NL1006740C2

NL1006740C2 - Hand trolley.

Info

Publication number: NL1006740C2
Application number: NL1006740A
Authority: NL
Inventors: Hung-Ching Hsieh; Yung-Shun Hsieh
Original assignee: Hung Ching Hsieh; Yung Shun Hsieh
Priority date: 1997-08-08
Filing date: 1997-08-08
Publication date: 2000-01-11
Also published as: NL1006740A1; DE29814225U1

Description

Titel: HandwagenTitle: Hand trolley

Achtergrond van de uitvindingBackground of the invention

Er zijn allerlei soorten handwagens op de markt aanwezig voor het dragen van verschillende soorten artikelen of bagage, zodat een gebruiker op gemakkelijke en 5 eenvoudige wijze zonder krachtsinspanning zware artikelen of bagage kan trekken. Onder deze op de gebruikelijke wijze van wielen voorziene wagens zijn er die niet kunnen worden opgevouwen of ingeklapt wanneer zij niet in gebruik zijn en daarom altijd veel ruimte in beslag nemen, terwijl andere 10 een gecompliceerde structuur bezitten en moeilijk bedienbaar zijn of de neiging hebben gemakkelijk buiten werking te raken. De uitvinder heeft daarom gepoogd een opklapbare handwagen te ontwikkelen die het enerzijds een gebruiker mogelijk maakt om allerlei soorten zware 15 artikelen of bagage zonder krachtsinspanning te dragen en die anderzijds gemakkelijk kan worden opgevouwen of ingeklapt om opgeborgen te worden wanneer deze niet in gebruik is.There are all kinds of hand carts on the market for carrying different kinds of articles or luggage, so that a user can pull heavy articles or luggage easily and easily without effort. Among these conventionally wheeled trolleys there are those that cannot be folded or folded when not in use and therefore always take up a lot of space, while others have a complicated structure and are difficult to operate or tend to be easily become inoperative. The inventor has therefore attempted to develop a folding hand trolley which, on the one hand, allows a user to carry all kinds of heavy items or luggage without effort and, on the other hand, can be easily folded or folded for storage when not in use.

Samenvatting van de uitvinding 20 De handwagen overeenkomstig de onderhavige uitvinding omvat in hoofdzaak twee hoofdframes met naar buiten uitstekende schouderdelen en lager gelegen delen, alsmede een uitvouw-bedieningseenheid, een bovenste dwarsbalk, een lagere dwarsbalk, een drager en twee 25 wielhouders. De twee hoofdframes zijn voorzien van bovenuiteinden die vast zijn aangebracht in zijdelingse openingen die zijn gevormd in de bovenste dwarsbalk, alsmede van onderuiteinden die zwenkbaar zijn verbonden met de drager. De uitvouw-bedieningseenheid omvat twee 30 buitenpijpen, twee binnenpijpen en een top-bedieningsgreep. De bovenste dwarsbalk is voorzien van middelen om het in-en uitschuiven van de binnenpijpen in de buitenpijpen te sturen. De lagere dwarsbalk kan tezamen met een vastzetband de drager en de op de drager gestapelde bagage op zijn 35 plaats te houden. Wanneer de drager in de horizontale stand 1 00 6 7 4 0 2 wordt uitgeklapt, dan worden de twee wielhouders tegelijkertijd naar buiten bewogen, waardoor met behulp van de handwagen gemakkelijk bagage of artikelen kunnen worden gedragen en getransporteerd. Wanneer de drager naar de 5 hoofdframes in de verticale stand wordt geklapt, dan worden de beide wielhouders tegelijkertijd naar binnen bewogen. Om de handwagen gemakkelijk te kunnen opbergen, kan deze in de geheel opgeklapte toestand worden vastgebonden met een band.Summary of the Invention The hand car according to the present invention substantially comprises two main frames with outwardly projecting shoulder parts and lower parts, as well as a fold-out operating unit, an upper cross bar, a lower cross bar, a carrier and two wheel holders. The two main frames are provided with top ends fixedly mounted in lateral openings formed in the top cross beam, as well as bottom ends pivotally connected to the carrier. The unfolding operating unit includes two outer pipes, two inner pipes and a top operating handle. The upper cross bar is provided with means for controlling the retraction and extension of the inner pipes into the outer pipes. The lower crossbar, together with a securing strap, can hold the carrier and the luggage stacked on the carrier. When the carrier is folded out into the horizontal position 1 00 6 7 4 0 2, the two wheel holders are moved outwards at the same time, so that luggage or articles can be easily carried and transported using the hand trolley. When the carrier is folded to the 5 main frames in the vertical position, both wheel holders are moved inwards simultaneously. For easy storage, the hand trolley can be tied in its fully folded state with a strap.

Uit het Amerikaans octrooischrift 5,347,073 is een 10 handwagen bekend, waaruit de structuur van de bovenste dwarsbalk op zich bekend is. Afgezien van de constructie van de drager en de verbinding tussen het opstaande frame en de drager, is een soortgelijke handwagen eveneens bekend uit het Duitse Gebrauchsmuster 295 20 437. De constructie . 15 overeenkomstig de uitvinding onderscheidt zich in het bijzonder van hetgeen bekend is uit de genoemde documenten door de wijze waarop de ondereinden van de genoemde hoofdframes zijn opgebouwd. Hierdoor wordt een lichtere en verbeterde handwagen verkregen. De constructie overeenkomstig 20 de uitvinding onderscheidt zich eveneens door de constructie en werking van de top-bedieningsgreep, waardoor een bijzonder gemakkelijke en betrouwbare bediening van de handwagen mogelijk wordt.From US patent 5,347,073 a hand trolley is known, from which the structure of the upper cross beam is known per se. Apart from the construction of the carrier and the connection between the upright frame and the carrier, a similar hand car is also known from the German Gebrauchsmuster 295 20 437. The construction. According to the invention, in particular, what is known from the said documents differs in the manner in which the lower ends of the said main frames are constructed. This results in a lighter and improved hand trolley. The construction according to the invention is also distinguished by the construction and operation of the top operating handle, whereby a particularly easy and reliable operation of the hand car is possible.

