NL1006900C2 - Vulpistool met verbeterde hoofdklep. - Google Patents

Vulpistool met verbeterde hoofdklep. Download PDF

Info

Publication number
NL1006900C2
NL1006900C2 NL1006900A NL1006900A NL1006900C2 NL 1006900 C2 NL1006900 C2 NL 1006900C2 NL 1006900 A NL1006900 A NL 1006900A NL 1006900 A NL1006900 A NL 1006900A NL 1006900 C2 NL1006900 C2 NL 1006900C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
filling
flow
auxiliary
main valve
Prior art date
Application number
NL1006900A
Other languages
English (en)
Inventor
Andreas Jacobus Louis Nijsen
Leonardus Henricus Wilh Giesen
Original Assignee
Opw Fueling Components Europ B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Opw Fueling Components Europ B filed Critical Opw Fueling Components Europ B
Priority to NL1006900A priority Critical patent/NL1006900C2/nl
Priority to PCT/NL1998/000495 priority patent/WO1999011565A1/nl
Priority to DE69805307T priority patent/DE69805307T2/de
Priority to EP98941910A priority patent/EP1009711B1/en
Priority to AU90066/98A priority patent/AU9006698A/en
Priority to DK98941910T priority patent/DK1009711T3/da
Priority to AT98941910T priority patent/ATE217297T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1006900C2 publication Critical patent/NL1006900C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D7/00Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
    • B67D7/06Details or accessories
    • B67D7/42Filling nozzles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Feeding And Controlling Fuel (AREA)
  • Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)
  • Filling Of Jars Or Cans And Processes For Cleaning And Sealing Jars (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Fuel-Injection Apparatus (AREA)
  • Nozzles (AREA)
  • Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)

