NL1005796C2 - Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof. Download PDF

Info

Publication number
NL1005796C2
NL1005796C2 NL1005796A NL1005796A NL1005796C2 NL 1005796 C2 NL1005796 C2 NL 1005796C2 NL 1005796 A NL1005796 A NL 1005796A NL 1005796 A NL1005796 A NL 1005796A NL 1005796 C2 NL1005796 C2 NL 1005796C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid
vessel
container
discharge valve
liquid level
Prior art date
Application number
NL1005796A
Other languages
English (en)
Inventor
Adriaan Gerrit Den Hollander
Original Assignee
Adriaan Gerrit Den Hollander
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Adriaan Gerrit Den Hollander filed Critical Adriaan Gerrit Den Hollander
Priority to NL1005796A priority Critical patent/NL1005796C2/nl
Priority to AU67510/98A priority patent/AU6751098A/en
Priority to PCT/NL1998/000196 priority patent/WO1998046087A2/en
Priority to EP98912816A priority patent/EP0973404B1/en
Priority to DE69831735T priority patent/DE69831735T2/de
Priority to AT98912816T priority patent/ATE305223T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1005796C2 publication Critical patent/NL1005796C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L3/00Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs
    • A23L3/16Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs by heating loose unpacked materials
    • A23L3/18Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs by heating loose unpacked materials while they are progressively transported through the apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23CDAIRY PRODUCTS, e.g. MILK, BUTTER OR CHEESE; MILK OR CHEESE SUBSTITUTES; MAKING THEREOF
    • A23C3/00Preservation of milk or milk preparations
    • A23C3/02Preservation of milk or milk preparations by heating
    • A23C3/03Preservation of milk or milk preparations by heating the materials being loose unpacked
    • A23C3/033Preservation of milk or milk preparations by heating the materials being loose unpacked and progressively transported through the apparatus
    • A23C3/037Preservation of milk or milk preparations by heating the materials being loose unpacked and progressively transported through the apparatus in direct contact with the heating medium, e.g. steam
    • A23C3/0375Preservation of milk or milk preparations by heating the materials being loose unpacked and progressively transported through the apparatus in direct contact with the heating medium, e.g. steam by pulverisation of the milk, including free falling film

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Vaporization, Distillation, Condensation, Sublimation, And Cold Traps (AREA)
  • General Induction Heating (AREA)
  • Feeding, Discharge, Calcimining, Fusing, And Gas-Generation Devices (AREA)
  • Control Of Steam Boilers And Waste-Gas Boilers (AREA)

