NL1010024C2 - Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag. - Google Patents

Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag. Download PDF

Info

Publication number
NL1010024C2
NL1010024C2 NL1010024A NL1010024A NL1010024C2 NL 1010024 C2 NL1010024 C2 NL 1010024C2 NL 1010024 A NL1010024 A NL 1010024A NL 1010024 A NL1010024 A NL 1010024A NL 1010024 C2 NL1010024 C2 NL 1010024C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
data
tuner
signals
unit
Prior art date
Application number
NL1010024A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Barend Van Santbrink
Original Assignee
Interstructure Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Interstructure Bv filed Critical Interstructure Bv
Priority to NL1010024A priority Critical patent/NL1010024C2/nl
Priority to PCT/NL1999/000557 priority patent/WO2000014914A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010024C2 publication Critical patent/NL1010024C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04HBROADCAST COMMUNICATION
    • H04H60/00Arrangements for broadcast applications with a direct linking to broadcast information or broadcast space-time; Broadcast-related systems
    • H04H60/35Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users
    • H04H60/45Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users for identifying users
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04HBROADCAST COMMUNICATION
    • H04H60/00Arrangements for broadcast applications with a direct linking to broadcast information or broadcast space-time; Broadcast-related systems
    • H04H60/35Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users
    • H04H60/38Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users for identifying broadcast time or space
    • H04H60/40Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users for identifying broadcast time or space for identifying broadcast time
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04HBROADCAST COMMUNICATION
    • H04H60/00Arrangements for broadcast applications with a direct linking to broadcast information or broadcast space-time; Broadcast-related systems
    • H04H60/35Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users
    • H04H60/38Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users for identifying broadcast time or space
    • H04H60/41Arrangements for identifying or recognising characteristics with a direct linkage to broadcast information or to broadcast space-time, e.g. for identifying broadcast stations or for identifying users for identifying broadcast time or space for identifying broadcast space, i.e. broadcast channels, broadcast stations or broadcast areas
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04HBROADCAST COMMUNICATION
    • H04H60/00Arrangements for broadcast applications with a direct linking to broadcast information or broadcast space-time; Broadcast-related systems
    • H04H60/56Arrangements characterised by components specially adapted for monitoring, identification or recognition covered by groups H04H60/29-H04H60/54
    • H04H60/58Arrangements characterised by components specially adapted for monitoring, identification or recognition covered by groups H04H60/29-H04H60/54 of audio

Description

Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag.
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het registreren van het kijk-en/of luistergedrag van een aantal personen naar televisie- en/of radio-uitzendingen 5 waarbij binnen een bepaalde omgeving een of meer televisietoestellen en/of een of meer radiotoestellen aanwezig kunnen zijn.
Stand der Techniek
Op zich zijn dergelijke stelsels bekend. De doelstelling van alle bekende "meter-10 systemen" is het monitoren en vaststellen naar welk radiostation of TV-kanaal wordt geluisterd of gekeken, en door wie. De bekende stelsels hebben elk hun eigen tekortkomingen waarop in het volgende nader zal worden ingegaan.
Een reeds lang bekend stelsel maakt gebruik van een meetschakeling die binnen het betreffende radio- of tv-toestel is aangesloten op tuner of op de oscillator, dan wel 15 op een ander punt van de tuner-applicatie. De meetschakeling stelt vast welk kanaal is ingeschakeld dan wel op welke frequentie is afgestemd. Tot half van de jaren ’80 ging dit redelijk goed. Echter toen begon er een technologische ontwikkeling in de TV wereld als ook bij de radio, die zulk een meetmethode degradeerde tot een volkomen ontoereikend meetsysteem.
20 De veranderingen die begin jaren 80 ontstonden waren o.a.: a) Meer dan één TV-set per locatie
De stijgende welvaart liet toe, dat mensen twee of meer televisietoestellen en radio’s in hun huis plaatsten. Dit betekent dat er meer meetpunten en dus meerdere meetsystemen moeten worden geplaatst en/of geïnstalleerd, hetgeen met de 25 bestaande methoden onmogelijk is of een zeer complexe en kostbare zaak wordt.
b) VCR (Video Recorders)
De videorecorders (VCR’s) kwamen. Indien een VCR voor de tuner van de TV-set is geplaatst en men de tuner afstemt met de TV-set, waarbij men bv. de TV-set afstemt op een vast kanaal (bijvoorbeeld kanaal 00 of kanaal 36), dan zal 30 men bij een zenderkeuze via de VCR dit niet op de TV-set kunnen meten.
c) Aansluiting via de kabelexploitant(en)
Een kabelexploitant ontvangt de TV- en radiostations via (een) eigen antenne-in-richting(en). De kabelexploitant converteert deze uitzendingen naar een eigen 1010024 2 kanaalindeling, afhankelijk van hun inzichten en mogelijkheden binnen het kabelnetwerk. De exploitant geeft informatie aan de gebruiker over de indeling, zo als welke zender is geplaatst aan welk kabelkanaal.
Voor het uitvoeren van metingen is het dus van belang om bekend te zijn 5 met veranderingen in programmering. Dit kan door regelmatige controle navraag bij de kabelexploitant, door het opstellen van een referentie unit op het net door de "metereigenaar" en de verandering dan integraal te monitoren, dan wel door publicatie van de kabelexploitant (meest gebruikelijk).
d) Uitzendingen van TV- en radiozenders via satellieten.
10 Een satelliet convertor/tuner wordt op dezelfde wijze op een TV-set aangesloten als een VCR. De oplossing die voor de VCR moet worden gezocht is analoog aan het systeem met de satellietontvangers.
e) Meer zenders op één kanaal d.m.v. "digitale compressie"
Indien een "analoge TV-set" op zulk een kabel of satellietkanaal wordt aangeslo- 15 ten is er een "decoder" nodig. De decoder gedraagt zich in applicatie gelijk aan een VCR of satellietontvanger. De oplossing die voor de DS systemen zou moeten gelden is analoog aan het systeem met de satellietontvangers en de VCR’s.
f) Meerdere TV- of radiostation op een zelfde zendfrequentie, maar ieder op een ander tijdstip.
