NL1007460C2 - Driving device for vehicles with three axles of which all wheels can be driven. - Google Patents

Driving device for vehicles with three axles of which all wheels can be driven. Download PDF

Info

Publication number
NL1007460C2
NL1007460C2 NL1007460A NL1007460A NL1007460C2 NL 1007460 C2 NL1007460 C2 NL 1007460C2 NL 1007460 A NL1007460 A NL 1007460A NL 1007460 A NL1007460 A NL 1007460A NL 1007460 C2 NL1007460 C2 NL 1007460C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gear
axle
shaft
axles
drive
Prior art date
Application number
NL1007460A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1007460A1 (en
Inventor
Roland Dold
Original Assignee
Daimler Chrysler Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daimler Chrysler Ag filed Critical Daimler Chrysler Ag
Publication of NL1007460A1 publication Critical patent/NL1007460A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1007460C2 publication Critical patent/NL1007460C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/36Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving tandem wheels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/34Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles
    • B60K17/344Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles having a transfer gear
    • B60K17/346Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles having a transfer gear the transfer gear being a differential gear
    • B60K17/3462Arrangement or mounting of transmissions in vehicles for driving both front and rear wheels, e.g. four wheel drive vehicles having a transfer gear the transfer gear being a differential gear with means for changing distribution of torque between front and rear wheels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Gear Transmission (AREA)

Description

Korte aanduiding : Aandrijfinrichting voor voertuigen met drie assen waarvan alle wielen aan te drijven zijn.Short designation: Driving device for vehicles with three axles, all wheels can be driven.

De uitvinding betreft een aandrijfinrichting voor voer-5 tuigen waarvan alle wielen aan te drijven zijn met tenminste drie asdrijfwerken bezittende assen volgens de kop van de conclusie 1.The invention relates to a driving device for vehicles of which all wheels can be driven with axles having at least three axle gears according to the preamble of claim 1.

Aandrijfinrichtingen van de bovengenoemde soort zijn in het bijzonder voor militaire in het terrein gebruikte voertuigen, zoals bijvoorbeeld pantserverkenningsvoertuigen of dergelijke met drie of 10 vier wielparen door overeenkomstige studies bekend. Een van de hoofdproblemen bij het ontwerp van dergelijke voertuigen is, dat zij moeten voldoen aan de meest verschillende eisen, die gedeeltelijk in tegenspraak met elkaar staan en dat ongeacht daarvan de financiële uitgifte van een dergelijk voertuig gering moet blijven. Met betrekking tot het 15 laatste punt zijn de invloedmogelijkheden, echter in het bijzonder voor de veiligheid en wapentechnische systemen beperkt, zodat betrokken op het aandrijfsysteem de besparingsdruk bijzonder groot is, hetgeen uiteindelijk daartoe leidt, dat ondanks de speciale eisen waaraan dergelijke voertuigen onderworpen zijn zo veel mogelijk moet 20 worden teruggegrepen op aggregaten, die uit producties in grote series, bijvoorbeeld voor bedrijfsvoertuigen ontnomen of tenminste uit deze afgeleid zijn.Propulsion devices of the above type are known from corresponding studies in particular for military vehicles used in the field, such as for example armored reconnaissance vehicles or the like with three or four wheel pairs. One of the main problems in the design of such vehicles is that they have to meet the most diverse requirements, which are partly contradictory to each other, and regardless of which, the financial issue of such a vehicle must remain small. With regard to the last point, the influence possibilities are limited, in particular for the security and weapon systems, so that the savings pressure is particularly great in relation to the drive system, which ultimately leads to the fact that, despite the special requirements to which such vehicles are subject, as much as possible, use should be made of aggregates which have been taken from productions in large series, for example for commercial vehicles, or at least derived from them.

Dienovereenkomstig bevindt voor de bekende in de kop van de conclusie 1 omschreven aandrijfinrichting ook een onderstel toe-25 passing, bij welke voor de drie aandrijfbare assen van het voertuig telkens een aan serie-oplossingen aanleunend asdrijfwerk toepassing vindt, waaraan telkens een tweewielig tussendrijfwerk met rechte tandwielen toegevoegd is, waarbij de inrichting zodanig uitgevoerd is, dat voor alle drie assen de aandrijving gemeenschappelijk via een 30 asreeks plaatsvindt, met welke telkens het ingangswiel van het tussendri jfwerk met rechte tandwielen asgelijk verbonden is en met welke de motor-drijfwerk-instal1atie via een 1angsdifferentieel verbonden is, dat tussen de eerste en de tweede as in de asreeks aangebracht is. Deze opstelling is in principe in het algemeen van voordeel en ook 35 doelmatig, maakt het echter moeilijk bij de vereiste hoge bodem-vrijheid ook voertuigen met laag silhouet te realiseren vooral indien 1007460 2 deze voertuigen bij in hoofdzaak gelijke basisopbouw van de aandrijf-inrichting als verkenningspantservoertuig, wapendrager, transportvoertuig voor manschappen of ook als gepantserde ziekenwagen moeten worden ingezet.Correspondingly, for the known drive device described in the preamble of claim 1, there is also an undercarriage, in which for the three drivable axles of the vehicle there is in each case applied a series gear unit, which is connected to series solutions, to which in each case a two-wheel intermediate gearbox with straight gears has been added, the device being designed in such a way that for all three shafts the drive takes place jointly via a series of axles, to which the input wheel of the intermediate gear with straight gears is connected in the same way and to which the motor-gear installation via a longitudinal differential is connected, which is arranged between the first and the second axle in the axle series. This arrangement is in principle generally advantageous and also effective, however, it makes it difficult to realize vehicles with a low silhouette with the required high ground clearance, especially if 1007460 2 these vehicles with substantially the same basic construction of the drive device as reconnaissance armored vehicle, weapon carrier, transport vehicle for troops or also used as an armored ambulance.

5 Bepaald wordt dit onder meer daardoor, dat de de assen verbindende asreeks zijdelings versprongen tot het langsmidden van het voertuig in het inwendige van het voertuig praktisch over de gehele lengte van het voertuig doorloopt en voor de asdrijfwerken van alle assen een hoogteligging bepaalt, die een onderbrengen van ook het 10 1 angsdifferentieel binnen de bodemkuip mogelijk maakt, ofschoon de bodemkuip op gebruikelijke wijze in het midden zijn diepste punt heeft ; en naar de zijden naar boven verloopt.5 This is determined, inter alia, by the fact that the axle series connecting the axles is offset laterally until the longitudinal center of the vehicle in the interior of the vehicle extends practically along the entire length of the vehicle and determines a height for the axle gears of all axles, which accommodating also the 10 1 angular differential within the bottom tub, although the bottom tub conventionally has its deepest point in the center; and goes up to the sides.

Grotere vrijheden staan desbetreffend aandrijfinrichtingen volgens het Duitse octrooi 3637523 toe, daar hier de asdrijfwerken van 15 het vierassige voertuig paarsgewijs via telkens een asreeks aange dreven zijn en de asreeksen aan verschillende zijden van het voertuig liggen. Bereikt wordt dit door een vormgeving van de asdrijfwerken, bij welke deze betrokken op een zich omhoog uitstrekkende as over 180° gedraaid ingezet kunnen worden en bovendien telkens zo gevormd zijn, 20 dat bij op de ene zijde van het langsmidden van het voertuig liggende aandrijfasreeks voor het desbetreffende drijfwerk deze op de zich ten opzichte van het langsmidden tegenover liggende zijde voldoende vrije ruimte voor de doorloop van de tweede asreeks laat.Greater freedoms permit corresponding drive devices according to German patent 3637523, since here the axle gears of the four-axle vehicle are driven in pairs via one series of axles and the series of axes lie on different sides of the vehicle. This is achieved by a design of the axle gears, in which they can be deployed rotated by 180 ° in relation to an upwardly extending axle and, moreover, are each time shaped such that in the case of a drive shaft series lying on one side of the longitudinal center of the vehicle, the respective gearbox leaves it on the side opposite the longitudinal center, sufficient free space for the passage of the second series of axes.

Door de uitvinding moet een verdere aandrijfinrichting 25 worden verschaft, welke zich door bijzonder goede voorwaarden met het oog op variabele voertuigvormgevingen kenmerkt.A further drive device 25 is to be provided by the invention, which is characterized by particularly good conditions in view of variable vehicle configurations.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door de kenmerken van de conclusie 1.According to the invention, this is achieved by the features of claim 1.

Er wordt daarbij uitgegaan van een aandrijfinrichting met 30 gebruikelijke asdrijfwerken, bij welke de kooi van het differentieel verbonden is met een schotelwiel en dit schotelwiel via een onder een hoek daarop liggend kegelwiel wordt aangedreven. Ofschoon een dergelijke oplossing als algemeen in series gebruikelijk bij voorkeur wordt toegepast zijn in principe ook andere differentieelconstructies 35 in het raam van de uitvinding in te zetten, voor zover zij een overeenkomstige asinvoer mogelijk maken. De opstelling in het langsmiddenThis is based on a drive device with 30 conventional shaft gears, in which the cage of the differential is connected to a disk wheel and this disk wheel is driven via an bevel gear wheel lying thereon. Although such a solution is generally used as generally in series, it is in principle also possible to use other differential constructions within the framework of the invention, insofar as they permit a corresponding axle input. Longitudinal arrangement

HH

1007460 3 van de asdrijfwerken met een overeenkomstige, bij voorkeur in of nabij het 1angsmiddenvlak gegeven stand van de kegelwielen leidt in samenhang met een overeenkomstige opstelling van het 1angsverdeeldrijfwerk tussen twee naburige assen daartoe, dat het 1 angsverdeeldrijfwerk in 5 het middelste, in het bijzonder diep liggende bodemgedeelte onder te brengen is en daarmede een bijzonder goede ruimte-benutting mogelijk maakt, welke op zijn beurt ook bij laag voertuigsilhouet het onderbrengen van de motor-drijfwerk-installatie in hoofdzaak in hetzelfde voertuiggebied mogelijk maakt en dit bijvoorbeeld zo ver naar de 10 zijkant verplaatst, dat de bestuurder van het voertuig ondanks het lage silhouet nog aan de andere zijde onder te brengen is.1007460 3 of the shaft gears with a corresponding position of the bevel gears, preferably given in or near the longitudinal center plane, leads in connection with a corresponding arrangement of the longitudinal distribution gear between two adjacent axes, so that the angular distribution gear in the middle, in particular deep can be accommodated in the lying bottom section and thereby enables particularly good space utilization, which in turn also enables the engine-gear unit to be accommodated substantially in the same vehicle area, even with a low vehicle silhouette, for example so far to the side that the driver of the vehicle can still be accommodated on the other side despite the low silhouette.