Description

R CL/BM/OPW-4
Vulpistool met verbeterde hoofdklep
De uitvinding heeft betrekking op een vulpistool dat aansluitbaar is op een vloeistofreservoir voor het vullen van een tank met vloeistof, welk vulpistool is voorzien van een doorstroomkanaal voor de 5 vloeistof, dat uitmondt in een spuitmond, en van een bedieningshendel voor het bedienen van ten minste één klep in het doorstroomkanaal voor het openen en/of sluiten van het doorstroomkanaal, welk vulpistool omvat: - een hoofdklep, die beweegbaar is tussen een 10 open toestand, waarin deze een hoofddoorstroomopening voor de vloeistof opent, en een gesloten toestand, waarin deze de hoofddoorstroomopening in hoofdzaak afsluit; - een hulpklep die ten opzichte van de hoofdklep beweegbaar is tussen een open toestand, waarin 15 deze een hulpdoorstroomopening voor de vloeistof opent, en een gesloten toestand, waarin deze de hulpdoorstroomopening in hoofdzaak afsluit; waarbij de bedieningshendel is ingericht voor het tegen de werking van eerste voorspanmiddelen in 20 bewegen van de hulpklep van de gesloten naar de open toestand, een en ander zodanig dat bij bediening van de bedieningshendel eerst de hulpklep van de gesloten naar de open toestand wordt gebracht en vervolgens de 25 hoofdklep van de gesloten naar de open toestand wordt gebracht.
Een dergelijk vulpistool is in de vorm van een tankpistool voor het tanken van brandstof uit de praktijk bekend. Bij het bekende tankpistool vermindert de druk 30 van de brandstof op de hoofklep door eerst de hulpklep, die een kleiner oppervlak heeft, te openen. Gezien het kleine oppervlak van de hulpklep kan deze door een gebruiker relatief gemakkelijk eerst worden geopend. Het openen van de hoofdklep vergt daarna minder inspanning.
10069no 2
Bij het bekende tankpistool is het oppervlak van de hulpdoorstroomopening zodanig dat een kleine drukval, wordt gecreëerd met als doel om kleine hoeveelheden brandstof te kunnen tanken en om de druk op de hoofdklep 5 te verminderen zodat deze gemakkelijker zou kunnen worden geopend. Maximaal 10% van de totale brandstofstroom stroomt daarbij in bedrijf door de hulpdoorstroomopening.
In de praktijk blijkt deze constructie echter geen substantiële verbetering in het bedieningsgemak te 10 bieden en vinden gebruikers de bediening van het bekende tankpistool over het algemeen te zwaar. Nauwkeurig tanken van met name kleine hoeveelheden brandstof blijkt met het bekende tankpistool bovendien zeer moeilijk te zijn.
Het is een doelstelling van de onderhavige 15 uitvinding om een vulpistool van de aan het begin genoemde soort te verschaffen met een verbeterd bedieningsgemak.
Het vulpistool volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat tweede voorspanmiddelen zijn 20 voorzien, die zijn ingericht voor het openen van de hoofdklep bij geopende hulpklep.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn de tweede voorspanmiddelen zodanig ingericht dat het bewegen van de hulpklep van de gesloten naar de open toestand 25 tegen de werking van de tweede voorspanmiddelen in plaatsvindt. Op voordelige wijze worden de tweede voorspanmiddelen hierbij voorgespannen door het openen van de hulpklep. Wanneer de vloeistofdruk op de gesloten hoofdklep voldoende laag is, openen de tweede 30 voorspanmiddelen vervolgens de hoofdklep. Hiertoe hoeft een gebruiker slechts een minimale bedieningskracht uit te oefenen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm ligt de verhouding van de grootte van de hulpdoorstroomopening 35 tot de grootte van de hoofddoorstroomopening in hoofdzaak in het gebied 1:9 tot 1:1, en is deze bij voorkeur 1:3.
In deze uitvoeringsvorm is de hulpklep relatief gemakkelijk te openen en zakt bij geopende hulpklep de ιηηβαοο' 3 brandstofdruk op de hoofdklep voldoende voor het openen ervan door middel van de tweede voorspanmiddelen. Door alleen de hulpklep te openen kan gemakkelijk slechts een kleine hoeveelheid vloeistof getankt worden.
