NL1005409C2 - Afval houder. - Google Patents

Description

VO 1058

Titel: Vuilcontainer.

De uitvinding heeft betrekking op een vuilcontainer en in het bijzonder op een van wielen voorzien vuilcontainer voor huisvuil.

Van wielen voorziene vuilcontainers zijn de laatste 5 jaren op veel plaatsen in gebruik en zijn in het algemeen voorzien van een container met hefmiddelen die door een hefinrichting van een voertuig kunnen worden aangegrepen om de container om te keren teneinde deze te legen in het voertuig.

10 Er zijn reeds verschillende soorten hefsystemen ontwikkeld waarbij de hefinrichtingen van de vuilniswagens tamelijk gecompliceerd zijn geworden omdat zij moeten kunnen worden ingezet voor vuilcontainers van verschillende typen.

15 Er zijn twee systemen in gebruik waarbij vuilcontainers worden opgeheven door deze van de zijkanten aan te grijpen. Het "tap-systeem" heeft tegenover elkaar gelegen cilindrische uitsteeksels die kunnen worden aangegrepen door op afstand van elkaar gelegen hefhaken van 20 de vuilniswagen. Het "zijdelingse haaksysteem" heeft tegenover elkaar gelegen naar voren gerichte haakelementen die door verschillende soorten hefhaakmechanismen kunnen worden aangegrepen.

Het zou van voordeel zijn wanneer zijdelings aan te 25 grijpen vuilcontainers kunnen worden opgeheven door voertuigen die geschikt zijn zowel voor de tapsystemen als voor de zijdelingse haaksystemen. Het aanbrengen van beide typen bevestiging aan een vuilcontainer moet echter een veilige en betrouwbare hefbeweging garanderen zonder dat 30 ongelukken kunnen ontstaan als gevolg van het niet correct of slechts gedeeltelijk aangrijpen door de hefinriching.

Overeenkomstig de uitvinding wordt daarom voorzien in een zijdelings aangebrachte hefbevestiging met het kenmerk, dat deze is voorzien van een bevestigingselement 1005409 2 dat aan de zijkant van een vuilcontainer is aangebracht en een hefelement dat om een draaiingsas zwenkbaar is aangebracht aan het bevestigingselement, welk hefelement twee in hoofdzaak orthogonale benen bezit die zijn gelegen 5 in een vlak dat zich in hoofdzaak orthogonaal op de genoemde draaiingsas uitstrekt waarbij één van de genoemde benen is voorzien van een cilindrische tap en het andere van de genoemde benen van een haak.

Omdat de tap en de haak in hoofdzaak loodrecht op 10 elkaar zijn gelegen heeft een dergelijke bevestiging het voordeel dat hierbij of de tap of de haak maar niet beide kunnen worden aangegrepen door de hefinrichting. Dit betekent dat de mogelijkheid van een niet correcte of gedeeltelijk aangrijpen vrijwel geheel is geëlimineerd.

15 Deze bevestiging heeft tevens het voordeel dat de hefbelasting wordt doorgevoerd door de wand van de container via slechts één enkel bevestigingselement, zodat de noodzaak van versterking van de twee bevestigings-gebieden aan de zijkant van de container wordt vermeden.

20 Voorts kunnen de tap en de haak worden aangebracht aan het hefelement op vrijwel dezelfde afstand van de draaiingsas, waardoor verzekerd wordt dat de container om een gemeenschappelijke hefas wordt gehangen en daarmede op de gewenste wijze in de hefinrichting met betrekking tot het 25 zwaartepunt van de container.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn grendelmiddelen aanwezig om het hefelement in de ene of in de andere positie vast te houden. De grendelmiddelen kunnen worden gevormd door een veerbelaste sluitpen die is aangebracht op 30 een bevestigingselement of een hefelement en kan ingrijpen in een uitsparing in een corresponderend hefelement respectievelijk bevestigingselement. Anderzijds kunnen de grendelmiddelen worden gevormd door een onder invloed van de zwaartekracht werkzaam element om het bevestigings-35 element in de ene of in de andere positie vast te zetten.

