NL1009326C1

NL1009326C1 - Inklapbare opslagcontainer.

Info

Publication number: NL1009326C1
Application number: NL1009326A
Authority: NL
Inventors: Jeroen Klaasjan Verbrugge; Jacqueline Leontine Van Heist; Enza Aimee Emilie Mooyman; Leendert Stam
Original assignee: Stam Beheer B V L
Priority date: 1998-06-05
Filing date: 1998-06-05
Publication date: 1999-12-07

Description

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opslagcontainer omvattende een al of niet dichte, polygonale bodem met aan zijn langszijden al of niet dichte, opstaande 5 wanden, welke wanden handmatig inklapbaar zijn.

Inklapbare opslagcontainer.

Een dergelijke inklapbare opslagcontainer is bekend uit een Europese octrooiaanvrage nr. 443.327. De daarin beschreven opslagcontainer omvat een rechthoekige bodem waarvan op de hoekpunten vier staanders uitgaan. Vier wanden zijn aan de zijden van 10 de bodem tussen de staanders opgenomen en daarmee aan hun onderzijde door middel van een scharnierpen schamierbaar verbonden. Aan hun bovenzijde zijn de zijwanden voorzien van middelen om de wanden in een rechtopstaande stand te fixeren.

Een bezwaar van deze bekende inklapbare opslagcontainer is dat de daarin toegepaste 15 scharnierconstructie relatief kwetsbaar is. Niet zelden wordt met opslagcontainers van de hier bedoelde soort betrekkelijk ruw omgegaan, wat tot gevolg kan hebben dat een scharnierpen wordt verbogen of zelfs afbreekt, in welk geval de volledige container althans tijdelijk uit bedrijf dient te worden genomen, ter reparatie of zelfs algehele vervanging.

20

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd in een inklapbare opslagcontainer van de in de aanhef genoemde soort te voorzien die aanmerkelijk minder kwetsbaar is en bij onverhoopte beschadiging bijzonder snel kan worden hersteld.

25 Om het beoogde doel te bereiken heeft een opslagcontainer van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat ter plaatse van ieder hoekpunt van de bodem een hoeklichaam is aangebracht met ten minste een primair steunorgaan, dat de bodem secundaire steunmiddelen omvat, en dat de primaire steunorganen en de secundaire steunmiddelen althans ter plaatse van de hoekpunten onderling kunnen 30 samenwerken om in een invoerruimte daartussen de wanden van de container vrij losneembaar te ontvangen.

1009326 -2-

De onderhavige uitvinding gaat daarbij uit van in beginsel losse wanden die tussen primaire steunorganen en secundaire steunmiddelen worden geschoven. Hiermee kunnen relatief kwetsbare schamierorganen zoals bij de bekende opslagcontainer worden vermeden. Bovendien vergemakkelijken volledig losneembare wanden de 5 eventuele reparatie van een onverhoopte beschadiging daaraan, met name omdat de container daarvoor niet uit bedrijf behoeft te worden genomen. De beschadigde wand kan immers eenvoudig worden uitgenomen en al of niet tijdelijk worden vervangen door een reservewand. De beschadigde wand kan vervolgens worden hersteld terwijl de container in bedrijf blijft.

10

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat het ten minste ene primaire steunorgaan van een hoeklichaam twee, al of niet aaneengesloten, steunvlakken omvat die zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van elkaar en aan weerszijden van een hoekpunt in hoofdzaak parallel aan de aan het 15 hoekpunt grenzende zijden van de container uitstrekken en dat de steunvlakken en de secundaire steunmiddelen, althans ter plaatse een het hoekpunt een invoerruimte insluiten om daarin een wand van de container vrij losneembaar te ontvangen.

Dergelijke al of niet aaneengesloten steunvlakken als primair steunorgaan blijken reeds 20 bij een geringe hoogte een voortreffelijke ondersteuning te geven aan de zijwanden die aan hun tegenovergelegen zijde adequaat tegen de secundaire steunmiddelen van de containerbodem afsteunen. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat het hoeklichaam een grondvlak omvat waarvan de steunvlakken uitgaan en door middel waarvan het met de bodem is 25 verbonden, en dat de secundaire steunmiddelen zijwanden van de bodem omvatten die tezamen met de tegenover gelegen steunvlakken van een hoeklichaam de invoerruimte begrenzen. Het grondvlak maakt een eenvoudige montage van de hoeklichamen aan de containerbodem mogelijk, waarbij het grondvlak een bodem van de invoerruimte vormt en de steunvlakken en de zijwanden van de bodem de invoerruimte zijdelings 30 begrenzen. Vanuit fabricagetechnisch oogpunt maar ook omwille van de sterkte en duurzaamheid verdient daarbij een verdere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer 1 ^ 09? ^ -3- volgens de uitvinding de voorkeur welke is gekenmerkt doordat de steunvlakken op het hoeklichaam aaneengesloten zijn en met het grondvlak van het hoeklichaam een integraal geheel vormen. Hierdoor wordt een uitermate stevig en robuust geheel bereikt, dat zich betrekkelijk eenvoudig uit bijvoorbeeld plaatstaal laat vervaardigen.