Korte beschrijving van de tekeningen 25 Fig. 1 en 2 tonen een perspectief beeld van een handwagen overeenkomstig de onderhavige uitvinding in uitgevouwen, respectievelijk ingeklapte toestand;Brief description of the drawings FIG. 1 and 2 show a perspective view of a hand trolley according to the present invention in unfolded and collapsed condition, respectively;

Fig. 3 toont een opengewerkt beeld van de uitvouw-bedieningseenheid en een bovenste dwarsbalk overeenkomstig de 30 onderhavige uitvinding;Fig. 3 shows an exploded view of the deployment control unit and an upper crossbar in accordance with the present invention;

Fig. 4 toont een gedeeltelijke doorsnede die de werking van de bovenste dwarsbalk met betrekking tot het verlengen of inklappen van de uitvouw-bedieningseenheid overeenkomstig de onderhavige uitvinding laat zien; 100674® 2aFig. 4 is a partial sectional view showing the operation of the top crossbar with respect to extending or collapsing the deployment control unit according to the present invention; 100674® 2a

Fig. 5 toont een perspectief beeld van een deel van de handwagen overeenkomstig de onderhavige uitvinding, welk beeld de werking laat zien van de bovenste dwarsbalk voor het verlengen of inklappen van de uitvouwbedieningseenheid; 5 Fig. 6 toont in perspectief een opengewerkt beeld van een deel van de onderhavige uitvinding, in welk deel de lagere dwarsbalk overeenkomstig de onderhavige uitvinding is weergegeven;Fig. 5 is a perspective view of a portion of the hand car in accordance with the present invention, showing the operation of the top crossbar for extending or collapsing the deployment control unit; FIG. 6 is a perspective view of a part of the present invention, in which part the lower crossbar according to the present invention is shown;

Fig. 7 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede die de 10 werking van de lagere dwarsbalk overeenkomstig de onderhavige uitvinding laat zien;Fig. 7 is a partial cross-section showing the operation of the lower crossbar in accordance with the present invention;

Fig. 8 toont in perspectief een opengewerkt beeld van de onderhavige uitvinding waarin de relatie tussen de hoofdondersteuning, de drager en de wielhouder is 15 weergegeven; 1006740 3Fig. 8 is a perspective exploded view of the present invention illustrating the relationship between the main support, the carrier and the wheel holder; 1006740 3

Fig. 9 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede die de drager en de wielhouder in een verlengde toestand laat zien;Fig. 9 is a partial cross-sectional view showing the carrier and wheel holder in an extended condition;

Fig. 10 is een gedeeltelijk zijaanzicht waarin de 5 drager en de wielhouder in een verlengde toestand zijn weergegeven;Fig. 10 is a partial side view showing the carrier and the wheel holder in an extended condition;

Fig. 11 is een andere gedeeltelijke dwarsdoorsnede waarin de drager en de wielhouder in de ingeklapte toestand zijn weergegeven; 10 Fig. 12 toont de uitvouw-bedieningseenheid van de handwagen overeenkomstig de onderhavige uitvinding in de ingeklapte toestand, waarbij een vastzetband is gebruikt om de ingeklapte uitvouw-bedieningseenheid vast te binden;Fig. 11 is another partial cross-section showing the carrier and wheel holder in the collapsed state; FIG. 12 shows the fold-out operating unit of the hand car according to the present invention in the collapsed state, wherein a securing strap is used to tie the folded-out folding operating unit;

Fig. 13 toont de handwagen overeenkomstig de 15 onderhavige uitvinding in de uitgevouwen toestand om bagage te dragen en waarbij de bagage op de handwagen is vastgebonden door middel van een vastzetband;Fig. 13 shows the hand car according to the present invention in the unfolded condition to carry luggage and wherein the luggage is tied to the hand car by means of a securing strap;

Fig. 14 toont een perspectief beeld van een tweede uitvoeringsvorm van de handwagen overeenkomstig de 20 onderhavige uitvinding in de uitgevouwen toestand;Fig. 14 shows a perspective view of a second embodiment of the hand car according to the present invention in the unfolded state;

Fig. 15 toont in perspectief een opengewerkt beeld van de uitvouw-bedieningseenheid en de bovenste dwarsbalk in de tweede uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding;Fig. 15 is a perspective exploded view of the deployment control unit and the top crossbar in the second embodiment of the invention;

Fig. 16 toont in perspectief een opengewerkt beeld van 25 een deel van de onderhavige uitvinding, in welk deel de opbouw van het vasthoudelement in de uitvoeringsvorm van de figuren 14 en 15 is weergegeven;Fig. 16 is a perspective view of a part of the present invention, in which part the structure of the retaining element in the embodiment of FIGS. 14 and 15 is shown;

Fig. 17 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede waarin de relatie tussen de uitvouw-bedieningseenheid en de bovenste 30 dwarsbalk in de uitvoeringsvorm van figuur 15 is weergegeven;Fig. 17 is a partial cross-sectional view showing the relationship between the deployment control unit and the top crossbar in the embodiment of FIG. 15;

Fig. 18 toont in perspectief een opengewerkt beeld van een tweede uitvoeringsvorm van de top-bedieningsgreep van de uitvouw-bedieningseenheid; 35 Fig. 19 toont in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van het hoofdframe van de drager; 1 00 6 74 0 4Fig. 18 is a perspective view of a second embodiment of the top operating handle of the fold-out operating unit; FIG. 19 shows in perspective a second embodiment of the main frame of the carrier; 1 00 6 74 0 4

Fig. 20 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede waarin de relatie tussen het hoofdframe en drager in de uitvoeringsvorm van figuur 19 is weergegeven;Fig. 20 is a partial cross-sectional view showing the relationship between the main frame and carrier in the embodiment of FIG. 19;

Fig. 21 toont in perspectief een derde uitvoeringsvorm 5 van het hoofdframe en de drager;Fig. 21 shows in perspective a third embodiment 5 of the main frame and the carrier;

Fig. 22 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede waarin de relatie tussen het hoofdframe en de drager in de uitvoeringsvorm van figuur 21 is weergegeven;Fig. 22 is a partial cross-sectional view showing the relationship between the main frame and the carrier in the embodiment of Figure 21;

Fig. 23 toont in perspectief een deel van een tweede 10 uitvoeringsvorm van de lagere dwarsbalk overeenkomstig de onderhavige uitvinding;Fig. 23 is a perspective view of part of a second embodiment of the lower crossbar in accordance with the present invention;

Fig. 24 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede waarin de lagere dwarsbalk in de uitvoeringsvorm van figuur 23 is weergegeven.Fig. 24 is a partial cross-sectional view showing the lower crossbar in the embodiment of Figure 23.