1UU5409 3

In de niet werkzame stand is de tap bij voorkeur naar achteren gericht. Het voordeel van deze opstelling is dat de tap wordt beschermd tegen beschadiging door het toevallig in aanraking komen met de hefinrichting van de 5 vuilniswagen.

In de niet werkzame stand is ook de haak bij voorkeur gelegen in een externe uitsparing in de container waarbij ook deze wordt beschermd tegen beschadiging door botsing.

10 Het bevestigingselement wordt bij voorkeur door bouten aan de zijkant van de container bevestigd en kan van een voldoende grootte zijn om de hefbelastingen op voldoende wijze te verdelen. In het geval stalen containers worden gebruikt, kan het bevestigingselement uiteraard ook 15 door lassen worden aangebracht. Andere bevestigingsmethoden zijn verder mogelijk. De bevestiging kan van elk geschikt materiaal zijn (zoals plastic of staal) of een samenstelling van verschillende materialen.

Verdere karakteristieken van de uitvinding zullen 20 worden verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm die, slechts bij wijze van voorbeeld, in de bijgaande tekeningen is weergegeven.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een vuilcontainer 25 waarin de uitvinding is belichaamd; fig. 2 is een zijaanzicht van de in fig. 1 afgeheelde container; fig. 3 is een bovenaanzicht van de in fig. 1 afgeheelde container; 30 fig. 4 en 5 tonen een eerste alternatieve uitvoering in de twee gebruiksstanden; fig. 6 toont een steun in bovenaanzicht; en fig. 7 en 8 tonen een tweede alternatieve uitvoeringsvorm in de beide gebruiksstanden.

1005409 1 4

In de tekeningen is een vuilcontainer weergegeven die is voorzien van een holle houder 11 die aan de bovenzijde geopend is. Niet weergegeven wielen zijn bevestigd aan haken 12 terwijl voorts een overigens niet 5 weergegeven deksel aanwezig kan zijn. Langs de voorrand kan een kamvormige haak zijn aangebracht om samen te werken met een kam op een hefinrichting van een voertuig; de uitvinding heeft echter niet betrekking op een dergelijke kamvormige haak.

10 Aan de zijkant van de container zijn bijvoorbeeld door niet in de figuren weergegeven bouten twee identieke maar spiegelbeeldig aangebrachte bevest igingen 14 aanwezig waarvan elk is voorzien van een bevestigingselement 15 en een hefelement 16 dat scharnierbaar ten opzichte van het 15 bevestigingselement rond een in hoofdzaak opwaartse as 17 is aangebracht. Om de hefbelastingen die op de container werken te verdelen is, zoals is afgebeeld, een desbetreffende versterking 19 aanwezig. Elk bevestigingselement 15 is voorzien van op afstand gelegen 20 buisvormige delen die geschikt zijn om een draaiingsas 18 op te nemen, terwijl een corresponderend hefelement 16 is voorzien van één enkel buisvormig deel dat tussen de beide buisvormige delen van het bevestigingselement 15 kan worden aangebracht om de draaiingsas 18 op te nemen. Elke 25 draaiingsas 18 is een tussenelement voor een desbetreffend hefelement 16. Desgewenst kan de opstelling worden omgekeerd, terwijl eveneens meerdere in elkaar grijpbare buisvormige delen kunnen worden aangebracht op een wijze zoals gebruikelijk is bij een deurscharnier.

30 Zoals is weergegeven in fig. 3 heeft elk hefelement twee benen 21 en 22 die in hoofdzaak loodrecht op elkaar staan en die zijn gelegen in een vlak dat orthogonaal staat ten opzichte van de scharnieras. Het ene been 21 is voorzien van een gebruikelijke tap terwijl het andere been 35 22 een haak heeft die is aangebracht aan het vrije uiteinde daarvan. De precieze vorm van de tap en de haak is een 1005409 ' 5 gebruikelijke evenals de wijze waarop deze zich zijwaarts uitstrekken ten opzichte van de zijkant van de houder en ten opzichte van elkaar waarbij de afmetingen zijn vastgelegd volgens bekende standaards.

