NL1009869C2 - Pellet geschikt als inzetmateriaal voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat, werkwijze voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat en werkwijze voor de vervaardiging van een pellet geschikt voor het voeden van een metallurgisch vat. - Google Patents

Description

Pellet geschikt als inzetmateriaal voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat, werkwijze voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat en werkwijze voor de vervaardiging van een pellet geschikt voor het voeden van een metallurgisch vat

De uitvinding heeft ten eerste betrekking op een pellet geschikt als inzetmateriaal voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat, zoals een hoogoven. Een dergelijke pellet is bekend uit de praktijk van het ijzer- en 5 staalbedrijf en wordt vervaardigd uit een mengsel dat ijzererts, een fluxmiddel en een bindmiddel omvat.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat, zoals een hoogoven of een "cyclone converted furnace", 10 omvattende het voeden van het metallurgische vat met ijzererts dat begrepen is in pellets, en met een brandstof geselecteerd uit de groep omvattende poederkool, cokes, aardgas, olie en teer. Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke pellet.

15 Uit de praktijk van het geïntegreerde ijzer- en staalbedrijf is bekend een dergelijke pellet die geschikt is voor het voeden van een metallurgisch vat voor de vervaardiging van ruwijzer te vervaardigen in een aantal werkwijzestappen welke omvatten het in poedervorm en/of fijne korrels 20 in vooraf bepaalde verhoudingen mengen van ijzererts, een fluxmiddel en een bindmiddel tot een basismengsel, gevolgd door het pelletiseren van het basismengsel tot knikkers en ' het daarna achtereenvolgens drogen, verwarmen, branden en koelen van de knikkers tot gerede pellets. In deze werkwijze 25 wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een concentraat van ijzer- 1 erts dat in poedervorm/korrelvorm is gebracht en dat een ze- = kere vochtigheid heeft, bijvoorbeeld 8 tot 10%. Zowel het fluxmiddel als het bindmiddel worden tevens in poedervorm gebracht en met het ijzererts vermengd waarbij in de regel ^ 30 zowel het fluxmiddel als het bindmiddel een zelfde korrel- : grootte heeft als het ijzererts. Een gebruikelijk fluxmiddel 1 is bijvoorbeeld kalk. Voor het bindmiddel kan hars of cement 1009869 2 worden toegepast maar meer gebruikelijk is bentoniet vanwege de goede bindkwaliteit over een groot temperatuurtraject. Het basismengsel van de ijzererts, het fluxmiddel en het bindmiddel wordt vervolgens in een pelletiseerinrichting gebracht 5 voor het uit het basismengsel vormen van knikkers. De pelletiseerinrichting kan bijvoorbeeld een inrichting met draaiende schotels zijn of een trommel. Hierbij ontstaan knikkers welke in de pelletiseerinrichting aangroeien tot een bepaalde afmeting; gebruikelijk is circa 8 tot 18 mm. Daarna ondergaan 10 de korrels bijvoorbeeld via een lopende-bandsysteem een uit-hardingsbewerking door het achtereenvolgens drogen, verwarmen, branden en koelen van de korrels tot gerede pellets. Gebruikelijke temperaturen die in deze onderscheidenlijke stappen worden toegepast zijn voor het drogen circa 20 tot 15 450°C, voor het verwarmen en branden van 450°C tot 1100 a 1300°C en voor het koelen circa 100°C.

Uit EP-A-0 415 146 is een werkwijze voor het vervaardigen van agglomeraten van gesinterde pellets bekend, welke de stappen omvat van het mengen en pelletiseren van 20 fluxmiddel en grove cokes met fijn ijzererts totdat groene pellets worden verkregen, welke vervolgens aan de buitenzijde met poedervormige cokes worden gecoat en gesinterd. Met de uit deze publikatie bekende werkwijze worden derhalve pellets verschaft die behalve dat deze ijzererts bevatten ook brand-25 stofhoudend zijn. Door het toepassen van dergelijke pellets kan op het normale cokesgebruik in de hoogoven worden bespaard. Het totale cokesverbruik per ton ruwijzer blijft echter onveranderd.

De gerede pellets worden in een bekende werkwijze 30 voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat, zoals een hoogoven, als ijzererts-houdend materiaal het vat ingebracht te zamen met een normaal in te brengen brandstof in de vorm van cokes. De brandstof dient daarbij een tweeledig doel; enerzijds het verschaffen van brandstof voor het 35 realiseren van een voldoend hoge temperatuur in het vat, anderzijds het dienen als bron voor koolmonoxidegas ten behoeve van het reduceren van het ijzererts tot ijzer. In verband hiermee dient in een gangbare praktijk van het hoogovenbe-drijf circa 500 kg cokes ingezet te worden als brandstof voor : 1OG 88 69 3 de vervaardiging van een ton ruwijzer. Een probleem is dat de vervaardiging van cokes kostbare fabrieken vergt benevens een zware milieubelasting oplevert vanwege de tijdens de cokesfa-bricage ontstane bij- en restprodukten. Er is vanuit dat oog-5 punt een doorlopend streven en economisch motief om de hoeveelheid ingezette cokes bij de vervaardiging van ruwijzer terug te dringen teneinde tot lagere kostprijzen per ton vervaardigd ruwijzer te komen, en het energieverbruik te verminderen.

