NL1005230C2 - Regelinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Regel inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een regel inrichting voor een op een vrachtwagen of dergelijke opgebouwde hydraulische kraan, 5 welke is uitgerust met een bedieningsblok waarin schuiven zijn ge legen, die verschuifbaar zijn voor het bewerkstelligen van de uitvoering van de kraanfuncties.

Dergelijke hydraulische kranen zijn reeds velen tientallen jaren in gebruik. Aanvankelijk waren deze kranen slechts van een 10 plaats te bedienen door een op de grond staande bedieningspersoon.

Vervolgens zijn er uitvoeringen op de markt gekomen, waarbij de kraan aan beide zijden van het voertuig door een op de grond staand bedieningspersoon te bedienen is, zoals bijvoorbeeld geopenbaard in GB-A-2.116.937. Hierbij zijn aan weerszijden van de wagen aangebrachte 15 blokken voorzien van met de hand verzwenkbare hefbomen, die voor het bewerkstelligen van de uitvoering van de kraanfunctie onderling met behulp van stangen of dergelijke zijn gekoppeld.

Meer en meer is er ook een vraag naar de mogelijkheid om de kraan vanaf een hoger gelegen plaats af te bedienen, zodanig, dat de 20 bedieningspersoon bijvoorbeeld ook een goed zicht heeft op het inwendige van de laadbak waarin lasten moeten worden opgenomen en/of geplaatst.

Het aanbrengen van nog verdere koppelstangen of dergelijke tussen op een hoger niveau geplaatste handbedieningshefbomen en de op 25 lager niveau geplaatste handbedieningshefbomen leidt echter tot een bijzonder gecompliceerde en kwetsbare uitvoering.

Met de uitvinding wordt beoogd een eenvoudige opbouw van een regel inrichting voor een op een vrachtwagen of dergelijke opgebouwde hydraulische kraan te verkrijgen, waarbij de bedieningspersoon 30 voor de kraan op eenvoudige wijze de voor het uitvoeren van de werkzaamheden meest geschikte stand kan innemen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de regel inrichting is voorzien van verstel cilinders, die tijdens bedrijf een vaste stand ten opzichte van het bedieningsblok innemen en met de 35 schuiven van het bedieningsblok zijn verbonden, zodanig, dat de schuiven met de verstelcilinders verstelbaar zijn, en van een regel- 1005230 2 blok waarin met behulp van op het regel blok aangebrachte handgrepen te bedienen organen voor de toe- en afvoer van vloeistof aan de verstel-cilinders via tussen de verstelcilinders en het regelblok aangebrachte flexibele leidingen zijn opgenomen.

5 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan gebruik worden gemaakt van het bij de hydraulische kraan gebruikelijke bedieningsblok, waarbij de gebruikelijke voor het verstellen van de schuiven van het bedieningsblok zwenkbaar met het bedieningsblok gekoppelde handhefbomen vervangen zijn door de met het bedieningsblok 10 verbonden en met de schuiven gekoppelde verstelcilinders. Deze verstelcil inders kunnen op eenvoudige wijze voor het verstellen van de schuiven van het bedieningsblok in werking worden gesteld door verstelling van de met het regelblok verbonden handgrepen. Daarbij kan het regelblok, daar hij slechts met behulp van een aantal dunne 15 flexibele leidingen met het vast opgestelde bedieningsblok verbonden is, naar wens op de ene zijde van het voertuig of aan de andere zijde van het voertuig en op een laag niveau of op een hoog niveau worden gebracht.

Bij voorkeur worden de handgrepen gevormd door zwenkbaar 20 met het regelblok verbonden handhefbomen, zodat voor de bedienings- persoon de bediening van de kraan niet anders is dan als met de gebruikelijke met het bedieningsblok gekoppelde handhefbomen, waarbij de bedieningspersoon bij de bediening van de hydraulische kraan onder gebruikmaking van het met de verzwenkbare handhefbomen uitgeruste 25 regelblok hetzelfde "gevoel" voor de bediening zal hebben als bij gebruikmaking van de gebruikelijke met het bedieningsblok verbonden handhefbomen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoerings-30 vorm van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch de opstelling van een bedieningsblok en een met behulp van hydraulische leidingen daarmede verbonden regelblok.