Description

WERKWIJZE EM INRICHTING VOOR HET VERHITTEN VAN VLOEISTOF
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verhitten van vloeistof in een continu proces, waarbij de vloeistof in een afgesloten vat vanaf een toevoerplaat in een vrije val naar beneden wordt verplaatst en via een afvoerklep uit het vat wordt geleid, waarbij stoom voor het 10 verhitten van de vallende vloeistof in het vat wordt gebracht, welke stoom althans gedeeltelijk in de vloeistof condenseert. Een dergelijke werkwijze is bijvoorbeeld bekend uit EP 0 650 332.
15 Door middel van een dergelijke werkwijze kan een vloeistof snel worden verhit tot een vooraf bepaalde temperatuur, kortstondig op die temperatuur worden gehouden, bijvoorbeeld gedurende een fractie van een seconde of enkele seconden, waarna de vloeistof via de afvoerklep kan 20 worden afgevoerd naar bijvoorbeeld een expansievat waar de temperatuur van de vloeistof snel wordt verlaagd. Door middel van een dergelijke werkwijze kan bijvoorbeeld melk lang houdbaar worden gemaakt doordat bacteriën in de melk door de verhitting worden gedood, terwijl door de korte 25 tijdsduur van de verhitting de smaak van de melk behouden blijft.
Voor het bereiken van een optimaal resultaat is het van belang dat de temperatuur van de vloeistof tijdens het 30 verhitten en dat de tijdsduur dat de vloeistof aan een hoge temperatuur wordt onderworpen nauwkeuring wordt geregeld.
De uitvinding beoogt een werkwijze waarbij de verschillende parameters van het proces efficiënt, betrouwbaar en 35 nauwkeurig kunnen worden geregeld.
1005?;^ 2
Hiertoe wordt in een houder, onderin het vat, vloeistof verzameld, welke vloeistof enige tijd in de houder wordt opgeslagen voordat het via de afvoerklep wordt afgevoerd. Door de vloeistof, die tijdens het naar beneden vallen 5 vanaf de toevoerplaat tot de gewenste temperatuur is verhit, in een houder te verzamelen en daarin enige tijd op te slaan, kan de tijdsduur waarin de vloeistof aan een hoge temperatuur is onderworpen naar wens worden ingesteld. Deze tijdsduur omvat althans een gedeelte van de tijd die de 10 vloeistof nodig heeft om vanaf de toevoerplaat naar de houder te vallen vermeerderd met de tijd die de vloeistof in de houder is opgeslagen.
Bij voorkeur wordt het niveau van de vloeistof in de houder 15 gemeten en wordt afhankelijk van het gemeten niveau de afvoerklep geregeld, zodat door middel van besturing van de afvoerklep een gewenst vloeistofniveau in de houder kan worden gehandhaafd. Daarbij kan het vloeistofniveau constant worden gehouden op een vooraf bepaalde waarde, 20 welke waarde, tezamen met de grootte van de vloeistof- toevoer naar het vat, de verblijftijd van de vloeistof in het vat bepaalt. Eventueel moet daarbij rekening worden gehouden met het feit dat althans een gedeelte van de naar het vat toegevoerde stoom condenseert, doch de hoeveelheid 25 vloeistof die daaruit ontstaat is relatief gering.
Bij voorkeur wordt het niveau van de vloeistof in de houder gemeten door middel van een drukverschilmeter die het drukverschil meet in het vat tussen een plaats nabij de 30 onderkant van de houder en een plaats boven de houder, welk drukverschil in hoofdzaak wordt veroorzaakt door de vloeistofkolom in de houder boven genoemde plaats nabij de onderkant van de houder. In de praktijk is gebleken dat door deze meting op betrouwbare wijze het niveau van de 1005796 3 vloeistof in de houder kan worden bepaald, met name betrouwbaarder dan een werkwijze waarbij absolute waarden van een druk worden gemeten. Ook blijkt deze werkwijze voor het bepalen van het vloeistofniveau in de houder 5 nauwkeuriger en betrouwbaarder te zijn dan metingen waarbij het vloeistofniveau, op overigens bekende wijze, rechtstreeks wordt gemeten.
Bij voorkeur kan door middel van een sensor op een bepaalde 10 plaats in de houder worden bepaald of die plaats zich onder of boven het vloeistofniveau bevindt, zodat middelen voor het bepalen van het vloeistofniveau in de houder kunnen worden gekalibreerd door tijdens het meten het vloeistof niveau zodanig te variëren dat het de genoemde bepaalde 15 plaats passeert. Op deze wijze kunnen eventuele afwijkingen van de drukmetingen, bijvoorbeeld doordat de druksensor beïnvloed wordt door vervuiling, zoals afzetting er op van vaste stoffen, worden gecompenseerd. Het kalibreren van de drukverschilmeting kan bijvoorbeeld elke dag, of elke keer 20 bij het opstarten van het proces, plaatsvinden, waarbij de afvoerklep de afvoer van vloeistof verminderd totdat het vloeistof niveau de bepaalde plaats van de eerder genoemde sensor passeert, op welk moment de drukverschilmeter op de daarbij behorende waarde wordt gereset.
25
Deze werkwijze voor het kalibreren van de niveaumeting in het onderhavige proces voor het verhitten van vloeistof kan als een aparte uitvinding, die los van de overige kenmerkende maatregelen kan worden toegepast, worden 30 gezien.
