NL1006009C2

NL1006009C2 - Anti-decubitus matras.

Info

Publication number: NL1006009C2
Application number: NL1006009A
Authority: NL
Inventors: Antonius Josephus Va Liebergen
Original assignee: A J Van Liebergen Holding B V
Priority date: 1997-05-07
Filing date: 1997-05-07
Publication date: 1998-11-10

Description

Anti-decubitus matras

De uitvinding heeft betrekking op een anti-decubitus matras welke meerdere veerkrachtige lagen omvat waarvan althans een laag vloeistofgevuld is.

Een dergelijk matras is bekend uit de internationale 5 octrooiaanvrage WO 93/04654. Uit deze octrooiaanvrage is een anti-decubitus matras of mat bekend, welke uit meerdere lagen bestaat en een afdekking of hoes omvat waarin een kunststof laag is aangebracht boven een vloeistofhoudende laag. De vloeistofhoudende laag omvat een meertal gescheiden comparti-10 menten waarin de vloeistof is opgenomen. Voorts omvat de bekende matras een schuimlaag. De functie van de matras om decubitus tegen te gaan, wordt in het algemeen verschaft door overbemeting van de onderdelen, geschikte keuze van de veer-karakteristieken van de onderscheiden matrasdelen, en door 15 een geschikte keuze van de vloeistofvulling en de afmetingen van de compartimenten waarin de vloeistof is opgenomen.

De onderhavige matrassen hebben als oogmerk decubitus te voorkomen. Dit speelt met name een rol bij operaties waarbij de patiënt vaak lange tijd in één houding op een ope-20 ratietafel moet liggen. Decubitus wordt veroorzaakt onder invloed van op de weefsels van de patiënt inwerkende comprimerende krachten en afschuifkrachten. Dit kan leiden tot wonden met name op plaatsen waar botten zich dicht onder de huid bevinden. Decubitus is een veel voorkomende complicatie die 25 optreedt tijdens operaties, maar ook tijdens lange verblijfs-duren in ziekenhuizen en dergelijke. Er is berekend dat de met decubitus gemoeide kosten die veroorzaakt worden in Nederlandse ziekenhuizen op een niveau liggen van 750 miljoen gulden per jaar.

30 Aspecten die mede een rol spelen bij het ontstaan van decubitus zijn behalve de intensiteit en de duur van druk en afschuifkrachten, de temperatuur en vochtigheid die ter plaatse aanwezig zijn. Andere niet te beïnvloeden factoren betreffen de gezondheidstoestand, de eventuele ziekte van de 35 patiënt en diens ouderdom.

1006009 2

Met de uitvinding wordt beoogd een anti-decubitus matras of mat te verschaffen welke een betere beheersing of beïnvloeding biedt van factoren die een rol spelen bij het optreden van decubitus, dan verschaft wordt met de uit de 5 stand van de techniek bekende matrassen of matten.

Daartoe is de anti-decubitus matras volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt, dat voorzien is in ten minste twee veerkrachtige lagen die zijn vervaardigd uit een gelgevuld warmtegeleidend materiaal, en dat voorzien is in een tussen 10 de twee veerkrachtige lagen opgenomen tussenlaag waarin ten minste een vloeistofgeleidingskanaal is opgenomen dat koppel-baar is met een aanvoer en een afvoer voor de vloeistof van en naar een warmte-uitwisselende inrichting. Hiermee wordt bereikt dat tengevolge van de gelvulling van het materiaal 15 dat naar de patiënt is gekeerd, een optimaal huidcontact van de patiënt met de matras of de mat volgens de uitvinding ontstaat, zodat dit tevens een optimale temperatuuregalisatie van de matras met de patiënt mogelijk maakt. Een eventuele overmaatwarmte of ondermaatwarmte van de patiënt kan dan ver-20 der door een adequate doorstroming van de tussenlaag met de in temperatuur geregelde vloeistof worden gerealiseerd. Hierbij wordt opgemerkt dat een temperatuurvariatie van de patiënt van l°C correspondeert met een verandering in de stof-wisselingssnelheid van de desbetreffende patiënt van 10 %.