5 Bij voorkeur is de hulpklep bij geopende hoofdklep beweegbaar tussen de gesloten en open toestand ervan. Wanneer zowel de hoofdklep als de hulpklep zich in de open toestanden bevinden is het debiet maximaal.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de 10 hulpklep en/of de hoofdklep beweegbaar in een richting die in hoofdzaak tegengesteld is aan de stromingsrichting van de vloeistof in bedrijf van het vulpistool. Onder druk van de vloeistof wordt in deze voorkeursuitvoeringsvorm een uitstekende afsluiting van 15 de hoofddoorstroomopening en de hulpdoorstroomopening bereikt in gesloten toestand van de hoofdklep respectievelijk de hulpklep. Het tankpistool volgens de uitvinding is daarmee uitstekend beveiligd tegen lekkage van brandstof.
20 De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven aan de hand van de tekeningen, waarin figuur 1 een doorsnede-aanzicht toont van een modulair tankpistool volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm; 25 figuur 2 een doorsnede-aanzicht toont van het modulaire tankpistool volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm; figuur 3 de basismodule van het tankpistool in meer detail toont met de geopende hulpklep; 30 figuur 4 de basismodule toont met geopende hoofdklep; figuur 5 de basismodule toont met geopende hulp- en hoofdklep; figuur 6 een grafiek toont, waarin schematisch 35 de vereiste, door een gebruiker uit te oefenen kracht is uitgezet tegen de slag van de klepstang; 1006900 ' 4 figuur 7 een grafiek toont, die schematisch de brandstofstroom toont, uitgezet tegen de slag van de klepstang; figuur 8 een gedetailleerd zij-doorsnede-5 aanzicht toont van de eindklep van het tankpistool volgens de uitvinding in de eerste, gesloten toestand; figuur 9 de eindklep uit figuur 8 in bovendoorsnede -aanzicht toont; figuur 10 de eindklep volgens figuur 9 in de 10 tweede, open toestand toont; figuur 11 de eindklep in de derde, open toestand toont; en figuur 12 het tankpistool met slangaansluitmodule toont.
15 Figuur 1 toont als voorbeeld van een vulpistool volgens de uitvinding een modulair tankpistool in een eerste uitvoeringsvorm, aangeduid met 1, in doorsnede-aanzicht. Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het tankpistool, aangeduid met 10.
20 Tankpistool 1 omvat een basismodule 2 waarop één of meer verdere modules losneembaar zijn te bevestigen. De set verdere modules bevat bijvoorbeeld een afsluitmodule 3, een doorlaatmodule 7, een spuitmond 5 en/of een overzetbus 9. Bij tankpistool 1 of 10 kan moer 25 4 worden losgeschroefd, waarna naar keuze afsluitmodule 3 of doorlaatmodule 7 in de basismodule kan worden geschoven.
In figuur 2 is tankpistool 10 voorzien van doorlaatmodule 7. Doorlaatmodule 7 verbindt 30 dampretourkanaal 8 met de slang van de brandstofpomp (niet getoond) waarop het tankpistool is aangesloten. Hierdoor kan tijdens het tanken verdampte brandstof worden afgezogen. Afsluitmodule 3 uit figuur 1 sluit daarentegen het dampretourkanaal af. Bij tankpistool 1 is 35 geen dampafzuiging mogelijk.
Spuitmond 5 is eveneens losneembaar te 1006900 i 5 bevestigen op basismodule 2 door middel van moer 6. Op eenvoudige wijze kan een spuitmond met een geschikte diameter aan de basismodule worden toegevoegd. Als alternatief kan spuitmond 5 met een smalle diameter zijn 5 uitgevoerd, zodat deze met name geschikt is voor toepassing bij branstoftanks van voertuigen rijdend op ongelode benzine. Door een overzetbus 9 op spuitmond 5 te plaatsen kan deze geschikt worden gemaakt voor brandstoftanks van voertuigen rijdend op gelode benzine 10 of diesel ofwel ongeschikt voor brandstoftanks van voertuigen rijdend op ongelode benzine.
Tankpistool 1 is in de getoonde uitvoeringsvorm geschikt voor het tanken van diesel. Ook kan tankpistool 1 worden gebruikt voor het tanken van gelode benzine 15 zonder toepassing van dampafzuiging. Tankpistool 10 is in de getoonde uitvoeringsvorm geschikt voor het tanken van ongelode benzine.