5

In een belangrijke voorkeursuitvoeringsvorm heeft de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat de bodem van de container een basisdeel en een bovendek omvat, dat de steunvlakken rechtstreeks met het basisdeel zijn verbonden en dat het bovendek aan althans één van de zijden van de container teruggetrokken ligt ten io opzichte van het basisdeel om aldus de invoerruimte te laten bestemd voor een wand van de container. Doordat, in deze uitvoeringsvorm, het basisdeel van de containerbodem de invoerruimte aan de onderzijde begrenst, kan een grondvlak bij het hoeklichaam achterwege blijven. De hoeklichamen van deze uitvoeringsvorm kunnen daardoor bijzonder eenvoudig van aard zijn en behoeven niet meer te omvatten dan een 15 omgebogen stuk plaatstaal dat rechtstreeks tegen de containerbodem wordt genageld, geschroefd of anderszins bevestigd.

Ten behoeve van een praktische hantering van de opslagcontainer heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk 20 dat de bodem een palletconstructie omvat bestemd om daarin heforganen van een hefinrichting te ontvangen. Met name grotere en daardoor zwaardere containers laten zich dankzij een dergelijke palletconstructie in hun bodem moeiteloos manoeuvreren met behulp van gangbare hefmiddelen zoals een heftruck of hefwagen. Bij voorkeur wordt daarbij uitgegaan van een meerzijdig toegankelijk palletconstructie, en meer in 25 het bijzonder van een palletconstructie die aan alle zijden van de opslagcontainer toegankelijk is. Opdat de toegang tot een invoerruimte voor de heforganen daarbij niet te hinderen heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volens de uitvinding verder als kenmerk dat de wanden aan hun naar de bodem gewende onderzijde zijn voorzien van een sparing die toegang biedt tot de palletconstructie.

30 Λ n r»A « o λ -4-

In een verdere uitvoeringsvorm heeft de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat de wanden aan een van de bodem afgewende bovenzijde zijn voorzien van handmatig losneembare koppelmiddelen bestemd om daarmee aangrenzende wanden althans tijdelijk aan elkaar te koppelen. Dergelijke koppelmiddelen kunnen in de 5 praktijk in korte tijd worden benut om een stevig, onderling samenhangend geheel te bereiken. In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de opslagcontainer volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de koppelmiddelen een band met spanmiddelen omvatten en dat aangrenzende wanden nabij het onderling gevormde hoekpunt zijn voorzien een invoergleuf om daarin de band te ontvangen. Dergelijke spanbanden 10 blijken in de praktijk uitermate goed berekend op hun taak en zijn dankzij hun flexibiliteit en buigzaamheid weinig kwetsbaar en daardoor bestand tegen relatief ruw gebruik van de opslagcontainer. Ten behoeve van een gemakkelijke invoer van een spanband is de invoergleuf in althans één van beide aangrenzende wanden vanaf de bovenzijde van de wand open.

15

In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat de bodem althans in hoofdzaak rechthoekig is met twee lange zijden en twee korte zijden, dat aan beide korte zijden nabij een rand van de bodem een steunribbe is aangebracht met een dikte die ten minste nagenoeg tweemaal 20 een wanddikte van de wanden aan de korte zijden bedraagt, en dat de wanden een hoogte hebben die kleiner is dan de lengte van de lange zijde verminderd met de som van de breedten van de beide steunribben. Door bij deze uitvoeringsvorm de korte wanden als eerste in te klappen en tussen beide ribben te leggen, kunnen de lange zijden, en eventueel een deksel, vervolgens op een vlak en stabiel bed worden gelegd 25 dat aan weerszijden door een steunribbe wordt gevormd.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding, waarbij de primaire steunorganen op de hoeklichamen een hoogte hebben die ten minste althans nagenoeg gelijk is aan de dikte van de bodem vermeerderd met de 30 som van de wanddikten, beletten de hoeklichamen daarbij dat de wanden in ingeklapte toestand van elkaar kunnen schuiven. Aldus omvat de opslagcontainer in ingeklapte 1009326 -5- toestand een bijzonder handzaam en compact bijeen gehouden pakket. Om het wederom opzetten van de container te vergemakkelijken, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat de wanden zijn voorzien van ten minste één handvat. Een dergelijke handvat beoogt 5 voldoende houvast te bieden om een overigens vlakke wand vanuit zijn ingeklapte toestand op te lichten.