10 Met de uitvinding is nu beoogd hieraan een bijdrage te leveren. Dit wordt in een eerste aspect volgens de uitvinding bereikt doordat pellets worden toegepast met brandstof die in de kern van de pellet is opgenomen, en die is geselecteerd uit de groep kolen, poederkool, of een combinatie daar-15 van. Door nu een dergelijke pellet volgens de uitvinding te gebruiken in een werkwijze voor de vervaardiging van ruwijzer is een besparing bereikbaar in de hoeveelheid in te zetten cokes. Tengevolge van de bereikte cokesverdringing zijn uiteindelijke lagere investeringskosten bereikbaar tengevolge 20 van de lagere benodigde capaciteit van de cokesfabrieken. Tevens is de milieubelasting minder.

De werkwijze voor de vervaardiging van de pellet volgens de uitvinding omvat het in poedervorm in vooraf bepaalde verhoudingen mengen van ijzererts, een fluxmiddel en 25 een bindmiddel tot een basismengsel gevolgd door het pelleti-seren van het basismengsel tot korrels en het daarna achtereenvolgens drogen, verwarmen, branden en koelen van de korrels tot gerede pellets, en is erdoor gekenmerkt, dat het basismengsel voorafgaand aan het pelletiseren wordt verrijkt 30 met een brandstof in deeltjesvorm zodat de deeltjes ieder afzonderlijk een kern gaan vormen van de gerede pellets. Verrassenderwijs is gebleken dat een op deze wijze vervaardigde pellet die in de kern een brandstofknikker omvat zich ook daadwerkelijk laat realiseren, d.w.z. dat de in de kern opge-35 nomen brandstof tijdens het verwarmen en branden van de pellets minimaal wordt uitgebrand. Bovendien wordt in de werkwijze voor het vervaardigen van een pellet volgens de uitvinding het voordeel bereikt dat bij gebruik de vluchtige bestanddelen uit de kolen of poederkool worden verwijderd. Deze 1 00 98 69 4 vluchtige bestanddelen kunnen tot een brandstofbesparing in het proces voor de vervaardiging van de pellets dienen vanwege de calorische waarde die in deze vluchtige bestanddelen begrepen is.

5 De pellet volgens de uitvinding laat zich effectief realiseren zodanig dat de doelstellingen volgens de uitvinding worden bereikt indien de deeltjes van de brandstof een grootte hebben in het bereik van circa 4 tot 30 mm. De gerede pellets die verkregen worden met de werkwijze volgens de uit-10 vinding zijn er dan door gekenmerkt, dat deze een afmeting hebben in het bereik van circa 12 tot 45 mm.

1009869

Claims (8)

1. Pellet geschikt als inzetmateriaal voor de vervaardiging van ruwijzer in een metallurgisch vat, zoals een hoogoven, vervaardigd uit een mengsel dat ijzererts en/of ijzerertsconcentraat, een brandstof en eventueel een fluxmid- 5 del en een bindmiddel omvat, met het kenmerk, dat de brandstof in de kern van de pellet is opgenomen, welke brandstof is geselecteerd uit de groep omvattende kolen, poederkool, of een combinatie daarvan.

2. Pellet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 uit de brandstof de vluchtige bestanddelen in hoofdzaak zijn verwijderd.

3. Werkwij ze voor de vervaardiging van ruwij zer in een metallurgisch vat, zoals een hoogoven omvattende het voeden van het metallurgische vat met ijzererts dat begrepen is 15 in pellets, en met een brandstof geselecteerd uit de groep omvattende poederkool, cokes, aardgas, olie, teer, met het kenmerk, dat de pellets in de kern een brandstof omvatten geselecteerd uit de groep kolen, poederkool, of een combinatie daarvan.

4. Werkwijze voor de vervaardiging van een pellet geschikt voor het voeden van een metallurgisch vat voor de _ vervaardiging van ruwijzer, omvattende het in poedervorm in vooraf bepaalde verhoudingen mengen van ijzererts, een flux-middel en een bindmiddel tot een basismengsel, gevolgd door 25 het pelletiseren van het basismengsel tot korrels en het daarna achtereenvolgens drogen, verwarmen, branden en koelen van de korrels tot gerede pellets, met het kenmerk, dat het basismengsel voorafgaand aan het pelletiseren wordt verrijkt met een brandstof in deeltjesvorm zodat de deeltjes ieder 30 afzonderlijk een kern gaan vormen van de gerede pellets.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de brandstof is geselecteerd uit de groep omvattende kolen, poederkool, of een combinatie daarvan.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, 35 dat uit de brandstof de vluchtige bestanddelen in hoofdzaak zijn verwijderd. r; 1 00 98 69

7. Werkwijze volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de deeltjes van de brandstof een grootte hebben in het bereik van circa 4-30 mm.

8. Werkwijze volgens één der conclusies 4-7, met het 5 kenmerk, dat de gerede pellets een afmeting hebben in het bereik van ca. 12-45 mm. 1 00 9869