Figuur 2 toont schematisch een veiligheidsklep, die op het 35 regelblok aan te brengen is.

1005230 3

Figuur 1 toont schematisch een bedieningsblok 1 voor een in de figuren niet nader weergegeven algemeen bekende hydraulische kraan, welke gebruikelijk, zoals bijvoorbeeld weergegeven in bovengenoemde Britse octrooiaanvrage 2.116.937, op vrachtwagens of dergelijke wordt 5 aangebracht. In dit bedieningsblok 1 zijn een aantal in hun lengterichting verschuifbare schuiven 2 gelegen, die bij de gebruikelijke uitvoeringen in hun lengterichting verschuifbaar zijn met hier niet weergegeven zwenkbaar met het bedieningsblok 1 gekoppelde handhef bomen, zoals ook is beschreven en afgebeeld in de bovengenoemde 10 Britse octrooiaanvrage 2.116.937.

Door verstelling van de schuiven kan naar gewenste verstel-middelen van de hydraulische kraan, zoals bijvoorbeeld verstel-cilinders en dergelijke onder druk staande vloeistof worden toe- en afgevoerd voor het bewerkstelligen van de uitvoering van de kraan-15 functies. De opbouw en werking van een dergelijk bedieningsblok alsmede de opbouw en werking van een dergelijke hydraulische kraan is algemeen bekend en zal dan ook hier niet nader behoeven te worden beschreven.

Bij de constructie volgens de uitvinding zijn de buiten het 20 bedieningsblok 1 uitstekende uiteinden van de verstelbare schuiven 2 niet met zwenkbaar met het bedieningsblok gekoppelde handhefbomen verbonden, maar met zuigerstangen 3 van een vaste stand ten opzichte van het bedieningsblok innemende verstelcilinders 4.

Voor het tot stand brengen van de schematisch aangeduide 25 koppeling 5 tussen een schuif 2 en een zuigerstang 3 kan gebruik worden gemaakt van het gebruikelijke aansluiteinde van de schuif 2 waarmede deze met een verzwenkbare hefboom kan worden gekoppeld en een daaraan aangepast uiteinde van de zuigerstang 3.

Zoals in figuur 1 voor slechts een van de verstelcilinders 30 4 is weergegeven is iedere verstelcilinder 4 met behulp van een tweetal leidingen 6 en 7 aangesloten op een regelblok 8. In het regel blok zijn een met het aantal verstelcilinders 4 overeenkomend aantal schuiven 9 in hun lengterichting verschuifbaar gelegerd. Daarbij is iedere schuif in zijn lengterichting verschuifbaar met 35 behulp van een handgreep 10. De handgreep 10 is daarbij bij voorkeur uitgerust als op niet nader weergegeven, maar gebruikelijke wijze 1005230 4 zwenkbaar met het regelblok 8 gekoppelde handhefboom, zodanig, dat een verzwenking van de hefboom 10 ten opzichte van het regelblok 8 een verschuiving van de desbetreffende schuif 9 in het blok bewerkstel ligt.

5 Op het regelblok 8 zijn een toevoerleiding 11 en een afvoerleiding 12 voor vloeistof aangesloten. De toevoerleiding 11 staat in verbinding met een pomp 13 met behulp waarvan vloeistof via een leiding 14 uit een voorraadreservoir 15 kan worden aangezogen en via de leiding 11, waarin een drukregelaar 15 is opgenomen, naar het 10 regelblok 8 kan worden gepompt. Op de leiding 11 is verder nog een accumulator 16 aangesloten. De pomp 13 kan ook worden gebruikt voor het voeden van de verstelorganen, zoals verstelcilinders van de kraan zelf, die veelal werken met vloeistof onder aanzienlijk hogere druk, dan de de druk verlagende drukregelaar 15 wordt toegevoerd aan het 15 regelblok 8.

De leidingen 11 en 12 zijn aangesloten op in het regelblok 8 aangebrachte doortochten 17 en 18 via welke vloeistof naar de afzonderlijke schuiven 9 kan worden toegevoerd resp. daarvan kan worden afgevoerd.