Bij voorkeur wordt de verblijftijd van de vloeistof in het vat geregeld door de vloeistof toevoerstroom te meten en afhankelijk daarvan een bepaald vloeistofniveau in te 1005796 4 stellen door besturing van de afvoerklep. Het meten van de vloeistof toevoerstroom kan plaatsvinden met bekende middelen en als een bepaalde verblijftijd van de vloeistof in het vat is gewenst, kan het daarbij behorende 5 vloeistofniveau in de houder worden bepaald en vervolgens worden ingesteld. In de praktijk blijkt daarmee een nauwkeurige verblijftijd van de vloeistof in het vat gedurende het continue proces te kunnen worden gehandhaafd.
10 Deze werkwijze voor het regelen van de verblijftijd van de vloeistof in het vat kan afzonderlijk als een uitvinding worden beschouwd.
Met name wanneer de werkwijze wordt toegepast in een 15 continu proces waarbij de uit het vat afgevoerde vloeistof na de nodige verdere behandeling in consumentenverpakking wordt verpakt, is het voordelig wanneer de vloeistofstroom door het vat kan worden gevarieerd, zonder dat de behandeling van de vloeistof in het vat wordt gewijzigd.
20 Daarmee kunnen buffervaten voor het tijdelijk opvangen van de afgevoerde vloeistof, voordat deze wordt verpakt, worden vermeden, hetgeen vele voordelen biedt, onder meer de mogelijkheid dat opnieuw bacteriën in de vloeistof geraken vermindert. Bij variërende vloeistofstroom door het vat kan 25 de behandeling van de vloeistof in het vat, met name de verblijftijd van de vloeistof in het vat, constant worden gehouden door overeenkomstige regeling van het vloeistofniveau in de houder. Daarbij wordt tijdens het proces de vloeistofstroom naar het vat verminderd terwijl 30 daarbij het vloeistofniveau in de houder evenredig met die vermindering wordt verlaagd. Een constante verblijftijd van de vloeistof in het vat wordt daarmee bereikt.
(ÏG0S796 5
Deze werkwijze kan eveneens als afzonderlijke uitvinding worden beschouwd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is in de houder een 5 roerorgaan aanwezig zodat de in de houder aanwezige vloeistof additioneel in beweging kan worden gebracht. Vooral bij minder stabiele vloeistoffen, die fracties bevatten die de neiging hebben tegen de wand van de houder af te zetten en daarmee bijvoorbeeld de aanwezige sensoren 10 bevuilen, kan het additioneel in beweging brengen van de vloeistof in de houder voordelen bieden.
Ook de aanwezigheid van een roerorgaan in de houder kan als afzonderlijke uitvinding worden beschouwd.
15
In een andere voorkeursuitvoering wordt de vloeistof in het afgesloten vat vanaf een toevoerplaat in een vrije val naar beneden verplaatst en via een afvoerklep uit het vat geleid, waarbij stoom voor het verhitten van de vallende 20 vloeistof in het vat wordt gebracht, welke stoom althans gedeeltelijk in de vloeistof condenseert, en waarbij een overdosis stoom aan het vat wordt toegevoerd, zodat een deel van de toegevoerde stoom met de vloeistof het vat via de afvoerklep verlaat. Daarbij wordt voorkomen dat onderin 25 het vat vloeistof wordt opgeslagen, zodat de verblijfsduur van de vloeistof in het vat overeenkomt met de tijd die de vloeistof nodig heeft om vanaf de toevoerplaat naar de afvoerklep te vallen. In een continu proces waarbij steeds dezelfde verblijftijd van de vloeistof in het vat is 30 vereist is deze werkwijze uitermate effectief, met name omdat daarbij op eenvoudige wijze de vloeistofstroom door het vat kan worden gevarieerd, zonder dat de behandeling van de vloeistof in het vat wijzigt.
1005796 6
Bij voorkeur wordt daarbij waargenomen dat met de vloeistof een hoeveelheid stoom de afvoerklep passeert, waarbij de afvoerklep zodanig wordt gestuurd dat steeds een minimale, doch waarneembare hoeveelheid stoom passeert. Dit is een 5 effectieve werkwijze om te voorkomen dat zich onderin het vat een hoeveelheid vloeistof verzamelt waardoor de verblijftijd van de vloeistof in het vat zou worden vergroot. Zowel de druk in het vat als de afwezigheid van verzamelde vloeistof onderin het vat kan op effectieve 10 wijze worden gehandhaafd door de afvoerklep zodanig in te stellen dat een minimale hoeveelheid stoom passeert. Het passeren van stoom kan worden waargenomen door geluidswaarnemingsmiddelen, omdat bij dat passeren van stoom door de afvoerklep geluid wordt gegenereerd. In de 15 praktijk blijkt dit een zeer effectieve methode te zijn.
Het proces waarbij geen vloeistof onderin het vat is opgeslagen en het bovengenoemde regelen van dat proces kunnen als afzonderlijke uitvindingen worden beschouwd.
20
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt de temperatuur van de naar beneden verplaatsende vloeistof gemeten door middel van een infrarood sensor die gericht is op de passerende vloeistofstralen. Een dergelijke sensor kan in 25 de wand van het vat zijn aangebracht, bij voorkeur nabij de onderkant van het vat. Het meten van de temperatuur van de naar beneden gerichte vloeistofstralen is van belang voor een effectieve controle en besturing van het continue proces en in de praktijk is gebleken dat het rechtstreeks 30 meten van die temperatuur door middel van een infrarood sensor een nauwkeurig en betrouwbaar resultaat oplevert. Andere sensoren voor het meten van temperatuur in de inrichting waarin de werkwijze wordt uitgevoerd blijken in 100 f796 7 de praktijk minder betrouwbaar te functioneren wegens vervuiling van de betreffende sensoren.