20 Dit is het probleem zo als dit zich manifesteert op het kanaal waar b.v. de zender
Discovery uitzendt. Vanaf 3 uur tot 17.00 uur wordt het kanaal gebruikt voor commerciële wervende uitzendingen en vanaf 17.00 uur tot 2 uur door Discovery. Deze problematiek kan alleen worden ondervangen als voor dergelijke kanalen bekend is op welke tijdstippen er van programma wordt gewisseld.
25 Behalve deze door de voortschrijdend ontwikkeling veroorzaakte problemen is er ook nog het probleem dat degenen die aan het onderzoek meewerken bij de huidige stand van de technologie geen hardware ingrepen meer aan hun toestellen toelaten. Dit is wellicht het belangrijkste argument geweest om een andere methode te ontwikkelen, omdat anders het gevaar dreigt dat dit soort onderzoeken gestaakt moet worden vanwe- 30 ge gebrek aan medewerking.
| Voor het vaststellen van bv. zendtijdtarieven voor reclame zijn de parameters 1 zoals; zenderkeuze voor bepalende reclame, waarderingsgraad en luisterdichtheid, samenstelling van het luisterende publiek, enz, van levensbelang. In de moderne tech- 1010024 3 nologietijd waarin wij leven en waarin we pas aan het begin staan van de echte grote nieuwe mogelijkheden is ook een begrip "real time informatie" van eminent belang.
Doelstelling van de uitvinding 5 Gevraagd wordt een stelsel waarmee zo betrouwbaar mogelijk een kijk- en luisterdichtheidsmeting kan worden uitgevoerd. Hiertoe ontbreken op dit moment goede systemen die meetmethodiek hanteren om vast te kunnen stellen wie, wanneer, hoe lang en met welke waardering naar een programma wordt geluisterd of gekeken of is geluisterd en gekeken.
10 Het blijkt in het bijzonder op dit moment onmogelijk om te controleren of iemand, die is geselecteerd en die wekelijks enquêteformulieren moet invullen, ook daadwerkelijk het programma heeft beluisterd of gezien, of dat de toestellen alleen maar in de ruimte hebben aangestaan zonder te worden beoordeeld. Beoogd wordt een stelsel te verschaffen waarmee dit probleem wordt opgelost. Het beoogde stelsel moet 15 wereldwijd te gebruiken zijn en zenderonafhankelijk werken. Het moet alle binnen het luister- en kijkbereik liggende zenders kunnen scannen en vastleggen. Het moet bij voorkeur triggeren op de parameter dat als een geënquêteerde binnen "hoorafstand komt" dit wordt geregistreerd, bij voorkeur met toevoeging van andere relevante data zo als stationsnaam, frequentie, datum en tijd en een eventuele manueel ingebrachte 20 waardebeoordeling, enz.
Een breed pakket dat de vinding geheel afdekt zou onder andere aan een deel van de volgende eisen moeten voldoen: 1 Eenvoudig per ruimte te installeren, (gewoon neerzetten, instellen en werken) 2 Eenvoudig van bediening en vriendelijk in gebruik voor de enquêteur 25 3 "Fool proof' 4 Integreerbaar in reeds ontwikkelde applicatie software van marketingbureaus.
5 goedkoop te vervaardigen 6 Op meerdere lokaties meerdere malen te gebruiken.
7 Moet in de auto ook te gebruiken zijn.
30 8 Moet op portable geluidsweergave apparatuur toepasbaar zijn.
9 De verzamelde relevante data moet remote bereikbaar zijn.
10 Moet zowel TV zenders als radiozenders scannen 11 Moet alle in de regio te ontvangen radio- en TV-stations verwerken..
1010024 4 12 Moet op meerdere plaatsen in het huis verschillende beluisterde of bekeken zenders kunnen scannen.
De gekozen volgorde van de bovengenoemde parameters is willekeurig m.b.t tot de waarde ervan.
5
Korte omschrijving van de uitvinding
De uitvinding verschaft nu een stelsel voor het registreren van het kijk- en/of luistergedrag van een aantal personen naar televisie- en/of radio-uitzendingen waarbij binnen een bepaalde omgeving een of meer televisietoestellen en/of een of meer radio-10 toestellen aanwezig kunnen zijn, met het kenmerk, dat - in de nabijheid van elk televisie- of radiotoestel een waameemeenheid wordt geïnstalleerd tenminste voorzien van een microfoon, waarmee het door het betreffende toestel voortgebrachte geluid wordt opgenomen en 15 - een datazender waarmee het geluid dan wel een daarmee gerelateerd signaal kan worden uitgezonden, binnen of in de nabijheid van de genoemde omgeving een basiseenheid wordt geïnstalleerd, tenminste voorzien van een tuner waarmee afgestemd kan worden op alle stations die ook via de 20 genoemde toestellen ontvangen kunnen, een dataontvanger waarmee de signalen van de datazenders ontvangen kunnen worden een processor die de volgende stappen uitvoert: a) afstemmen van de dataontvanger op de datazender van een geselecteer- 25 de waameemeenheid, b) sequentieel afstemmen van de tuner op de te ontvangen stations en tel- ] kens vergelijken van het ontvangen geluidssignaal dan wel een daaraan gerelateerd signaal met het via de datazender en dataontvanger van de geselecteerde waameemeenheid verkregen signaal, 30 c) stoppen van het sequentiële afstemproces indien de signalen van tuner * en ontvanger gelijk zijn, d) registeren van een identificatiegegeven van het station waarop de tuner op dat moment is afgestemd samen met het momentane tijdstip in een 1010024 5 geheugen, e) sequentieel herhalen van de stappen a)...d) telkens voor de een volgende waameemeenheid.
Bij toepassing van dit stelsel kunnen gegevens worden verzameld in de basiseen-5 heid zonder dat enige ingreep in een der radio- of TV-toestellen nodig is. Het stelsel kan toegepast worden bij meerdere radio’s of tv’s per woning (per omgeving) en bij ontvangst via kabel of antenne.