20 Door verstelling van een schuif 9 met behulp van de daarbij behorende handhefboom 10 kan via de leiding 6 of de leiding 7 onder druk staande vloeistof naar de bijbehorende verstelcilinder 4 worden toegevoerd en via de leiding 7 of de leiding 6 vanuit de verstelcil inder 4 worden afgevoerd om te bewerkstelligen, dat de zuigerstang 25 3 van de desbetreffende verstelcilinder 4 en daarmede de daarmee gekoppelde schuif 2 in de een of de andere richting wordt verschoven voor het bewerkstelligen van de uitvoering van de met de desbetreffende schuif 2 te regelen kraanfunctie.

Daar voor het verstellen van de zuigerstang 3 van de 30 verstelcilinder 4 slechts weinig vloeistof met lage druk benodigd wordt kunnen de leidingen 6 en 7 uitgevoerd wordt als dunne flexibele leidingen, waarbij de zich tussen de verschillende verstelcilinders 4 en het regelblok uitstrekkende leidingen 6 en 7 gemakkelijk tot een dunne flexibele bundel kunnen worden verenigd. Ook de leidingen 11 en 35 12 kunnen worden uitgevoerd als dunne flexibele leidingen. Een en ander maakt het mogelijk, dat het regelblok 8 ten opzichte van het 1005230 5 voertuig, in het bijzonder ten opzichte van het gebruikelijk een vaste stand ten opzichte van het voertuig innemende bedieningsblok 1 ge-makkelijk in een gewenste stand, aan de ene zijde van het voertuig of aan de andere zijde en aan de desbetreffende zijden op een hoog of 5 laag niveau te brengen is. Op geschikte plaatsen van het voertuig kunnen daarbij steunen zijn aangebracht, waarop het regelblok vast te zetten is. Door aanbrenging van ten opzichte van het regelblok ver-zwenkbare handhefbomen 10 zal daarbij voor de bediening van de hydraulische kraan de bediening op dezelfde wijze plaatsvinden als met de 10 tot nu toe gebruikelijke op het bedieningsblok 1 aangebrachte ver- zwenkbare handhefbomen. Voor de bediener van de kraan brengt de constructie volgens de uitvinding dus wat betreft de bediening van de kraan geen wijzigingen met zich mee en houdt de bediener het gebruikelijke "gevoel" voor het bedienen van de kraan, terwijl de bediener een 15 grote vrijheid heeft in de keuze van de meest geschikte stand voor het uitvoeren van de beoogde werkzaamheden.

Volgens een verder aspect van de uitvinding kan geschikt op de van de aansluiting van de leidingen 11 en 12 van het regelblok 8 de in figuur 2 weergegeven veiligheidsklep 19 worden aangebracht. Deze 20 klep omvat een huis 19’, waarin een tweetal doortochten 20 en 21 zijn gelegen, die, indien het huis 19 aan de zijkant van het regelblok 18 is aangebracht, in het verlengde zullen zijn gelegen van de doortochten 18 en 17 in het regelblok.

Via in het huis 19 aangebrachte boringen 22 en 23 staan de 25 doortochten 20 en 21 in verbinding met een zich haaks op de boringen 22 en 23 uitstrekkende in het huis aangebrachte boring 24. In de boring is een huls 25 aangebracht, waarvan gezien in figuur 2 het ondereinde een zitting vormt voor een in de boring 24 gelegen kogel 26. Ter hoogte van de boring 22 is in de huls 25 een gat 26 aange-30 bracht, zodat de boring 22 in open verbinding staat met het inwendige van de huls 25 en dus ook met de boring 24.

Verder is in de boring 24 een in diameter getrapt uitgevoerde stang 28 in zijn lengterichting verschuifbaar gelegerd. Een een kleine diameter bezittend, zich door de huls 25 uitstrekkend gedeelte 35 van de stang rust, gezien in figuur 2 met zijn ondereinde tegen de bovenzijde van de kogel 26.