Daar de aandrijfasreeks onderbroken is en voor de op de naburige, door het 1angsverdeeldrijfwerk verbonden beide assen volgende as(sen) de aandrijving via een afzonderlijke asreeks verloopt 15 is het mogelijk deze asreeks quasi onafhankelijk van de door een 1angsverdeeldrijfwerk bepaalde ruimtebeperkingen op te stellen, zodat deze asreeks in verband met zijn geringe ruimtebehoefte tot de het 1 angsverdeeldrijfwerk omvattende asreeks zijdelings en naar onderen verplaatst kan verlopen. De verplaatsing naar onderen vindt bij 20 voorkeur zo ver plaats, dat de zijdelings verplaatste asreeks onder de van het vereffeningsdrijfwerk uitgaande aangedreven assen voor de wiel aandrijvingen verloopt.Since the drive shaft series is interrupted and for the axle (s) following the neighboring axles connected by the shaft distribution gearbox, the drive runs via a separate shaft sequence, it is possible to set up this shaft sequence almost independently of the space constraints determined by a shaft distribution gearbox, so that this series of axes can move sideways and downwards due to its limited space requirement to the axis series comprising the angular distribution gear. The displacement downwards preferably takes place so far that the laterally displaced axle series runs under the driven axles for the wheel drives originating from the equalizing gear.

Ongeacht het toegepaste tussendrijfwerk kunnen in principe in bouw gelijke asdrijfwerken voor alle assen toepassing vinden, 25 waarbij van de beide naburige, door het langsverdeeldrijfwerk ver bonden asdrijfwerken van de bij voorkeur voorste assen van het voertuig het aan de.voorste, d.w.z. eerste as van het voertuig toegevoegde drijfwerk tot het asdrijfwerk van de tweede as betrokken op een zich omhoog uitstrekkende as over 180° gedraaid is, zodat door het zijde-30 lingse wiel van het tussendrijfwerk een aansluitas of dergelijke voor hulpaggregaten, kabellieren of dergelijke inrichtingen kan worden aangedreven. De inrichting volgens de uitvinding en keuze van de asdrijfwerken maakt het zodoende zonder aanvullende kosten mogelijk om zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde ook een vrije aan-35 drijving voor aansluiting van willekeurige aggregaten aan te brengen.Regardless of the intermediate gear used, in principle equal shaft gears can be used for all axles in construction, whereby of the two neighboring axle gears of the preferably front axles of the vehicle, which are connected by the longitudinal distribution gear, to the front, ie first axle of the vehicle-added gear until the axle gear of the second axle is rotated 180 ° relative to an upwardly extending axle, so that a connecting shaft or the like for auxiliary aggregates, cable winches or similar devices can be driven by the side wheel of the intermediate gear. The device according to the invention and the choice of the shaft gears thus makes it possible, without additional costs, to provide a free drive for the connection of arbitrary aggregates at both the front and the rear.

' ·» 0 7 4 6 0 40 7 4 6 0 4

De door het langsverdeeldrijfwerk verbonden ten opzichte van elkaar naburige assen is bij voorkeur een in het langsverdeel-drijfwerk geïntegreerd langsdifferentieel toegevoegd. Overeenkomstige ingrepen laten zich ook voor de via de zijdelings verplaatst liggende 5 asreeks aangedreven as of assen realiseren, waarbij bij voorkeur aan het asgelijk tot het kegelwiel van het differentieel liggende tandwiel van het tussendrijfwerk via welke de zijdelings verplaatste asreeks wordt aangedreven, een overeenkomstig langsdifferentieel, bij voorkeur in vergrendelbare uitvoering toegevoegd wordt.The axles which are connected to one another by adjacent longitudinal distribution gears are preferably added with a longitudinal differential integrated in the longitudinal distribution gear. Corresponding interventions can also be realized for the shaft or axles driven via the laterally displaced shaft series, with a corresponding longitudinal differential, preferably on the shaft equal to the bevel gear of the differential gear of the intermediate gear through which the laterally displaced shaft series is driven. is preferably added in a lockable version.

10 De hierboven beschreven basisopbouw volgens de uitvinding maakt de toepassing mogelijk van tenminste in vergaande mate in bouw gelijke asdrijfwerken bij alle assen. De bij dergelijke asdrijfwerken op gebruikelijke wijze aanwezige rechtstreekse en indirecte invoer-flenzen worden volgens de uitvinding wederzijds op bijzonder geëigende 15 wijze benut en maken zodoende zonder extra kosten en bij gunstige logistiek van bouwdelen de nagestreefde variabiliteit mogelijk.The basic construction according to the invention described above makes it possible to use at least largely identical shaft gears in all axles. According to the invention, the direct and indirect input flanges conventionally present in such shaft gears are mutually utilized in a particularly suitable manner and thus enable the desired variability at no additional cost and with favorable logistics of building parts.

Een met betrekking hiertoe aanvullend alternatief wordt binnen het raam van de uitvinding daardoor geopend, dat voor de door de zijdelingse asreeks aangedreven as(sen) een open gemaakte bouwwijze 20 wordt gekozen. Hieronder is te verstaan, dat het desbetreffende asdrijfwerk quasi uit de stand tussen de wielen in lengterichting verplaatst aangebracht wordt, bij voorkeur zo ver mogelijk naar voren verplaatst, zo nabij het asdrijfwerk van de tweede as, en dat de langsverplaatsing tussen het asdrijfwerk en de wiel aandrijvingen door 25 ver naar de zijkanten van het voertuig toe verplaatste zijdelingse asreeksen overbrugd wordt. Bij een dergelijke zogenaamde H-aandrijf-streng welke zich uitgaande van een as-verplaatst liggend asdrijfwerk door overeenkomstige verlenging van de zijdelings liggende asreeksen ook voor de wielen van twee achter elkaar liggende assen laat ver-30 wezenlijken, ontstaan in het overeenkomstige voertuiggebied bijzonder grote ruimtevoordelen.An additional alternative in this respect is opened within the scope of the invention by selecting an open construction method for the axle (s) driven by the lateral series of axles. This is understood to mean that the relevant axle gear is arranged in a longitudinally displaced position between the wheels, preferably moved as far forward as possible, so close to the axle gear of the second axle, and that the longitudinal displacement between the axle gear and the wheel drives are bridged by lateral arrays moved far to the sides of the vehicle. With such a so-called H-drive string which, starting from an axle-displaced axle gearbox, can also be realized for the wheels of two axles lying one behind the other by corresponding extension of the lateral axle series, particularly large arises occur in the corresponding vehicle area. space benefits.

De uitvinding wordt in het onderstaande aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden nader uiteengezet. Er tonen:The invention is explained in more detail below with reference to exemplary embodiments. There show:

Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht op de aandrijfstreng 35 van een drieassig voertuig waarvan alle wielen kunnen worden aange dreven, waarbij de voor de aandrijving aangebrachte motor-drijfwerk- 1007460 5 installatie evenmin weergegeven is als de verdere opbouw van het voertuig,Figure 1 shows a schematic top plan view of the drive string 35 of a three-axle vehicle, all wheels can be driven, the motor-gear unit installed for the drive being not shown as the further construction of the vehicle,

Figuur 2 een schema-weergave van een motor-drijfwerk-installatie in zijaanzicht, zoals deze in samenhang met een aandrijf-5 streng volgens figuur 1 kan worden ingezet,Figure 2 shows a schematic representation of a motor-gear unit installation in side view, as it can be used in conjunction with a drive-5 strand according to figure 1,

Figuur 3 een met de figuur 1 overeenkomende weergave van een aandrijfstreng van een vierassig voertuig waarvan alle wielen aan te drijven zijn,Figure 3 is a representation corresponding to Figure 1 of a drive string of a four-axle vehicle, all wheels of which can be driven,

Figuur 4 een met de figuur 1 overeenkomende weergave, 10 aangevuld met een aanvullend langsdifferentieel in de aandrijfstreng,Figure 4 shows a representation corresponding to Figure 1, supplemented with an additional longitudinal differential in the drive string,

Figuur 5 een met de figuur 3 overeenkomende weergave, aangevuld met een aanvullend langsdifferentieel in de aandrijfstreng,Figure 5 is a representation corresponding to Figure 3, supplemented with an additional longitudinal differential in the drive string,

Figuur 6 een verdere vereenvoudigde doorsnedeweergave door de tweede as volgens figuur 1 in een doorsnedegeleiding volgens de 15 lijn VI-VI,Figure 6 shows a further simplified section view through the second axis according to Figure 1 in a section guide according to line VI-VI,

Figuur 7 een schematische weergave van een langsverdeel-drijfwerk, zoals deze in de weergave volgens figuur 1 tussen de eerste en de tweede as als aandrijving toepassing kan vinden,Figure 7 shows a schematic representation of a longitudinal distribution gear, such as can be used as a drive in the representation according to Figure 1 between the first and the second shaft,

Figuur 8 een verdere geschematiseerde principe-weergave van 20 de aandrijfstreng van een drieassig voertuig waarvan alle wielen aan te drijven zijn, waarbij overeenkomend met de voorgaande weergaven de motor-drijfwerk-installatie evenmin als de opbouw en de overige delen van het voertuig getoond is,Figure 8 shows a further schematic principle representation of the drive string of a three-axle vehicle, all wheels of which can be driven, in which, in accordance with the previous views, the engine-gear installation is not shown, nor is the superstructure and the other parts of the vehicle,

Figuur 9 een in basisopbouw met de figuur 8 overeenkomende 25 aandrijfstreng in een weergave volgens figuur 8 voor een vierassig voertuig waarvan alle wielen aan te drijven zijn, enFigure 9 shows a drive string corresponding in basic construction to figure 8 in a representation according to figure 8 for a four-axle vehicle of which all wheels can be driven, and

Figuren 10 tot 15 schematische principe-afbeeldingen van drieassige gepantserde militaire voertuigen waarvan alle wielen aan te drijven zijn op basis van aandrijfstrengen, die volgens de uitvinding 30 zijn opgebouwd, waarbij in omlijningen de motor-drijfwerk-installatie evenals gedeeltelijk ook benutbare ruimtes van het voertuig zijn weergegeven, dit in samenhang met verschillende uitvoeringen van een gepantserde opbouw.Figures 10 to 15 schematic principle images of three-axle armored military vehicles, all wheels of which can be driven on the basis of driving strands, which are constructed according to the invention, in which the engine-gear installation as well as partly usable spaces of the vehicle are outlined are shown, in connection with different versions of an armored structure.