15 Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvoorbeeldenDetailed description of the preferred embodiments

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een handwagen die in hoofdzaak twee hoofdframes 10 omvat met naar buiten uitstekende schouderdelen en lager gelegen delen, alsmede een uitvouw-bedieningseenheid 20, een 20 bovenste dwarsbalk 30, een lagere dwarsbalk 40, een drager 50 en twee wielhouders 60. Zoals is aangegeven in de figuren 1, 3 en 8, zijn de twee hoofdframes 10 voorzien van bovenuiteinden die vast zijn aangebracht in zijdelingse openingen 31 die afzonderlijk zijn gevormd aan de beide 25 uiteinden van de bovenste dwarsbalk 30, alsmede van onderuiteinden die afzonderlijk zijn gestoken in asvormige openingen 61, gevormd in de twee wielhouders 60. Draaiassen 54 zijn gebruikt om een zwenkbare verbinding te realiseren tussen de hoofdframes 10 en twee verbindingszittingen 53, 30 welke zittingen afzonderlijk zijn aangebracht aan de twee achterste hoekpunten van de drager 50. Met deze maatregelen zijn de hoofdframes 10, de wielhouders 60 (met daarmee verbonden wielen 62) en de drager 50 tot een geheel met elkaar verbonden.The present invention relates to a hand car which essentially comprises two main frames 10 with outwardly projecting shoulder parts and lower parts, as well as a folding-out operating unit 20, an upper cross beam 30, a lower cross beam 40, a carrier 50 and two wheel holders 60 As indicated in Figures 1, 3 and 8, the two main frames 10 are provided with top ends fixedly mounted in lateral openings 31 formed separately on both ends of the top cross beam 30, as well as bottom ends which are separate inserted into axle-shaped openings 61 formed in the two wheel holders 60. Pivot axles 54 are used to realize a pivotal connection between the main frames 10 and two connecting seats 53, 30, which seats are arranged separately at the two rear corners of the carrier 50. With these measures are the main frames 10, the wheel holders 60 (with wheels 62 connected thereto) and the drag 50 connected to one another.

35 De uitvouw-bedieningseenheid 20 omvat twee symmetrische buitenpijpen 22 en een top-bedieningsgreep 23.The fold-out operating unit 20 comprises two symmetrical outer pipes 22 and a top operating handle 23.

1 00 6 74 0 51 00 6 74 0 5

De twee buitenpijpen 22 worden op hun plaats gehouden door de bovenste en onderste dwarsbalk 30, respectievelijk 40, terwijl de twee dwarsbalken 30, 40 op hun beurt met de bovenuiteinden vast zijn verbonden aan de twee 5 schouderdelen en wel zodanig dat de twee buitenpijpen, de twee dwarsbalken 30, 40 en de hoofdframes 10 tot een geheel met elkaar zijn verbonden.The two outer pipes 22 are held in place by the upper and lower cross beams 30 and 40, respectively, while the two cross beams 30, 40 in turn are fixedly connected to the two shoulder parts with the upper ends, such that the two outer pipes, the two crossbars 30, 40 and the main frames 10 are joined together in one piece.

Zoals is aangegeven in figuur 3, is elk van de binnenpijpen 21 voorzien van een binnenpijp-insteekelement 10 24, aangebracht aan de binnenzijde van het onderuiteinde van de binnenpijp 21. Elk van de buitenpijpen 22 heeft een buitenpijp-insteekelement 25 dat is verbonden met de binnenzijde van het bovenuiteinde van de buitenpijp 22. Wanneer de binnenpijp 21 is geplaatst in de buitenpijp 22, 15 dan zal een onderste flens 241 van het binnenpijp-insteekelement 24 tegen een onderrand 251 van het buitenpijp-insteekelement 25 aandrukken en daardoor voorkomen dat de binnenpijp 21 vrij komt van de buitenpijp 22 wanneer de binnenpijp 21 omhoog wordt getrokken ten 20 opzichte van de buitenpijp 22.As shown in Figure 3, each of the inner pipes 21 includes an inner pipe insertion element 24 mounted on the inner side of the lower end of the inner pipe 21. Each of the outer pipes 22 has an outer pipe insertion element 25 connected to the inner side of the top end of the outer pipe 22. When the inner pipe 21 is placed in the outer pipe 22, 15, a lower flange 241 of the inner pipe insert 24 will press against a lower edge 251 of the outer pipe insert 25 and thereby prevent the inner pipe 21 becomes free from the outer pipe 22 when the inner pipe 21 is pulled up relative to the outer pipe 22.