Om er zeker van te zijn dat zich tijdens de uitzendingen ook daadwerkelijk iemand in de buurt van het radio- of tv-toestel bevindt verdient het de voorkeur dat 10 alle personen die aan het onderzoek naar het kijk- en/of luistergedrag deelnemen worden voorzien van een transponder, die door een afvraagsignaal kan worden geactiveerd tot het uitzenden van een gecodeerd responssignaal en dat in de nabijheid van elk televisie- of radiotoestel een zendontvanger wordt geïnstalleerd tenminste voorzien van een afvraagzender waarmee periodiek een afvraagsignaal wordt uitgezonden en 15 - een responsontvanger waarmee de gecodeerde responssignalen kunnen worden ontvangen en althans tijdelijk kunnen worden opgeslagen, middelen waarmee de opgeslagen responssignalen dan wel daaraan gerelateerde signalen kunnen worden overgedragen naar de bij het betreffende toestel behorende waameemeenheid, waar de signalen kunnen worden gecombineerd met het 20 aan de datazender toe te voeren signaal.
Door de transpondertechnologie te koppelen met het boven beschreven stelsel wordt bereikt, dat alleen dan kijk- en/of luistergegevens van een toestel worden gemeten en geregistreerd als er ook inderdaad een testpersoon met een transponder aanwezig is in de betreffende kamer of ruimte waarin het toestel zich bevindt.
25
Figuren
De uitvinding zal in het volgende in meer detail worden beschreven aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 toont de apparatuur die in een woning moet worden geïnstalleerd.
30 Figuur 2 toont een centraal station dat communiceert met de apparatuur in een aantal woningen.
1010024 6
Detailbeschrijving
Het stelsel kan ruwweg worden opgesplitst in vier systeemcomponenten: 1 centraal station.
2 basisstations (een per woning of per te bewaken omgeving) 5 3 waamemingseenheden (een per te bewaken radio- of tv-toestel) 4 persoondetectoren (een per persoon)
Al deze componenten zullen in het volgende in detail worden besproken aan de hand van de figuren.
Figuur 1 toont schematisch een woning 10 die voorzien is van een aantal kamers 10 12, 14 en 16. In kamer 12 staat een ontvangsttoestel 18a en in kamer 14 staat een ontvangsttoestel 18b. Elk ontvangsttoestel 18a, 18b kan worden gevormd door een radiotoestel of televisietoestel of een combinatie van beide. Ten aanzien van beide toestellen 18a en 18b wil men graag het kijk- en luistergedrag meten. In verband daarmee wordt in de buurt van het toestel 18a een waameemeenheid 30a geïnstalleerd 15 terwijl in de nabijheid van het toestel 18b een waameemeenheid 30b wordt geïnstalleerd.
De waameemeenheid 30a is voorzien van een microfoon 20 die aangesloten is op een versterker 22. Het door de versterker 22 afgegeven signaal wordt onderworpen aan een bewerking in de bewerkingsschakeling 24 teneinde bijvoorbeeld een aantal niet 20 relevante frequentiegebieden uit te filteren, achtergrondruis te verwijderen en dergelijke. Het bewerkte signaal wordt vervolgens via een zender 26 uitgezonden naar de nog ~ te beschrijven basiseenheid 40, die zich bevindt in kamer 16.
De werking van de componenten 22, 24 en 26 wordt bestuurd door een stuureen-heid 28.
25 Ook de waameemeenheid 30b is op dezelfde wijze voorzien van een microfoon ; 20, een versterker 22, een bewerkingsschakeling 24, een zender 26 en een stuurschake- ! ling 28.
De basiseenheid 40, die zich bevindt in de kamer 16 is voorzien van een ontvan- i i ger 32, waarmee de signalen van de zenders 26 kunnen worden ontvangen. Verder is 30 de basiseenheid voorzien van een afstemeenheid 34, waarmee afgestemd kan worden op alle stations die ook via de ontvangsttoestellen 18a en 18b te ontvangen zijn. De geluidssignalen van de ontvangen programma’s worden vanaf de afstemeenheid 34 toegevoerd aan een bewerkingseenheid 36, die op dezelfde wijze functioneert als de 1010024 7 bewerkingseenheden 24. In een geluidvergelijker 38 worden nu de signalen afkomstig van de bewerkingseenheid 36 en afkomstig van de ontvanger 32 met elkaar vergeleken.
Indien de beide signalen aan elkaar gelijk zijn, dan wordt in de stuureenheid 42 de frequentie, waarop de afstemeenheid 34 is afgestemd (danwel bijvoorbeeld het corres-5 ponderende kanaalnummer) opgeslagen tezamen met het tijdstip waarop vastgesteld werd dat de signalen van de bewerkingseenheid 36 en van de ontvanger 32 aan elkaar gelijk waren. Bovendien wordt vastgelegd van welke waameemeenheid de signalen, ontvangen via de ontvanger 32, afkomstig waren en welke waarnemers (voorzien van een transponder) in de betreffende kamer aanwezig waren.
10 Alhoewel in figuur 1 het basisstation getoond is in een afzonderlijke kamer 16 bestaat er geen enkel bezwaar om het basisstation in een der andere kamers te plaatsen dan wel eventueel buiten de omgeving 10 zolang de zenders 26 kunnen communiceren met de ontvanger 32.
De werking van de componenten 32, 34, 36 en 38 wordt bestuurd door de al 15 genoemde stuureenheid 42.
Zoals uit de bovenstaande componenten omschrijving blijkt wordt er gebruik gemaakt van geluidsvergelijking om vast te stellen op welk station de ontvangsttoestel-len (TV- of radiotoestellen 18a en 18b) staan afgestemd.
Het idee is dus dat de geluidvergelijker 38 het door de radio of TV geproduceer-20 de geluid vergelijkt met het de door de afstemeenheid 34 geproduceerde geluid. Een complicatie is dat er geen hardwarematige verbinding mag bestaan tussen de radio en/of TV ontvanger en het systeem. Om het geproduceerde geluid te herkennen zal het geluid door een microfoon, of een andere daartoe geschikte inrichting moeten worden ontvangen en in een elektrische signaal worden omgezet.
25 Dit signaal zou rechtstreeks vergeleken kunnen worden met het signaal dat van de afstemeenheid 34 wordt verkregen. De vergelijkingsprocedure kan echter aanzienlijk worden vereenvoudigd indien beide signalen een bewerking ondergaan in bewerker 24 respectievelijk in bewerker 36.