In de weergave volgens figuur 1, die in hoofdzaak slechts 35 het schema toont van een aandrijfstreng van voor gebruik in het terrein geschikte voertuigen waarvan alle wielen aan te drijven zijn, 1007460 6 zijn de drie aangedreven assen van het in totaal met 1 aangeduide, niet verder weergegeven drieassige voertuig met 2-4 aangeduid, waarbij ieder van de assen 2-4 met twee wielen 5 is uitgerust en midden tussen zijn wielen 5 in bovenaanzicht ongeveer op de langsmiddenas van het 5 voertuig liggend een asdrijfwerk 6, 7 en 8 bezit.In the representation according to figure 1, which mainly shows only the diagram of a drive string of vehicles suitable for use in the field, all wheels of which can be driven, 1007460 6, the three driving axles of the total indicated by 1 are not the three-axle vehicle further shown is designated 2-4, each of the axles 2-4 being equipped with two wheels 5 and having a shaft gear 6, 7 and 8 lying in plan view, centered between its wheels 5, approximately on the longitudinal center axis of the vehicle.

De asdrijfwerken 6, 7 en 8 zijn in hoofdzaak in bouw gelijk, waarbij voor de asdrijfwerken 7 en 8 dezelfde opstelling gegeven is, terwijl het asdrijfwerk 6 een inbouwstand bezit, in welke het ten opzichte van de asdrijfwerken 7 en 8 over 180° om een zich 10 omhoog uitstrekkende as gedraaid is.The shaft gears 6, 7 and 8 are essentially the same in construction, with the same arrangement given for the shaft gears 7 and 8, while the shaft gears 6 have an installation position, in which it is rotated 180 ° relative to the shaft gears 7 and 8. shaft extending upwards.

De onderling gelijk opgebouwde asdrijfwerken 6-8 bezitten telkens een ingangsas 9 en zijn uitgevoerd als differentieel, welke verschillende toerentallen voor de naar de aan weerszijden van het asdrijfwerk 6-8 liggende wielen leidende, zijdelingse uitgangsassen 10 15 en 11 mogelijk maken. De uitgangsassen 10 en 11 zijn, zoals verder aangeduid, scharnierend verbonden met wielassen 12 en 13, die op hun beurt aan de aan de zijde van de wielen gelegen astappen 14 en 15 van de onafhankelijk opgehangen wielen scharnierend aangesloten zijn, waarbij de geleidingen van de wielen hier niet verder weergegeven zijn 20 en op bekende wijze kunnen zijn uitgevoerd.The mutually equally constructed shaft gears 6-8 each have an input shaft 9 and are designed as differentials, which allow different speeds for the side output shafts 10 and 11 leading to the wheels lying on either side of the shaft gear 6-8. As indicated below, the output shafts 10 and 11 are hingedly connected to wheel shafts 12 and 13, which in turn are hinged to the axle stubs 14 and 15 of the independently suspended wheels, the guides of the wheels are not further shown here and can be designed in known manner.

De uitgangsassen 10 en 11 zijn op gebruikelijke wijze met de overeenkomstige vereffeningswielen van het hier niet verder beschreven conventioneel opgebouwde differentieel verbonden, wiens kooi 16 asgelijk en draaivast verbonden is met een schotelwiel 17, dat op 25 zijn beurt met een op de ingangsas 9 aangebracht kegelwiel 18 in ingrijping is.The output shafts 10 and 11 are conventionally connected to the corresponding equalizing wheels of the conventionally constructed differential, not further described here, whose cage 16 is shaft-like and pivotally connected to a disk wheel 17, which in turn is connected to a bevel wheel mounted on the input shaft 9. 18 is in action.

Voor het kegelwiel 18 is aan de zijde van de ingang aan het desbetreffende asdrijfwerk 6, 7, 8 een tussendrijfwerk aangebracht, dat, zoals voor de as 3 weergegeven, uit een op de ingangsas 9 aange-30 bracht tandwiel 19 en een met deze in ingrijping zijnd tandwiel 20 bestaat, dat draaivast verbonden is met de as 21, die evenwijdig, echter zijdelings en in hoogterichting verplaatst tot de ingangsas 9 in het drijfwerk gelegerd is.For the bevel gear 18, on the side of the entrance on the relevant shaft gear 6, 7, 8, an intermediate gear is provided, which, as shown for the shaft 3, consists of a gear 19 arranged on the input shaft 9 and one with this meshing gear 20, which is rotatably connected to the shaft 21, which is parallel, but laterally and vertically displaced, until the input shaft 9 is mounted in the gear.

Terwijl het betrokken op de rijrichting F van het voorste, 35 hier bij de as 2 behorende asdrijfwerk 6 in het uitvoeringsvoorbeeld niet vergrendel baar is is voor de asdrijfwerken 7 en 8 van de assen 3 1007460 7 en 4 bij voor het overige gelijke opbouw telkens een vergrendel baarheid aangebracht, zoals gesymboliseerd bij 22 weergegeven. Via de schakel bare grendel organen 22 kunnen al naar schakel stand de wielen 5 van de desbetreffende as draaivast met elkaar worden verbonden. Ook de 5 as 2 kan binnen het raam van de uitvinding echter vergrendel baar worden uitgevoerd.While the shaft gear 6 associated with the driving direction F of the front axle 35 here, is not lockable in the exemplary embodiment, the shaft gears 7 and 8 of the shafts 3 1007460 7 and 4 each have an identical construction. lockability, as symbolized at 22. Depending on the switch position, the wheels 5 of the relevant axle can be connected to each other in a rotatable manner via the switchable locking members 22. The shaft 2 can, however, also be lockable within the scope of the invention.

De beide betrokken op de rijrichting F voorste, naburige assen 2 en 3 zijn betrokken op hun ingangsassen 9 asgelijk met elkaar voor aandrijving verbonden, waarbij de aandrijving plaatsvindt via een 10 1angsverdeeldrijfwerk 23, dat bij voorkeur als verdeeldrijfwerk met grendel is uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens de weergave in figuur 7. De ingangsassen 9 van de asdrijfwerken 6 en 7 van de beide naburige voorste assen 2 en 3 zijn daarbij via tussenassen 24 en 25 met de uitgangsassen 26 en 27 van het 1angsverdeeldrijfwerk 23 verbonden, 15 waarbij de overeenkomstige flensverbindingen hier slechts symbolisch zijn weergegeven evenals de draairichtingen van de desbetreffende asreeksen door overeenkomstige pijlvoeringen gekenmerkt zijn.The two front axles 2 and 3, adjacent axes 2 and 3, which are related to the direction of travel F, are connected to each other axially for drive on their input axes 9, the drive taking place via a longitudinal distribution gear 23, which is preferably designed as a distribution gear with latch, for example according to the shown in figure 7. The input shafts 9 of the shaft gears 6 and 7 of the two adjacent front shafts 2 and 3 are connected via intermediate shafts 24 and 25 to the output shafts 26 and 27 of the longitudinal distribution gear 23, the corresponding flange connections here only symbolically as well as the directions of rotation of the respective axis series are identified by corresponding arrow liners.

De asgelijke aandrijving voor de beide asdrijfwerken 6 en 7 van de beide assen 2 en 3 leidt in samenhang met de tot het langs-20 middenvlak in hoofdzaak symmetrische opbouw van de assen en de overeenkomstige stand van het 1 angsverdeeldri jfwerk 23 tot een oplossing, bij welke de motor-drijfwerk-installatie volgens figuur 2, die in totaal met 28 aangeduid is, ruimte-besparend en in verloop gunstig met de aandrijfstreng te combineren is. De motor-drijfwerk-installatie 28 25 omvat een motor 29 en de drijfwerkinrichting 30. Deze zijn in lengterichting ten opzichte van elkaar versprongen en hij omvat de drijfwerkinrichting 30 naast een in detail niet weergegeven schakel- of automaatdrijfwerk 30a een reeks van eveneens niet in detail weergegeven nevenaandrijvingen 30b, die onder tussenschakeling van een 30 hulpdrijfwerk 30c zijn aangedreven en in het uitvoeringsvoorbeeld door pompen, in het bijzonder hydraulische pompen zijn gevormd. De hierboven beschreven en schematisch uiteengezette opbouw van de motor-dri jfwerk-install atie 28 bezit voor het overige de in de tekening zichtbare kop- en omleiddrijfwerken met de overeenkomstige as-35 verbindingen, die zo gekozen zijn, dat in de opstelling van motor 29 tot drijfwerkinstallatie 28 een zekere geschiktheid tot variatie 1007460 8 gegeven is en welke het mogelijk maakt de motor-drijfwerk-installatie 28, betrokken op figuur 1, zo in hoofdzaak aan de rechter zijde van het voertuig tussen de assen 2 en 3 te plaatsen, dat het linker overeenkomstige oppervlak van het voertuig voor andere doeleinden, in 5 het bijzonder voor het opstellen van de bestuurder vrij blijft. De stand van de motor 29 tot de drijfwerkinrichting 30 is zodanig, dat over het drijfwerk 30a een overbruggingsas 30d grijpt, en de aandrijving in het drijfwerk 30a plaatsvindt op de van de motor 29 afgekeerde zijde, waarbij de aandrijving tussen het drijfwerk 30a en 10 het aan de van de motor 29 afgekeerde zijde op het drijfwerk 30a volgend hulpdrijfwerk 30c via een tussendrijfwerk 30e plaatsvindt. Door deze opstelling komt het langsverdeeldrijfwerk 23, betrokken op de lengte-uitstrekking van het voertuig, tussen motor 29 en drijfwerk 30a te liggen, hetgeen met het oog op de ruimteverhoudingen en de 15 gewichtsverdeling van voordeel is. De beschreven open groepering maakt, bij behoefte zonder grote wijzigingen echter ook andere opstellingen mogelijk.The shaft-like drive for the two shaft gears 6 and 7 of the two shafts 2 and 3, in conjunction with the construction of the shafts, which is essentially symmetrical up to the longitudinal median plane and the corresponding position of the shaft distribution gear 23, leads to a solution, which the motor-gear unit installation according to FIG. 2, which is denoted by 28 in total, is space-saving and favorable in combination with the drive string. The motor gear unit 28 25 comprises a motor 29 and the gear unit 30. These are longitudinally offset from each other and it comprises the gear unit 30 in addition to a gear or automatic gear unit 30a, not shown in detail. auxiliary drives 30b shown, which are driven in between an auxiliary gear 30c and are in the exemplary embodiment formed by pumps, in particular hydraulic pumps. The above-described and schematically explained construction of the motor gear installation 28 furthermore has the head and deflection gears visible in the drawing, with the corresponding shaft-35 connections, which are chosen such that in the arrangement of motor 29 a certain suitability to variation 1007460 8 has been given to the gearbox installation 28 and which makes it possible to place the engine-gearbox installation 28, based on figure 1, so substantially on the right side of the vehicle between the axles 2 and 3 that the left corresponding surface of the vehicle remains free for other purposes, in particular for the driver's position. The position of the motor 29 to the gear device 30 is such that a bridging shaft 30d engages over the gear 30a, and the drive in the gear 30a takes place on the side remote from the motor 29, the drive between the gear 30a and 10 being on the side remote from the motor 29 on the gear 30a, the auxiliary gear 30c takes place via an intermediate gear 30e. Due to this arrangement, the longitudinal distribution gear 23, relative to the longitudinal extent of the vehicle, comes to lie between motor 29 and gear 30a, which is advantageous in view of the space ratios and the weight distribution. The described open grouping also allows other arrangements, if necessary without major changes.