Zoals is aangegeven in de figuren 3, 4 en 5, heeft de bovenste dwarsbalk twee zijdelingse openingen 31 die zijn gevormd aan beide uiteinden om de twee boveneinden van de hoofdframes in zich op te kunnen nemen. Een 25 geleidingskanaal 32 is binnen in de bovenste dwarsbalk 30 aanwezig om daarin een drukveer 33 aan te brengen. Boven deze drukveer 33 is een bedieningsknop 34 aanwezig en wel zodanig dat de drukknop 34 in aanraking met de drukveer 33 kan komen om deze laatste in te kunnen drukken. De drukknop 30 34 omvat twee zijwanden op elk waarvan twee in tegengestelde richting naar buiten en naar beneden verlopende lange openingen 341 zijn aangebracht. Twee verbindingselementen 35 zijn aangebracht aan de uiteinden van de drukknop 34 en wel zodanig dat twee symmetrisch 35 aangebrachte, zijwaarts uitstekende lippen 351 vanaf de binnenzijde van elke lip 35 zijn gelegen in de lange 1 00 6 7 4 0 6 openingen 341 en heen en weer beweegbaar zijn in de lange openingen 341. Een insteekpen 352 die axiaal uitsteekt van een ander (buitenste) uiteinde van elk verbindingselement strekt zich uit in de insteekopeningen A, aangebracht aan 5 het onderuiteinde van de binnenpijp 21 en aan het bovenuiteinde van de buitenpijp 22 ten einde het uit- en inschuiven van de binnenpijp in en uit de buitenpijp te kunnen sturen. Wanneer de drukknop wordt ingedrukt, dan zullen de naar buiten en omlaag lopende lange gaten 341 de 10 lippen 351 geleiden en naar binnen schuiven, waardoor de insteekpennen 352 van de verbindingselementen 35 vrij komen van de insteekopeningen A in de binnenpijpen 21 en de buitenpijpen 22 en wordt het mogelijk de binnenpijpen 21 vrij op en neer te bewegen in de buitenpijpen 22.As indicated in Figures 3, 4 and 5, the top crossbar has two side openings 31 formed at both ends to accommodate the two top ends of the main frames. A guide channel 32 is provided inside the upper cross beam 30 to provide a compression spring 33 therein. Above this compression spring 33 there is an operating button 34, such that the push button 34 can come into contact with the compression spring 33 in order to be able to press the latter. The push button 30 34 includes two sidewalls on each of which two long openings 341 extending in opposite directions and downwards are provided. Two connecting elements 35 are disposed at the ends of the push button 34 such that two symmetrically arranged side projecting lips 351 from the inside of each lip 35 are located in the long openings 341 and back and forth. are movable in the long openings 341. An insert pin 352 which extends axially from another (outer) end of each connecting element extends into the insert openings A provided at the lower end of the inner pipe 21 and at the upper end of the outer pipe 22 at to be able to control the extension and retraction of the inner pipe in and out of the outer pipe. When the push button is pressed, the outward and downward long holes 341 will guide and slide inwardly the lips 351, releasing the insertion pins 352 of the connecting elements 35 from the insertion openings A in the inner pipes 21 and the outer pipes 22 and it becomes possible to move the inner pipes 21 up and down freely in the outer pipes 22.

15 Figuur 14 en 15 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding. In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft de top-bedieningsgreep 23 van de uitvouw-bedieningseenheid 20 een daarin gevormd geleidingskanaal 234 voor een drukveer 235. Boven deze drukveer 235 is een 20 drukknop 233 aangebracht. Twee armen 231 zijn afzonderlijk aan de ene zijde verbonden met de beide uiteinden van de drukknop 233 en wel zodanig dat, wanneer de drukknop 233 wordt ingedrukt, de andere uiteinden van de beide armen 231 en daarmee twee verbindingselementen 27 die aan de 25 boveneinden zijn verbonden met de genoemde andere uiteinden van de armen 231, omhoog worden bewogen.Figures 14 and 15 show a second exemplary embodiment of the present invention. In this exemplary embodiment, the top operating handle 23 of the unfolding operating unit 20 has a guide channel 234 formed therein for a compression spring 235. A push-button 233 is arranged above this compression spring 235. Two arms 231 are separately connected on one side to both ends of the push button 233, such that when the push button 233 is pressed, the other ends of the two arms 231 and thereby two connecting elements 27 connected at the top ends with said other ends of the arms 231 are raised.

Tegelijkertijd zij nu verwezen naar de figuren 15, 16 en 17. In het tweede uitvoeringvoorbeeld van de onderhavige uitvinding heeft elk van de binnenpijpen 21 een 30 vasthoudelement 26 dat in het ondereinde daarvan, is gestoken. Het vasthoudelement 26 heeft een onderste flens 261 die tegen de onderrand 251 van het buitenpijp-insteekelement 25 kan drukken. Het vasthoudelement 26 heeft een geleidingsgroef 268 om een drukveer 269 op te kunnen 35 nemen en een daarin aangebrachte insteekpen 266. De insteekpen 266 is voorzien van een lange sleuf 267 om het 1 00 6 7 4 0 7 ondereinde van een gebogen vasthoudarm 262 in op te kunnen nemen. Het verbindingselement 27 heeft een haakvormig boveneind dat kan worden aangehaakt in een opening 232 in de arm 231 van de top-bedieningsgreep 23 en een haakvormig 5 ondereind dat kan worden aangehaakt in een opening 263 in de gebogen vasthoudarm 262. De gebogen vasthoudarm 262 is zwenkbaar verbonden met het vasthoudelement 26 door een as 265 die zich uitstrekt door een asvormige opening 264 in de gebogen vasthoudarm 262, zodat de gebogen vasthoudarm 262 10 naar binnen en naar buiten kan zwenken ten opzichte van het vasthoudelement 26. De insteekpen 266 is normaal naar buiten gedrukt door de drukveer 269, zodat de insteekpen 266 in de insteekopeningen A in de binnen- en buitenpijp 21, 22 steekt, waarbij de binnen pijp 21 en de buitenpijp 15 22 met elkaar zijn verbonden. Wanneer echter het verbindingselement 27 omhoog wordt bewogen, zal dit de gebogen vasthoudarm 262 die in het ondereinde van het verbindingselement 27 is gehaakt dwingen naar binnen - zwenken. De naar binnen gezwenkte arm 262 zal op zijn beurt 20 de insteekpen 266 dwingen naar binnen te bewegen en vrij te komen van de insteekopeningen A in de binnen- en buitenpijpen 21, 22. In deze toestand kan de binnenpijp 21 vrij in en uit de buitenpijp worden geschoven.At the same time, reference is now made to Figs. 15, 16 and 17. In the second exemplary embodiment of the present invention, each of the inner pipes 21 has a retaining element 26 inserted into its lower end. The retaining element 26 has a lower flange 261 which can press against the lower edge 251 of the outer pipe insertion element 25. The retaining element 26 has a guide groove 268 for receiving a compression spring 269 and an insert pin 266 disposed therein. The insert pin 266 is provided with a long slot 267 about the lower end of a curved retaining arm 262. to take. The connecting element 27 has a hook-shaped top end that can be hooked into an opening 232 in the arm 231 of the top operating handle 23 and a hook-shaped bottom end that can be hooked into an opening 263 in the curved holding arm 262. The curved holding arm 262 is pivotable connected to the retaining element 26 by a shaft 265 extending through an axial opening 264 in the curved retaining arm 262 so that the curved retaining arm 262 can pivot inward and outward relative to the retaining element 26. The insert pin 266 is normally outward pressed by the compression spring 269, so that the insertion pin 266 projects into the insertion openings A in the inner and outer pipe 21, 22, the inner pipe 21 and the outer pipe 15 22 being connected to each other. However, when the connecting element 27 is moved upwards, it will force the curved retaining arm 262 hooked into the lower end of the connecting element 27 to swing inward. The inwardly pivoted arm 262 will in turn force the insertion pin 266 to move inward and release from the insertion openings A in the inner and outer pipes 21, 22. In this condition, the inner pipe 21 can freely enter and exit the outer pipe be pushed.