De set modules omvat tevens een displaymodule (niet getoond), die bijvoorbeeld op de basismodule 20 bevestigd is, voor het weergeven van informatie, zoals reclameboodschappen.
Figuur 3 toont de basismodule van het tankpistool in meer detail. Hoofdklep 11 opent een hoofddoorstroomopening voor de brandstof. In hoofdklep 11 25 is een hulpklep 12 opgenomen, die een hulpdoorstroomopening voor de brandstof opent. Hulpklep 12 is gekoppeld aan stang 16, die de hoofdklep doorboort en daarin beweegbaar is. Stang 16 is voor beweging gekoppeld aan de bedieningshendel 13. Stang 16 is 30 voorzien van een aanslag 17 waartegen eerste voorspanmiddelen 14 en tweede voorspanmiddelen 15 rusten. Voorspanmiddelen 14 en 15 zijn veermiddelen. Eerste voorspanmiddelen 14 grijpen aan de andere zijde ervan aan op de zitting 18 van hoofdklep 11. Tweede 35 voorspanmiddelen 15 grijpen aan de andere zijde ervan aan op hoofdklep 11 zelf.
De werking van het tankpistool is als volgt. Door een relatief lage kracht op hendel 13 uit te oefenen 1006900 6 opent de gebruiker hulpklep 12 door beweging van stang 16. Deze geopende toestand van de hulpklep is getoond in figuur 3. Tijdens beweging van stang 16 worden eerste en tweede voorspanmiddelen 14 en 15 voorgespannen. De 5 hoeveelheid brandstof die door de hulpdoorstroomopening stroomt ligt bij voorkeur in het gebied van 10 tot 50 % van de maximale brandstofstroom door het tankpistool. Met meer voorkeur zijn de afmetingen van de hulpdoorstroomopening en de hoofddoorstroomopening zodanig dat bij 10 benadering 25 % van de maximale brandstofstroom door de hulpdoorstroomopening stroomt. Wanneer de hendel 13 door de gebruiker verder wordt ingeknepen wordt de kracht uitgeoefend door de tweede voorspanmiddelen 15 op hoofdklep 11 op een gegeven moment groter dan de kracht 15 die wordt uitgeoefend door de brandstof op de hoofdklep. De hoofdklep opent dan automatisch tegen de stromingsrichting in. Deze geopende toestand van de hoofdklep is getoond in figuur 4. Door hendel 13 nog verder in te knijpen kan hulpklep 12 van zijn nu gesloten 20 toestand naar zijn open toestand worden bewogen. Deze toestand is getoond in figuur 5. Het brandstofdebiet is nu maximaal.
Figuur 6 toont een grafiek waarin lijn 19 schematisch de kracht F weergeeft, die door een gebruiker 25 op de bedieningshendel moet worden uitgeoefend, tegen de slag 5 van de stang 16. Figuur 7 toont een grafiek waarin lijn 20 schematisch de brandstofstroom V weergeeft tegen de slag van de klepstang 16. Het omslagpunt in beide grafieken wordt veroorzaakt door het openschieten van de 30 hoofklep. Duidelijk is te zien dat de uit te oefenen kracht binnen zekere grenzen blijft over het hele gebied van de slag. Zowel bij een lage brandstofstroming als bij een hoge brandstofstroming kan de gebruiker met een relatief lage bedieningskracht volstaan. Het 35 bedieningsgemak van het tankpistool volgens de uitvinding is daarmee aanzienlijk verbeterd ten opzichte van dat van het bekende tankpistool.
Zoals reeds eerder is vermeld is het 1006900 ' 7 tankpistool volgens de uitvinding ingericht voor het opzuigen van verdampte brandstof tijdens het tanken.. Spuitmond 5 is daartoe standaard voorzien van aanzuigopeningen 43 voor aanzuiging van verdampte 5 brandstof. De werking van dit dampopzuigingssysteem kan het best worden begrepen onder verwijzing naar figuren 2 en 3. In deze figuren is getoond dat het dampretourkanaal 8 is af te sluiten met behulp van een kogelvormig afsluitlichaam 30. Kogel 30 is opgenomen in een klauw 33, 10 die verschuifbaar in het verlengde van het
dampretourkanaal 8 is geplaatst. Bedieningshendel 13 is aan één zijde ervan gekoppeld met hefboom 31, die weer draaibaar is gekoppeld met klauworgaan 33 via draaipunt 34. Hefboom 31 bestaat uit twee armen 31A en 31B die op 15 verbindingspunt 35 met elkaar verbonden zijn. Punt 35 kan als een draaipunt functioneren, afhankelijk van de positie van detectiemiddelen in de vorm van membraan 32 en van afstandelementen in de vorm van rollen of staven 36. Punt 35 is verplaatsbaar in het verlengde van stang 20 16 geplaatst. Opgemerkt wordt dat hefboomarmen 31A en 31B