In de praktijk worden opslagcontainers veelvuldig op elkaar gestapeld om zo vloeroppervlak van een opslagruimte te besparen. Met het oog op een dergelijk gebruik 10 heeft een verdere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat althans een aantal van de wanden aan hun van de bodem afgewende bovenzijde zijn voorzien van stapelorganen die in staat zijn om samen te werken met de hoeklichamen van een soortgelijke, daarop geplaatste opslagcontainer om een onderlinge geleiding tot stand te brengen. Een dergelijke geleiding welke tussen de 15 stapelorganen en de hoeklichamen tot stand kan worden gebracht vergemakkelijkt een rechte stapeling van opeenvolgende containers in aanzienlijke mate. In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de opslagcontainer volgens de uitvinding daarbij verder als kenmerk dat de stapelorganen een opstaande nok omvatten die in staat is om samen te werken met een zijwand van een hoeklichaam van een daarop geplaatste 20 opslagcontainer.

Een onderlinge stapelbaarheid van de opslagcontainers wordt tevens bereikt in een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding welke is gekenmerkt doordat de bodem van de container een basisdeel en een onderdek 25 omvat, dat het onderdek aan alle zijden van de container teruggetrokken ligt ten opzichte van het basisdeel om aldus binnen de opstaande wanden van een daaronder geplaatste, soortgelijke opslagcontainer te vallen. Doordat bij deze uitvoeringsvorm het onderdek binnen de wanden van een daaronder geplaatste container valt, geleiden deze wanden de bovenste container vanzelf in een rechte stapeling, wat verdere stapelorganen 30 overbodig maakt.

1009326 -6-

De opslagcontainer volgens de uitvinding is onder meer geschikt voor de opslag van los materiaal en bulkgoederen. In voorkomende gevallen wordt de container daarbij geleegd door de container in een daartoe bestemde inrichting te kantelen opdat de inhoud daaruit valt. Om te vermijden dat de wanden van de container daarbij losraken, heeft een 5 verdere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding als kenmerk dat de bodem en de wanden, althans in uitgeklapte toestand van de container, handmatig losneembaar met elkaar zijn verbonden door middel van borgingsmiddelen.

In een eerste bijzondere uitvoeringsvorm is de opslagcontainer volgens de uitvinding 10 daarbij gekenmerkt doordat de borgingsmiddelen daarbij een uitwendig aangebrachte band omvatten, die enerzijds permanent met een eerste van de bodem en een wand is verbonden en anderzijds een reeks openingen omvat om in althans één daarvan een nok op een tweede van de bodem en de wand te ontvangen. Dergelijke borgingsmiddelen zijn betrekkelijk onkwetsbaar, zelfs bij ruw gebruik van de container en beletten in 15 gemonteerde toestand dat de betreffende wand van de bodem los kan raken. Hetzelfde geldt voor de borgingsmiddelen in een tweede bijzondere uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding, welke is gekenmerkt doordat de borgingsmiddelen een op het hoeklichaam aangebrachte nok omvatten, welke zich in de invoerruimte uitstrekt en dat de wand van de container een gat omvat om bij plaatsing in 20 de invoerruimte daarin de nok te ontvangen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een 25 opslagcontainer volgens de uitvinding in opgerichte toestand; figuur 2 een onderaanzicht van de opslagcontainer van figuur 1; figuur 3 een eerste zijaanzicht van de container van figuur 1 in opgerichte toestand; figuur 4 een tweede zijaanzicht van de container van figuur 1 in opgerichte 30 toestand; figuur 5 een bovenaanzicht van een bodem van de opslagcontainer van figuur 1; 1009326 -7- figuur 6 volgens de lijn VI-VI van figuur 5, deels in zijaanzicht en deels in dwarsdoorsnede de opslagcontainer van figuur 1 in ingeklapte toestand; figuur 7 volgens de lijn VII-VII van figuur 5, deels in zijaanzicht en deels in dwarsdoorsnede de opslagcontainer van figuur 1 in ingeklapte toestand; 5 figuur 8 een aanzicht van een eerste wand van de opslagcontainer van figuur 1; en figuur 9 een aanzicht van een tweede wand van de opslagcontainer van figuur 1.