Fig. 18 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de 25 top-bedieningsgreep 23 van de uitvouw-bedieningseenheid 20. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat de top-bedieningsgreep 23 een langwerpig treklichaam 236 dat het onderste gedeelte daarvan vormt. Aan de twee bovenste uiteinden van het langwerpig treklichaam 236 zijn afzonderlijke drukveren 237 30 aangebracht tussen de top-bedieningsgreep 23 en het langwerpig treklichaan 236, zodat het langwerpig treklichaam 236 omhoog kan worden getrokken naar de top-bedieningsgreep 23. Aan elk eindoppervlak van het langwerpig treklichaam is een verticale groef 238 aanwezig 35 opdat een boveneinde van het voornoemde verbindingselement 27 kan worden aangehaakt. Wanneer het langwerpig 1 00 6 74 0 8 treklichaam 236 omhoog wordt getrokken, worden de twee verbindingselementen 27 die zijn aangehaakt aan de beide uiteinden van het langwerpig treklichaam 236 eveneens omhoog getrokken. In deze toestand kunnen de twee gebogen 5 vasthoudarmen 262 die zijn verbonden met de ondereinden van de twee verbindingselementen 27 naar binnen zwenken en de insteekpennen 266 vrij maken uit de insteekopeningen A in de binnen- en buitenpijpen 21, 22, waardoor de binnenpijpen 21 vrij in- en uit de buitenpijpen 22 kunnen worden 10 geschoven.Fig. 18 shows a second exemplary embodiment of the top operating handle 23 of the unfolding operating unit 20. In this exemplary embodiment, the top operating handle 23 comprises an elongated pulling body 236 which forms the lower part thereof. At the two upper ends of the elongated pulling body 236, separate compression springs 237 are provided between the top operating handle 23 and the elongated pulling body 236 so that the elongated pulling body 236 can be pulled up to the top operating handle 23. At each end surface of the elongated The pulling body has a vertical groove 238 so that an upper end of the above-mentioned connecting element 27 can be hooked. When the elongated pulling body 236 is pulled up, the two connecting elements 27 hooked on both ends of the elongated pulling body 236 are also pulled up. In this state, the two curved retaining arms 262 connected to the lower ends of the two connecting elements 27 can pivot inwardly and release the insertion pins 266 from the insertion openings A in the inner and outer pipes 21, 22, leaving the inner pipes 21 free in and can be slid out of the outer pipes 22.

In de figuren 1 en 8 is een drager 50 in de vorm van een vlakke plaat weergegeven. In elke achterste hoek van de drager 50 is een verbindingszitting 53 aanwezig die bepaald is door een buitenzijwand 51 en een binnenzijwand 52. In de 15 verbindingszittingen 53 rusten de twee onderuiteinden van de hoofdframes 10. Om de hoofdframes zwenkbaar met de drager te verbinden worden zwenkassen 54 toegepast. Elk van de buitenzijwanden 51 is voorzien van een omhoog stekend aanslagelement 55 dat correspondeert met een ander 20 aanslagelement 63 aangebracht in de wielhouder 60. Wanneer de drager 50 omlaag wordt gezwenkt in de uitgevouwen stand, zoals is aangegeven in figuur 1, of omhoog wordt gezwenkt in de opgeklapte stand, zoals is aangegeven in figuur 2, zal het aanslagelement 55 tegen het aanslagelement 63 komen 25 en wordt de wielhouder 60 gedwongen naar buiten te draaien in een uitgevouwen stand, respectievelijk naar binnen te draaien in een opgeklapte stand.Figures 1 and 8 show a support 50 in the form of a flat plate. In each rear corner of the carrier 50 there is a connecting seat 53 defined by an outer side wall 51 and an inner side wall 52. In the connecting seats 53 the two lower ends of the main frames 10 rest. In order to pivotally connect the main frames to the carrier, pivot shafts 54 applied. Each of the outer side walls 51 is provided with an upwardly protruding stopper element 55 which corresponds to another stopper element 63 arranged in the wheel holder 60. When the carrier 50 is pivoted down into the unfolded position, as shown in Figure 1, or pivoted upwards in the folded-up position, as indicated in figure 2, the stop element 55 will come into contact with the stop element 63 and the wheel holder 60 is forced to rotate outwards in an unfolded position, or to turn it inwards in a folded-up position.