Van bijzonder voordeel is hier de uitvoering van de aandrijfstreng volgens figuur 1 met opstelling van het langsverdeel-20 drijfwerk 23 in het langsmiddenvlak van het voertuig bij opbouw-versies, bij welke deze voor het bodemvlak in de voertuigdoorsnede hun diepst liggende gedeelte in het langsmidden hebben en uitgaande van het langsmidden naar buitenzijde schuin naar boven verlopende bodem-vlakken bezitten. Ondanks het langsverdeeldrijfwerk 23 kan dan 25 namelijk ook voor de drijfwerken 6 en 7 een zeer diepe stand in het voertuig worden gerealiseerd zonder diens bodemvrijheid ongewenst te beperken.Of particular advantage here is the design of the drive string according to Figure 1 with arrangement of the longitudinal distribution gear 23 in the longitudinal center plane of the vehicle in body versions, in which they have their deepest part in the longitudinal center for the bottom plane in the vehicle section. and have obliquely upwardly extending bottom surfaces starting from the longitudinal center outwards. In spite of the longitudinal distribution gear 23, a very deep position can then also be realized in the vehicle for the gears 6 and 7 without undesirably limiting its ground clearance.

De de aandrijfverbinding tot de betrokken op de rijrichting achterste derde as tot stand brengende asreeks bestaat in hoofdzaak 30 uit de tussenas 31, welke de as 21 van het asdrijfwerk 7 van de as 3 met de overeenkomstige as 32 van het asdrijfwerk 8 van de as 4 verbindt. De as 32 is hiertoe in tegenstelling met de as 21 aan weerszijden naar buiten gevoerd uit het drijfwerkhuis, dus aan weerszijden uitgerust met aansluitingen, terwijl voor het overige echter het 35 asdrijfwerk 8 van de as 4 overeenkomt met het asdrijfwerk 7 van de as 3. Bouwtechnisch zijn zodoende geen wezenlijke verschillen tussen de 1007460 9 toegepaste asdrijfwerken gegeven en zijn deze ook in hun opbouw conventioneel vanwaar kan worden teruggegrepen op standaard producten.The drive connection to the axle series, which is related to the rearward direction of travel, mainly consists of the intermediate shaft 31, which the shaft 21 of the shaft gear 7 of the shaft 3 with the corresponding shaft 32 of the shaft gear 8 of the shaft 4 connects. Contrary to the shaft 21, the shaft 32 is guided outwards from the gear housing on both sides, so it is equipped on both sides with connections, while otherwise the shaft gear 8 of the shaft 4 corresponds to the shaft gear 7 of the shaft 3. In terms of construction engineering, therefore, no essential differences have been given between the 1007460 9 axle gears used, and they are also conventional in their construction, from which reference can be made to standard products.

Op grond van de geringe ruimte-behoefte voor de de tussenas 31 omvattende asreeks kan deze zeer diep worden gelegd en is in het 5 uitvoeringsvoorbeeld met betrekking tot de assen 21 en 32 zo opgesteld, dat deze onder de uitgangsassen 11 van de drijfwerken 7 en 8 kunnen verlopen. Daardoor is een optimale ruimte-benutting mogelijk. Dit veraanschouwelijkt in het bijzonder figuur 6, welke schematisch de as 3 in doorsnede toont, waarbij het zichtbaar is, dat door de toe-10 passing van het tussendrijfwerk met het ten opzichte van het kegelwiel 18 asgelijk liggende rechte tandwiel 19 en het met deze in ingrijping zijnde op de as 21 liggende tandwiel 20 de nagestreefde verplaatsing in hoogterichting op eenvoudige wijze te realiseren is. Vanzelfsprekend is het bij behoefte mogelijk de asreeks met de tussenas 31, 15 afwijkend van het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, ook aan de andere langszijde van het voertuig te laten verlopen. Figuur 6 veraanschouwelijkt verder, dat in samenhang met de uitvinding met voordeel wiel-naafdrijfwerken 33 kunnen worden ingezet om een zo licht mogelijke totale opbouw van de aandrijfstreng te bereiken en daardoor verder de 20 voorwaarden voor een plaats-besparende bouwwijze te verbeteren.Due to the small space requirement for the shaft series comprising the intermediate shaft 31, it can be laid very deep and in the exemplary embodiment, with regard to the shafts 21 and 32, it is arranged such that it is below the output shafts 11 of the gears 7 and 8. may expire. This makes optimal space utilization possible. This is illustrated in particular in Figure 6, which schematically shows the shaft 3 in cross-section, whereby it can be seen that through the use of the intermediate gear with the spur gear 19 lying flush with the bevel gear 18 and with this meshing with gear 20 lying on shaft 21 the desired displacement in height direction can be realized in a simple manner. It is of course possible, if necessary, to have the axle series with the intermediate shaft 31, 15 deviate from the illustrated embodiment, also on the other longitudinal side of the vehicle. Figure 6 further illustrates that wheel hub gears 33 can advantageously be used in connection with the invention to achieve the lightest possible overall construction of the drive string and thereby further improve the conditions for a space-saving construction method.

In figuur 7 is een schematische weergave van het langs-verdeeldrijfwerk 23 voor het uiteenzetten van diens functie getoond, waarbij als 1angsverdeeldrijfwerk 23 hier een zodanige in planeetwiel-bouwwijze met vereffeningsfunctie veraanschouwelijkt is. Vanaf de 25 symbolisch met 30 aangeduide drijfwerkinrichting vindt de aandrijving overeenkomstig met figuur 2 plaats via een tussendrijfwerk 34, dat in ingrijping is met de planeetwieldrager 35, welke centrisch ligt tot de as van het zonnewiel 36, dat via de planeetwielen 37 met het holle wiel 38 voor aandrijving verbonden is. Het holle wiel 38 en het 30 zonnewiel 36 zijn met de uitgangsassen 26 resp. 27 volgens figuur 1 verbonden, waarbij de aandrijving vanaf de as 36 via de tussenas 24 naar de voorste as, de as 2 en de aandrijving vanaf de as 27 via de tussenas 25 op het asdrijfwerk 7 van de tweede as 3 van het voertuig leidt. De grendelfunctie van het door het planeetdrijfwerk gevormde 35 differentieel is symbolisch aangeduid en de assen 26 en 27 zijn 1007460 10 draaivast met elkaar verbonden indien de planeetwiel drager 25 ten opzichte van de as 26 draaivast vastgezet is.Fig. 7 shows a schematic representation of the longitudinal distribution gear 23 for explaining its function, wherein as a longitudinal distribution gear 23 such a planetary gear construction with an equalizing function is illustrated. From the gear mechanism symbolically indicated by 30, the drive takes place according to figure 2 via an intermediate gear 34, which meshes with the planet gear carrier 35, which is centric to the axis of the sun gear 36, which via the planet gears 37 with the hollow wheel 38 for drive. The hollow wheel 38 and the sun wheel 36 are connected to the output shafts 26 and 16 respectively. 27 connected according to figure 1, wherein the drive from the axle 36 leads via the intermediate shaft 24 to the front axle, the axle 2 and the drive from the axle 27 via the intermediate shaft 25 to the axle gear 7 of the second axle 3 of the vehicle. The locking function of the differential formed by the planetary gear is symbolically indicated, and the shafts 26 and 27 are rotatably connected to each other when the planet gear carrier 25 is rotatably fixed relative to the shaft 26.

Het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 3 toont de aandrijfstreng van een vierassig voertuig waarvan alle wielen aan te 5 drijven zijn en dat in totaal met 101 is aangeduid en dat in zijn principiële opbouw, afgezien van het aantal assen met die volgens figuur 1 overeenkomt. Overeenkomstige onderdelen zijn dan ook met overeenkomstige verwijzingscijfers aangeduid waarbij echter voor onderscheidingsdoeleinden deze verwijzingscijfers telkens met het 10 getal 100 vergroot zijn.The exemplary embodiment according to Figure 3 shows the drive string of a four-axle vehicle of which all wheels can be driven and which is indicated in total by 101 and which, in its basic construction, corresponds to those in Figure 1, apart from the number of axles. Corresponding parts are therefore designated with corresponding reference numerals, however, for reference purposes, these reference numerals are each increased by the number 100.