figuur 10 een bovenaanzicht van de bodem van een tweede uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding; figuur 11 een doorsnede volgens de lijn XI-XI van de bodem van figuur 10; 10 figuur 12 een zijaanzicht van een korte wand behorende bij de bodem van figuur 10; figuur 13 een zijaanzicht van een lange wand behorende bij de bodem van figuur 10; figuur 14 een zijaanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van de opslagcontainer 15 volgens de uitvinding in ingeklapte toestand; figuur 15 een bovenaanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding in volledig opgezette toestand; en figuur 16 een zijaanzicht van twee opslagcontainers volgens het tweede uitvoeringsvoorbeeld in onderling gestapelde toestand.

20 De figuren zijn zuiver schematisch en niet steeds op schaal getekend. Met name zijn omwille van de duidelijkheid sommige dimensies overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

25 In figuur 1 is een bovenaanzicht weergegeven van een uitvoeringsvoorbeeld van een opslagcontainer conform de uitvinding. De container omvat een rechthoekige bodem 1 die in dit voorbeeld wordt gevormd door een bovendek 11 van een reeks van evenwijdige houten latten die zijn vastgenageld op een basisdeel van de bodem, omvattende een drietal dwarslatten 12 met tussenklossen 14, zie figuur 2, dat het 30 bovendek 11 scheidt van een onderdek 13 van drie afzonderlijke latten.. Aan de langszijden van de bodem bevinden zich vier opstaande wanden 2,3, te weten twee 1 009326 -8- lange 2 en twee kortere 3. De wanden 2,3 omvatten in dit voorbeeld panelen 91 van een geschikt plaatmateriaal op houtbasis, zoals bijvoorbeeld 15-20 mm watervast triplex, multiplex, OSB of underlayment, die rondom zijn voorzien van klampen 92 met een totale dikte van circa 40 mm. In plaats van een dergelijk plaatmateriaal kunnen 5 overigens ook volledig uit klampen en losse latten opgebouwde of volledig uit plaatmateriaal gevormde wanden 2,3 worden toegepast. De container van dit voorbeeld heeft, in uitgeklapte toestand, een lengte, breedte en hoogte van respectievelijk circa 1200, 1000 en 940 mm en een netto inhoud van circa 850 liter.

10 De wanden 2,3 worden ieder los ontvangen in een invoerruimte 6 tussen een zijwand 7 van de bodem en een hoeklichaam 8 dat ter plaatse van ieder hoekpunt is aangebracht. De hoeklichamen 8 omvatten ieder een grondvlak 81 waarmee het door middel van schroeven, nagels of andere geschikte hechtmiddelen met de bodem 1 van de container is verbonden, zie figuur 2, alsmede een primair steunorgaan, in dit voorbeeld in de vorm 15 van twee aaneengesloten steun vlakken 82,83, om daartegen een tweetal aangrenzende wanden 2,3 af te steunen. De steunvlakken 82,83 strekken zich aan weerszijden van het hoekpunt in hoofdzaak parallel aan de betreffende wanden 2,3 van de container uit en vormen één integraal geheel met het grondvlak 81. Voor de hoeklichamen 8 is in dit voorbeeld uitgegaan van plaatmateriaal van staal met een dikte van circa 4-6 mm, wat in 20 de praktijk voldoende sterk blijkt voor het beoogde doel. Desgewenst kunnen evenwel ook andere materialen en dikten kunnen binnen het kader van de uitvinding worden toegepast.

Doordat de wanden 2,3 steeds uit de invoerruimten 6 losneembaar zijn, kunnen ze 25 eenvoudig daaruit worden genomen en in elkaar worden ingeklapt tot een compact geheel, zie figuur 6 en 7. Om één en ander te vergemakkelijken zijn aan de wanden 2,3 handvatten 9 aangebracht waarmee de wanden eenvoudig kunnen worden neergelaten en opgetrokken. In dit voorbeeld is voor de handvatten uitgegaan van banden van polyester maar in plaats daarvan kunnen desgewenst ook geschikte uitsparingen in de wanden 30 worden voorzien of anderszins een houvast aan de wanden worden geboden. Bij voorkeur worden allereerst de korte wanden 3 uit de invoerruimte 6 uitgenomen en 1 oog^r -9- tussen daartoe op de bodem aangebrachte steunribben 50 neergelegd. De steunribben 50 hebben een hoogte die ten minste gelijk is aan de som der dikten van beide korte wanden 3 zodat een vlak bed kan worden verkregen om daarop de lange wanden 2 stabiel de kunnen neerleggen. In dit voorbeeld wordt voor de ribben 50 een balk 5 toegepast met een hoogte van 80 mm en een breedte van 60 mm. Doordat de hoeklichamen 8 met een hoogte van circa 300 mm, een hoogte hebben die ten minste nagenoeg gelijk is aan de dikte van de bodem 1 vermeerderd met de som der dikten van alle zijwanden 2,3, zijn de hoeklichamen 8 in staat om ook in ingeklapte toestand het geheel stevig bijeen te houden. Aldus wordt een uitermate compact en handzaam geheel 10 verkregen met een totale dikte van circa 300 mm. dat zich gemakkelijk laat opslaan.