De beide bewerkers 24 en 36 zullen het elektrische signaal zodanig bewerken dat 30 er een frequentiebreedte van 1000 tot 6500 Hz overblijft. Met actieve filters zullen er dan diverse monsters (tussen de 4 en 20 stuks)worden genomen uit deze band met variabele frequentiebreedte.
De op deze wijze verkregen bewerkte signalen kunnen nu op verschillende 1010024 8 manieren met elkaar worden vergeleken. Probleem daarbij is dat de ontvangst in het basisstation 40 vrij is van ruis of storing terwijl in de waamemingseenheid 30 gebruik wordt gemaakt van een microfoon die ook "achtergrondruis" zal opvangen. Het blijkt echter mogelijk te zijn om deze vervuiling niet in de vergelijking mede te betrekken.
5 In principe kan de achtergrondruis worden geëlimineerd door alleen te kijken naar die delen van het totale signaal die boven het niveau van de achtergrondruis uitkomen. Volgens een methode worden van de bewerkte signalen de amplitude toppen geteld die boven een ingestelde waarde van de ruis uitkomen, hun plaats op de tijdas j wordt vergeleken, en de gemiddelde energie wordt vergeleken. Omdat het uitgezonden 10 signaal nog verstaanbaar of waarneembaar is in relatie tot een zekere mate van achtergrondruis, is het niveau van de ruis vooraf te definiëren (de genoemde ingestelde waarde). Hierdoor zal in de vergelijking de component "achtergrondruis" kunnen worden geëlimineerd en wordt deze stoorbron niet in de vergelijking betrokken.
Ook kan gebruik gemaakt worden van een niveaubegrenzer in geluidvergelijker.
15 De signalen worden in dat geval alleen dan vergeleken worden, indien het signaal van de waameemeenheid 30 voldoende hoog is t.o.v. de achtergrondruis. Ook dan zullen dus alleen de toppen van het signaal gebruikt worden voor de vergelijking.
In de geluidvergelijker 38 kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van: a- Fourier analyse 20 b- Adaptive Delta Modulation (flank richting vergelijking) c- trendvolging (volgen van het gehele top contour)
De vergelijking kan worden uitgevoerd voor een aantal monsters of samples waarbij gelijkheid wordt vastgesteld indien wordt voldaan aan twee voorwaarden. De eerste voorwaarde is: 25 (MSI-SS2)+(MS2-SS2)+(MS3-SS3)+(MS4-SS4)+(MS5-SS5)+(maximaaI 20 samples)^ 0 + ingw. waarbij: MS = master sample = monster van de afstemeenheid 34 SS = slave sample = monster van de waameemeenheid 30 30 ingw = ingegeven tolerantiewaarde i
Als tweede voorwaarde moet gelden dat het aantal monsters dat niet (o+ingw) is 1 binnen een bepaalde grens ligt: j # monsters ongelijk aan (o+ingw) = < x 1010024 9 waarbij: x = ingestelde grenswaarde voor het aantal monsters.
Als één van de twee parameters niet voldoen zal de vergelijking worden afgekeurd. Na drie maal vergelijken en driemaal afkeuren zal in het basisstation de afste-5 meenheid op het volgende station worden afgestemd t.b.v. de volgende vergelijkingscy-clus. Dit zal net zolang doorgaan tot dat de geluidsvergelijking zal voldoen aan de vooraf gestelde normering.
De presetstations, dat zijn de stations waarop de afstemeenheid achtereenvolgens moet afstemmen, worden bij installatie automatisch ingesteld. De afstemeenheid loopt 10 alle goed ontvangbare signalen af en zal de bijbehorende frequentieinformatie opslaan in een presetgeheugen.
Het vaststellen van het station waarop een toestel staat afgestemd heeft alleen zin indien er in de kamer of ruimte waar het toestel staat opgesteld tenminste een persoon aanwezig is, die dan geacht wordt naar de radio te luisteren dan wel naar de tv-uitzen-15 ding te kijken. Om de aanwezigheid van personen te kunnen vaststellen wordt in het hier beschreven stelsel gebruik gemaakt van transponders. Elke persoon die aan het onderzoek deelneemt draagt een transponder bij zich. Deze transponder wordt geactiveerd door een gemoduleerd activatiesignaal dat voortdurend uitgezonden wordt door de waamemingseenheden. Bij activatie zendt de transponder een van de modulatie 20 afhankelijke identificatiecode die door de waamemingseenheid kan worden ontvangen.
In figuur 1 zijn in kamer 12 twee personen aanwezig met de transponders 50a en 50b, terwijl in kamer 14 een persoon aanwezig is die de transponder 50c draagt. In kamer 16 is geen transponder aanwezig.
Teneinde ervoor te zorgen dat door een waamemingseenheid alleen transponders 25 worden geactiveerd die zich in dezelfde ruimte bevinden zal gebruik gemaakt moeten worden van een wijze van communicatie die door de wanden van de kamer wordt begrensd. In het beschreven stelsel wordt gebruik gemaakt van IR-datatransmissie. De waameemeenheden zijn elk voorzien van een IR-zender waarmee in een voorafbepaald ritme activeringssignalen worden uitgezonden. Elke transponder 50 is voorzien van een 30 IR-ontvanger 46 waarmee deze activeringssignalen kunnen worden ontvangen indien de transponder zich in dezelfde ruimte als de zender bevindt. Elke transponder is verder voorzien van een codezender 48 waarmee een voor elke transponder unieke identificatiecode kan worden uitgezonden. Deze identificatiecodes worden dan ontvangen door 1010024 10 de in elke waameemeenheid 30 ingebouwde codeontvanger 52. De codezender 48 van de transponder zendt radiofrequentiesignalen uit die wel door de muren heen gaan en in principe door alle code-ontvangers 52 van alle waameemeenheden kunnen worden ontvangen. Om dit probleem op te lossen zendt elke IR zender van elke waameemeen-5 heid een bepaalde code in het activeringssignaal mee. Deze code wordt in de transponder gedetecteerd en afhankelijk daarvan wordt een responssignaal, gecodeerd met een bepaalde code, uitgezonden. In de waameemeenheid wordt de code in het ontvangen responssignaal vergeleken met de eigen (IR) code. Alleen die waameemeenheid, waarbij beide codes aan elkaar gerelateerd zijn, zal vaststellen dat de transponder zich in 10 dezelfde kamer bevindt.