Het meten van de temperatuur van de vloeistofstralen door 5 middel van een infrarood sensor kan als afzonderlijke uitvinding worden gezien.
Het in voldoende nauwkeurige mate bepalen van de stijging van de vloeistoftemperatuur gedurende het verblijf van de 10 vloeistof in het vat kan bepaald worden door een berekening door middel van een computer, welke berekening continu kan worden uitgevoerd, op grond van een aantal gemeten waarden, welke metingen in de praktijk voldoende nauwkeurig worden uitgevoerd om een betrouwbare uitkomst van de berekening te 15 verkrijgen. Daarbij kunnen een aantal van de, of alle, volgende parameters continu worden gemeten. Het gaat daarbij om de grootte van de vloeistoftoevoerstroom, de temperatuur daarvan, de druk daarvan, de grootte van de toevoerstroom van de stoom, de temperatuur daarvan, de druk 20 daarvan, de grootte en de temperaturen van de eventuele toevoer- en afvoerstroom van koelwater dat bijvoorbeeld de wand van het vat plaatselijk koelt, de warmteverliezen van het vat aan de omgeving, etc. Door de totale uitgaande warmtestroom in mindering te brengen op de ingaande 25 warmtestroom wordt de hoeveelheid warmte bepaald die door de vloeistof wordt opgenomen, en daaruit kan de temperatuurstijging van de vloeistof in het vat worden berekend.
30 Het bepalen van de temperatuurstijging van de vloeistof op de bovengenoemde wijze kan als aparte uitvinding worden beschouwd.
1005796 8
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van één of meer van de eerdergenoemde werkwij zen.
5 Verdere kenmerken van de uitvinding worden omschreven in de figuurbeschrijving en worden genoemd in de conclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden 10 van een inrichting voor het behandelen van een vloeistof worden beschreven.
Figuur 1 toont een inrichting voor het behandelen van een vloeistof welke inrichting is voorzien van een houder voor 15 het opslaan van vloeistof; figuur 2 toont een andere uitvoeringsvorm van een houder, en figuur 3 toont een andere inrichting voor het behandelen van vloeistof.
20
De verschillende figuren zijn slechts schematische weergaven, waarbij overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.
25 Figuur 1 toont een vat 1 waarin een vloeistof een warmtebehandeling kan ondergaan. Deze vloeistof wordt toegevoerd via toevoerleiding 2 en de grootte van de vloeistofstroom naar vat 1 kan worden geregeld door middel van toevoerklep 3. Via leiding 4 wordt de vloeistof geleid 30 naar toevoerplaat 5 die van een aantal doorstroomopeningen is voorzien zodat de toegevoerde vloeistof vanaf toevoerplaat 5 in een aantal stralen naar beneden valt.
Deze stralen zijn in de figuren schematisch aangegeven door middel van streeplijnen 6. De doorstroomopeningen in
100 E7^P
9 toevoerplaat 5 zijn niet weergegeven in de figuren, zij hebben een diameter van bijvoorbeeld 3 mm.
Volgens figuur 1 is het vat 1 aan de onderkant voorzien van 5 een houder 7 die de vorm heeft van een opwaarts gerichte ronde buis met een diameter die veel kleiner is dan de dwarsafmeting van vat 1. Aan de onderkant van houder 7 is een afsluitbare opening 8, waarvan het doorstroomoppervlak kan worden ingesteld en geregeld door middel van een 10 kleplichaam 9 dat door middel van aandrijfmotor 10 kan worden verplaatst.
Figuur 1 toont voorts een toevoerleiding 11 voor het toevoeren van stoom naar het vat 1, waarbij de grootte van 15 de toevoerstroom wordt geregeld door middel van regelbare toevoerklep 12. In het vat 1 wordt de vloeistof die met stralen 6 naar beneden valt, verhit door de toegevoerde stoom, waarbij althans een gedeelte van die stoom in de vloeistof condenseert. De naar beneden gevallen vloeistof 20 wordt verzameld in houder 7 en daarbij tijdelijk opgeslagen doordat met behulp van kleplichaam 9 een bepaald vloeistofniveau 13 in stand wordt gehouden. De grootte van de vloeistoftoevoerstroom en het vloeistofniveau 13 in houder 7 bepaalt de verblijftijd van de vloeistof in het 25 vat 1. Nadat de vloeistof de afvoerklep 8,9 is gepasseerd wordt de vloeistof naar een niet in de figuren weergegeven expansievat geleid, waar de vloeistof wordt afgekoeld. Pijl 14 geeft de richting aan van de afgevoerde vloeistof.
30 In de inrichting volgens figuur 1 wordt het vloeistofniveau 13 bepaald door middel van een drukverschilmeter 15 die door middel van leiding 16 verbonden is met een druksensor 17 nabij de onderkant van houder 7 en die door middel van een leiding 18 verbonden is met een druksensor 19 die zich
100r: L
10 boven houder 7 bevindt. Het verschil tussen de door sensor 17 en sensor 19 gemeten druk is een maat voor de hoogte van vloeistofniveau 13.
