NL1008106C2 - ATM Netwerk. - Google Patents

Description

-1- ATM netwerk

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een ATM netwerk, omvattende een 5 fysiek netwerk met verschillende stations, waarbij een stroom ATM

cellen wordt overgedragen van tenminste een bronstation naar een groep van verschillende bestemmingsstations via eenzelfde virtueel transmissiepad tussen het bronstation en die verschillende bestemmingsstations, welk transmissiepad gekenmerkt is door ATM cellen 10 waaraan een bepaalde "virtual path identifier", VPI, is toegekend.

Een dergelijk netwerk is van algemene bekendheid. Het betreft dus een point-multipoint (één bronstation, verschillende bestemmingsstations) of multipoint-multipoint (verschillende bronstations, verschillende bestemmingsstations) verbinding via een ATM netwerk. Daarbij worden, 15 door middel van ATM cellen, "berichten" verzonden vanuit tenminste één bronstation naar verscheidene bestemmingsstations. Alle ATM cellen waaraan een bepaalde VPI is toegekend, worden door het fysieke netwerk naar alle bestemmingsstations van één bepaalde groep bestemmingsstations gestuurd. De groep wordt dus ook gekarakteriseerd door die 20 VPI. Verschillende bronstations kunnen cellen naar dezelfde groep bestemmingsstations of naar verschillende groepen bestemmingsstations sturen. Bij bidirectioneel verkeer funcioneert een station afwisselend of simultaan als bron- of bestemmingsstation.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

25 De uitvinding voorziet erin dat berichten die voor een bepaalde groep stations bestemd is en die daarheen worden overgedragen via een virtueel pad, bestaande uit ATM cellen waaraan de VPI van dat virtuele pad is toegekend, bij aankomst bij de bestemmingsstations selectief geëxtraheerd worden aan de hand van de "virtual connection 30 identifier", VCI, van de ATM cellen. Op die wijze kunnen binnen eenzelfde groep bestemmingsstations, gekarakteriseerd door de groeps-VPI, verschillende subgroepen worden gevormd die elk gekarakteriseerd zijn door een subgroep-VCI.

UITVOERINGSVOORBEELD

35 Figuur 1 toont schematisch een ATM netwerk 1 waarop een server 2 en een aantal terminals 3...12 aangesloten zijn. Alle daar getoonde 1 n o x \ o £ -2- terminals horen dezelfde groep. Vanuit server 2 worden "berichten" (data, voice video) naar de terminals 3...12 gezonden door middel van . ATM cellen waaraan eenzelfde "virtual path identifier" vpi2 is toegekend. Terminals die via andere virtuele paden worden bediend 5 (vanuit dezelfde server of andere servers) zijn in de figuur niet getekend. Aan de ATM cellen wordt behalve VPI3, tevens een "virtual connection identifier", VCI1( VCI2 of VCI3 toegewezen. Op die wijze ontstaan drie subgroepen, te weten een subgroep A, gevormd door de terminals 3, 4, 9 en 12, een subgroep B, gevormd door de terminals 6, 10 10 en 11, en een subgroep C, bestaande uit de terminals 5, 7 en 8.

Alle ATM cellen met vpi1( bestemd voor terminals die tot de door server 2 bediende groep terminals 3...12 behoren, worden door het netwerk 1 naar die terminals gerouteerd en verschijnen dus bij al die terminals 3...12. Daar worden de VCI-waarden van de cellen onderzocht. De 15 terminals van subgroep A extraheren uit de aangeboden cellenstroom alleen de ATM cellen waaraan VCI3 is toegewezen, de terminals van subgroep B de cellen waaraan VCI2 is toegewezen en de terminals van subgroep C alleen die waaraan VCI3 is toegewezen. Op die wijze worden subgroepen gevormd zonder daarvoor afzonderlijke virtuele paden te 20 hoeven definiëren.

Onder in figuur 1 is schematisch een tweetal ATM cellen weergegeven, elk met een VPI en een VCI in de header. Wanneer de meest linkse cel aan de ingangen van de terminals verschijnt, vanuit de server 2 I overgedragen via virtueel pad met VPI1( zal die cel uitsluitend door de 25 terminals uit subgroep A worden geëxtraheerd (VCI - VCIJ . De meest :j rechtse cel zal alleen door de terminals uit subgroep B worden geëxtraheerd (VCI = VCI2) .

Opgemerkt wordt dat, waar in het bovenstaande voorbeeld vanwege de duidelijkheid een netwerk met unidirectioneel verkeer, namelijk van de 30 server 2 naar de terminals 3...12 wordt getoond, de uitvinding niet beperkt is tot unidirectioneel verkeer. Op een ander moment, of simultaan met het verkeer vanuit de server 2 naar de terminals 3...12, kunnen ook de terminals cellen uitzenden. In dat geval functioneert zo'n terminal dan als bronstation, evenals in het voorgaande server 2. 35 Door dat bronstation kunnen ATM cellen worden verzonden via een virtueel pad met een bepaalde VPI, naar een groep van ontvangende ;: r.. .o / (~· · .

-3- bestemmingsstations. Subgroepen kunnen ook dan worden gevormd door middel van het toewijzen van verschillende VCI's aan de te verzenden cellen, waardoor die cellen door de terminals, behorend tot verschillende subgroepen, op grond van hun verschillende VCI-waarden 5 worden geselecteerd.

1 Γ ' ·. i

Claims (1)

1. ATM netwerk, omvattende een fysiek netwerk (1) met verschillende .. stations, waarbij een stroom ATM cellen wordt overgedragen vanuit tenminste een bronstation (2) naar een groep van verschillende 5 bestemmingsstations (3...12) via een virtueel transmissie pad tussen het bronstation en die verschillende bestemmingsstations, welk virtuele transmissiepad gekenmerkt is door ATM cellen waaraan een bepaalde "virtual path identifier", VPI, is toegekend, met het kenmerk dat het virtuele pad (VPIj) verscheidene virtuele 10 connecties omvat, elk gekenmerkt door ATM cellen waaraan een bepaalde "virtual connection identifier", VCI, is toegekend, dat verder de genoemde groep bestemmingsstations onderverdeeld is in verscheidene subgroepen, en dat de bestemmingsstations, die de VPIs en de VCIs van de aan die stations verschijnende ATM cellen detecteren, slechts die 15 ATM cellen in zich opnemen waaraan een VPI is toegewezen gelijk aan de VPI van het genoemde virtuele pad van de groep bestemmingsstations en een VCI gelijk aan de VCI van de virtuele connectie van de subgroep bestemmingsstations. ; «OOöioe