NL1005100C2 - Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen. - Google Patents
Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005100C2 NL1005100C2 NL1005100A NL1005100A NL1005100C2 NL 1005100 C2 NL1005100 C2 NL 1005100C2 NL 1005100 A NL1005100 A NL 1005100A NL 1005100 A NL1005100 A NL 1005100A NL 1005100 C2 NL1005100 C2 NL 1005100C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- potatoes
- composition
- talent
- composition according
- carvone
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01N—PRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
- A01N35/00—Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having two bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. aldehyde radical
- A01N35/06—Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having two bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. aldehyde radical containing keto or thioketo groups as part of a ring, e.g. cyclohexanone, quinone; Derivatives thereof, e.g. ketals
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Agronomy & Crop Science (AREA)
- Plant Pathology (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Dentistry (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
Description
Titel: Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen.
De uitvinding heeft betrekking op een kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen.
Kiemvorming, ook wel spruitvorming of uitlopen genoemd, is een probleem bij de opslag van aardappelen. Het leidt tot 5 een verlies van kwaliteit van de aardappelen door gewichtsverlies. Verder neemt de turgor van de aardappelen af (de aardappelen worden slapper), en worden er mogelijkerwijs toxische produkten gevormd in de kiemen.
Kieming kan geremd worden door de aardappelen te bewaren 10 bij een temperatuur van 2°C, maar bij een dergelijke lage temperatuur worden reducerende suikers gevormd, die de aardappelen bruin kleuren bij bakken en frituren en de aardappelen zoet laten smaken (Maillard-reactie). Om deze reden worden de aardappelen gewoonlijk bij een temperatuur gelegen 15 tussen 5 tot 8°C bewaard. Bij een dergelijke temperatuur is het probleem van de vorming van reducerende suikers afwezig of aanzienlijk geringer, maar de kieming wordt bij langdurige bewaring niet geheel voorkomen.
Kiemremmingsmiddelen zijn dan ook noodzakelijk voor 20 kwaliteitsbehoud van aardappelen tijdens bewaren, zowel bij aardappelen die bestemd zijn voor direkte consumptie als ook voor aardappelen die verwerkt worden tot aardappelprodukten. Dergelijke kiemremmingsmiddelen worden toegepast om de kieming gedurende lange opslagperioden bij lagere temperaturen, dat 25 wil zeggen beneden 10 °C, te remmen.
Chemische kiemremmingsmiddelen worden reeds meer dan 20 jaar succesvol toegepast om de spruitvorming of kieming gedurende de opslag van aardappelen te voorkomen.
Propham (IPC) en chloorpropham (CIPC), die oorspronkelijk 30 waren ontwikkeld als herbiciden, worden op grote schaal toegepast als kiemremmingsmiddelen in Europa, terwijl in Amerika tevens maleïnezuuranhydride wordt toegepast. In Engeland wordt nog steeds tecnazeen toegepast als kiemremmingsmiddel.
1005:00 - 2 -
Deze laatste twee middelen worden waarschijnlijk in de naaste toekomst verboden. Het gebruik van IPC zal vanaf april 1997 niet meer toegelaten zijn in de EU. Tevens neemt de markt voor milieubewust-geteelde, dat wil zeggen niet of met 5 zo weinig mogelijk chemische middelen behandelde, aardappelen sterk toe.
In de internationale octrooiaanvrage WO-A-95/09536 is onder meer voorgesteld kieming van aardappelen tegen te gaan met een mengsel van menthol en karvon. Karvon is een 10 verbinding die aanwezig is in de etherische olie van de zaden van de karwijplant (Carum carvi). Deze verbinding is interessant omdat hij geregistreerd staat als voedingsmiddeladditief en de zogenaamde "GRAS" status heeft (Generally Recognized As Safe). Daarnaast is het mogelijk om 15 karwij op commerciële schaal te verbouwen. Dit geschiedt reeds op grote schaal in diverse landen, zowel binnen als buiten Europa.
Kieming vormt echter niet het enige probleem bij de opslag van aardappelen. Ook aantasting van de aardappelen door 20 schimmels is een belangrijk obstakel. Schimmels leiden in de eerste plaats tot kwaliteitsverlies van de aardappelen, onder meer door aantasting van de smaak, in een later stadium komen ook ziekten, zoals zilverschurft, en zelfs bederf van de aardappelen voor. Omdat de aardappelen een uitstekende 25 voedingsbodem voor de schimmels vormen, planten deze zich snel voort. Zodoende kan een gehele voorraad aardappelen verloren gaan door een geringe aantasting van slechts enkele aardappelen. Daar het hierbij om een irreversibel proces gaat, is het van groot belang dat schimmels van meet af aan geweerd 3 0 worden.
Voor het weren van schimmels bij aardappelen wordt momenteel een breed scala aan synthetische bestrijdingsmiddelen toegepast. Hiervan moeten echter aanzienlijke hoeveelheden toegepast worden teneinde een toereikend effect 35 te bewerkstelligen. De noodzaak van dergelijke, grote hoeveelheden synthetische fungiciden brengt niet alleen grote 1005100 - 3 - kosten met zich mee, maar is ook met het oog op de milieueffecten die daaraan zijn verbonden ongewenst.
Gezocht is derhalve naar een manier om schimmels op zo effectief mogelijke wijze te weren van aardappelen, waarbij de 5 hoeveelheid benodigde synthetische middelen aanzienlijk is verlaagd. Tevens is gezocht naar een middel dat zowel effectief is voor het weren van schimmels als voor het remmen van de kieming van aardappelen.