5 De inrichting volgens figuur 1 is voorts voorzien van een sensor 20 die door middel van leiding 21 is verbonden met de drukverschilmeter 15. Sensor 20 is een opnemer die waarneemt of het vloeistofniveau 13 zich boven of onder de plaats van sensor 20 bevindt. In feite neemt sensor 20 waar 10 of ter plaatse van die sensor in de houder gas of vloeistof aanwezig is. De bepaling van het vloeistofniveau 13 door middel van de drukverschilmeting van sensoren 17,19 kan worden gekalibreerd door van tijd tot tijd waar te nemen dat het vloeistofniveau 13 ter hoogte van sensor 20 ligt, 15 op welk moment de drukverschilmeting wordt ingesteld op de daarbij behorende waarde. Teneinde een gewenst vloeistofniveau 13 in stand te houden wordt door middel van de drukverschilmeter 15 de aandrijfmotor 10 bestuurd via leiding 22.
20
De toevoer van stoom via leiding 11 kan door middel van regelbare klep 12 worden ingesteld bijvoorbeeld afhankelijk van de in het vat 1 aanwezige gasdruk.
25 Tijdens het proces kan door middel van toevoerklep 3 de hoeveelheid toegevoerde vloeistof worden gewijzigd, terwijl daarbij de verblijftijd van de vloeistof in vat 1 constant kan worden gehouden door het vloeistofniveau 13 eveneens te wijzigen door middel van de besturing van aandrijfmotor 10.
30 Voor het verkrijgen van een bepaalde verblijftijd behoort bij elke grootte van de vloeistoftoevoerstroom een bepaald vloeistofniveau 13 in houder 7.
1005796 11
De inrichting volgens figuur 1 is voorts voorzien van een infrarood sensor 23 die door middel van leiding 24 is verbonden met een regelinrichting 25. De infrarood sensor 23 is gericht op de stralen 6 van de vloeistof zodat de 5 temperatuur van deze vloeistofstralen op een betrouwbare wijze kan worden gemeten. Regelinrichting 25 kan eventueel andere componenten van de inrichting bijsturen, bijvoorbeeld de toevoerklep 12 voor de stoomtoevoer.
10 Figuur 2 toont een andere uitvoering van houder 7, waarbij de afvoerklep 8,9 zich naast de onderkant van houder 7 bevindt. Het verschil met de inrichting volgens figuur 1 is de aanwezigheid van een roerorgaan 26 dat voorzien is van schoepen 27, welk roerorgaan wordt aangedreven door middel 15 van aandrijfmotor 28. Dit roerorgaan kan voorkomen dat zich vaste stoffen afzetten aan de wand van houder 7, vooral als de vloeistof minder stabiel is. Daarmee kan voorkomen worden dat de sensoren 17,20 zodanig vervuilen dat zij belemmerd worden bij hun waarnemingen. Ook zorgt het 20 roerorgaan 26 voor een gelijkmatige temperatuurverdeling binnen de opgeslagen vloeistof en daarbij wordt voorts voorkomen dat vloeistof te lang in contact is met de wand van houder 7, waardoor de daarbij optredende warmte-uitwisseling geen nadelige gevolgen voor de vloeistof 25 heeft.
Figuur 3 toont een inrichting voor het behandelen van vloeistof waarbij eveneens vloeistof wordt toegevoerd via toevoerleiding 2 en toevoerplaat 5. In deze inrichting is 30 echter geen houder aanwezig waarin vloeistof wordt opgeslagen, doch wordt juist voorkomen dat vloeistof zich verzamelt aan de onderkant van vat 1. Dit wordt voorkomen door door middel van leiding 11 meer stoom toe te voeren dan nodig is voor het verhitten van de stralen 6, waarbij ,10057 9 6 12 deze overdosis aan stoom via afvoerklep 8,9 met de vloeistof wordt afgevoerd. Hierdoor is de verblijftijd van de vloeistof in vat 1 steeds constant, namelijk gelijk aan de tijd die de vloeistof nodig heeft om vanaf toevoerplaat 5 5 te vallen naar de onderkant van vat 1. Om een voldoend lange verblijftijd te verkrijgen kan het vat 1 met een grote hoogte worden uitgevoerd, met name een hoogte van meer dan 5 meter, bij voorkeur meer dan 7 meter.
10 Om te verzekeren dat er steeds stoom uit vat 1 via klep 8,9 met de vloeistof wordt afgevoerd, is een geluidssensor 29 aanwezig die via leiding 30 is verbonden met een stuurorgaan 31 die via leiding 32 aandrijfmotor 10 bestuurt. Daarbij kan de positie van kleplichaam 9 zodanig 15 worden ingesteld dat een minimale doch nog juist waarneembare hoeveelheid stoom wordt afgevoerd, zodat enerzijds verzekerd is dat geen vloeistof is opgeslagen onderin vat 1, terwijl anderzijds de hoeveelheid ontsnappende stoom tot een minimum wordt beperkt.
20
Een voordeel van het ontsnappen van een hoeveelheid stoom, al is het slechts een kleine hoeveelheid, is dat daarmee tevens wordt voorkomen dat in het vat 1 een ongewenste opeenhoping van gassen tot stand komt, welke gassen in 25 kleine hoeveelheden kunnen worden meegevoerd met de stoom.
In de figuren 1 en 3 is rond leiding 4 een ruimte 33 getekend, welke ruimte een isolatie vormt tussen leiding 4 en het inwendige van vat 1. Het is namelijk de bedoeling 30 dat de vloeistof pas wordt verhit nadat het de toevoerplaat 5 heeft verlaten. Daartoe kan plaat 5 zijn vervaardigd van materiaal dat weinig warmtegeleidend is, zodat geen of nauwelijks verhitting van de vloeistof plaats vindt zo lang 100 57 9 6 13 deze vloeistof zich in de doorstroomopeningen van toevoerplaat 5 bevindt.
De weergegeven uitvoeringsvormen moeten slechts als 5 voorbeeld worden beschouwd, ook andere uitvoeringsvormen kunnen zijn.
100 57 9 6