Teneinde de container in uitgeklapte toestand, zie met name figuur 3 en 4, meer samenhang en stevigheid te geven, zijn de wanden 2,3 nabij de hoekpunten aan hun bovenzijde voorzien van handmatig losneembaie koppel middelen in de vorm van 15 spanbanden 30 met spanmiddelen 31 en daarop afgestemde gleuven 32,33. Daarbij is steeds één van beide gleuven 33 bij een tweetal aangrenzende wanden 2,3 vanaf een bovenzijde open en de andere 32 volledig gesloten. De gesloten spanband 30 kan aldus niet uit de gesloten gleuf 32 losraken terwijl de band eenvoudig van bovenaf in of uit de aldaar geopende gleuf 33 van de naburige wand kan worden geschoven teneinde de 20 gewenste verbinding te bewerkstelligen c.q. op te heffen.

Omdat opslagcontainers van de hier beschreven soort veelvuldig worden toegepast voor het herbergen van bulkgoederen of anderszins los materiaal dat door middel van het kantelen van de container daaruit wordt gestort, zijn de wanden 2,3 en de bodem 1 in dit 25 voorbeeld onderling handmatig losneembaar met elkaar verbonden door middel van daartoe voorziene borgingsmiddelen 60. De borgingsmiddelen omvatten een band 61 die permanent met een wand is gehecht en die aan een uiteinde een reeks van openingen 62 omvat om daarin een nok 63 te ontvangen die vast met de zijkant van de bodem is verbonden. De band 61 is vervaardigd uit polyester en betrekkelijk rekvrij waardoor hij 30 zich met een opening 62 strak om de nok 63 laat trekken voor een stevige verbinding.

1 0 09 3 -10-

Gewoonlijk worden containers van de hier beschreven soort verplaatst met behulp van geschikte hefmiddelen zoals een heftruck. Met het oog daarop omvat de bodem 1 van de container een palletconstructie 40 die in dit voorbeeld vierweg dubbeldeks, niet omkeerbaar is uitgevoerd, zie met name figuur 6 en 7, om daarin de lepels van een 5 heftruck te ontvangen. De palletconstructie omvat een aantal klossen 14 en dwarslatten 12 waarmee het bovendek 11 van de bodem 1 op een min of meer genormeerde afstand van circa 80 mm met een onderdek 13 van een drietal evenwijdige planken is verbonden. De getoonde palletconstructie is aan alle vier zijden van de container voor een heftruck toegankelijk waardoor een optimale hanteerbaarheid wordt geboden.

10 Teneinde de toegang tot de palletconstructie niet te hinderen zijn de wanden van de container voorzien van daarop afgestemde sparingen 90, zie met name figuur 8 en 9.

Met het oog op een eventuele stapeling van containers zijn de bovenste klampen 92 van de twee lange wanden 2 van de container aan hun bovenzijde voorzien van een inkeping 15 70 welke in staat is om samen te werken met een zijwand van een hoeklichaam van een daarop gestapelde container om aldus een onderlinge geleiding tot stand te brengen. Aldus vormen de ingekeepte klampen 92 stapelorganen die bij het stapelen een boven geplaatste container vanzelf in de juiste positie geleiden.

20 In plaats van het aanbrengen van een dergelijke inkeping 70, is het ook mogelijk de bovenste klampen van de lange zijden korter uit te voeren zodanig dat de kopse uiteinden daarvan tegen de zijwanden van de hoeklichamen van een daarop geplaatste container aanliggen. Dit vermijdt een additionele bewerkingsstap die samenhangt met het aanbrengen van een inkeping, doch is vanuit esthetisch oogpunt wellicht minder 25 fraai. Bovendien is het mogelijk om separate stapelorganen aan te brengen in de vorm van bijvoorbeeld circa 4 mm dikke plaatdelen met een opstaande nok die dezelfde functie vervult als de inkeping 70. De nok is dan in staat om samen te werken met een zijwand van een hoeklichaam van een daarop gestapelde container om aldus de onderlinge geleiding tot stand te brengen.