Nu wordt tevens verwezen naar de figuren 1, 8 en 11. Elk van de hoofdframes 10 is voorzien van een beweegbaar 30 lichaam 12 en een drukveer 11 die is aangebracht op het beweegbaar lichaam 12 in het ondereinde van het hoofdframe 10. Verder is een terugdrukveer 13 om het ondereinde van het hoofdframe gewonden met een einde vast bevestigd in een opening B die is aangebracht in het hoofdframe en met het 35 andere einde vast bevestigd in een opening E die is aangebracht in de binnenwand van de asopening 61 van de 1 00 6 7 4 0 9 wielhouder 60. Wanneer de drager 50 geleidelijk aan wordt uitgevouwen in de horizontale stand, worden de wielhouder 60 synchroon naar buiten geschoven. In deze toestand worden de terugdrukveren 13 uitgetrokken en wekken een 5 torsiekracht op. Wanneer de wielhouders 60 volledig zijn uitgeklapt, zoals is aangegeven in fig. 1, dan zullen twee conische aanslagen 64 die afzonderlijk zijn aangebracht aan de bodem van de wielhouders 60 in twee uitsparingen op de twee achterste hoeken van de drager 50 aangrijpen, zoals is 10 aangegeven in de fig. 8, 9 en 10, waarbij de wielhouders 60 op hun plaats worden gehouden. Om de handwagen overeenkomstig de onderhavige uitvinding in te klappen, dient eenvoudig de drager omhoog te worden gezwenkt zodat de conische aanslagen 64 vrij komen uit de uitsparingen 56. 15 In deze toestand zullen de terugdrukveren 13 door hun eigen terugstelkracht bewerkstelligen dat de wielhouders 60 naar de drager 50 toe bewegen en uiteindelijk in de volledig opgevouwen stand.Reference is now also made to Figures 1, 8 and 11. Each of the main frames 10 is provided with a movable body 12 and a compression spring 11 which is arranged on the movable body 12 in the lower end of the main frame 10. Furthermore, a return spring is 13 wound around the lower end of the main frame with one end fixed in an opening B provided in the main frame and with the other end fixed in an opening E arranged in the inner wall of the shaft opening 61 of the 1 00 6 Wheel holder 60. When the carrier 50 is gradually unfolded in the horizontal position, the wheel holder 60 is pushed out synchronously. In this state, the return springs 13 are pulled out and generate a torsional force. When the wheel holders 60 are fully extended, as shown in Fig. 1, two conical stops 64, which are separately mounted on the bottom of the wheel holders 60, will engage in two recesses on the two rear corners of the carrier 50, as is shown in Figs. 8, 9 and 10, wherein the wheel holders 60 are held in place. In order to collapse the hand car according to the present invention, the carrier simply has to be pivoted upwards so that the conical stops 64 are released from the recesses 56. In this state, the return springs 13 will cause the wheel holders 60 to move to the left by their own restoring force. move carrier 50 and eventually into the fully folded position.

De verbindingszitting 53 van de drager 50 is, zoals is 20 aangegeven in de fig. 8, 9 en 11, gevormd in de bodem en aan de achterzijwand door twee schotelvormige uitsparingen 57, zodat een ondereinde van het beweegbaar lichaam 12 dat is gelegen in het ondereinde van het hoofdframe 10 daarin kan grijpen. Aangezien de verbindingszittingen 53 een glad 25 gekromd binnenoppervlak bezitten en de beweegbare lichamen 12 een conisch ondereinde met een ronde kop 121 hebben die is aangepast op de schotelvormige uitsparingen 57, kunnen de beweegbare lichamen 12 gelijkmatig glijden en schuiven tussen de binnenwanden van de verbindingszittingen 53 en de 30 schotelvormige uitsparingen 57, waardoor de drager 50 soepel kan worden in- en uitgeklapt naar de hoofdframes 10 en op de plaats worden gehouden wanneer deze volledig is in- of uitgeklapt.The connecting seat 53 of the carrier 50, as shown in Figs. 8, 9 and 11, is formed in the bottom and on the rear side wall by two saucer-shaped recesses 57, so that a lower end of the movable body 12 located in the bottom end of the main frame 10 can engage therein. Since the connection seats 53 have a smooth curved inner surface and the movable bodies 12 have a conical bottom end with a round head 121 adapted to the saucer-shaped recesses 57, the movable bodies 12 can slide and slide evenly between the inner walls of the connection seats 53 and the saucer-shaped recesses 57, allowing the carrier 50 to be smoothly retracted and extended to the main frames 10 and held in place when fully retracted or extended.

Fig. 19 en 20 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld 35 van de verbindingszitting 53 van de drager 50. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de verbindingszitting 53 gevormd op 1 00 6 7 4 0 10 de bodem en aan de achterzijwand door twee groeven 58 met twee naar buiten gerichte en schuin verlopende zijwanden die kunnen samenwerken met het ondereinde van het beweegbaar lichaam 12. Aangezien de verbindingszittingen 53 5 gladde gekromde binnenwanden hebben en de beweegbare lichamen 12 aan het ondereinde 122 zijn voorzien van twee afgekante oppervlakken die zijn aangepast op het profiel van de groeven 58, kunnen de beweegbare lichamen 12 soepel glijden en schuiven tussen de binnenwanden van de 10 verbindingszittingen 53 en de twee groeven 58, waardoor de drager 50 soepel kan worden in- en uitgeklapt naar de hoofdframes 10 en op de plaats worden gehouden wanneer deze volledig is ingeklapt.Fig. 19 and 20 show a second exemplary embodiment 35 of the connecting seat 53 of the carrier 50. In this exemplary embodiment, the connecting seat 53 is formed on the bottom and on the rear side wall by two grooves 58 with two outward and oblique tapered side walls that can cooperate with the lower end of the movable body 12. Since the connecting seats 53 have smooth curved inner walls and the movable bodies 12 on the lower end 122 have two chamfered surfaces adapted to the profile of the grooves 58, the movable bodies 12 smoothly slide and slide between the inner walls of the connecting seats 53 and the two grooves 58, allowing the carrier 50 to be smoothly collapsed and extended to the main frames 10 and held in place when fully collapsed.