De aandrijving van de beide in rijrichting voorste assen 102 en 103 vindt weer plaats via een langsverdeeldrijfwerk 123 en de aandrijving in de assen 102 en 103 is voor deze beide asdrijfwerken 106 en 107 telkens asgelijk centraal. Uitgaande van de betrokken op de 15 rijrichting tweede as 103 vindt de aandrijving voor de daaropvolgende assen 104a, 104b weer plaats via een zijdelings verplaatste asreeks, welke met betrekking tot de overeenkomstige tussenassen met 131a en 132b is aangeduid. Via de tussenassen vindt de aandrijving op de asdrijfwerken 108a en 108b plaats via de desbetreffende tussendrijf-20 werken, die overeenkomend met het door de tandwielen 119, 120 van het asdrijfwerk 107 gevormde tussendrijfwerk zijn uitgevoerd en dienovereenkomstig zijn voorzien van overeenkomstige verwijzingscijfers. Functioneel evenals ook met betrekking tot de bereikbare voordelen komt de uitvoering volgens figuur 3 overeen met die van figuur 1 zodat 25 in zoverre naar deze wordt verwezen.The drive of the two axles 102 and 103 in the direction of forward travel again takes place via a longitudinal distribution gear 123 and the drive in the shafts 102 and 103 is equally central for these two shaft gears 106 and 107. Starting from the second axis 103 relative to the direction of travel, the drive for the subsequent axes 104a, 104b takes place again via a laterally displaced axis series, which is indicated with 131a and 132b in relation to the corresponding intermediate axles. Via the intermediate shafts, the drive on the shaft gears 108a and 108b takes place via the respective intermediate gears, which are designed in accordance with the intermediate gear formed by the gears 119, 120 of the shaft gear 107 and are accordingly provided with corresponding reference numerals. Functionally, as well as with regard to the achievable advantages, the embodiment according to figure 3 corresponds to that of figure 1, so that reference is made to that extent.

Terwijl bij de uitvoeringsvormen volgens figuren 1 en 3 voor de beide voorste assen door het langsverdeeldrijfwerk 23 resp. 123 een 1 angsvereffeningsfunctie gegeven is is een dergelijke met betrekking tot de verdere assen van het voertuig, zo van de tweede 30 voertuigas op de derde resp. op de derde en vierde niet aanwezig. Voor de tweede en de derde resp. de twee, derde en vierde assen, telkens op de rijrichting F betrokken, zijn slechts grendels 22 resp. 122 aangebracht, die tussen de bij een as behorende wielen werken.While in the embodiments according to Figs. 1 and 3 for the two front axles the longitudinal distribution gear 23 and 10 respectively. 123 has been given an angular equalization function with regard to the further axles of the vehicle, so from the second vehicle axis to the third resp. not present on the third and fourth. For the second and third resp. the two, third and fourth axles, each relating to the direction of travel F, are only latches 22 and 10, respectively. 122 which operate between the wheels associated with an axle.

Figuren 4 en 5 tonen nu uitvoeringsvoorbeelden, bij welke 35 differentieels ook in de aandrijfverbinding zijn aangebracht, welke afgetakt van de aandrijving voor de tweede as naar de derde resp.Figures 4 and 5 now show exemplary embodiments, at which differentials are also arranged in the drive connection, which branch from the drive for the second shaft to the third, respectively.

1007460 11 derde en vierde as van het voertuig leiden. In verband met de voor de overige opbouw van de figuur 4, die in wezen overeenkomt met die van figuur 1 en met betrekking tot de opbouw van figuur 5, die in wezen overeenkomt met die van figuur 3, wordt in de hieronder volgende 5 beschrijving slechts ingegaan op afwijkingen terwijl voor het overige verwezen wordt naar de voorgaande beschrijvingsdelen. Voor de vereenvoudiging worden weer overeenkomstige verwijzingscijfers toegepast, nu echter betrokken op figuur 4 verwijzingscijfers 201 en volgende en met betrekking tot figuur 5 verwijzingscijfers 301 en volgende.1007460 11 Guide the third and fourth axles of the vehicle. In connection with the structure shown in Figure 4, which essentially corresponds to that of Figure 1, and with regard to the structure of Figure 5, which essentially corresponds to that of Figure 3, in the description below only 5 discussed deviations while for the rest reference is made to the previous description parts. Corresponding reference numerals are again used for the sake of simplification, but now reference numbers 201 and following referring to Figure 4 and reference numerals 301 and following referring to Figure 5.

10 Bij het voertuig 201 volgens figuur 4 is in de overgang van langsverdeeldrijfwerk 223 tussen de assen 202 en 203 naar het asdrijfwerk 207 van de as 203 een langsdifferentieel 240 aangebracht, dat bij voorkeur geïntegreerd is in het asdrijfwerk 207 en waarvoor het kegelwiel 218, concentrisch tot diens as 209 is aangebracht. Het 15 langsdifferentieel 240 bestaat uit een kooi 241, welke draaivast met de tussenas 225 in de overgang van het langsverdeeldrijfwerk 223 naar het asdrijfwerk 207 verbonden is. Deze kooi 241 neemt op gebruikelijke wijze de vereffeningswielen op, waarvan het aan de kopzijde en nabij het kegelwiel 218 gelegene draaivast verbonden is met het tandwiel 20 219, dat samen met het tandwiel 220 het tussendrijfwerk vormt via welke de aandrijving voor de verdere assen, hier de as 204, wordt geleid. Het tegenover liggende aan de kopzijde gelegen wiel 243 van het differentieel is draaivast met de as 209 van het kegelwiel 218 verbonden. Indien het langsdifferentieel 240 vergrendeld is, dan zijn 25 kegelwiel 218 en tandwiel 219 draaivast verbonden en zijn daarmede ook de assen 203 en 204 star gekoppeld. Bij geopend langsdifferentieel 240 is een vereffening in aandrijving tussen de assen 203 en 204 mogelijk.In the vehicle 201 according to figure 4, in the transition from longitudinal distribution gear 223 between the shafts 202 and 203 to the shaft gear 207 of the shaft 203, a longitudinal differential 240 is provided, which is preferably integrated in the shaft gear 207 and for which the bevel gear 218 is concentric until its axis 209 is applied. The longitudinal differential 240 consists of a cage 241, which is rotatably connected to the intermediate shaft 225 in the transition from the longitudinal distribution gear 223 to the shaft gear 207. This cage 241 conventionally accommodates the equalizing wheels, the head of which is located rotatably on the front side and close to the bevel gear 218 and is connected to the gear 20 219, which together with the gear 220 forms the intermediate gear through which the drive for the further shafts, here the shaft 204 is guided. The opposite front wheel wheel 243 of the differential is rotatably connected to the shaft 209 of the bevel wheel 218. If the longitudinal differential 240 is locked, the bevel gear 218 and gear 219 are connected in a rotatable manner and the shafts 203 and 204 are rigidly coupled thereto. When the longitudinal differential 240 is open, an equalization in the drive between the shafts 203 and 204 is possible.

Het langsdifferentieel 240 komt in de werking van de weergave volgens figuur 5 overeen met een langsdifferentieel 340, dat 30 als planeetwiel differentieel is uitgevoerd en in zoverre een bekende opbouw bezit. Via dit langsdifferentieel zijn de beide achterste assen 304a en 304b met de aandrijving voor de betrokken op de rijrichting tweede as 303 verbonden, zodat nu voor deze beide achterste assen 304a en 304b gemeenschappelijk ten opzichte van de voorste as 303 een 35 langsvereffening mogelijk is, zoals dit aan de hand van de figuur 4 is beschreven. Daar voor het overige de opbouw volgens figuur 5 overeen- 1007460 12 komt met die volgens figuur 3 wordt op de uiteenzettingen betreffende deze figuur gewezen.In the operation of the representation according to figure 5, the longitudinal differential 240 corresponds to a longitudinal differential 340, which is designed as a planetary gear differential and in that respect has a known construction. Via this longitudinal differential, the two rear axles 304a and 304b are connected to the drive for the second axle 303 relative to the direction of travel, so that a longitudinal adjustment is now possible for these two rear axles 304a and 304b in common with respect to the front axle 303, such as this has been described with reference to figure 4. Since otherwise the construction according to figure 5 corresponds to 1007460 12 with that according to figure 3, the explanations concerning this figure are pointed out.

Figuur 8 en figuur 9 tonen uitvoeringsvoorbeelden van een gewijzigde aandrijfstreng-vormgeving, waarbij de uitvoeringen volgens 5 deze uitvoeringsvoorbeelden zich slechts daardoor onderscheiden, dat volgend op de beide in rijrichting voorste nabij elkaar gelegen en door een 1 angsverdeeldrijfwerk verbonden assen in het uitvoeringsvoor-beeld volgens figuur 8 slechts één, in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9 echter twee assen zijn aangebracht. Voor het overige 10 komt bij de uitvoeringsvormen volgens figuren 8 en 9 de getoonde aandrijfstreng met betrekking tot de beide betrokken op de rijrichting voorste assen weer overeen met die, die aan de hand van de bovenstaande uitvoeringsvoorbeelden uiteengezet werd, vanwaar voor de figuren 8 en 9 en overeenkomend met de voorgaande beschrijving met 15 overeenkomstige verwijzingscijfers wordt gewerkt en wel met betrekking tot de weergave volgens figuur 8 met verwijzingscijfer 401 en volgende en met betrekking tot de weergave volgens figuur 9 met verwijzings-cijfer 501 en volgende.Fig. 8 and Fig. 9 show exemplary embodiments of a modified drive string design, wherein the embodiments according to these exemplary embodiments are distinguished only by the fact that following the two axes adjacent to one another in driving direction and connected by an angular distribution gear in the exemplary embodiment according to figure 8 only one, but in the exemplary embodiment according to figure 9, two shafts are arranged. For the rest, in the embodiments according to Figures 8 and 9, the drive string shown, with respect to the two axles related to the direction of travel, again corresponds with those shown with reference to the above embodiments, from which for Figures 8 and 9 and corresponding to the previous description, with corresponding reference numerals, in particular with regard to the representation according to figure 8 with reference numeral 401 and following and with regard to the representation according to figure 9 with reference numeral 501 and following.

Het in de weergave volgens figuur 8 met betrekking tot zijn 20 aandrijfstreng schematisch weergegeven voertuig 401 bezit, betrokken op de rijrichting F, een eerste as 402 en een tweede as 403, die via een 1angsverdeeldrijfwerk 423 zijn verbonden.The vehicle 401 schematically shown in the representation according to figure 8 with respect to its driving string has, in relation to the direction of travel F, a first axle 402 and a second axle 403, which are connected via a longitudinal distribution gear 423.