30 1009326 -11-

Een tweede uitvoeringsvorm van de opslagcontainer volgens de uitvinding is weergegeven in de figuren 10-18. Ook in dit geval omvat de container een bodem 1 met een basisdeel, een bovendek 11 en een onderdek 13. Het basisdeel omvat een aantal klossen 14 en dwarslatten 12, beide van een goede kwaliteit vurenhout, die het 5 bovendek 11 en onderdek 13 op een genormeerde afstand houden ter vorming van een palletconstructie. In plaats van uit een reeks losse latten, zoals in het eerste voorbeeld, is het bovendek 11 in dit geval gevormd uit een tweetal panelen van OSB-plaatmateriaal, zie figuur 10. Ook de wanden 2,3 van de container zijn in dit voorbeeld volledig uit OSB-plaatmateriaal vervaardigd. Het onderdek 13 omvat evenals in het eerste voorbeeld 10 drie evenwijdige latten.

Ter plaatse van de hoekpunten van de container zijn hoeklichamen 8 aangebracht, die ieder twee aaneengesloten steunvlakken 81,82 omvatten welke primaire steunorganen vormen. Anders dan in het eerste uitvoeringsvoorbeeld zijn de steunvlakken 81,82 van 15 de hoeklichamen 8 rechtstreeks met de klossen 14 van het basisdeel 12 van de bodem 1 verbonden en omvatten ontberen de hoeklichamen een grondvlak. Doordat het bovendek 11 van de containerbodem teruggetrokken ligt ten opzichte van het basisdeel 12 is er niettemin een invoerruimte 6 waarin de zijwanden 2,3 van de container worden ontvangen. De zijkanten van het bovendek vormen daarbij secundaire steunmiddelen en 20 houden de wanden 2,3 in hun onderlinge positie.

Ook in dit geval zijn borgingsmiddelen voorzien opdat een opgebouwde container desgewenst kan worden gekanteld. De borgingsmiddelen omvatten in dit voorbeeld een nok 65 aan de steunmiddelen 8 die zich in de invoerruimte 6 uitstrekt in combinatie met 25 een overeenkomstig gat 66 in de zijwanden 2,3, zie met name figuur 12 en 13, om daarin de nok 65 te ontvangen. Doordat het gat 66 daarbij ietwat ruimer is gedimensioneerd dan de nok 65 is voldoende speling aanwezig om bij plaatsing van de wanden de wand over de nok te kunnen brengen. Bovendien zijn de gaten 66 vanaf de betreffende langszijde van de wand open zodat de wanden ook eenvoudig voorbij de 30 andere nokken 65 van de betreffende steunlichamen kunnen worden uitgeklapt.

Eenmaal geplaatst, borgen de nokken 65 in de gaten 66 de wanden in verticale richting, 1 009326 -12- terwijl de wanden onderling voor een horizontale fixatie zorgen. Aldus kan de container zonder gevaar voor instorten probleemloos worden gekanteld.

De wanden 2,3 zijn aan hun bovenzijde voorzien van koppelmiddelen in de vorm van 5 spanbanden 30 met spanmiddelen 31 om de korte wanden 3 en bevestigingsnokken 35 op de lange zijden 2. Eenmaal geplaatst wordt het vrije uiteinde van de spanband 30 over de nok op de aangrenzende lange wand getrokken en door middel van een daarin aangebrachte opening op de nok vastgezet. Vervolgens wordt de spanband 30 met de spanmiddelen 31 vastgetrokken om een strakke, spelingvrije onderlinge fixatie van de 10 wanden te bereiken. Handvatten 9 in de vorm van dubbel gevouwen banddelen in het midden van de wanden vergemakkelijken de hanteerbaarheid van de wanden. De aldus opgezette container is weergegeven in bovenaanzicht van figuur 15.

Deze uitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding is tevens uitgerust met 15 een deksel 4, zie figuur 15, waarmee de inhoud van de container kan worden afgesloten. Het deksel draagt op een viertal dekselsteunen 41 die aan de binnenzijde van de lange wanden 2 zijn aangebracht. De dekselsteunen omvatten hier vurenhouten klossen die aan de wand zijn genageld dan wel anderszins bevestigd. Een aantal openingen 42 in het deksel dient als handgreep waarmee het deksel 4 eenvoudig kan worden uitgelicht en 20 meegevoerd. Het geheel is dusdanig gedimensioneerd dat de wanden 2,3 te zamen met het deksel 4 passen binnen de steunlichamen 8 aan de bodem 1 en daarbij een compact geheel vormt zoals dat in figuur 14 is weergegeven.