Claims (11)

1. Werkwijze voor het verhitten van vloeistof in een continue proces, waarbij de vloeistof in een afgesloten vat vanaf een toevoerplaat in een vrije val naar beneden wordt verplaatst en via een afvoerklep uit het vat wordt geleid, waarbij stoom 10 voor het verhitten van de vallende vloeistof in het vat wordt gebracht, welke stoom althans gedeeltelijk in de vloeistof condenseert, waarbij in een houder, onderin het vat, vloeistof wordt verzameld, welke vloeistof enige tijd in de houder 15 wordt opgeslagen voordat het via de afvoerklep wordt afgevoerd, met het kenmerk, dat het niveau van de vloeistof in de houder wordt gemeten en dat afhankelijk van het gemeten vloeistofniveau de afvoerklep wordt geregeld, waarbij het 20 vloeistofniveau wordt gemeten door middel van een drukverschilmeter die het drukverschil meet in het vat tussen een plaats nabij de onderkant van de houder en een plaats boven de houder.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afvoerklep zodanig wordt geregeld dat het vloeistofniveau constant wordt gehouden op een voorafbepaalde waarde.
3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op een bepaalde plaats in de houder door middel van een sensor wordt bepaald of die plaats zich boven of onder het vloeistofniveau bevindt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat middelen voor het bepalen van het vloeistofniveau in de houder worden gekalibreerd door tijdens het 35 meten het vloeistofniveau zodanig te variëren dat het de genoemde bepaalde plaats passeert.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de verblijftijd van de vloeistof in het vat wordt geregeld door de vloeistoftoevoerstroom te meten en afhankelijk daarvan een bepaald vloeistofniveau in te stellen door besturing van de afvoerklep. 10
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tijdens het proces de vloeistofstroom naar het vat wordt verminderd en dat daarbij het vloeistofniveau in de houder 15 evenredig met die vermindering wordt verlaagd.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in de houder opgeslagen vloeistof door middel van een roerorgaan 20 additioneel in beweging wordt gebracht.
8. Inrichting voor het verhitten van vloeistof in een continue proces, voorzien van een afgesloten vat waarin de vloeistof vanaf een toevoerplaat in een 25 vrije val naar beneden kan worden verplaatst en via een afvoerklep uit het vat kan worden geleid, voorts voorzien van middelen voor het toevoeren van stoom naar het vat voor het verhitten van de vallende vloeistof, waarbij onderin het vat een 30 houder aanwezig is waarin gevallen vloeistof kan worden verzameld en enige tijd kan worden opgeslagen voordat het via de afvoerklep wordt afgevoerd, gekenmerkt door middelen voor het meten van het vloeistofniveau in de houder en door 35 middelen voor het afhankelijk van het gemeten vloeistofniveau regelen van de afvoerklep, waarbij een drukverschilmeter met een sensor op een plaats I ¥ nabij de onderkant van de houder en een sensor boven de houder aanwezig is.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk. 5 dat op een bepaalde plaats in de houder een sensor is aangebracht die kan waarnemen of op die plaats al of niet vloeistof aanwezig is.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt 10 door middelen voor het regelen van de verblijftijd van de vloeistof in het vat, welke middelen de afvoerklep besturen afhankelijk van een waargenomen vloeistofniveau en van de grootte van de vloeistof-toevoerstroom. 15
11. Inrichting volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk. dat in de houder een aandrijfbaar roerorgaan aanwezig is. 20
NL1005796A 1997-04-11 1997-04-11 Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof. NL1005796C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005796A NL1005796C2 (nl) 1997-04-11 1997-04-11 Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof.
AU67510/98A AU6751098A (en) 1997-04-11 1998-04-07 A method and a device for heating a liquid
PCT/NL1998/000196 WO1998046087A2 (en) 1997-04-11 1998-04-07 A method and a device for heating a liquid
EP98912816A EP0973404B1 (en) 1997-04-11 1998-04-07 A method and a device for heating a liquid
DE69831735T DE69831735T2 (de) 1997-04-11 1998-04-07 Verfahren und vorrichtung zur heizung einer flüssigkeit
AT98912816T ATE305223T1 (de) 1997-04-11 1998-04-07 Verfahren und vorrichtung zur heizung einer flüssigkeit

