
US6665975B2 (en) Motion decoy
US20180368389A1 (en) Bird deterring structure and method
US6640506B2 (en) Bird deterrent apparatus
US7669801B2 (en) Animal-scaring device
US6155000A (en) Rattle bait fishing lure
US20100101481A1 (en) Bird repeller
US11129378B2 (en) Apparatuses and methods for attracting and/or repelling animals
Mott et al. A review of techniques for preventing cormorant depredations at aquaculture facilities in the southeastern United States
CA2792534A1 (en) Wind rotated bird scaring device
NL1010028C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verjagen van dieren, in het bijzonder van vogels.
US20070221115A1 (en) Sustainable wildlife deterrent method and apparatus
US5974998A (en) Apparatus for foiling bird landings
US11350623B2 (en) Bird deterring structure and method
KR200172391Y1 (ko) 반사경을 이용한 조류 및 곤충 퇴치기
AU2009100495A4 (en) Deterrent Device
US5076213A (en) Rooster shelter and exercising apparatus
KR100278960B1 (ko) 조류 퇴치장치
US20050120616A1 (en) Bird abatement system for boats
JPH0427335Y2 (nl)
US20110005146A1 (en) Bird deterrent

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: BURO STADSONTWIKKELING MIDDEN-NEDERLAND B.V.

SD Assignments of patents

Owner name: BURO STADSONTWIKKELING MIDDEN-NEDERLAND B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050401