Om plaatsruimte te besparen zijn de containers stapelbaar. In dit geval wordt dit 25 bevorderd doordat ook het onderdek ten opzichte van het basisdeel teruggetrokken ligt, zie figuur 11 en 14. Hierdoor valt het onderdek binnen de steunlichamen van een onder geplaatste container zodat een automatisch alineëring van de containers onderling tot een rechte stapeling wordt bereikt, hetgeen in figuur 16 is weergegeven. Overigens behoeft het onderdek op zichzelf niet teruggetrokken te liggen om een onderlinge 30 stapeling van de containers te bereiken. Ook zonder een dergelijke verspringing van het onderdek is een stapeling mogelijk, doch dit zal een grotere mate van precisie van 100S326 -13- bij voorbeeld de vereisen heftruckchauffeur om de containers kaarsrecht op elkaar te plaatsen.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een tweetal 5 uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven voorbeelden is beperkt. In tegendeel zijn voor een vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Zo kan de uitvinding ook worden toegepast op zowel kleinere als grotere containers dan die van het uitvoeringsvoorbeeld. Sowieso zijn de gegeven maten 10 en materialen louter bij wijze van voorbeeld gegeven en binnen het kader van de vervangbaar door andere geschikte materialen en gewenste afmetingen.

Ook kunnen anders vormgegeven hoekelementen binnen het kader van de uitvinding worden toegepast, waarbij bijvoorbeeld losse steunvlakken, nokken of anderszins 15 andere primaire steunorganen worden toegepast. Indien wordt uitgegaan van een dunnere bodem, bijvoorbeeld één zonder palletconstructie, omvatten de secundaire steunmiddelen bij voorkeur secundaire steunorganen om voldoende afsteunvermogen aan een daartegen geplaatste wand van de container te bieden.

20 Tevens kan de plaatsing van de hoekelementen in hoogte worden gevarieerd. In een bijzondere uitvoeringsvorm bevindt het grondvalk van de hoekelementen zich tussen het onderdek van een pallet constructie en de daarop aangebrachte klossen. Aldus ligt het grondvlak van de hoekelementen beschermd tussen het onderdek en de klossen en wordt tevens voorzien in een onderlinge alineëring van op elkaar gestapelde containers 25 doordat een onderdek van een boven geplaatste container binnen de wanden van een daaronder gelegen container zal vallen, terwijl de hoekelementen van eerstgenoemde container op die wanden zullen afsteunen.

In het algemeen voorziet de uitvinding in een opslagcontainer van de in de aanhef 30 genoemde soort die in diverse uitvoeringen realiseerbaar is en daarbij steeds een bijzonder praktische inklapbaarheid en robuustheid verschaft.

1 009 3 ?fi

Claims

1. Opslagcontainer omvattende een al of niet dichte, polygonale bodem met aan zijn langszijden al of niet dichte, opstaande wanden, welke wanden handmatig 5 inklapbaar zijn, met het kenmerk, dat ter plaatse van ieder hoekpunt van de bodem een hoeklichaam is aangebracht met ten minste een primair steunorgaan, dat de bodem secundaire steunmiddelen omvat, en dat de primaire steunorganen en de secundaire steunmiddelen althans ter plaatse van de hoekpunten onderling kunnen samenwerken om in een invoerruimte daartussen de wanden van de container vrij losneembaar te 10 ontvangen.

2. Opslagcontainer volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het ten minste ene primaire steunorgaan van een hoeklichaam twee, al of niet aaneengesloten, steunvlakken omvat die zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van elkaar en aan weerszijden van een 15 hoekpunt in hoofdzaak parallel aan de aan het hoekpunt grenzende zijden van de container uitstrekken en dat de steunvlakken en de secundaire steunmiddelen, althans ter plaatse een het hoekpunt de invoerruimte insluiten om daarin een wand van de container vrij losneembaar te ontvangen.

3. Opslagcontainer volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het hoeklichaam een grondvlak omvat waarvan de steunvlakken uitgaan en door middel waarvan het met de bodem is verbonden, en dat de secundaire steunmiddelen zijwanden van de bodem omvatten die tezamen met de tegenover gelegen steunvlakken van een hoeklichaam de invoerruimte begrenzen. 25

4. Opslagcontainer volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de steunvlakken op het hoeklichaam aaneengesloten zijn en met het grondvlak van het hoeklichaam een integraal geheel vormen.