Zodra een transponder dus een ruimte binnenkomt zal deze reageren op het activatiesignaal van de waameemeenheid en zijn identificatiecode overdragen naar de waameemeenheid die deze code opbergt waarmee de transponder als "aanwezig’ geldt. Als de transponder niet meer antwoordt na drie activaties dan wordt de code uit het 15 geheugen verwijderd en wordt er vanuit gegaan dat de transponder "afwezig" is.
Door de waarden "aanwezig" en "afwezig" te vergelijken kan de verblijfsduur van de transponder in de ruimte worden vastgesteld.
Zolang er in een bepaalde ruimte geen transponder aanwezig is wordt er door de in die ruimte wel aanwezige waameemeenheid geen communicatie met het basisstation 20 uitgevoerd, met uitzondering van een "nulboodschap" die aan het basisstation aangeeft i dat de betreffende waameemeenheid staat ingeschakeld en correct functioneert. Wordt echter de aanwezigheid van een transponder vastgesteld dan wordt dit gemeld aan het basisstation tezamen met het te vergelijken (bewerkte) geluidssignaal zodat na afloop van het vergelijkingsproces in het basisstation bekend is op welk station het betreffende 25 toestel is afgestemd en welke persoon (transponder) in de zelfde ruimte als het toestel aanwezig is.
Een andere activiteit van het basisstation, die tot nu toe nog niet gedetailleerd is ] besproken is de communicatie met een centraal station zoals besproken zal worden mede met verwijzing naar figuur 2. Figuur 2 toont schematisch een aantal huizen lOx, 30 lOy en lOz elk op de bovenbeschreven wijze voorzien van een aantal waameemeenheden en een basisstation. Ter wille van de eenvoud is in elk huis alleen het basisstation 30x, 30y en 30z schematisch weergegeven. Elk basisstation kan communiceren met een schematisch weergegeven centraal station 60. Dit kan gerealiseerd worden door het 1010024 11 basisstation 30 op de locatie te verbinden met het telefoonnetwerk waarvoor zowel 2 draads, 4 draads, en ISDN verbindingen in aanmerking komen maar ook draadloze verbindingen bijvoorbeeld GSM. Verder is er een mogelijkheid voor satellietverbindingen d.m.v. Immarsat. De kiesinrichting in het basisstation 30 kan naar keuze worden 5 aangepast. In elk basisstation is een datazend(ontvang)er 54 aanwezig die kan communiceren met de data(zend)ontvanger 56 in het centrale station 60. Via deze hulpmiddelen kunnen alle gegevens, opgeslagen in de basisstations overgedragen worden naar het centrale station.
In een praktisch uitvoeringsvoorbeeld van het stelsel kunnen nog andere details 10 als boven besproken aanwezig zijn.
Het basisstation kan een antenne systeem hebben voor: FM, MG, LG, KG en alle TV frequenties.
Door draadloos één van de stralingsvelden van de TV-Set te meten als de TV-set in aangezet, d.m.v. een detectie inrichting welke is voorzien van een spoel die is 15 afgestemd op deze stralingsfrequenties, wordt gedetecteerd of de TV-set uit dan wel aan staat.
Als de TV-set uit staat, zal den master-tuner voor de radio presets actief zijn. De TV tuner is dan niet actief. Zodra de TV stand "aan" wordt gedetecteerd, zal de TV-tuner actief zijn en haar presets commanderen, ten einde na de geluidsvergelijking 20 de juiste preset frequentie te kiezen en te melden. Aan de hand van de programma programmering (de relatie tussen zendgemachtigde en kanaal) kan men dan gelijk aan de methode voor de radiozender de informatie verkrijgen.
Het gevraagde aansluitvermogen is zodanig dat het basisstation naast de normale netspanningen ook door een batterijvoeding kan worden gevoed.
25 Het basisstation kan ook voorzien zijn van een invoerinrichting om het de deel nemers aan het onderzoek mogelijk te maken i.p.v. analoog (via een formulier) zijn informatie vast te leggen, dit ook digitaal te doen. Dit, omdat men wil vaststellen of de enquêteur ook daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen van de uitzending in relatie met het later in het in te vullen enquête formulier m.b.t. tot zijn waardeoordeel over de 30 programma’s en reclame uitzendingen, (actieve metering)
De doelstelling is dat naast de opgeslagen data in het basisstation, zoals apparaat adres, N.A.W. en datum en tijd van de "aanwezigheid van de transponderdrager" ook toevoegt naar welk station is geluisterd of gekeken.
1010024 12
Hiertoe kan het basisstation voorzien zijn van een tweetal tuners waarmee de beschikbare zenders kunnen worden afgescand. De ontvangstgevoeligheid kan worden ingesteld, zodat een zenderselect op ontvangstkwaliteit kan plaatsvinden.
Tuner 1 is ingericht voor de ontvangst van het TV signaal.
5 Tuner 2 is ingericht voor de ontvangst van het radio signaal.
De tuners hebben een inrichting, die het mogelijk maakt dat zij automatisch de frequentiebanden voor radio en TV zenders kunnen afzoeken en deze ook kunnen opslaan in een "preset geheugen" zo dat is vastgelegd op welke frequenties deze zenders werden ontvangen.
10 Er wordt aan deze tuners een inrichting toegevoegd die deze presets voorziet van een zendemaam.
Ook, afhankelijk van de applicatie kan men via de telefoon of een andere remote input frequenties ingeven in zulk een preset geheugen, zo dat alleen die stations in een ί metering opdracht worden beoordeeld. Het ultieme is dat er slechts 1 station in het 15 preset geheugen is opgeslagen, als zulk een station wil vaststellen hoeveel geënquêteerden luisteren of kijken op een bepaald ogenblik.
Of de TV tuner dan wel de radio tuner actief is hangt af van de scanning van het bij een in werking zijnde TV set behorend magnetisch veld van ca. 16 KHz. Indien zulk een veld afwezig is zal de radio tuner actief zijn en bij de aanwezigheid van dit speci-20 fiek TV veld de TV tuner. De radio tuner zal dan inactief worden.