Voor de met betrekking tot de rijrichting F derde as 404 is afwijkend van de voorgaande een open gewerkte bouwwijze toegepast. 25 Hieronder wordt verstaan, dat het asdrijfwerk 408 in lengterichting verplaatst tot het door de wielmiddens bepaalde asvlak wordt aangebracht en wel in de nabijheid van de, betrokken op de rijrichting daarvoor liggende as 403. Bij voor het overig met de hierboven beschreven opbouw van dit asdrijfwerk overeenkomende vormgeving is deze 30 uitgerust met uitgangsassen 410, 411, die eindigen in kegelwielen 450 resp. 451, welke bestanddeel zijn van een hoekdrijfwerk, wiens andere kegelwielen onder 90° tot de kegelwielen 450 en 451 staan en met 452 en 453 zijn aangeduid. Deze met hun assen in voertuiglangsrichting liggende kegelwielen 452, 453 zijn uitgangspunten voor telkens een 35 zich in lengterichting van het voertuig uitstrekkende asreeks 454 resp. 455, via welke onder tussenkomst van overeenkomstige omleid- 1007460 13 drijfwerken de aandrijving van het desbetreffende wiel 405 plaatsvindt. Als omleiddrijfwerken zijn aan het aan de zijde van het wiel gelegen einde van de asreeks 453 en daarmede nabij het wiel weer een hoekaandrijving 456 resp. 457 aangebracht, welke via een tussendrijf-5 werk met omkeerwiel 458 resp. 459 het desbetreffende wiel 405 aandrijft.For the third axis 404 with regard to the direction of travel F, an openwork construction method has been used, deviating from the foregoing. 25 This is understood to mean that the axle gear 408 is displaced in the longitudinal direction until the axle surface determined by the wheel centers is arranged, namely in the vicinity of the axle 403 lying in relation to the direction of travel, for the rest with the construction of this axle gear described above. correspondingly, this 30 is equipped with output shafts 410, 411, which terminate in bevel wheels 450 resp. 451, which are part of an angular gear, whose other bevel gears are at 90 ° to the bevel gears 450 and 451 and are indicated by 452 and 453. These bevel gears 452, 453 with their axles in the longitudinal direction of the vehicle are the starting points for a series of axes 454 and 45 respectively extending in the longitudinal direction of the vehicle. 455, via which the drive of the relevant wheel 405 takes place through the intermediary of corresponding diverting gears. As diverting gears, at the end of the axle series 453, which is located on the side of the wheel, and therewith again an angle drive 456, respectively, near the wheel. 457, which via an intermediate drive work with reversing wheel 458 resp. 459 drives the respective wheel 405.

Bij de vormgeving volgens figuur 9 vindt dit basisconcept van een opgedeelde asaandrijving slechts toepassing bij twee assen waarbij voor de ene van deze assen een afzonderlijk asdrijfwerk 10 wegvalt, daar uitgaande van een gemeenschappelijk asdrijfwerk 508 door verlenging van de zijdelingse asreeksen telkens twee achter elkaar liggende wielen via een dergelijke asreeks aangedreven kunnen worden. Concreet betekent dit, dat assen 504a resp. 504b zijn aangebracht, die telkens gevormd zijn door een in een dwarsvlak van het voertuig 15 liggend paar wielen 505 waaraan echter een gemeenschappelijk asdrijfwerk toegevoegd is, dat in lengterichting van het voertuig uit de dwarsvlakken van deze assen verplaatst naar voren verzet is en zoals voor de asdrijfwerken 408 en 508 getoond, dicht bij de daarvoor liggende as 403 resp. 503 bewogen resp. zelfs met het asdrijfwerk 20 daarvan samengeflenst kan zijn.In the design according to figure 9, this basic concept of a split shaft drive only applies to two axles, for which one of these shafts has a separate shaft gear 10, since a common shaft gear 508 extends two side-by-side wheels in succession from the side shaft rows. can be driven via such an axle series. Specifically, this means that shafts 504a resp. 504b are provided, each of which is formed by a pair of wheels 505 lying in a transverse plane of the vehicle 15, to which, however, a common axle gear is added, which is displaced forwards in the longitudinal direction of the vehicle from the transverse planes of these axles and as for the shaft gears 408 and 508 are shown, close to the shaft 403 and the preceding shaft, respectively. 503 moved resp. even flanged with the shaft gear 20 thereof.

Door de lengte van de uitgangsassen 410, 411 resp. 510, 511 van het asdrijfwerk 408 is het op eenvoudige wijze mogelijk in dwars-richting van het voertuig de noodzakelijke aanpassingen uit te voeren.Due to the length of the output shafts 410, 411 resp. 510, 511 of the axle gear 408, it is possible in a simple manner to make the necessary adjustments in the transverse direction of the vehicle.

De toepassing van hoekdrijfwerken 456, 458 resp. 457, 459 25 geeft, betrokken op de weergave volgens figuur 8, het aanvullende voordeel de hoogteligging voor de asreeksen 454 resp. 455 naar de desbetreffende omstandigheden uit te voeren, daar de tussendrijfwerken 458 resp. 459 overeenkomend met portaal assen al naar hun stand voor de hoogtevereffening kunnen worden ingezet.The use of angle gears 456, 458 resp. 457, 459, given the representation according to figure 8, gives the additional advantage of the height position for the axis series 454 and 454, respectively. 455 according to the respective conditions, since the intermediate gears 458 resp. 459 corresponding to portal axles can be used for height adjustment according to their position.

30 In samenhang met overeenkomstige afzonderlijke wiel- geleidingen leidt een dergelijke aandrijfstrengconstructie tot zeer vergaande constructieve vormgevingsmogelijkheden en maakt in het bijzonder bij overeenkomstige bodemconstructies van de opbouw veelvuldige benuttingsvormen daarvan mogelijk.In connection with corresponding separate wheel guides, such a drive string construction leads to very far-reaching structural design possibilities and, in particular with corresponding bottom constructions of the superstructure, makes possible multiple uses thereof.

35 Dergelijke uitvoeringsvormen zijn bij wijze van voorbeeld in de figuren 10 tot 15 veraanschouwelijkt, waarbij de desbetreffende 1007460 14 aangeduide aandrijfstrengvormgevingen ook een goed voorbeeld daarvoor geven, dat de naburige, via het langsverdeeldrijfwerk verbonden assen waaraan via het langsverdeeldrijfwerk de aankoppeling aan de motor-dri jfwerk-installatie toegevoegd is, zowel aan de voorzijde als ook 5 aan de achterzijde van het voertuig kunnen worden aangebracht, hetgeen in de uitvoeringsvoorbeelden volgens figuren 1 tot 5 niet afzonderlijk weergegeven is.Such embodiments are illustrated by way of example in Figs. 10 to 15, the respective drive string configurations indicated also a good example of this, in that the adjacent shafts connected via the longitudinal distribution gear to which the coupling to the motor-dri Work installation has been added, which can be arranged at the front as well as at the rear of the vehicle, which is not shown separately in the exemplary embodiments according to Figures 1 to 5.

Uitgaande van een drijfstrengvormgeving volgens figuur 1 veraanschouwelijken de voertuigen 610 volgens figuur 10 en 620 volgens 10 figuur 11, dat door de uitvoering van de aandrijving volgens de uitvinding de naburige, via het langsverdeeldrijfwerk met de motor-dri jfwerk-installatie volgens figuur 2 verbonden assen verschillende standen van de motor-drijfwerk-installatie in dwarsrichting van het voertuig mogelijk zijn, ook een opstelling boven het langsverdeel-15 drijfwerk en daarmede in het middengedeelte van het voertuig, en dit bij verschillende bouwhoogte van de opbouw van het voertuig, waarbij bij de weergave volgens figuur 11 een nagestreefd bijzonder laag silhouet verwezenlijkt is en bij de weergave volgens figuur 10 een vergroting van het laadvolume door omhoog bewegen van het silhouet. 20 Een lager silhouet volgens figuur 11 komt daarbij overeen met een bouwhoogte van 2 m, een hoger silhouet volgens figuur 10 met een bouwhoogte van 2,20 m.Starting from a drive line design according to figure 1, the vehicles 610 according to figure 10 and 620 according to figure 11 illustrate that, by the design of the drive according to the invention, the neighboring axles, connected via the longitudinal distribution gear to the motor drive system according to figure 2 different positions of the engine-gear installation in transverse direction of the vehicle are possible, also an arrangement above the longitudinal distribution gear and thereby in the middle part of the vehicle, and this at different construction height of the superstructure of the vehicle, whereby at the according to figure 11 a particularly low silhouette has been aimed for, and with the display according to figure 10 an increase in the loading volume by moving the silhouette upwards. 20 A lower silhouette according to figure 11 corresponds to a construction height of 2 m, a higher silhouette according to figure 10 with a construction height of 2.20 m.

Legt men bij het voertuig 630 volgens figuur 12 een motor-dri jfwerk-installatie ten gronde, bij welke in afwijking tot die 25 volgens figuur 2 de aandrijving op het 1angsverdeeldrijfwerk aan de van de motor afgekeerde voorzijde van de drijfwerkinrichting ver plaatst is, dan kan deze inrichting bij onveranderde vormgeving van de aandrijfstreng verder naar achteren verplaatst en daardoor, zoals weergegeven, een zitstand voor de bestuurder in de voorzijde van het 30 voertuig eventueel ook in het midden worden gerealiseerd. In samenhang met een verhoudingsgewijs hoge zitpositie bij hoger silhouet van het voertuig ontstaan daarbij bijzonder goede arbeidsmogelijkheden voor de bestuurder ongeacht daarvan, of de motor-drijfwerk-installatie betrokken op de dwarsrichting van het voertuig in het midden of 35 zijdelings verplaatst aangebracht is, zoals dit ook bij de boven beschreven uitvoeringsvormen mogelijk is. De vormgeving volgens figuur 1007460 15 12 komt in hoofdzaak overeen met de vormgeving van het voertuig 640 volgens figuur 13 welke dit toont, waarbij hier de wigvormige snuit van het voertuig in het laatste gedeelte getrapt verlaagd is, hetgeen in het bijzonder voor voor transportdoeleinden ingezette voertuigen 5 van deze soort van voordeel kan zijn. Het voor het voertuig 640 gerealiseerde hoge silhouet geeft daarbij aanvullend een groot transportvol urne en in afhankelijkheid van de beladingstoestand door de betrokken op het totale voertuig verhoudingsgewijs centrale stand van de motor ook een gewichtsverdeling, die een goede geschiktheid voor 10 manoeuvreren veilig stelt.If the motor 630 according to figure 12 is destroyed, an engine three-wheel drive installation is destroyed, in which, contrary to that according to figure 2, the drive on the longitudinal distribution gear is moved on the front of the gear unit remote from the motor, then with unchanged design of the driving string, this device is moved further to the rear and, as shown, a sitting position for the driver in the front of the vehicle can optionally also be realized in the middle. In conjunction with a comparatively high seating position with a higher silhouette of the vehicle, particularly good working opportunities are created for the driver regardless of whether the engine-gear unit is arranged in the center or laterally displaced in relation to the transverse direction of the vehicle, such as this. is also possible in the above described embodiments. The shape according to figure 1007460 15 12 substantially corresponds to the shape of the vehicle 640 according to figure 13 which shows this, here the wedge-shaped snout of the vehicle being stepped lowered in the last part, which in particular for vehicles used for transport purposes 5 of this kind can be of advantage. The high silhouette realized for the vehicle 640 additionally gives a large transport volume and, depending on the loading condition, the weight distribution, which ensures good suitability for 10 maneuvers, is also dependent on the loading condition, due to the relative position of the engine relative to the overall vehicle.