25 Zeker in geval een patiënt een operatie ondergaat, waarbij epidurale of gehele anesthesie wordt toegepast, is sprake van verhoogd warmteverlies. Hierbij speelt mede een rol dat gedurende de anesthesie het warmteregulatiesysteem van de patiënt niet of onvoldoende functioneert. Aangezien onder invloed van 30 drukkrachten en afschuifkrachten, en mede in verband met de temperatuur van de patiënt de effectief nog aanwezige bloedstroom naar het belaste weefsel de toevoer aan zuurstof en voedingsstoffen beïnvloedt, en zodoende het optreden van decubitus beïnvloedt, is het van belang de temperatuur van de 35 patiënt te beheersen. Met de matras volgens de uitvinding kan derhalve het optreden van decubitus beïnvloed worden, waarbij tevens het voordeel wordt geboden dat een effectieve tempera-tuurbeheersing, welke tijdens chirurgische werkzaamheden op zichzelf al wenselijk is, wordt verschaft waarmee de stofwis- 1006009 3 selingssnelheid in het belaste weefsel van de patiënt en het aldaar optreden van decubitus kan worden beheerst.

In een bepaald aspect is de matras volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt, dat deze aan de van de patiënt 5 afgerichte zijde van de tussenlaag voorzien is van een isolerende deklaag. Dit biedt het voordeel dat de warmtetoe- en -afvoer van en naar de patiënt niet beïnvloed wordt door de warmtegeleidingseigenschappen van de inrichting die de matras ondersteunt, zodat een nauwkeurige en ook energetisch optima-10 le temperatuurbeheersing van de patiënt mogelijk is.

Verder is het wenselijk dat in de tussenlaag een meertal regelmatig over het oppervlak van de matras verdeelde afstandsorganen zijn opgenomen, welke weerstand tegen indruk-king van de tussenlaag bieden. Dit biedt het voordeel dat aan 15 de tegenstrijdige eis voldaan kan worden dat enerzijds de matras voldoende draagkrachtig is om plaatselijk hoge belastingen te weerstaan, maar dat anderzijds ondanks deze hoge plaatselijke belastingen de temperatuurregularisatie op de desbetreffende hoogbelaste plaats blijvend kan worden gehand-20 haafd.

Dit wordt met name bereikt in een uitvoeringsvorm van de matras waarin het ten minste ene vloeistofgeleidings-kanaal in de tussenlaag althans ten dele begrensd is door het meertal afstandsorganen in de tussenlaag.

25 Een verder wenselijke uitvoeringsvorm van de matras volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt, dat de vloeistof in de tussenlaag een overdruk heeft van maximaal 1 bar. Door het toepassen van een dergelijke overdruk wordt mede een dragende functie verschaft aan de matras, hetgeen weerstand 30 biedt tegen een onwenselijk afknellen van het vloeistofgelei-dingskanaal in de tussenlaag.

Voor de vloeistof die door de tussenlaag wordt gevoerd, bestaan diverse mogelijkheden. Zo kan een hoog visco-sevloeistof worden toegepast teneinde aan de matras een hoge 35 stabiliteit te verschaffen. De voorkeur heeft echter dat de vloeistof in de tussenlaag (bij voorkeur gedestilleerd) water is. Dit biedt het voordeel dat de matras tegen zeer lage kosten gecompleteerd kan worden met de vloeistof die voor het warmtetransport zal zorgdragen, en dat de matras vrij van 1006009 4 deze vloeistof tussen gebruikslokaties verplaatst kan worden hetgeen een besparing biedt in de transportkosten.

In de praktijk laat de matras zich met voordeel gebruiken in een uitvoering waarin het water de tussenlaag 5 doorstroomt met een debiet van circa 1 tot 3 1/min.

Daarbij is voordelig dat de vloeistof in de tussenlaag een temperatuur heeft in het traject 4-42°C, zodat met de matras volgens de uitvinding een effectieve temperatuurre-gularisatie van de patiënt mogelijk is.

