NL1007822C2 - Deursysteem met grendelmechanisme. - Google Patents

Description

4109 DEURSYSTEEM MET GRENDELMECHANISME 5

De uitvinding heeft betrekking op een deursysteem, omvattende een deur die langs tegenover elkaar gelegen randen van die deur aangebrachte, stationaire geleidingen in verticale richting verplaatsbaar is tussen een geopende 10 en een gesloten stand en die in de gesloten stand vergrendelbaar is door middel van een grendelmechanisme.

Dergelijke deursystemen zijn bekend en worden bijvoorbeeld toegepast bij laad- en losstations voor vrachtauto's. Bij 15 het laden/lossen parkeert een chauffeur zijn vrachtauto met de laadklep naar het deursysteem gericht en wordt, nadat hij zich gemeld heeft, de deur van het deursysteem van binnenuit geopend. Bij voorkeur sluit de chauffeur, nadat het laden/lossen gereed is, zelfstandig de deur door deze 20 achter zich dicht te trekken tot deze vergrendeld is en niet meer van buitenaf kan worden geopend. Door de vergrendeling is het niet nodig dat de chauffeur een sleutel bezit om de deur te sluiten of dat een hulppersoon de deur van binnenuit sluit.

25

Bij het vergrendelen van een dergelijk deursysteem spelen onder andere de volgende zaken een rol. Allereerst is bij de meeste deursystemen een aanzienlijke speling aanwezig tussen de deur en zijn geleiding, met name bij gelede deuren 30 die uit onderling scharnierbaar verbonden, enigszins flexibele deurbladen zijn opgebouwd. Dergelijke deursystemen worden in de praktijk dikwijls zeer intensief gebruikt, waardoor, ondanks de speling, hoge eisen gesteld worden aan de betrouwbaarheid van het grendelmechanisme. Wanneer het 35 deursysteem met de hand bediend wordt, wordt er dikwijls ruw met het deursysteem omgesprongen, hetgeen hoge eisen stelt aan de slijtvastheid van het grendelmechanisme. Bij het handmatig bedienen van het deursysteem is het voorts ^007822 2 van belang dat het grendelmechanisme gemakkelijk te bedienen is. Tevens dient het grendelmechanisme zodanig te zijn dat het de werking van andere elementen van het deursysteem, zoals een valbeveiliging, een deurslot of detectiemiddelen 5 niet beïnvloedt. Een dergelijke beïnvloeding treedt dikwijls op wanneer genoemde elementen op het deursysteem aangebracht worden nadat het deursysteem geïnstalleerd is.

In de praktijk blijkt het moeilijk om te voorzien in een 10 deursysteem met grendelmechanisme dat aan bovengenoemde zaken voldoet.

De uitvinding beoogt te voorzien in een deursysteem met een grendelmechanisme dat bedrijfszeker is, dat eenvoudig en 15 slijtvast is, dat gemakkelijk bedienbaar is en dat bovendien de werking van andere elementen van het deursysteem niet beïnvloedt.

Daartoe heeft het deursysteem volgens de uitvinding het 20 kenmerk dat de bewegende delen van het grendelmechanisme op een vaste, stationaire positie ten opzichte van de geleiding aangebracht zijn. Hierdoor wordt bereikt dat het bewegende deel van het mechanisme nauwkeurig te positioneren is en zich telkens op een voorspelbare plaats bevindt. 25 Bovendien wordt de bedrijfszekerheid van het mechanisme vergroot doordat het niet met de deur mee beweegt. Tevens is daardoor de kans op interferentie met andere elementen van het deursysteem gering.

30 In een andere uitvoering heeft het deursysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat genoemde positie nabij het onderste deel van een geleiding ligt. Hierdoor wordt bereikt dat het grendelmechanisme op nauwkeurige wijze de deur kan vergrendelen wanneer deze juist gesloten is.

35

In een volgende uitvoering heeft het deursysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het grendelmechanisme aan een 1007822 3 geleiding bevestigd is. Hierdoor wordt bereikt dat het grendelmechanisme reeds voor de installatie van het deursysteem aangebracht kan worden.

5 In nog een andere uitvoering heeft het deursysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het grendelmechanisme voorzien is van een met de voet bedienbaar bedieningsorgaan. Hierdoor wordt bereikt dat tijdens het openen van de deur, het grendelmechanisme met de voet bediend kan worden terwijl 10 de deur met de hand omhoog bewogen wordt, hetgeen het bedieningsgemak verhoogt.

In een volgende uitvoering van het deursysteem waarbij aan genoemde randen van de deur geleidingsorganen aangebracht 15 zijn die door rails geleid worden die de geleidingen vormen, heeft het deursysteem het kenmerk dat het grendelmechanisme een beweegbaar grendelorgaan omvat dat kan aangrijpen op een geleidingsorgaan. Hierdoor wordt bereikt dat het grendelmechanisme aangrijpt op een deel van de deur waarvan 2 0 de positie in hoge mate voorspelbaar is omdat het opgeloten is in de geleiding. Dit verhoogt de bedrijfszekerheid aanzienlijk.