Fig. 21 en 22 tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld van 15 de verbindingszitting 53 van de drager 50. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de verbindingszitting 53 gevormd op de bodem en aan de achterzijwand door twee langwerpige uitstulpingen 59 dwars over de zitting 53 om met het ondereinde van het beweegbaar lichaam 12 te kunnen 20 samenwerken. Aangezien de verbindingszittingen 53 gladde gekromde binnenwanden hebben en de beweegbare lichamen 12 aan het ondereinde zijn voorzien van naar binnen gekromde uitsparingen 123 die zijn aangepast aan het profiel van de uitstulpingen 59, kunnen de beweegbare lichamen 12 soepel 25 glijden en schuiven tussen de binnenwanden van de verbindingszittingen 53 en de twee uitstulpingen 59, waardoor de drager 50 soepel kan worden in- en uitgeklapt naar de hoofdframes 10 en op de plaats worden gehouden wanneer deze volledig is ingeklapt.Fig. 21 and 22 show a third exemplary embodiment of the connecting seat 53 of the carrier 50. In this exemplary embodiment, the connecting seat 53 is formed on the bottom and on the rear side wall by two elongated protrusions 59 transverse to the seat 53 with the lower end of the movable body 12 to be able to cooperate 20. Since the connecting seats 53 have smooth curved inner walls and the movable bodies 12 at the lower end are provided with inwardly curved recesses 123 adapted to the profile of the protuberances 59, the movable bodies 12 can slide smoothly and slide between the inner walls of the connecting seats 53 and the two protuberances 59, allowing the carrier 50 to be smoothly folded and unfolded to the main frames 10 and held in place when fully collapsed.

30 De onderste dwarsbalk, zoals deze is weergegeven in de fig. 1, 2, 6 en 7 omvat twee symmetrische panelen. Een van deze twee panelen is uitgevoerd met twee zijwaarts aangebrachte symmetrische openingen C die corresponderen met twee insteekgaten D in de drager 50. De lagere 35 dwarsbalk 1 00 6 7 4 0 11 40 is voorzien van een geleidingskanaal 41 en is geschikt om een drukveer 42 daarin op te nemen. Boven deze drukveer 42 is een drukknop 43 aanwezig die tegen de drukveer 42 kan worden gedrukt. De drukknop 43 is aan elke zijwand voorzien 5 van twee schuin omlaag en naar buiten verlopende openingen 431 waarin twee verbindingselementen 44 kunnen ingrijpen. Elk van de verbindingselementen 44 heeft een binnendeel met twee symmetrische lippen 441 die zijwaarts uitsteken in de twee schuin verlopende lange openingen 432 en wel zodanig 10 dat de lippen heen en weer in de schuin verlopende lange openingen 431 kunnen bewegen. Elk van de verbindingselementen 44 is voorts voorzien van een zijvlak ^ met een uitstekende haak 442 die door de opening C in de lagere dwarsbalk 40 steekt. Wanneer de drukknop 43 wordt 15 ingedrukt, zullen de schuin verlopende lange openingen 431 de lippen 441 geleiden zodat deze naar binnen toe bewegen in de lange openingen 431. In deze toestand worden ook de haken 442 van de verbindingselementen 44 naar binnen bewogen en vallen in de twee insteekopeningen D in de 20 drager wanneer deze laatste is opgeklapt naar de hoofdframes 10, waardoor de drager vast tegen de lagere dwarsbalk 40 wordt gehaakt.The bottom crossbar, as shown in Figures 1, 2, 6 and 7, comprises two symmetrical panels. One of these two panels is provided with two laterally arranged symmetrical openings C which correspond to two insertion holes D in the carrier 50. The lower crossbar 1 00 6 7 4 0 11 40 is provided with a guide channel 41 and is suitable for a compression spring 42 to include in it. Above this compression spring 42 there is a push button 43 which can be pressed against the compression spring 42. The push button 43 is provided on each side wall with two obliquely downwardly and outwardly extending openings 431 in which two connecting elements 44 can engage. Each of the connecting elements 44 has an inner portion with two symmetrical lips 441 projecting laterally into the two oblique long openings 432 such that the lips can reciprocate in the oblique long openings 431. Each of the connecting elements 44 is further provided with a side surface ^ with a protruding hook 442 which protrudes through the opening C into the lower cross beam 40. When the push button 43 is pressed, the oblique long openings 431 will guide the lips 441 so that they move inward into the long openings 431. In this state, the hooks 442 of the connecting elements 44 are also moved inward and fall into the two insertion openings D in the carrier when the latter is folded up to the main frames 10, thereby hooking the carrier against the lower cross beam 40.

In fig. 14, 23 en 24 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de onderste dwarsbalk 40 25 overeenkomstig de onderhavige uitvinding weergegeven. In dit uitvoeringsvoorbeeld is een van de beide panelen die de lagere dwarsbalk 40 vormen voorzien van een centraal deel met een opening C die correspondeert met een insteekopeningen D in de drager 50. In de lagere dwarsbalk 30 40 is een geleidingskanaal 41 aangebracht waarin een drukveer 42 kan worden opgenomen. Boven de drukveer 42 is een drukknop 47 aanwezig. Deze drukknop 47 is aan een zijvlak voorzien van een centrale haak 471 die uit de ' opening C in de lagere dwarsbalk 40 steekt en die zich kan 35 uitstrekken tot in de insteekopening D in de drager 50 om 1 00 ó 74(0 12 de drager vast te haken wanneer deze is ingeklapt tegen de lagere dwarsbalk 40.14, 23 and 24 show a second exemplary embodiment of the lower cross beam 40 according to the present invention. In this exemplary embodiment, one of the two panels constituting the lower cross beam 40 is provided with a central part with an opening C corresponding to an insertion openings D in the carrier 50. In the lower cross beam 30 40 a guide channel 41 is provided, in which a compression spring 42 can be recorded. A push button 47 is provided above the compression spring 42. This push button 47 is provided on a side surface with a central hook 471 which protrudes from the opening C in the lower cross beam 40 and which can extend into the insertion opening D in the carrier 50 at the carrier. to be hooked when folded against the lower crossbar 40.