in figuur 1 zijn getoond, maar in figuren 2 tot en met 5 en 12 slechts schematisch gestippeld zijn weergegeven.
De werking van het dampopzuigingssysteem volgens de uitvinding is als volgt. In figuur 2 is 25 tankpistool 10 klaar voor gebruik en bevinden alle beweegbare delen zich in de rustpositie. Kogel 30 sluit dampretourkanaal 8 af. Ook membraan 32 bevindt zich in de rustpositie. Dit geldt tevens voor rollen 36. Draaipunt 35 heeft geen vaste positie, zodat door inknijpen van 30 bedieningshendel 13 hefboom 31 vrij kan draaien om draaipunt 34. Hierbij vindt geen verschuiving van klauworgaan 33 plaats en blijft kogel 30 in de getoonde positie, zodat dampretourkanaal 8 gesloten blijft.
Zodra de brandstofpomp aanslaat, bijvoorbeeld 35 doordat een gebruiker het tankpistool 10 uit de houder neemt, beweegt membraan 37, en als gevolg daarvan membraan 32, van de rustpositie naar de bedrijfspositie onder invloed van de brandstofdruk. Deze bedrijfspositie 1006900 8 is getoond in figuur 3. Dit heeft tot gevolg dat rollen 36 tevens van de rustpositie naar de bedrijfspositie bewegen, waarbij deze aanliggen tegen stang 16 en daarmee draaipunt 35 afsteunen op stang 16. Door het inknijpen 5 van bedieningshendel 13 zal draaipunt 34 naar de positie getoond in figuur 3 verschuiven. Klauworgaan 33 trekt kogel 30 daarbij van zijn plaats, zodat dampretourkanaal 8 wordt geopend. De afstand waarover draaipunt 34 verschuifbaar is, is ingesteld met behulp van een aanslag 10 (niet getoond). Deze instelbare aanslag bepaalt de slag van de bedieningshendel, en dientengevolge het maximale vloeistofdebiet van de hoofdklep.
Door nu meer kracht uit te oefenen op bedieningshendel 13 zal vervolgens via draaipunt 35 stang 15 16 naar rechts in figuur 3 worden bewogen, waarmee hulpklep 12 en hoofdklep 11 achtereenvolgens zullen worden geopend.
Wanneer de brandstofpomp afslaat en de druk wegvalt, zal membraan 37, en als gevolg daarvan membraan 20 32, van de bedrijfspositie naar de rustpositie terugke ren. Dit geldt tevens voor rollen 36. Dientengevolge zal stang 16 naar links in figuur 3 bewegen, waardoor de hulpklep en/of de hoofdklep worden gesloten. Aldus is een betrouwbaar afslagmechanisme gerealiseerd.
25 De afsluiting van het dampretourkanaal is bovendien standafhankelijk. Bij ophanging van het tankpistool in de houder van de pomp zal kogel 30 het dampretourkanaal afsluiten.
Figuur 8 toont een gedetailleerd zij-doorsnede-30 aanzicht van de eindklep van het tankpistool volgens de uitvinding. Figuur 9 toont de eindklep uit figuur 8 in boven-doorsnede-aanzicht. Eindklep 21 heeft een zodanige vorm dat deze in samenwerking met de binnenwand van de spuitmond 5 en de zitting 22 van de eindklep onderdeel 35 van een venturi vormt. Met de venturi wordt onderdruk gecreëerd in afhankelijkheid van de hoeveelheid uitstromende brandstof. De venturi werkt samen met het afslagmechanisme, hetgeen verderop zal worden f006300 9 verduidelijkt. De vorm van eindklep 21 is in hoofdzaak conisch. Bij benadering loopt deze vorm vanuit het midden van de eindklep naar de uiteinden ervan conisch toe. Eindklep 21 is beweegbaar op as 23 aangebracht.
5 Veermiddelen 24 zijn in eindklep 21 opgenomen. Deze veermiddelen rusten aan tegen een aanslag 25 die op as 23 is bevestigd. In stroomsrichting van de brandstof gezien bevindt zich achterop een stromingsbrekend lichaam 26, dat in gesloten toestand van eindklep 21 de opening 29 10 van het afgifte-uiteinde van spuitmond 5 afsluit. Lichaam 26 vermindert turbulentie in de brandstofstroom zoveel mogelijk en ondersteunt door de vorm ervan het openen van de eindklep onder invloed van de vloeistofstroming.