; De geluidsinformatie van de radio of TV set in de woning zal door een richtmi crofoon of breedbandige microfoon worden opgevangen. Na een bewerking in de vergelijkingsinrichting zal dit signaal worden vergeleken (real time research) met de geluidssignalen van de preset afstemmingen die sequentieel worden aangeboden. Ook 25 deze signalen worden op de zelfde wijze bewerkt als het microfoon signaal. Deze twee signalen worden vergeleken en als deze binnen een vooraf bepaalde mate van gelijkheid overeenstemmen zal dit signaal(naam) behorende bij de preset listing als het beluisterde of bekeken station worden gemeld.
Als een ontvangsttoestel in werking is zal de presetvergelijking plaatsvinden. In 30 de applicatie zal deze mogelijkheid meestal als volgt worden geïmplementeerd. Het | preset zoeken en vergelijken in het basisstation zal pas dan plaatsvinden als een trans ponder op hoorafstand is. Het noteren in de data base met alle andere (transponder gegevens) vindt pas plaats als de transponder binnen "hoorafstand van de waamee- 1010024 13 meenheid" komt. Als de transponder weer buiten de "hoorafstand" komt zal een tweede notatie plaatsvinden. Hierdoor kan men de "luistertijd van de deelnemer" berekenen.
Het basisstation kan bijvoorbeeld De home base uitgerust zijn met een inrichting die 8 transponders op 8 verschillende frequentie beluistert. De transponder zendt in een 5 tijdsinterval(bv. iedere 10 sec.) een korte "burst" uit. Door zijn unieke frequentie is deze ook uniek benoemd (traceerbaar) Collision is in deze vinding onmogelijk, omdat als alle 8 transponder binnen hoorafstand zijn zij nooit met elkaar kunnen communiceren. De frequenties van de transponders kunnen zodanig worden gekozen dat zij per land aan de aldaar geldende verordeningen zullen voldoen. Elke transponder burst 10 bestaat bijvoorbeeld uit 8 bits. Hierdoor kan men per PAB ook geïdentificeerde berichten kenbaar maken. In de basisstations is een inrichting ontworpen die de zenderont-vangst van de transponders integreert met de gewenste afstand.
De signaalbewerking in het basistation kan zodanig plaats vinden dat door een elektronische inrichting het geluidsspectrum van 1 tot 6,5 KHz wordt opgedeeld in 15 frequentie blokken van variabele frequentielengten. De blokken van beide signalen (preset stations afstemming in basistation en microfoon signaal van de waameemeen-heid) zullen dan real time worden vergeleken. Door vooraf een ruis/signaal verhouding in te stellen en de blokken zodanig in het spectrum te positioneren zal men achter-grondsignaal kunnen elimineren bij de signaalvergelijking. Als de signalen overeenko-20 men wordt door de home base inrichting de gevolgtrekking geëxecuteerd door de preset in te stellen.
Let wel, dit moet men dan wel in tabelvorm in het thuisapparaat hebben geïndiceerd, welke zendgemachtigde op welke frequentie of kanaal is geplaatst of welk kanaal een relatie heeft met welke band of frequentie in een kabelsysteemaansluiting. 25 Dit kan remote of ter plekke geschieden.
In het algemeen kan men ervan uitgaan dat de wanden (binnen en buitenmuren van normale huizen) geen magnetische isolatie hebben. Dit betekent dat als de transponders continue of met intervallen bursts uitzenden, die door alle waameemeenheden binnen het bereik van de transponders zullen worden ontvangen. De waameemeenhe-30 den zullen dan dus aangeven dat de transponder zich op meerdere plekken gelijktijdig bevindt. Dit is natuurlijk niet de bedoeling en dus niet bruikbaar.
De PAB’s zullen dus een niet aan magnetische of aan radiogolven verwant presentiesignaal moeten afgeven. Deze mogelijkheid vanuit de transponders actief 1010024 14 melden is echter ook niet de beste oplossing vanuit het oogpunt van een beperkte batterij capaciteit.
De transponders zullen dus als een passieve component binnen het stelsel worden gedefinieerd. De waameemeenheden zullen een voldoende sterk signaal binnen de 5 ruimte verspreiden, dat zich juist buiten de frequentie van het zichtbare licht zal bevinden (aan de IR zijde van het spectrum). De waameemeenheid zal aan het signaal zijn code toevoegen, die uniek is gekoppeld aan zijn unieke adres. De transponders weten nu welke code zij bij hun periodieke burst moeten voegen om uitsluitend en alleen een gecodeerd signaal uit te zenden dat uitsluitend en alleen door de betreffende waamee-10 meenheid wordt herkend. De andere waameemeenheden die mede eventueel dit gecodeerde signaal "horen’ zullen nu niet reageren.
De functionaliteit van de transponders kan als volgt worden samengevat: a- het detecteren van de waameemeenheid gebonden unieke IR code b- het opwekken van een unieke zenddraaggolffrequentie (batch ID) 15 c- het opslaan van de waameemeenheid herkenning informatie, (waameemeenheid locatie modulatie mode) d- het moduleren op de draaggolf van de waameemeenheid-informatie (locatie aanduiding) e- het indelen van de modulatie in een puls/breedte signaal, (manueel ingevoerde 20 informatie en transponder conditie) f- De waameemeenheid roept na een aanwezigheidsmelding de aanwezige transponders regelmatig volgens een interval schema op. De waameemeenheid kan bv. de transponders drie maal oproepen. Als er geen antwoord meer komt is daarmee vastgesteld dat de betreffende transponder de kamer heeft verlaten.
25 g- Fysieke herkenning van de geënquêteerde.
De transponder kan worden uitgevoerd in een button model en in diverse kleuren of vorm of met een nummer met de bedoeling om een eenduidige visuele herkenning en toewijzing aan de zelfde enquête persoon gedurende de enquêteperiode.
Door de frequentiedifferentiëringsmethode (8 verschillende frequenties, één per 30 transponder)is het de transponder identificatiecode gelijk aan de toegewezen frequentie van de transponder. Dit is vastgelegd in een tabel. De door de waameemeenheid in zijn transponder-triggerbericht meegegeven unieke waameemeenheid adrescode wordt door de transponder gemoduleerd op zijn zendfrequentie.