De lagere dwarsbalk 40, zoals is aangegeven in fig. 6, 12 en 13, is voorzien van een rechthoekige opening 45 5 waarin een gebruiker zijn hand kan steken en een aantal nauwe spleten 46 om vastzetbanden door heen te steken en de ingeklapte handwagen in de ingeklapte stand vast te zetten, zodat de ingeklapte handwagen gemakkelijker door de gebruiker kan worden gedragen of worden opgeborgen in een 10 minimale ruimte.The lower crossbar 40, as shown in Figs. 6, 12 and 13, includes a rectangular opening 45 into which a user can put his hand and a number of narrow slits 46 for inserting securing straps and the collapsed handcart in the locked position so that the folded hand cart can be more easily carried by the user or stored in a minimum space.

Met de bovenstaande maatregelen heeft de handwagen overeenkomstig de onderhavige uitvinding een geheel nieuwe opbouw en is deze gemakkelijk te gebruiken en te bedienen.With the above measures, the hand truck according to the present invention has a completely new construction and is easy to use and operate.

10067401006740

Claims

13

1. Hand trolley provided with two main frames with outwardly projecting shoulder parts and lower parts, a folding operating unit, an upper cross bar, a lower cross bar, a carrier and two wheel holders; 5. wherein said main frames have two upper ends which are fixed in lateral openings arranged on both sides of the upper cross beam, and two lower ends which are inserted in separate axle openings arranged in the two wheel holders and which are pivotally connected by means of two pivot axes two separate connecting seats, each of the two lower ends being provided with a movable body and a compression spring and a compression spring being provided about an outer circumference of each of the lower ends of the two main frames; - in which the fold-out operating unit is provided with two symmetrical outer pipes, two symmetrical inner pipes which are slidably arranged in said two outer pipes, and a top operating handle, wherein the top and bottom ends of said outer pipes are held in place by the said upper and lower crossbeam respectively; - in which the top crossbar has two openings arranged in the two ends for receiving the top ends of the said main frames therein, a guide channel arranged inside the top crossbar, in which guide channel a compression spring is situated, and a push button arranged above this compression spring, which compression spring has two side walls in each of which are provided in elongated openings in opposite directions outwards and obliquely downwards; | in which the lower crossbar has two symmetrical panels, one of which has one or two symmetrical openings directed sideways 1006740 14, as well as a guide channel arranged in the lower crossbar to receive a compression spring therein, a compression spring arranged above this compression spring push button provided on both side walls with two obliquely downward and outwardly directed long openings in which two connecting elements can engage; - in which the carrier at each rear corner point is provided with a connecting seat formed by an outer side wall and an inner side wall, each outer side wall comprising an upwardly protruding stop corresponding to another stop mounted on said wheel holder; and - wherein said wheel holders on the outer side walls 15 are provided with a stop and on the bottom surfaces of a downwardly projecting conical stop which can engage recesses in the two rear corners of the carrier; - where the hand cart can be easily folded out for use or folded for storage.

2. A trolley according to claim 1, characterized in that said oblique long openings in the two side walls of said push button in the upper crossbar are suitable for arranging two connecting elements therein, each of these connecting elements at one end has two symmetrical and inwardly projecting lips and an axially projecting insertion pin at the other end.

3. Hand truck according to claim 1, characterized in that each of the connecting seats of said carrier is provided with a bottom surface and a rear wall surface with either two saucer-shaped recesses, or two grooves with obliquely outwardly directed side walls, or two elongated protuberances can intervene in the lower ends of said movable bodies arranged at the lower ends of the main frames. 1 00 6 740 15

Hand truck according to claim 3, characterized in that said movable members arranged at the lower ends of the main frames have either conical lower ends with a round head, or lower ends with two chamfered side surfaces, or inwardly curved lower ends corresponding to the saucer-shaped recesses, the grooves with obliquely outwardly directed side walls or the elongated protuberances arranged in the said connecting seats of the carrier.

Hand truck according to claim 1, characterized in that the carrier is provided with one or two insertion openings corresponding to said one or two openings in the lower crossbar.

Hand truck according to claim 1, characterized in that each of the two connecting elements engaging said oblique long apertures in the lower crossbar has an inner part with two laterally projecting lips and on a side face of a hook such that said hooks of said connecting elements protrude through two openings in said lower crossbar.

Hand truck according to claim 1, characterized in that the push button on the lower crossbar is provided on a side surface with a central hook protruding from an opening arranged in a central part of said lower crossbar.

8. A trolley according to claim 1, characterized in that said lower crossbar has a rectangular opening through which a user can pierce a hand and a number of narrow slits through which straps can be inserted to fix the trolley in the folded-up position. put.

9. Hand truck according to claim 1, characterized in that each of the inner pipes of the unfolding operating unit is provided with a retaining element inserted in the lower end of said inner pipe, each of the retaining elements being provided with a guide groove in which a compression spring and an insertion pin can be received, and said insertion pin has an elongated opening in which the lower end of a curved holding arm fits.

10. Hand truck as claimed in claim 1, characterized in that said top operating handle of the folding operating unit is provided with a guide channel in which a compression spring can be received, and a push button arranged above this spring, the ends of which are pivotally connected to two pivoting arms, and each of said pivoting arms at the end is provided with an opening into which a connecting element can be hooked.

11. Hand truck according to claim 10, characterized in that each of said connecting elements extends through an inner pipe of said unfolding operating unit, an upper end of said pivoting arm being hooked into the top operating handle and a lower end in an opening mounted in a curved 20 holding arm is hooked.

12. Hand truck according to claim 1, characterized in that said top operating handle of the folding operating unit is provided with an elongated pulling element which forms a lower part of the top operating handle and two compression springs are arranged between the two ends of the said elongated pulling element and the top operating handle, said pulling element having a vertical groove on both end surfaces for hooking a connecting element therein. 1 00 6 740