In figuren 8 en 9 is de eindklep 21 in zijn 15 gesloten toestand getoond. Wanneer in gebruik brandstof door het tankpistool stroomt in de richting van het afgifte-uiteinde beweegt eindklep 21 tegen de werking van veermiddelen 24 in naar opening 29 toe onder druk van de brandstof. Eindklep 21 bevindt zich dan in de stand 20 getoond in figuur 10. Bij een laag brandstofdebiet zal er een hoge doorstroomsnelheid zijn in de nauwe opening tussen zitting 22 en eindklep 21, hetgeen zorgt voor een goede venturiwerking. Veermiddelen 24 dragen hieraan bij doordat deze een degressieve veerkarakteristiek hebben, 25 ten minste bij een kleine slag van de eindklep. Bij voorkeur is de veerkarakteristiek van veermiddelen 24 bij toenemende slag van eindklep 21 progressief. Figuur 11 toont de uiterste stand van eindklep 21, waarin deze geheel is geopend bij een maximaal brandstofdebiet. Door 30 gebruik van beheersbare degressieve veermiddelen wordt bewerkstelligd dat ook bij afgifte van kleine hoeveelheden vloeistof, door nauwe opening tussen zitting 22 en eindklep 21 (getoond in figuur 10), een goede werking van de venturi gewaarborgd is.
35 Het tankpistool volgens de uitvinding is voorzien van niveaudetectiemiddelen voor het detecteren van het brandstofniveau in de te vullen tank. Deze l': 06900 10 niveaudetectiemiddelen omvatten een niveaudetectiekanaal 27, dat in hoofdzaak parallel loopt aan het doorstroomkanaal en daarmee aan de wand van de spuitmond. Niveaudetectiekanaal 27 is via membraan 32 en het eerder 5 beschreven afslagmechanisme verbonden met de venturi voor het opzuigen van een fluïdum uit de tank van het voertuig tijdens het tanken. Bij aanvang van het tanken bestaat het fluïdum overwegend uit brandstofdamp vermengd met lucht. Wanneer deze tank vol raakt, zal er echter 10 brandstof in het niveaudetectiekanaal worden opgezogen. Deze brandstof neemt kogelvormig afsluitlichaam 28 mee naar een positie waarin dit afsluitlichaam het verder stroomopwaarts gelegen deel van het niveaudetectiekanaal 27 afsluit. Daarbij wordt een abrupt drukverschil in het 15 niveaudetectiekanaal tot stand gebracht. Membraan 32 zal hierdoor van de bedrijfspositie (figuur 3) naar de rustpositie (figuur 2) bewegen en op analoge wijze als hiervoor beschreven het afslagmechanisme triggeren zodat de hulp- en/of hoofdklep wordt gesloten. De 20 niveaudetectiemiddelen van het tankpistool volgens de uitvinding werken op betrouwbare wijze door toepassing van het afsluitlichaam. Het ongewenst afslaan van het tankpistool door het binnentreden van brandstofspetters in het niveaudetectiekanaal wordt bij 25 het tankpistool volgens de uitvinding vermeden.
Figuur 12 toont het modulaire tankpistool 1 volgens de uitvinding voorzien van een slangaansluitmodule 38. Slangaansluitmodule 38 is in plaats van moer 4, getoond in figuur 1, op tankpistool 1 30 aangebracht. Slangaansluitmodule 38 bestaat uit een adapter 39, een moer 41 en bus 40. Adapter 39 is bevestigd op basismodule 2. Moer 41 dient voor aansluiting van een slang 42 op basismodule 2 via adapter 39. In adapter 39 en moer 41 strekt zich een bus 40 uit, 35 die draaibaar in adapter 39 is geplaatst. Moer 41 is vast, bijvoorbeeld door middel van een schroefdraadverbinding, op bus 40 bevestigd.
Slangaansluitmodule 38 zorgt voor een loopqno 11 draaikoppeling tussen tankpistool 1 en slang 42 waarmee wordt voorkomen dat de slang tordeert. Het torderen yan de slang is onwenselijk, omdat het tot lussen in de slang leidt, wanneer het tankpistool in de houder aan de pomp 5 hangt. Daarnaast ontstaan er zijwaartse krachten op een getordeerde slang tijdens het tanken, hetgeen onprettig is. Vanzelfsprekend kunnen de afmetingen van moer 41 worden aangepast aan elke type slang. Het zal duidelijk zijn dat naast de geïllustreerde en beschreven uitvoering 10 als tankpistool voor brandstof nog vele andere uitvoeringen van het vulpistool volgens de uitvinding te realiseren zijn, die binnen de reikwijdte van de bijgevoegde conclusies vallen.
UÜ69001'