In een verdere uitvoering waarbij het geleidingsorgaan een 25 wiel is, heeft het deursysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het grendelorgaan aan kan liggen tegen de omtreksrand van het wiel. Hierdoor wordt bereikt dat het grendelmechanisme bij zeer veel deursystemen kan worden toegepast, zonder dat daarvoor een aanpassing nodig is aan 30 de deur of de geleidingsorganen.

In een andere uitvoering heeft het deursysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het grendelorgaan samenwerkt met een geleidingsorgaan dat nabij de onderrand van de deur is 35 aangebracht. Hierdoor wordt bereikt dat, ongeacht het langer of korter worden van de deur door uitzetting of slijtage van de deurbladen, de deur vergrendeld kan worden zodra het ίΟυ ^322 4 onderste geleidingsorgaan het grendelorgaan gepasseerd is en de onderrand van de deur juist aanligt tegen de vloer.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een 5 grendelmechanisme en op een werkwijze voor het bedienen van een deur.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding dat in een 10 tekening is weergegeven. In de tekening is: figuur 1 een schematische perspectieftekening van een deursysteem; 15 - figuur 2 een schematische perspectieftekening van het grendelmechanisme in uiteengenomen toestand; en figuur 3 een schematisch bovenaanzicht van het grendelmechanisme in gedeeltelijke dwarsdoorsnede.

20

Figuur 1 toont een deursysteem 1 met een deur 2. Langs twee tegenover elkaar gelegen randen 3 van de deur 2 zijn twee in hoofdzaak verticaal verlopende rails 4 aangebracht die stationaire geleidingen voor de deur 2 vormen. De deur 2 25 is in verticale richting, dat wil zeggen in de richting van de pijl 5 verplaatsbaar tussen een geopende en een gesloten stand. In figuur 1 bevindt de deur 2 zich nabij de geopende stand. De deur 2 kan gesloten worden door deze neerwaarts te bewegen tot de onderrand 6 van de deur 2 aanligt tegen 30 de vloer 7. De deur 2 kan aan de binnenzijde met de hand op en neer bewogen worden met behulp van een ketting 8. De deur 2 is tevens bedienbaar met behulp van handgrepen 9 die zowel aan de binnenzijde als aan de, in figuur 1 niet zichtbare, buitenzijde van de deur 2 zijn aangebracht.

35

Nabij de randen 3 van de deur 2 zijn wielen 10 aangebracht als geleidingsorganen die bij het verplaatsen van de deur 1007322 i 5 tussen de geopende en gesloten stand door de rails 4 worden geleid. De deur 2 in figuur 1 is een gelede deur die is opgebouwd uit een aantal deurbladen 11 die onderling verbonden zijn met behulp van scharnieren 12. Opgemerkt 5 wordt, dat bij een deursysteem volgens de uitvinding de deur 2 bijvoorbeeld eveneens uit één deurblad kan bestaan of uit een zeer groot aantal deurbladen of uit een doek. Uiteraard kunnen ook de geleidingsorganen op diverse wijzen uitgevoerd zijn, zoals bijvoorbeeld als geleidingspennen of 10 geleidingsblokken.

Refererend aan figuur 2 is daarin het grendelmechanisme 13 weergegeven in uiteengenomen toestand. Het grendelmechanisme 13 omvat een voetplaat 14 die met behulp van 15 boutverbindingen 15 aan een hoekprofiel 16 is bevestigd, welk hoekprofiel 16 tevens een rail 6 draagt. Het hoekprofiel 16 wordt bijvoorbeeld aan een muur bevestigd nabij de zijkant van een deuropening, zoals afgebeeld in figuur 1. De voetplaat 14 is voorzien van een bus 17 waarin 2 0 een as 18 roteerbaar is gelegerd. De as 18 draagt een grendelorgaan 19 dat met behulp van een veer 20 in de richting van de pijl 21 voorgespannen is. In gemonteerde toestand reikt het grendelorgaan 19 door de sleuf 22 in de rail 6 en ligt de aanslag 23, wanneer de deur ontgrendeld 25 is, aan tegen het in de figuur 2 zichtbare deel van de rail 6. De as 18 draagt tevens een voetpedaal 24, waarmee het grendelorgaan 19 tegen de voorspanning van de veer 20 in, dat wil zeggen in de richting van de pijl 25, bewogen kan worden om de deur te ontgrendelen.

30

In gemonteerde toestand zijn de bewegende delen van het grendelmechanisme 13, dat wil zeggen de as 18 met het grendelorgaan 19, het voetpedaal 24 en de veer 20, op een vaste stationaire positie aangebracht ten opzichte van de 35 rail 6, die de geleiding vormt. Het grendelorgaan 19 is voorzien van een neusdeel 26 waardoor het grendelorgaan 19 kan fungeren als vangorgaan voor een geleidingswiel 10.