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005796A NL1005796C2 (nl) 1997-04-11 1997-04-11 Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof.
NL1005796 1997-04-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005796C2 true NL1005796C2 (nl) 1998-10-14

Family

ID=19764776

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005796A NL1005796C2 (nl) 1997-04-11 1997-04-11 Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0973404B1 (nl)
AT (1) ATE305223T1 (nl)
AU (1) AU6751098A (nl)
DE (1) DE69831735T2 (nl)
NL (1) NL1005796C2 (nl)
WO (1) WO1998046087A2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE513537C2 (sv) * 1998-11-04 2000-09-25 Tetra Laval Holdings & Finance Anordning vid en infusor för en flytande livsmedelsprodukt
NL1014900C2 (nl) * 2000-04-10 2001-10-11 Siersema Scheffers B V Werkwijze en inrichting voor de warmtebehandeling van een hittegevoelige vloeistof.
SE0100270L (sv) * 2001-01-30 2002-07-31 Tetra Laval Holdings & Finance Hållarcell för en värmebehandlingsanläggning med infusionsuppvärmning
SE525606C2 (sv) * 2003-02-13 2005-03-22 Tetra Laval Holdings & Finance Metod och anordning för att kontrollera uppehållstiden i en hållarcell vid infusionsuppvärmning

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB855206A (en) * 1956-09-26 1960-11-30 Daveat Milk Processes Co Process for sterilizing milk
GB1420635A (en) * 1973-11-07 1976-01-07 Dasi Industries Sterilizing apparatus
EP0213644A2 (en) * 1979-10-10 1987-03-11 Dasi Industries, Incorporated Method for maintaining a stable liquid level in a pressurized chamber
US5092230A (en) * 1990-03-13 1992-03-03 Bronnert Herve X Steam infusion float control
WO1993012673A1 (en) * 1991-12-24 1993-07-08 Den Hollander Engineering B.V. Downflow heater plant