Claims (12)

1. Vulpistool dat aansluitbaar is op een vloeistofreservoir voor het vullen van een tank met vloeistof, welk vulpistool is voorzien van een doorstroomkanaal voor de vloeistof, dat uitmondt in een 5 spuitmond, en van een bedieningshendel voor het bedienen van ten minste één klep in het doorstroomkanaal voor het openen en/of sluiten van het doorstroomkanaal, welk vulpistool omvat: - een hoofdklep, die beweegbaar is tussen een 10 open toestand, waarin deze een hoofddoorstroomopening voor de vloeistof opent, en een gesloten toestand, waarin deze de hoofddoorstroomopening in hoofdzaak afsluit; - een hulpklep die ten opzichte van de hoofdklep beweegbaar is tussen een open toestand, waarin 15 deze een hulpdoorstroomopening voor de vloeistof opent, en een gesloten toestand, waarin deze de hulpdoorstroomopening in hoofdzaak afsluit; waarbij de bedieningshendel is ingericht voor het tegen de werking van eerste voorspanmiddelen in 20 bewegen van de hulpklep van de gesloten naar de open toestand, een en ander zodanig dat bij bediening van de bedieningshendel eerst de hulpklep van de gesloten naar de open toestand wordt gebracht en vervolgens de 25 hoofdklep van de gesloten naar de open toestand wordt gebracht, met het kenmerk, dat tweede voorspanmiddelen zijn voorzien, die zijn ingericht voor het openen van de hoofdklep bij geopende 30 hulpklep.
2. Vulpistool volgens conclusie 1, waarin de tweede voorspanmiddelen zodanig zijn ingericht dat het bewegen van de hulpklep van de gesloten naar de open 10 069O01' * > toestand tegen de werking van de tweede voorspanmiddelen in plaatsvindt.
3. Vulpistool volgens conclusie 1 of 2, waarin de verhouding van de grootte van de hulpdoorstroomopening 5 tot de grootte van de hoofddoorstroomopening in hoofdzaak in het gebied 1:9 tot 1:1 ligt, en deze bij voorkeur 1:3 is.
4. Vulpistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de hulpklep bij geopende hoofdklep 10 beweegbaar is tussen de gesloten en open toestand ervan.
5. Vulpistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de hulpklep en/of de hoofdklep beweegbaar is in een richting die in hoofdzaak tegengesteld is aan de stromingsrichting van de vloeistof 15 in bedrijf van het vulpistool.
6. Vulpistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de hulpklep is gekoppeld aan een stang, die de hoofdklep doorboort en daarin beweegbaar is, welke stang voor beweging tevens is gekoppeld aan de 20 bedieningshendel.
7. Vulpistool volgens conclusie 6, waarin de stang is voorzien van een aanslag, waarop de tweede voorspanmiddelen aan één zijde ervan aangrijpen.
8. Vulpistool volgens conclusie 7, waarin de 25 tweede voorspanmiddelen aan de andere zijde ervan aangrijpen op de hoofdklep.
9. Vulpistool volgens conclusie 7 of 8, waarin de eerste voorspanmiddelen aan één zijde ervan aangrijpen op de aanslag.
10. Vulpistool volgens conclusie 9, waarin de eerste voorspanmiddelen aan de andere zijde ervan aangrijpen op de zitting van de hoofdklep.
11. Vulpistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de eerste en/of tweede 35 voorspanmiddelen veermiddelen zijn.
12. Vulpistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het vulpistool een tankpistool is voor het vullen van een tank met brandstof. 1006900 1
NL1006900A 1997-09-01 1997-09-01 Vulpistool met verbeterde hoofdklep. NL1006900C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006900A NL1006900C2 (nl) 1997-09-01 1997-09-01 Vulpistool met verbeterde hoofdklep.
PCT/NL1998/000495 WO1999011565A1 (nl) 1997-09-01 1998-09-01 Fluid dispensing nozzle with improved main valve
DE69805307T DE69805307T2 (de) 1997-09-01 1998-09-01 Hauptventil einer kraftstoffzapfpistole
EP98941910A EP1009711B1 (en) 1997-09-01 1998-09-01 Main valve of a fuel dispensing nozzle
AU90066/98A AU9006698A (en) 1997-09-01 1998-09-01 Main valve of a fuel dispensing nozzle
DK98941910T DK1009711T3 (da) 1997-09-01 1998-09-01 Hovedventil til en væskepåfyldningspistol
AT98941910T ATE217297T1 (de) 1997-09-01 1998-09-01 Hauptventil einer kraftstoffzapfpistole