1007822 6

Bij het neerwaarts bewegen van de deur 2 wordt het grendelorgaan 19 langs de gekromde bovenrand 27 in de richting van de pijl 25 bewogen zodra een geleidingswiel 10 in de rail de sleuf 22 passeert in de rail 6. Zodra het 5 geleidingswiel 10 gepasseerd is, veert het grendelorgaan 19 onder veerwerking terug in de richting van de pijl 21. Hierdoor wordt de deur 2 vergrendeld. Bij een opwaartse beweging van de deur 2 blijft het geleidingswiel 10 haken achter het neusdeel 26 van het grendelorgaan 19, omdat de 10 gekromde onderrand 28 van het neusdeel 26 aanligt tegen de omtreksrand 29 van het geleidingswiel 10.

Refererend aan figuur 3 is daar in weergegeven dat de deur vergrendeld is, dat wil zeggen dat een opgaande beweging 15 van de deur 2 geblokkeerd is doordat het grendelorgaan 19 aangrijpt op het geleidingswiel 10. Voorts is in figuur 3 zichtbaar dat het geleidingswiel 10 gedragen wordt door een as 30 die roteerbaar gelegerd is in een steun 31 waarmee het geleidingswiel aangebracht is nabij de rand 3 van de 20 deur 2.

Bij het ontgrendelen van de deur wordt het voetpedaal 24 in de richting van de pijl 25 bewogen, waardoor het neusdeel 26 van het grendelorgaan 19 niet meer aanligt tegen de 25 omtreksrand 29 van het geleidingswiel 10 en de opwaartse beweging van de deur 2 niet meer geblokkeerd wordt. Bij voorkeur wordt, bij het openen van de deur, gelijktijdig met het bedienen van het voetpedaal 24 de deur 2 met behulp van de hijsketting 8 opgehesen.

30

Opnieuw refererend aan figuur 1 is daarin zichtbaar dat het grendelmechanisme 13 aangebracht is aan de onderzijde van de geleiding, nabij de vloer 7. Hierdoor wordt bereikt dat het grendelorgaan 19 aangrijpt op het onderste 35 geleidingswiel 10, waardoor de deur 2 vergrendeld wordt zodra de onderrand 6 aanligt tegen de vloer 7.

1007822 7

Opgemerkt wordt dat het tevens mogelijk is het grendelmechanisme op een andere positie langs de rail 6 aan te brengen, waardoor het grendelorgaan 18 kan samenwerken met één of meer andere geleidingswielen 10. Tevens is het 5 mogelijk om de bediening van het grendelmechanisme en/of de deur automatisch uit te voeren.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven uitvoeringsvorm. Binnen het kader van de 10 uitvinding zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk.

1007822

Claims (10)

1. Deursysteem, omvattende een deur die langs tegenover elkaar gelegen randen van die deur aangebrachte, 5 stationaire geleidingen in verticale richting verplaatsbaar is tussen een geopende en een gesloten stand en die in de gesloten stand vergrendelbaar is door middel van een grendelmechanisme, met het kenmerk. dat de bewegende delen van het 10 grendelmechanisme op een vaste, stationaire positie ten opzichte van de geleiding aangebracht zijn.

2. Deursysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde positie nabij het onderste deel van een 15 geleiding ligt.

3. Deursysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het grendelmechanisme aan een geleiding bevestigd is. 20

4. Deursysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het grendelmechanisme voorzien is van een met de voet bedienbaar bedieningsorgaan.

5. Deursysteem volgens een der voorgaande conclusies waarbij aan genoemde randen van de deur geleidingsorganen aangebracht zijn die door rails geleid worden die de geleidingen vormen, met het kenmerk, dat het grendelmechanisme een beweegbaar 30 grendelorgaan omvat dat kan aangrijpen op een geleidingsorgaan.

6. Deursysteem volgens conclusie 5, waarbij het geleidingsorgaan een wiel is, met het kenmerk, dat het 35 grendelorgaan aan kan liggen tegen de omtreksrand van het wiel. 1007822

7. Deursysteem volgens een der conclusies 5 of 6, met het kenmerk. dat het grendelorgaan samenwerkt met een geleidingsorgaan dat nabij de onderrand van de deur is aangebracht. 5

8. Grendelmechanisme voor een deursysteem volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7.

9. Werkwij ze voor het bedienen van een deursysteem 10 waarvan de deur langs tegenover elkaar gelegen randen van die deur aangebrachte, stationaire geleidingen in verticale richting verplaatsbaar is tussen een geopende en een gesloten stand, waarbij de deur gesloten wordt door die deur neerwaarts te bewegen 15 totdat een grendelmechanisme, waarvan de bewegende delen op een vaste, stationaire positie nabij de onderzijde van een geleiding bevestigd zijn, aangrijpt op een geleidingsorgaan dat aan een rand van de deur aangebracht is. 20

10. Werkwijze voor het bedienen van een deursysteem waarvan de deur langs tegenover elkaar gelegen randen van die deur aangebrachte, stationair geleidingen in verticale richting verplaatsbaar is tussen een 25 geopende en een gesloten stand, waarbij de deur geopend wordt doordat een grendelmechanisme, waarvan de bewegende delen op een vaste, stationaire positie nabij de onderzijde van de geleiding bevestigd zijn en waarvan een grendelorgaan aangrijpt op een 3 0 geleidingsorgaan dat aan de deur bevestigd is, met de voet bediend wordt en waarbij de deur opwaarts bewogen wordt. 1007822