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3433147A (en) * 1963-10-02 1969-03-18 Paasch & Silkeborg Mas Fab As Plant for continuous sterilisation of milk
US4161909A (en) * 1978-09-08 1979-07-24 Crepaco, Inc. Ultrahigh temperature heating system
US4375185A (en) * 1981-05-26 1983-03-01 Fmc Corporation Milk sterilizing apparatus
US5389335A (en) * 1993-06-18 1995-02-14 Charm Sciences, Inc. High temperature, short time microwave heating system and method of heating heat-sensitive material

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB855206A (en) * 1956-09-26 1960-11-30 Daveat Milk Processes Co Process for sterilizing milk
GB1420635A (en) * 1973-11-07 1976-01-07 Dasi Industries Sterilizing apparatus
EP0213644A2 (en) * 1979-10-10 1987-03-11 Dasi Industries, Incorporated Method for maintaining a stable liquid level in a pressurized chamber
US5092230A (en) * 1990-03-13 1992-03-03 Bronnert Herve X Steam infusion float control
WO1993012673A1 (en) * 1991-12-24 1993-07-08 Den Hollander Engineering B.V. Downflow heater plant
EP0650332A1 (en) * 1991-12-24 1995-05-03 Hollander Eng Bv DROP-OUT HEATER.

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
SCHAAFSMA J ET AL: "VEILIGE WARMTEBEHANDELING MET STOOMINFUSIE DOOR MULTIVARIABEL REGELEN", VOEDINGSMIDDELEN TECHNOLOGIE, vol. 28, no. 14/15, 13 July 1995 (1995-07-13), pages 17 - 19, XP000512288 *

Also Published As

Publication number Publication date
ATE305223T1 (de) 2005-10-15
DE69831735T2 (de) 2006-06-22
EP0973404B1 (en) 2005-09-28
AU6751098A (en) 1998-11-11
EP0973404A2 (en) 2000-01-26
DE69831735D1 (de) 2005-11-03
WO1998046087A3 (en) 1999-02-18
WO1998046087A2 (en) 1998-10-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6455085B1 (en) Method of controlling the operation of cooking apparatus
EP0213644B1 (en) Method for maintaining a stable liquid level in a pressurized chamber
NL1005796C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verhitten van vloeistof.
USRE32695E (en) Method and apparatus for treating fluent materials
WO1997019394A1 (en) Boiling point detection and control device
WO1993009684A1 (en) Method and apparatus for making a frozen mass of drinkable product ready for treatment
BRPI0707311A2 (pt) processo para condução de operações de limpeza em um dispositivo de alojamento de fluido de um aparelho de tratamento de alimentos bem como dispositivo de alojamento de fluido e aparelho de tratamento de alimentos correspondente
JPH07294011A (ja) 貯水槽から熱隔離された蒸気センサを持つボイラ制御システム
US6505546B1 (en) Cool zone and control for pressure fryer
CN1069921C (zh) 啤酒酿造时用于加热和大气压下煮沸麦芽汁的方法和装置
US5378482A (en) Method of controlling the boiling power for a water-containing vessel
NL2019967B1 (nl) Duurcel voor directe stoominjectie in een vloeistofstroom, procesinrichting en werkwijze voor het afdoden van micro-organismen
JPH07120220B2 (ja) 煮釜装置及び塩分供給装置
FR2521301A1 (fr) Procede et dispositif pour l'analyse en continu du point d'ecoulement d'une huile
NL8602400A (nl) Werkwijze voor het uitvoeren van een warmtebehandeling van een door een warmtebehandelingsinrichting van het doorstroomtype stromend produkt.
BE1026113A1 (nl) Inrichting voor het uitvoeren van een Shirodhara behandeling en werkwijze voor het opwarmen van een vloeistof die gebruikt wordt voor een Shirodhara behandeling
AU760057B2 (en) A method of controlling the operation of cooking apparatus
KR960010577B1 (ko) 식품의 살균율과 열확산도 측정 장치 및 방법
KR940009062B1 (ko) 조리용 온도제어장치
JP2006025878A (ja) 液体供給装置
JPH08266415A (ja) 真空加熱調理器における製品の仕上がり検知方法
EP1745804A1 (en) Apparatus for sterilising packaged food products
JPS60140150A (ja) 初留点の測定方法
EA005197B1 (ru) Удерживающая труба для установки тепловой обработки с использованием нагревания вдуванием
SU1197629A1 (ru) СПОСОБ АВТОМАТИЧЕСКОГО УПРАВЛЕНИЯ ПРОЦЕССОМ ТЕПЛОВОЙ ОБРАБОТКИ ВДДКИХ ПИЩЕВЫХ ПРОДУКТОВ в установке

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071101