5 Fig. 3 toont de haken 23 in de werkzame stand waarbij de bijbehorende benen 22 in hoofdzaak parallel aan de voorrand van de houder 11 verlopen. Een veerbelaste sluitpen 25 die is aangebracht in het bovenste buisvormige deel van elk bevestigingselement kan aangrijpen in een 10 uitsparing 26 van de desbetreffende scharnierpen om de haak in de werkzame stand te vergrendelen. De kop van elke sluitpen 25 heeft een gat 27 waarin een gereedschap kan ingrijpen en de sluitpen kan worden vrijgegeven uit de uitsparing tegen veerkracht in om een verdraaiing van het 15 hefelement mogelijk te maken.

In fig. 3 zijn de tappen 21 naar achteren gericht, waarbij zij worden beschermd tegen toevallige beschadigingen en zij tegelijkertijd een gedeeltelijke bescherming voor de sluitpennen 25 vormen.

20 Het ontgrendelen van de sluitpennen maakt het mogelijk dat de hefelementen kunnen zwenken naar de stand zoals deze is afgebeeld in fig. 1 waarbij de tappen 21 in de werkzame stand zijn en de haken 23 in de niet werkzame stand. Daarbij grijpt elke sluitpen in een tweede 25 uitsparing van de desbetreffende scharnierpen. Zoals is afgebeeld zijn de haken in feite ondergebracht in respectievelijk uitsparingen 28 van de houder 11 waarbij zij zijn beschermd tegen toevallige beschadigingen en waarin zij geen risico vormen voor passerende voetgangers. 30 Fig. 3 toont de hefas 29 van de container. De aflopende wijze waarop de tap 21 is aangebracht betekent dat zowel de haak als de tap wanneer zij in de werkzame toestand verkeren op vrijwel dezelfde dwarse hefas zijn gelegen, waardoor gegarandeerd wordt dat het aangrijpen van 35 de container op een voorzienbare en gewenste manier met betrekking tot de gebruikte hefmethode wordt gerealiseerd.

1005409 6

Voorts kan de mate waarin de haak of tap zich in zijwaartse richting uitstrekken worden gevarieerd om te kunnen voldoen aan de geldende standaards zonder dat de één de ander beïnvloedt.

5 De bevestiging kan ook gemakkelijk achteraf worden aangebracht aan een bestaande vuilcontainer ter vervanging van een bestaande bevestiging of ter aanvulling hierop.

De figuren 4 en 5 tonen een alternatieve bevestiging 114 die is voorzien van een in hoofdzaak vlak bevestigings-10 element 115 en een ten opzichte daarvan scharnierbaar hefelement 116; het middelste gedeelte van het scharnier maakt deel uit van het hefelement 115. De tap 121 en de haak 123 zijn in hoofdzaak gelijk aan de uitvoeringsvorm zoals deze hiervóór is beschreven. De bevestiging is 15 vervaardigd uit staal door lassen en is aan een zijkant van de container bevestigd hetzij door bouten hetzij door lassen.

Een steun 130 (fig. 6) is voorzien van een open U-vormig kanaal met naar boven gerichte zijkanten. Het ene 20 uiteinde van de steun is draaibaar bevestigd aan het hefelement 116 via de opening 100, terwijl de steun om een boogvormige beweging te kunnen uitvoeren voorts is bevestigd aan een plaat 101 die is aangebracht aan de zijkant van de container, bijvoorbeeld door bouten of door 25 lassen. (Ter wille van de duidelijkheid is de plaat 101 niet afgebeeld in de figuren 4 en 5 doch wel in de figuren 7 en 8).

Het andere uiteinde van de steun is voorzien van twee gaten 102 en 103 welke kunnen samenwerken met een 30 vergrendelpin 104 waarvan het uiteinde een kleinere diameter heeft. De pin 104 is cilindrisch en is ondergebracht in een buisvormige ondersteuning 105 van een haak 106 die is aangebracht aan de zijkant van de container, bijvoorbeeld door bouten of door lassen. De pin 104 heeft 35 een zich zijwaarts uitstrekkende greep 107 die rust tegen de bovenzijde van een onder een hoek verlopend vlak van de 1005409 7 buisvormige ondersteuning 105, een en ander zoals afgebeeld in de figuur.