1010024 15
Hierna zal(zullen) de transponders) deze code dus gemoduleerd melden aan de waameemeenheid. Alleen de waameemeenheid met het juiste adres zal dus deze transponder als "aanwezig" melden. Het is dus best mogelijk dat ook andere waameemeen-heden dit signaal zullen ontvangen, maar doordat de gemoduleerde adresinformatie niet 5 matched met de waameemeenheid zal deze dan geen "aanwezigheid" melden.
De transponder is bij voorkeur opgebouwd uit low energy componenten en is in een slaap-mode totdat de gecodeerde, van het unieke betreffende waameemeenheid adres voorziene, triggerpuls is ontvangen.
Door de kleine afmeting, milieu aspecten en gewicht zal worden gekozen voor 10 een lithium spanningsbron of een andere milieu vriendelijke spanningsbron. De batterij functie wordt overgenomen of ondersteund door een IR of een lichtgevoelige cel die deze energie converteert is een elektrische spanning.
Specifieke andere meldingen zoals een batterij low indicatie, kan in het ID-bericht worden mee verzonden, zodat bij het uitlezen van de gegevens op het 15 decodeercentrum mede de enquêteur kan worden verwittigd van de batterij-status, of dat deze door de "dienst" bij een bezoek kan worden vervangen, etc. Ook kan men "real time" emotieinformatie verkrijgen door op de button aanwezige "knopjes" een indicatie te geven van wat men vindt of hoe men het beluisterde of de waargenomen informatie beoordeelt. Deze informatie wordt aan de waameemeenheid kenbaar ge-20 maakt door het moduleerde signaal te voorzien van een puls/breedte codering.
De functionaliteit van de waameemeenheden kan als volgt worden samengevat: a- het ontvangen van geluid (per microfoon of directe verbinding) b- het conditioneren van het geluid tot een voorafbepaald format c- het activeren van de transponders plus het voorzien van locatieinformatie van de 25 waameemeenheid d- het vaststellen van welke transponders zenden (draaggolfselectie) e- het vaststellen welke additionele data de transponders nog verder melden (puls/breedteinfo) f- het vaststellen of de TV-set is aangeschakeld 30 g- het verzenden naar het basisstation van alle signalen.
h- het basisstation sync-signaal doorgeven aan de transponders binnen het territoir van de betreffende waameemeenheid.
1010024 16
De functionaliteit van de basisstations kan als volgt worden samengevat: a- het synchroniseren van de waameemeenheden b- het bemonsteren van het aangeboden geconditioneerde geluid en de monsters vergelijken met de monsters van de eigen tuners. (ecl..de info over TV of radio 5 origine).
c- het eventueel kiezen van de tuners (stabiele instelling voor de radio-ontvangst) d- digitaliseren van de (alle) data gegevens e- het ontvangen, listen en presetten van alle zenders t.b.v. de mastertuners (3 TV en 4 radio) (zelf lerend principe) 10 f- data base bestand opbouwen g- invoer van gegevens van de enquête, zoals het formulier invullen per keyboard.
5 h- het verzenden van de data naar een centraal station via bv (GSM) i- het inlezen van de favoriete presets per ge-enquêteerde zodat de gelijkheid aanmerkelijk sneller kan worden vastgesteld. Als de ge-enquêteerde veel kijkt naar 15 de stations C, F en H, dan worden deze stations in de sequentie eerst vergeleken en pas daarna andere stations. Het gemeten kijkgedrag wordt dus in feite gebruikt om het stelsel fijn af te regelen.
De functionaliteit van het centrale station kan als volgt worden samengevat:
Het centrale station bestaat uit een PC, systeem en applicatiesoftware De functi-20 onaliteit is het verwerken van ingebouwde databestanden tot bruikbare applicatie informatie t.b.v de marktonderzoekondememingen en hun klanten. De functionaliteit van de CVE is verder het opvragen, verzamelen en vastleggen van de data van de uitstaande HB’s in een event driven object oriented open data base. Daarnaast het berichten verzenden aan de uitstaande HB’s, alsmede het verzorgen en controleren van 25 de meerdere gewenste instellingen bij de HB’s.
1 Door de open data base structuur kan dan elke custom metering applicatie wor den aangesloten.
1010024

Claims (6)

1. Stelsel voor het registreren van het kijk- en/of luistergedrag van een aantal personen naar televisie- en/of radio-uitzendingen waarbij binnen een bepaalde omgeving een of meer televisietoestellen en/of een of meer radiotoestellen aanwezig kunnen 5 zijn, met het kenmerk, dat in de nabijheid van elk televisie- of radiotoestel een waameemeenheid wordt geïnstalleerd tenminste voorzien van een microfoon, waarmee het door het betreffende toestel voortgebrachte geluid wordt opgenomen en 10. een datazender waarmee het geluid dan wel een daarmee gerelateerd signaal kan worden uitgezonden, dat binnen of in de nabijheid van de genoemde omgeving een basiseenheid wordt geïnstalleerd, tenminste voorzien van een tuner waarmee afgestemd kan worden op alle stations die ook via de 15 genoemde toestellen ontvangen kunnen worden, een dataontvanger waarmee de signalen van de datazenders ontvangen kunnen worden, een processor die de volgende stappen uitvoert: a) afstemmen van de dataontvanger op de datazender van een geselecteer- 20 de waameemeenheid, b) sequentieel afstemmen van de tuner op de te ontvangen stations en telkens vergelijken van het ontvangen geluidssignaal dan welk een daaraan gerelateerd signaal met het via de datazender en dataontvanger van de geselecteerde waameemeenheid verkregen signaal, 25 c) stoppen van het sequentiële afstemproces indien de signalen van tuner en ontvanger gelijk zijn, d) registeren van een identificatiegegeven van het station waarop de tuner op dat moment is afgestemd samen met het momentane tijdstip in een geheugen, 30 e) sequentieel herhalen van de stappen a)...d) telkens voor een volgende waameemeenheid.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat alle personen die aan het } u ΐ ü- e 2 4 onderzoek naar het kijk- en/of luistergedrag deelnemen worden voorzien van een transponder, die door een afvraagsignaal kan worden geactiveerd tot het uitzenden van een gecodeerd responssignaal en dat in de nabijheid van elk televisie- of radiotoestel een zendontvanger wordt geïnstalleerd tenminste voorzien van 5 - een afvraagzender waarmee periodiek een afvraagsignaal wordt uitgezonden en een responsontvanger waarmee de gecodeerde responssignalen kunnen worden ontvangen en althans tijdelijk kunnen worden opgeslagen, middelen waarmee de opgeslagen responssignalen dan wel daaraan gerelateerde signalen kunnen worden overgedragen naar de bij het betreffende toestel beho-10 rende waameemeenheid, waar de responssignalen kunnen worden gecombineerd met het aan de datazender toe te voeren signaal.