5. Opslagcontainer volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de bodem van de container een basisdeel en een bovendek omvat, dat de steunvlakken rechtstreeks met 1009326 -15- het basisdeel zijn verbonden en dat het bovendek aan althans één van de zijden van de container teruggetrokken ligt ten opzichte van het basisdeel om aldus de invoerruimte te laten bestemd voor een wand van de container.

6. Opslagcontainer volgens een of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de bodem van de container een basisdeel en een onderdek omvat, dat het onderdek aan alle zijden van de container teruggetrokken ligt ten opzichte van het basisdeel om aldus binnen de opstaande wanden van een daaronder geplaatste, soortgelijke opslagcontainer te vallen. 10

7. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de bodem een palletconstructie omvat bestemd om daarin heforganen van een hefinrichting te ontvangen.

8. Opslagcontainer volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de palletconstructie meerzijdig voor heforganen van een hefinrichting toegankelijk is.

9. Opslagcontainer volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de palletconstructie aan alle zijden van de container voor heforganen van een hefinrichting toegankelijk is. 20

10. Opslagcontainer volgens één of meer der conclusies 7, 8 en 9 met het kenmerk dat de wanden aan hun naar de bodem gewende onderzijde zijn voorzien van een sparing die toegang biedt tot de palletconstructie.

11. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met kenmerk dat de wanden aan een van de bodem afgewende bovenzijde zijn voorzien van handmatig losneembare koppelmiddelen bestemd om daarmee aangrenzende wanden althans tijdelijk aan elkaar te koppelen. 1nnp 3?r -16-

12. Opslagcontainer volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de koppelmiddelen een band met spanmiddelen omvatten en dat aangrenzende wanden nabij het onderling gevormde hoekpunt zijn voorzien een invoergleuf om daarin de band te ontvangen.

13. Opslagcontainer volgens conclusie 12 met het kenmerk dat de invoergleuf in althans één van beide aangrenzende wanden vanaf de bovenzijde van de wand open is.

14. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de bodem althans in hoofdzaak rechthoekig is met twee lange zijden en 10 twee korte zijden, dat aan beide korte zijden nabij een rand van de bodem een steunribbe is aangebracht met een dikte die ten minste nagenoeg tweemaal een wanddikte van de wanden aan de korte zijden bedraagt, en dat de wanden een hoogte hebben die kleiner is dan de lengte van de lange zijde verminderd met de som van de breedten van de beide steunribben. 15

15. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de primaire steunorganen op de hoeklichamen een hoogte hebben die ten minste althans nagenoeg gelijk is aan de dikte van de bodem vermeerderd met de som van de wanddikten. 20

16. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat althans een aantal van de wanden aan hun van de bodem afgewende bovenzijde zijn voorzien van stapelorganen die in staat zijn om samen te werken met de hoeklichamen van een soortgelijke, daarop geplaatste opslagcontainer om een 25 onderlinge geleiding tot stand te brengen.

17. Opslagcontainer volgens conclusie 16 met het kenmerk dat de stapelorganen een opstaande nok omvatten die in staat is om samen te werken met een zijwand van een hoeklichaam van een daarop geplaatste opslagcontainer. 30 1 n09 3?R -17-

18. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de wanden zijn voorzien van ten minste één handvat.

19. Opslagcontainer volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het 5 kenmerk dat de bodem en de wanden, althans in uitgeklapte toestand van de container, handmatig losneembaar met elkaar zijn verbonden door middel van borgingsmiddelen.

20. Opslagcontainer volgens conclusie 19 met het kenmerk dat de borgingsmiddelen een uitwendig aangebrachte band omvatten die enerzijds permanent met een eerste van 10 de bodem en een wand is verbonden en anderzijds een reeks openingen omvat om in althans één daarvan een nok op een tweede van de bodem en de wand te ontvangen.

21. Opslagcontainer volgens conclusie 20 met het kenmerk dat de borgingsmiddelen een op het hoeklichaam aangebrachte nok omvatten, welke zich in de invoerruimte 15 uitstrekt, en dat de wand van de container een gat omvat om bij plaatsing in de invoerruimte daarin de nok te ontvangen.

22. Opslagcontainer volgens conclusie 21 met het kenmerk dat het gat nabij een zijde van de wand is aangebracht en vanaf die zijde open is. 20

23. Opslagcontainer volgens één of meer de voorafgaande conclusies met het kenmerk dat althans twee tegenovergelegen wanden van de container aan hun naar elkaar toegewende zijden zijn voorzien van dekselsteunen om daarop een deksel van de container te ontvangen. 25 1009326