10 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, in welke fig. 1 een bovenaanzicht in doorsnede van de anti-decubitus matras volgens de uitvinding toont; en fig. 2 een zijaanzicht in doorsnede van de anti-de-15 cubitus matras volgens de uitvinding toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

In de fig. 1 en 2 is met verwijzingscijfer 1 de an-ti-decubitus matras volgens de uitvinding getoond. De matras 20 1 omvat in een voorkeursuitvoeringsvorm twee veerkrachtige lagen 5 en 6 die zijn vervaardigd uit een gelgevuld warmtege-leidend materiaal. Tussen de twee veerkrachtige lagen 5 en 6 is voorzien in een tussenlaag 2, waarin een vloeistofgelei -dingskanaal, dat hierna verder zal worden toegelicht, is op-25 genomen. In de tussenlaag 2 is een meertal regelmatig over het oppervlak van de matras 1 verdeelde afstandsorganen 7 opgenomen, welke de beide aan de buitenzijde gelegen veerkrachtige lagen 5 en 6 op afstand van elkaar houden, en zodoende weerstand bieden tegen indrukking van de tussenlaag 2. 30 De afstandsorganen 7 bieden daarbij voorts een be grenzing aan het vloeistofgeleidingskanaal 8 dat schematisch in fig. 1 is aangeduid, en ten behoeve waarvan in de tussenlaag 2 bijvoorbeeld nog een scheidingswand 9 kan zijn opgenomen. Verder is voorzien in een aanvoer 10 en een afvoer 11 35 waarmee vloeistof van en naar een niet getoonde warmte-uitwisselende inrichting kan worden verzorgd.

In fig. 2 is aan de met pijl A aangeduide zijde nog voorzien in een isolerende deklaag 12, waarmee de matras 1 op een ondersteunende inrichting kan rusten. Deze deklaag 12 is 1006009 5 een optie. De vloeistof welke de tussenlaag 2 doorstroomt door het vloeistofgeleidingskanaal 8, is water welke via de aanvoer 10 de matras 1 binnentreedt, respectievelijk via de afvoer 11 de matras 1 verlaat, met een debiet van circa 1 tot 5 3 1/min. Deze vloeistof bevindt zich op een temperatuur in het traject van 4-42°C.

Voor de vakman is duidelijk dat de in het voorgaande beschreven anti-decubitus matras slechts een mogelijke uitvoeringsvorm betreft van de matras volgens de uitvinding, en 10 dat de gegeven beschrijving slechts dient ter toelichting van de uitvinding en de uitsluitende rechten die daarvoor gevraagd worden, zoals geformuleerd in de navolgende conclusies .

1006 009

Claims

1. Anti-decubitus matras welke meerdere veerkrachtige lagen omvat waarvan althans een laag vloeistofgevuld is, met het kenmerk, dat voorzien is in ten minste twee veerkrachtige lagen die zijn vervaardigd uit een gelgevuld warm-5 tegeleidend materiaal, en dat voorzien is in een tussen de twee veerkrachtige lagen opgenomen tussenlaag waarin ten minste een vloeistofgeleidingskanaal is opgenomen dat koppelbaar is met een aanvoer en een afvoer voor de vloeistof van en naar een warmte-uitwisselende inrichting.

2. Matras volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze aan de van de patiënt afgerichte zijde van de tussenlaag voorzien is van een isolerende deklaag.

3. Matras volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aan weerszijden van de tussenlaag aangebrachte gelge- 15 vulde en warmtegeleidende veerkrachtige lagen met elkaar gekoppeld zijn door een meertal regelmatig over het oppervlak van de matras verdeelde verbindingsorganen, welke weerstand tegen indrukking van de tussenlaag bieden.

4. Matras volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 20 het ten minste ene vloeistofgeleidingskanaal in de tussenlaag althans ten dele begrensd is door het meertal verbindingsorganen van de aan weerszijden van de tussenlaag aangebrachte veerkrachtige lagen.

5. Matras volgens een der conclusies 1-4, met het 25 kenmerk, dat de vloeistof in de tussenlaag een overdruk heeft van maximaal 1 bar.

6. Matras volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistof in de tussenlaag, bij voorkeur gedestilleerd, water is.

7. Matras volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het water de tussenlaag doorstroomt met een debiet van circa 1 tot 3 1/min.

8. Matras volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de vloeistof in de tussenlaag een temperatuur 35 heeft in het traject 4-42°C. 1006009