Wanneer deze in gebruik is wordt pin 104 omhoog gebracht ten opzichte van de ondersteuning 105 door de 5 greep 107 te verdraaien waarbij de pin 104 vrij komt uit één van de gaten 102 of 103. Een omgekeerde beweging met de greep 107 bewerkstelligt dat de pin in de steun 130 grijpt waarbij in feite de pin omlaag valt onder invloed van de zwaartekracht waarbij tegelijkertijd de greep 107 tegen de 10 zijkant van de container wordt bewogen zoals in de figuur is afgebeeld.

De gaten 102 en 103 zijn aangebr^cht om het hefelement 116 vast te houden hetzij met de tap 122 hetzij met de haak 123 in de werkzame stand. Tijdens bedrijf wordt 15 de pin 104 vrijgegeven uit de desbetreffende gaten 102 en 103 en verdraait het hefelement van de ene uiterste stand naar de andere, waarbij de pin automatisch ingrijpt in het andere gat 102,103 onder invloed van de zwaartekracht zodra deze met elkaar in lijn zijn gekomen.

20 Een andere alternatieve uitvoering is afgebeeld in de figuren 7 en 8. Gelijke delen zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Een bout 108 om de steun 130 op het hefelement te verdraaien is afgebeeld langs de ondersteuningsplaat 101 voor de steun 130. In deze 25 uitvoering is het bevestigingselement 115A voorzien van een uitsparing om daarin tenminste gedeeltelijk de haak 123 in de omlaag gevallen stand op te nemen; de haak 106 is vastgezet aan het element 115A ter completering van het geheel. Een tweede uitsparing 131 is aangebracht voor het 30 neusvormig uitstekend deel van de haak 123, terwijl een tweede versterking 132 voor het scharnier van het hefelement 116 aanwezig is. Een inwendige veer kan aanwezig zijn om de pin 104 in de, in de gaten grijpende stand een voorspanning te geven.

35 De in de figuren 6 en 7 afgeheelde constructie kan worden aangebracht in een opening bijvoorbeeld door lassen 1005409 1 8 of kan zijn voorzien van een niet weergegeven externe flens voor bevestiging door bouten. De van uitsparingen voorziene constructie van dit uitvoeringsvoorbeeld voegt een extra stijfheid toe aan de anders vlakke zijde van de container.

1005409

Claims (11)

1. Zijdelings aangebrachte hefbevestiging van een vuilcontainer, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een bevestigingselement dat aan de zijkant van een vuilcontainer is aangebracht en een hefelement dat om een 5 draaiingsas zwenkbaar is aangebracht aan het bevestigingselement, welk hefelement twee in hoofdzaak orthogonale benen bezit die zijn gelegen in een vlak dat zich in hoofdzaak orthogonaal op de genoemde draaiingsas uitstrekt waarbij één van de genoemde benen is voorzien van een 10 cilindrische tap en het andere van de genoemde benen van een haak.

2. Bevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tap buisvormig is.

3. Bevestiging volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de haak is voorzien van een arm die aan het vrije uiteinde is voorzien van een open opvangelement, welke opvangelement is gelegen aan de kant van de arm tegenover de genoemde tap en zich uitstrekt in de richting van de genoemde draaiingsas.

4. Bevestiging volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het opvangelement geschikt is voor de opname van een hefas die parallel loopt aan de genoemde arm en van de genoemde draaiingsas af loopt.

5. Bevestiging volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat de lengteas van genoemde tap van de genoemde draaiingsas af loopt.

6. Bevestiging volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de genoemde hefas en de genoemde lengteas op dezelfde wijze aflopen van de genoemde draaiingsas.

7. Bevestiging volgens één van de conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de tap is aangebracht aan de genoemde arm.

8. Bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze voorts is voorzien van grendel- 1005409 middelen om het hefelement tegen verdraaiing ten opzichte van het genoemde bevestigingselement te borgen.

9. Bevestiging volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen zijn voorzien van een veerbelaste 5 sluitpen voor het hefelement dat kan ingrijpen in een uitsparing in het bevestigingselement.

10. Bevestiging volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen zijn voorzien van een onder invloed van de zwaartekracht werkzaam element dat kan ingrijpen in 10 een steun van het hefelement.

11. Vuilcontainer voorzien van een aan beide zijkanten daarvan aangebrachte bevestiging volgens één van de voorgaande conclusies. 1 005409