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006900 1997-09-01
NL1006900A NL1006900C2 (nl) 1997-09-01 1997-09-01 Vulpistool met verbeterde hoofdklep.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006900C2 true NL1006900C2 (nl) 1999-03-02

Family

ID=19765584

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006900A NL1006900C2 (nl) 1997-09-01 1997-09-01 Vulpistool met verbeterde hoofdklep.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP1009711B1 (nl)
AT (1) ATE217297T1 (nl)
AU (1) AU9006698A (nl)
DE (1) DE69805307T2 (nl)
DK (1) DK1009711T3 (nl)
NL (1) NL1006900C2 (nl)
WO (1) WO1999011565A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2232685T3 (es) * 2002-01-11 2005-06-01 ELAFLEX TANKSTELLENTECHNIK GMBH & CO. Valvula de surtidor para carburante.
CN101439840B (zh) * 2008-12-26 2012-11-21 托肯恒山科技(广州)有限公司 一种燃油加油枪
US9161555B2 (en) 2011-01-03 2015-10-20 Proteus Industries, Inc. Process for isolating a protein composition and a fat composition from meat trimmings

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB637156A (en) * 1942-03-20 1950-05-17 S A T A M Sa Appareillages Mec Improvements in valves for liquid measuring and dispensing apparatus
US2869584A (en) * 1953-05-19 1959-01-20 Gilbert & Barker Mfg Company A Means for operating liquid supply valves
CH446938A (de) * 1965-03-08 1967-11-15 Symington Wayne Corp Zapfpistole
EP0489448A1 (fr) * 1990-11-02 1992-06-10 Schlumberger Industries Lance de distribution d'hydrocarbure munie d'une commande assistée de son ouverture

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB637156A (en) * 1942-03-20 1950-05-17 S A T A M Sa Appareillages Mec Improvements in valves for liquid measuring and dispensing apparatus
US2869584A (en) * 1953-05-19 1959-01-20 Gilbert & Barker Mfg Company A Means for operating liquid supply valves
CH446938A (de) * 1965-03-08 1967-11-15 Symington Wayne Corp Zapfpistole
EP0489448A1 (fr) * 1990-11-02 1992-06-10 Schlumberger Industries Lance de distribution d'hydrocarbure munie d'une commande assistée de son ouverture

Also Published As

Publication number Publication date
DE69805307T2 (de) 2002-11-28
EP1009711A1 (en) 2000-06-21
EP1009711B1 (en) 2002-05-08
DK1009711T3 (da) 2002-07-08
ATE217297T1 (de) 2002-05-15
WO1999011565A1 (nl) 1999-03-11
AU9006698A (en) 1999-03-22
DE69805307D1 (de) 2002-06-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006898C2 (nl) Vulpistool met eindklep en venturi in de van het afgifte-uiteinde voorziene helft van de spuitmond.
US3638689A (en) Automatic dispensing nozzle
US6095204A (en) Vapor recovery system accommodating ORVR vehicles
US8353319B2 (en) Liquid delivery system for supplying liquid from a portable container to at least one selected remote destination and removing vapour from the at least one selected remote destination
US4453578A (en) Automatic shut-off dispensing nozzle responsive to liquid in a tank reaching a predetermined level and to a supply pressure
US8616252B2 (en) Fuel dispensing nozzle with attitude sensing device
US5377729A (en) Check valve device for a fuel pump nozzle
US5174346A (en) Fuel dispensing nozzle
US5676181A (en) Vapor recovery system accommodating ORVR vehicles
US5327944A (en) Apparatus for controlling fuel vapor flow
US9670052B2 (en) Fuel dispensing nozzle having attitude sensing arrangement
US5386859A (en) Fuel dispensing nozzle having transparent boot
NL1006900C2 (nl) Vulpistool met verbeterde hoofdklep.
US10273137B2 (en) Fuel dispensing nozzle with interlock
US4334560A (en) Locking brace for gasoline dispensing nozzles
NL1006897C2 (nl) Modulair vulpistool.
NL1006899C2 (nl) Vulpistool met verbeterde dampafzuiging.
US5078188A (en) Flow rate limiting device for an automatic shut-off liquid dispensing nozzle
CA1084015A (en) Automatic shut-off nozzle having controlled venturi
US4951722A (en) Fuel dispensing nozzle having a flow rate limiter
US4245681A (en) Automatic shut-off nozzle having an independent sensor arrangement for sensing the presence of liquid in vapor return means of the nozzle
US20070215242A1 (en) Dispensing spout
US4947905A (en) Flow rate limiting device for an automatic shut-off liquid dispensing nozzle
US4986321A (en) Fuel dispensing nozzle having a flow rate limiter
US9656851B1 (en) Method and apparatus for reducing residual fuel in a dispensing nozzle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401