De voertuigen 650 en 660 volgens figuren 14 en 15 tonen een motoropstel1ing aan de achterzijde in samenhang met een opstelling van de door het langsverdeeldrijfwerk verbonden naburige assen als achterste assen van het voertuig. Betrokken op een aandrijfstreng van 15 figuur 1 blijft diens opbouw gelijk, is er echter de rijrichting omgekeerd. Een dergelijke opstelling is in het bijzonder dan van voordeel, indien naar voren een bijzonder vlakke bouwwijze . gewenst wordt, bijvoorbeeld om een geschuttoren als wapendrager gunstig te kunnen plaatsen.The vehicles 650 and 660 of Figures 14 and 15 show a rear engine arrangement in conjunction with an arrangement of the adjacent axles connected by the longitudinal distribution gear as the rear axles of the vehicle. Relative to a driving string of figure 1, its construction remains the same, however the direction of travel is reversed. Such an arrangement is particularly advantageous if a particularly flat construction is forward. it is desired, for example, to be able to position a gun turret as a weapon carrier advantageously.

20 Het biedt zich, juist bij dergelijke oplossingen zoals in figuren 14 en 15 weergegeven ook aan in het achterste gedeelte de koelinstallatie voor het voertuig aan te brengen, zodat het voorste voertuiggebied geheel voor andere doeleinden ter beschikking staat. Algemeen laten de verschillende opstellingen van de motor-drijfwerk-25 installatie in samenhang met een vormgeving van een aandrijfstreng volgens de uitvinding mogelijkheden onderkennen het voertuig met bijzonder laag silhouet uit te voeren, zodat bij dezelfde basisopbouw van de aandrijfstreng en/of van de motor-drijfwerk-installatie zeer verschillende opbouwvormen zich laten verwezenlijken, hetgeen met het 30 oog op een goedkope vervaardiging van vele varianten van betekenis is.Precisely with such solutions as shown in figures 14 and 15, it is also possible to arrange the cooling installation for the vehicle in the rear part, so that the front vehicle area is entirely available for other purposes. In general, the different arrangements of the engine-gearbox installation in connection with a design of a drive string according to the invention allow possibilities to design the vehicle with a particularly low silhouette, so that with the same basic construction of the drive string and / or of the engine- gearing installation allows very different superstructures to be realized, which is important with a view to the inexpensive manufacture of many variants.

Dit laatste geldt in het bijzonder ook in samenhang met vormgevingen van aandrijfstrengen volgens figuren 8 en 9, welke zich in het bijzonder dan aanbieden, indien toegangsmogelijkheden aan de achterzijde met zo groot mogelijke vrije inwendige ruimtes zijn 35 nagestreefd.The latter also applies in particular in connection with configurations of drive strands according to figures 8 and 9, which in particular then present themselves when access possibilities at the rear with as large free internal spaces as possible are sought.

10074601007460

Claims (20)

1. Aandrijfinrichting voor voertuigen waarvan alle wielen aan te drijven zijn met tenminste drie in het langsmiddengebied van het 5 voertuig aangebrachte asdrijfwerken bezittende assen, met achter de motor aangebrachte drijfwerkinrichting met aandrijving op een tussen asdrijfwerken van twee naburige assen liggend langsverdeeldrijfwerk en met aandrijving van de als differentieel met naar de wielen leidende wiel-aandrijfassen uitgevoerde asdrijfwerken via telkens een met het 10 schotelwiel van het differentieel in ingrijping zijnd kegelwiel, waarbij voor de differentieels van de assen tenminste gedeeltelijk een tussendrijfwerk met een asgelijk tot het kegelwiel liggend eerste en een zijdelings en in hoogterichting verplaatst tot deze liggend tweede tandwiel is geplaatst, met het kenmerk, dat het langsverdeeldrijfwerk 15 (23) met de kegelwielen (18) van de asdrijfwerken (6, 7) van de beide naburige assen (2, 3) asgelijk voor aandrijving verbonden is en de aandrijving voor op de naburige assen volgende assen (4) via hun tussendrijfwerken en het tussendrijfwerk van de telkens dichtstbij liggende van de naburige assen loopt, en de hun tweede tandwielen (20) 20 verbindende aandrijfas onder de van de differentieels (7, 8) naar de wielen (5) verlopende aandrijfassen verloopt.1. Driving device for vehicles of which all wheels can be driven with at least three axles fitted in the longitudinal center area of the vehicle, with driving gear mounted behind the motor and driving on a longitudinal distribution gear lying between axle gears of two neighboring axles and with drive of the As a differential with wheel drive shafts leading to the wheels, the shaft gears are each via a bevel gear meshing with the disc wheel of the differential, wherein for the differentials of the axles at least partly an intermediate gear with an axis equal to the bevel wheel and a lateral and displaced in height direction until this horizontal second gear is placed, characterized in that the longitudinal distribution gear 15 (23) is connected to the bevel gears (18) of the shaft gears (6, 7) of the two adjacent shafts (2, 3) in the same way for drive and the drive for the naburi The following shafts (4) pass through their intermediate gears and the intermediate gear of the nearest of the neighboring axles, and the drive shaft connecting their second gears (20) 20 under the of the differentials (7, 8) to the wheels (5 ) extending drive shafts expire. 2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de via het langsverdeeldrijfwerk (23) verbonden naburige assen (2, 3. de voorste assen van het voertuig (1) zijn.Drive device according to claim 1, characterized in that the adjacent axles (2, 3) connected via the longitudinal distribution gear (23) are the front axles of the vehicle (1). 3. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de via het langsverdeeldrijfwerk (23) verbonden naburige assen de achterste assen van het voertuig zijn.Drive device according to claim 1, characterized in that the adjacent axles connected via the longitudinal distribution gear (23) are the rear axles of the vehicle. 4. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor de voorste as (2) van het voertuig het asdrijfwerk 30 (6), betrokken op de verdere assen van het voertuig, over 180° om een zich omhoog uitstrekkende as gedraaid aangebracht is.Drive device according to claim 1 or 2, characterized in that for the front axle (2) of the vehicle, the axle gear 30 (6), rotated 180 ° about an upwardly extending axis, relative to the further axles of the vehicle is applied. 5. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat betrokken op een voertuig (201) met tenminste drie assen (202-204) en via het langsverdeeldrijfwerk (223) verbonden 35 voorste assen (202, 203), de tweede en de daaropvolgende as(sen) via een langsdifferentieel (240) zijn verbonden. 1007460Drive device according to any one of the preceding claims, characterized in that, in relation to a vehicle (201) with at least three axles (202-204) and front axles (202, 203) connected via the longitudinal distribution gear (223), the second and the subsequent axle (s) are connected via a longitudinal differential (240). 1007460 6. Aandrijfinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het 1angsdifferentieel (223) een vergrendel baar differentieel is.Drive device according to claim 5, characterized in that the longitudinal differential (223) is a lockable differential. 7. Aandrijfinrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het 1angsdifferentieel voor het kegelwiel (218) van het 5 asdrijfwerk (207) van de tweede as (203) is geplaatst.Drive device according to claim 5 or 6, characterized in that the longitudinal differential gear is placed in front of the bevel gear (218) of the shaft gear (207) of the second shaft (203). 8. Aandri jfinrichting volgens één van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk, dat het langsdifferentieel (240) is uitgevoerd als kegelwielendrijfwerk.Drive device according to one of claims 5 to 7, characterized in that the longitudinal differential (240) is designed as a bevel gear drive. 9. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 5 tot 7, 10 met het kenmerk, dat het langsdifferentieel (340) is uitgevoerd als planeetwi eldri j fwerk.Drive device according to one of claims 5 to 7, 10, characterized in that the longitudinal differential (340) is designed as a planetary gearbox. 10. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het asdrijfwerk (7) van tenminste een as (3) is uitgerust met een differentieelgrendel (22).Drive device according to any one of the preceding claims, characterized in that the shaft gear (7) of at least one shaft (3) is equipped with a differential lock (22). 11. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede en de daaropvolgende assen (4) van het voertuig (1) zijn voorzien van langsdifferentieelgrendels.Drive device according to one of the preceding claims, characterized in that the second and the subsequent axles (4) of the vehicle (1) are provided with longitudinal differential locks. 12. Aandrijfverbinding voor voertuigen waarvan alle wielen aan te drijven zijn met tenminste drie asdrijfwerken bezittende assen, met 20 achter de motor aangebrachte drijfwerkinrichting met aandrijving op een tussen asdrijfwerken van twee naburige assen liggend langsverdeel-drijfwerk en aandrijving van de als differentieel uitgevoerde asdrijfwerken via telkens een met het schotel wiel van het asdrijfwerk in ingrijping zijnd kegelwiel, waarbij voor de differentieels van de 25 assen tenminste gedeeltelijk een tussendrijfwerk met een asgelijk tot het kegelwiel liggend eerste en een zijdelings en in hoogte verplaatst tot deze liggend tweede tandwiel geplaatst is, met het kenmerk, dat het 1 angsverdeeldrijfwerk (423) met de kegelwielen (418) van de naburige asdrijfwerken (406, 407) voor aandrijving verbonden is en de 30 aandrijving voor de op de naburige assen (402, 403) volgende as (404) via diens tussendrijfwerk en het tussendrijfwerk van telkens de dichtstbij liggende van de naburige assen (403) plaatsvindt, waarbij de op de naburige assen (402, 403) volgende as (404) open gewerkt opgebouwd is, zodanig, dat het asdrijfwerk (408) van deze as (404) uit 35 het asvlak in lengterichting van het voertuig naar de het dichtst daarbij meer naar voren gelegen as (403) verplaatst en met de bijbe- 1 0 0 7 460 horende wielen via in lengterichting van het voertuig verlopende zijdelingse asreeksen (454, 455) voor aandrijving verbonden is.12. Drive connection for vehicles of which all wheels can be driven with axles having at least three axle gears, with gear drive device mounted behind the motor on a longitudinal distribution gear lying between axle gears of two neighboring axles and driving the axle gears which are designed as differential gears a bevel gear meshing with the disk wheel of the shaft gear, wherein for the differentials of the 25 shafts at least partly an intermediate gear with a first shaft lying equal to the bevel gear and displaced sideways and in height until this lying second gear is placed, with the characterized in that the 1 angular distribution gear (423) is connected to the bevel gears (418) of the neighboring shaft gears (406, 407) for drive and the drive for the shaft following the neighboring shafts (402, 403) via its intermediate gear and the intermediate gear of the nearest of the neighboring axle (403) takes place, the axle (404) following on the neighboring axles (402, 403) being built up in such a way that the axle gear (408) of this axle (404) consists of the longitudinal axis of the vehicle to the nearest axle (403) which is more forward and is connected to the associated wheels via lateral axle series (454, 455) for driving which extend along the vehicle. 13. Aandrijfinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het uit het asvlak verplaatste asdrijfwerk (408) dicht bij de het 5 dichtstbij de direct ervoor gelegen as (403) in het bijzonder direct nabij deze aangebracht is.Drive device according to claim 12, characterized in that the shaft gear (408) displaced from the axle surface is arranged close to the nearest axle (403) directly in front of it, in particular directly adjacent to it. 14. Aandrijfinrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het uit het asvlak verplaatste asdrijfwerk (408) via een hoekaandrijving (450, 452; 451, 453) met de in lengterichting van het 10 voertuig verlopende asreeks (454, 455) verbonden is.Drive device according to claim 12 or 13, characterized in that the axle gear (408) displaced from the axle surface is angularly driven (450, 452; 451, 453) with the longitudinal axis of the vehicle (454, 455). is connected. 15. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 12 tot 14, met het kenmerk, dat de asreeks (454, 455) één of meerdere scharnier-assen omvat.Drive device according to any one of claims 12 to 14, characterized in that the shaft series (454, 455) comprises one or more pivot shafts. 16. Aandrijfinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, 15 dat de asreeks (454, 455) via een hoekaandri jving (456, 457) met het ’ aan te drijven wiel (405) is verbonden.Drive device according to claim 15, characterized in that the axle series (454, 455) is connected to the wheel (405) to be driven via an angular drive (456, 457). 17. Aandrijfinrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat achter de achter de asreeks (454, 455) aangebrachte hoek- aandrijving (456, 457) een tussendrijfwerk (458, 459) is geplaatst.Drive device according to claim 16, characterized in that an intermediate gear (458, 459) is placed behind the angle drive (456, 457) arranged behind the shaft series (454, 455). 18. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 12 tot 17, met het kenmerk, dat de hartlijn van de as (418) in de aandrijving tussen het tussendrijfwerk van de op de naburige assen (402, 403) volgende assen en die van de het dichtstbij liggende as van deze naburige assen (403) onder de van het asdrijfwerk (407) van deze as 25 naar de wielen verlopende assen (411) verloopt.Drive device according to any one of claims 12 to 17, characterized in that the axis of the shaft (418) in the drive is between the intermediate gear of the axles following the adjacent axles (402, 403) and those of the closest The horizontal axis of these neighboring axles (403) runs under the axles (411) extending from the axle gear (407) of this axis 25 to the wheels. 19. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 12 tot 17, met het kenmerk, dat de hartlijn van de as in de aandrijving tussen het tussendrijfwerk van de direct op de naburige assen volgende as en het dichtstbij deze naburige assen liggende as boven de van het 30 asdrijfwerk van deze as naar de wielen verlopende assen verloopt.Drive device according to any one of claims 12 to 17, characterized in that the axis of the shaft in the drive is between the intermediate gear of the shaft immediately following the adjacent axles and the shaft lying closest to these neighboring axes above the shaft. axle drive from this axle to the wheels runs axles. 20. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 12 tot 19, met het kenmerk, dat de achter de op de naburige assen (502, 503) volgende as (504a) een verdere as (504b) is aangebracht, dat voor deze beide assen (504a, 504b) bij open gewerkte bouwwijze met uit het 35 asvlak verplaatst asdrijfwerk (508) deze is aangebracht als gemeenschappelijk asdrijfwerk, en dat de wielen (505) van beide assen (504a, 1007460 504b) per voertuigzijde telkens gemeenschappelijk via een in lengterichting van het voertuig verlopende zijdelingse asreeks (554, 555) voor aandrijving met het asdrijfwerk verbonden zijn. 5 1007460Drive device according to one of Claims 12 to 19, characterized in that a further shaft (504b) is arranged behind the shaft (504a) following the adjacent shafts (502, 503), which is provided for these two shafts (504a , 504b) in open construction with axle gear (508) displaced from the axle surface, this is arranged as a common axle gear, and that the wheels (505) of both axles (504a, 1007460 504b) are in common per vehicle side via a longitudinal direction of the vehicle running side axle series (554, 555) are connected to the axle gearbox for driving. 5 1007460
NL1007460A 1996-11-07 1997-11-06 Driving device for vehicles with three axles of which all wheels can be driven. NL1007460C2 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE1996145898 DE19645898C1 (en) 1996-11-07 1996-11-07 Transmission system for all-wheel-drive three-axle vehicle
DE19645898 1996-11-07