3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat bij aanwezigheid van tenminste een responssignaal de datazender, zodra deze wordt geactiveerd, het van de microfoon 15 afkomstige geluid dan wel het daaraan gerelateerde signaal tezamen met het responssignaal uitzendt naar de basiseenheid, en bij afwezigheid van een responssignaal een slechts een voorafbepaalde nulboodschap uitzendt.
4. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in elke 20 waameemeenheid het van de microfoon afkomstige signaal wordt onderworpen aan een voorafbepaalde frequentiefiltering en/of een voorafbepaalde amplitudefiltering waarvan het resultaat het genoemde gerelateerde signaal vormt en dat dezelfde voorafbepaalde frequentiefiltering en/of een voorafbepaalde amplitudefiltering in de basiseenheid wordt toegepast op het van de tuner afkomstige signaal. 25
5. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke basiseenheid aangesloten kan worden op een communicatienetwerk waarover de verzamelde gegevens kunnen worden overgedragen naar een centraal station.
6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het netwerk bestaat uit een draadgebonden dan wel draadloos telefonienetwerk, dat elke basiseenheid voorzien is " van een passende telefoonzender en het centrale station voorzien is van een passende telefonieontvanger. i 1010024
NL1010024A 1998-09-08 1998-09-08 Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag. NL1010024C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010024A NL1010024C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag.
PCT/NL1999/000557 WO2000014914A1 (en) 1998-09-08 1999-09-08 System for determining and recording the number of listeners and/or viewers of a radio or a television broadcast programme

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010024A NL1010024C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag.
NL1010024 1998-09-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010024C2 true NL1010024C2 (nl) 2000-03-09

Family

ID=19767765

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010024A NL1010024C2 (nl) 1998-09-08 1998-09-08 Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1010024C2 (nl)
WO (1) WO2000014914A1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2555383A1 (fr) * 1983-11-23 1985-05-24 Barrault Christian Dispositif de surveillance automatique de recepteurs radio ou television a fins d'etudes statistiques d'audience des differentes stations emettrices
WO1990000330A1 (en) * 1988-06-29 1990-01-11 Viewfacts, Inc. Radio meter
WO1991011062A1 (en) * 1990-01-18 1991-07-25 Young Alan M Method and apparatus for broadcast media audience measurement
FR2715016A1 (fr) * 1994-01-10 1995-07-13 Charlet Sandrine Dispositif autonome et portatif de mesure d'audience des stations de radiodiffusion et des chaînes de télévision, procédé et système pour sa mise en Óoeuvre.
EP0687083A1 (de) * 1994-06-08 1995-12-13 Erwin Kayser-Threde GmbH Vorrichtung und Verfahren zum Erfassen der Nutzung von Rundfunkprogrammen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2555383A1 (fr) * 1983-11-23 1985-05-24 Barrault Christian Dispositif de surveillance automatique de recepteurs radio ou television a fins d'etudes statistiques d'audience des differentes stations emettrices
WO1990000330A1 (en) * 1988-06-29 1990-01-11 Viewfacts, Inc. Radio meter
WO1991011062A1 (en) * 1990-01-18 1991-07-25 Young Alan M Method and apparatus for broadcast media audience measurement
FR2715016A1 (fr) * 1994-01-10 1995-07-13 Charlet Sandrine Dispositif autonome et portatif de mesure d'audience des stations de radiodiffusion et des chaînes de télévision, procédé et système pour sa mise en Óoeuvre.
EP0687083A1 (de) * 1994-06-08 1995-12-13 Erwin Kayser-Threde GmbH Vorrichtung und Verfahren zum Erfassen der Nutzung von Rundfunkprogrammen

Also Published As

Publication number Publication date
WO2000014914A1 (en) 2000-03-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5594934A (en) Real time correlation meter
EP0232446B1 (en) Wireless transmission from the television set to the televison station
KR930004821B1 (ko) 데이터 수집장치 및 데이터 수집방법
KR940011110B1 (ko) 시청자폴링(여론조사)및응답처리를위한위성텔레비젼통신시스템
US4599644A (en) Method of and apparatus for monitoring video-channel reception
US4058829A (en) TV monitor
US5223923A (en) Cellular repeater stations in a wireless audience response system for satellite communication
EP0275328B1 (en) Apparatus for collecting tv channel data and market research data
CN1024738C (zh) 用于观众查询和处理回答的卫星电视通信系统
USRE34895E (en) Home automation system
US5896554A (en) Status monitoring apparatus for car radio
WO1991011062A1 (en) Method and apparatus for broadcast media audience measurement
US5091877A (en) Data processing apparatus
US6484316B1 (en) Television audience monitoring system and apparatus and method of aligning a magnetic pick-up device
JPH0265330A (ja) テレビとラジオの番組区分の識別・検証方法並びに装置
CN1283341A (zh) 加入移动手机和基站的观众测量系统
WO2001047269A1 (en) Automatic reminder system using transmitted id codes
WO1994017609A1 (en) Television viewer monitoring system
JPS627759B2 (nl)
US5257099A (en) Central data processing station for satellite communication with local area audience response station
US20070162923A1 (en) Television audience measurement system and method
US20090170446A1 (en) Rf radio broadcast transceiver
CA2220312C (en) Radio receiver and rebroadcaster
NL1010024C2 (nl) Stelsel voor het registreren van kijk- en/of luistergedrag.
US3211830A (en) Pay television switching apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: STICHTING VRS

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050401