1005230 6

Het daarboven gelegen gedeelte van de stang is voorzien van een rondlopende groef 29, waarin in de weergegeven stand van de stang 28 een grendel kogel 30 is gelegen. De grendel kogel 30 wordt daarbij in de groef 29 gedrukt met behulp van een in een boring in het huis 5 aangebrachte veer 31.

Het boveneinde van de stang 28 is omgeven door een drukveer 32, die ligt opgesloten tussen een op de stang gevormde borst 33 en een aan het huis bevestigde opsluitdop 34. Het buiten het huis 19 uitstekende uiteinde van de stang 28 is voorzien van een bedienings-10 knop 35.

Vlak onder de kogel mondt in de boring 24 nog een in het huis aangebrachte, met de doortocht 22 in open verbinding staande boring 36 uit.

Onder de kogel 26 is in de boring nog een veer 37 opge-15 nomen, die ligt opgesloten tussen de kogel 26 en een de boring afsluitende afsluitdop 38. De veer 37 drukt daarbij de kogel 26 tegen zijn zitting. De veer 37 zal aanzienlijk minder krachtig zijn uitgevoerd dan de veer 32.

De weergegeven stand van de verschillende onderdelen van de 20 in figuur 2 weergegeven veiligheidsklep is de gebruikelijke tijdens normaal bedrijf ingenomen stand van deze onderdelen.

Indien het in een of andere situatie gewenst is om de kraan zo snel mogelijk buiten bedrijf te stellen kan de bediener van de kraan de knop 35 gezien in figuur 2 naar beneden drukken, waardoor de 25 vergrendelingskogel 30 uit de groef 29 wordt gedrukt waarna de stang 28 onder invloed van de veer 32 snel naar beneden zal worden verplaatst onder het van zijn zitting weg bewegen van de kogel 26. Dientengevolge wordt een open verbinding tot stand gebracht tussen de doortochten 20 en 21 en daarmede tussen de toe- en afvoerleidingen 11 30 en 12 voor het hydraulisch fluïdum. Bij het zo weg vallen van de oliedruk bewegen de schuiven 2 van het bedieningsblok 1 en de schuiven 9 in het regelblok automatisch naar een middenstand waardoor de werking van de kraan wordt onderbroken.

Het zal duidelijk zijn, dat zowel nieuwe kranen als 35 bestaande kranen kunnen worden uitgerust met een eenheid bestaande uit 1005230 7 een combinatie van het regel blok en de op het regel blok aangesloten verstelcilinders.

5 1005230

Claims (5)

1. Regel inrichting voor een op een vrachtwagen of dergelijke opgebouwde hydraulische kraan, welke is uitgerust met een bedienings- 5 blok waarin schuiven zijn gelegen, die verschuifbaar zijn voor het bewerkstelligen van de uitvoering van de kraanfuncties, met het kenmerk, dat de regel inrichting is voorzien van verstelcil inders, die tijdens bedrijf een vaste stand ten opzichte van het bedieningsblok innemen en met de schuiven van het bedieningsblok zijn verbonden, 10 zodanig, dat de schuiven met de verstelcilinders verstelbaar zijn, en van een regel blok waarop een flexibele vloeistoftoevoerleiding en een flexibele vloeistofafvoerleiding zijn aangesloten en waarin met behulp van op het regel blok aangebrachte handgrepen te bedienen organen voor de toe- en afvoer van vloeistof aan de verstelcil inders via tussen de 15 verstelcilinders en het regelblok aangebrachte flexibele leidingen zijn opgenomen.

2. Regel inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de handgrepen worden gevormd door zwenkbaar met het regelblok gekoppelde handhefbomen.

3. Regel inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tussen de verschillende verstelcilinders en het regelblok aangebrachte leidingen tot een bundel zijn verenigd.

4. Regel inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de regel inrichting is voorzien van een veiligheids- 25 klep met behulp waarvan de op het regelblok aangesloten vloeistof toevoerleiding en vloeistofafvoerleiding rechtstreeks met elkaar te verbinden zijn.

5. Combinatie van een regelblok met verstelcilinders kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een op een vrachtwagen of derge- 30 lijke opgebouwde hydraulische kraan. 1005230