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1007460A1 NL1007460A1 (en) 1998-05-11
NL1007460C2 true NL1007460C2 (en) 2000-01-04

Family

ID=7810907

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007460A NL1007460C2 (en) 1996-11-07 1997-11-06 Driving device for vehicles with three axles of which all wheels can be driven.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE19645898C1 (en)
FR (1) FR2755408B1 (en)
GB (1) GB2319008B (en)
NL (1) NL1007460C2 (en)
ZA (1) ZA9710004B (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102014204438A1 (en) * 2014-03-11 2015-09-17 Zf Friedrichshafen Ag Final drive arrangement for a vehicle
DE102017216776A1 (en) 2017-09-22 2019-03-28 Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft Transmission device for a motor vehicle, as well as drive device with such a transmission device
DE102017127583A1 (en) * 2017-11-22 2019-05-23 Man Truck & Bus Ag Achsgetriebesystem
DE102017223134A1 (en) * 2017-12-19 2019-06-19 Zf Friedrichshafen Ag Drive device of an axle of a motor vehicle

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1808702A1 (en) * 1967-06-05 1970-04-09 Ruf Dipl Ing Walter Motorized armored vehicle
DE3637523C1 (en) 1986-11-04 1987-05-21 Daimler Benz Ag Drive arrangement for all-wheel drive vehicles
GB2208530A (en) * 1987-08-07 1989-04-05 Gkn Axles Axle drive differential unit

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE6929464U (en) * 1969-07-24 1969-12-11 Leo Gottwald K G Fa DRIVE DEVICE FOR VEHICLES WITH MULTIPLE DRIVEN AXES
GB2066182B (en) * 1979-12-12 1983-05-25 Scottorn Trailers Ltd Power-driven vehicles and gear boxes for such vehicles
CA1172875A (en) * 1981-04-22 1984-08-21 Calvin G. Wells Tandem drive axle system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1808702A1 (en) * 1967-06-05 1970-04-09 Ruf Dipl Ing Walter Motorized armored vehicle
DE3637523C1 (en) 1986-11-04 1987-05-21 Daimler Benz Ag Drive arrangement for all-wheel drive vehicles
GB2208530A (en) * 1987-08-07 1989-04-05 Gkn Axles Axle drive differential unit

Also Published As

Publication number Publication date
GB9723480D0 (en) 1998-01-07
NL1007460A1 (en) 1998-05-11
DE19645898C1 (en) 1998-01-02
GB2319008B (en) 1998-12-23
ZA9710004B (en) 1998-05-25
GB2319008A (en) 1998-05-13
FR2755408A1 (en) 1998-05-07
FR2755408B1 (en) 2000-10-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5950750A (en) Drive arrangement for a motor vehicle
US9630482B2 (en) System for driving the drive wheels of an electric or hybrid vehicle
DE60206481T3 (en) DRIVE ARRANGEMENT FOR A SLIP-RIDED VEHICLE
CN101041362B (en) A skid steered vehicle and drive configuration
US2425948A (en) Powered vehicle of connected sections
CN101203399B (en) Vehicle
US4415051A (en) Multiple personnel transporter vehicle for low vein mines
EP1551658B1 (en) Vehicle equipped with individual electric wheel drive trains
EP0076591B1 (en) A transverse gearbox for a vehicle with an in-line engine
US6431298B1 (en) Drive unit assembly for an electrically driven vehicle
CA2682820A1 (en) Motor-driven bogie for a streetcar
CN102131670A (en) Frame-steered vehicle and a method for controlling a frame-steered vehicle
NL1007460C2 (en) Driving device for vehicles with three axles of which all wheels can be driven.
US20060019787A1 (en) Electro-hydrodynamic superposition steering system
EP0075484B1 (en) Agricultural motor vehicle
DE4217260A1 (en) Wheel drive arrangement for omnibus - has independently driven wheels to allow passenger entry point
EP1253038B1 (en) Independent suspension system
KR20210124065A (en) Independent suspension
DE4310001A1 (en) Motor vehicle
DE4419362A1 (en) Articulated carriage with low corridor, for inner city rail networks
DE4110162A1 (en) Low floor omnibus - has engine and gearbox mounted over rear axle and connected to it by cardan shaft
US1863974A (en) Road vehicle
US1960140A (en) Heavy duty automobile construction
SU850476A1 (en) Passenger-carrying vehicle
DE1580064A1 (en) Mobile crane with wheel drive by a motor arranged on the upper and / or undercarriage

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
CD Transfer of rights (laid open patent application)

Free format text: DAIMLERCHRYSLER AG

RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19991028

PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: DAIMLER AG

Effective date: 20080320

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100601