Verrassenderwijs is nu gevonden dat een combinatie van 10 karvon en één of meer fungiciden tot een synergistisch effect leidt voor zowel het weren van schimmels als het remmen van kiemvorming. Gebleken is dat wanneer aardappelen worden behandeld met een combinatie van karvon en één of meer fungiciden schimmels effectiever worden geweerd.
15 Het kiemremmende en/of schimmelwerende middel bestaande uit een combinatie van karvon en één of meer fungiciden is geschikt voor toepassing bij consumptie- en zetmeel-aardappelen. Ook kan het middel volgens de uitvinding worden toegepast bij het bewaren van pootaardappelen, zodat de 20 kieming tijdelijk wordt geremd en de ontwikkeling van schimmels wordt tegengewerkt.
De toegepaste karvon kan D(S( + ))-karvon, maar ook L(R(-))-karvon of een mengsel van D- en L-karvon zijn en kan van plantaardige oorsprong zijn of semi-plantaardig door 25 bereiding via chemische omzetting uit bijvoorbeeld citrusafval. D-Karvon en L-karvon vertonen beide, indien afzonderlijk toegepast, een even grote werking en kunnen dan ook beide op effektieve wijze toegepast worden, zowel afzonderlijk als in een mengsel.
30 De aard van de fungiciden die worden toegepast in de samenstelling volgens de uitvinding komt niet kritisch en in principe kunnen allerlei fungiciden worden toegepast. Het heeft echter de voorkeur dat als fungicide één of meer verbindingen uit de klassen die actief zijn tegen 35 Helminthosporium spp., onder andere Helminthosporium solani,
Phoma spp., onder andere Phoma exigua var. exigua en/of Phoma exigua var. foveata, Fusarium spp., onder andere Fusarium 1005100 - 4 - sulphureum, Fusarivm solani en/of Fusarium solani var. coeruleum, en/of Phytophthora spp., onder andere Phytophthora erythroseptica, worden toegepast, aangezien deze de schimmels zijn die de meeste problemen veroorzaken bij aardappelen. Zeer 5 geschikte voorbeelden van verbindingen uit deze klassen zijn imidazolen, zoals imazalil en prochloraz, en benzimidazolen, zoals carbendazim en thiabendazol, waarvan bekend is dat ze een zeer goede werking hebben tegen de genoemde en andere bij aardappelen voorkomende schimmels en micro-organismen.
10 De onderlinge gewichtsverhouding fungicideikarvon in de samenstelling volgens de uitvinding is bij voorkeur gelegen tussen 1:1 en 1:10, bij bijzondere voorkeur tussen 1:2 en 1:5. De meest geprefereerde samenstelling volgens de uitvinding bevat 50 tot 250 gram imazalil en 400 tot 600 gram karvon per 15 liter.
De samenstelling kan droog worden toegepast als poeder of granulaat, dat bij het vullen van de bewaarruimte met de aardappelen wordt meegegeven (dit is de zogenaamde basis -behandeling).
20 In plaats van poeder of granulaat kan de samenstelling volgens de uitvinding ook als vloeistof, emulsie, suspensie of suspo-emulsie direkt of vermengd met een kleine hoeveelheid water, over de aardappelen verneveld worden tijdens het inschuren.
25 Daarnaast kan de kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling ook later tijdens de bewaarperiode door vernevelen of verspuiten in de bewaarruimte, ondersteund door ventilatoren in die ruimte, met de aardappelen in kontakt worden gebracht.
30 De onderhavige samenstelling kan dan ook, afhankelijk van de gewenste toepassingsvorm, tevens een geschikte drager, geschikte oplosmiddelen, vulmiddelen of andere gebruikelijk aanwezige middelen omvatten.
Geschikte poeder- of korrelvormige dragers en vulmiddelen 35 zijn zetmeel- en zetmeelderivaten, klei, talk en andere silica's, zand, diatomeënaarde, calciumcarbonaat en -sulfaat 1005100 - 5 - (gips) en de verschillende (co)polymeren die toepasbaar zijn als drager.
Voor het maken van een granulaat kan een inerte drager worden geïmpregneerd met een oplossing van karvon en 5 fungicide(n).
Voorts kunnen korrels worden besproeid met een mengsel van één of meer fungiciden en karvon.
Voor de toepassing van het kiemremmende en/of schimmelwerende middel in een vloeibare vorm zijn oplos -10 middelen van minerale oorsprong geschikt waaronder alifatische of aromatische oplosmiddelen of mengsels daarvan, die al of niet gechloreerd kunnen zijn. Voorbeelden van deze oplosmiddelen zijn xyleen, dichloormethaan, ketonen, aldehyden, alkoholen zoals glycerolen (bijvoorbeeld polyethyleenglycol), 15 of derivaten of mengsels daarvan. Tevens zijn oplosmiddelen van dierlijke of plantaardige oorsprong toepasbaar, zoals lijnolie, sojaolie of derivaten daarvan. Ook zijn mengsels van dergelijke oplosmiddelen van dierlijke, plantaardige en minerale oorsprong toepasbaar.
20 Verder is het mogelijk een pasta toe te passen. Pasta's kunnen worden gevormd door het toevoegen van verdikkingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld synthetische of natuurlijke polymere verdikkingsmiddelen, aan oplossingen en emulsies van de samenstelling in bovengenoemde oplosmiddelen.
25 Ook is het mogelijk om de samenstelling in emulsievorm toe te passen. Voor het bereiden van een emulsie kunnen karvon en fungiciden in de gewenste verhouding worden gemengd, waarna een emulgator en eventueel water of een ander oplosmiddel wordt toegevoegd. Een andere mogelijkheid is dat water of een 30 oplosmiddel van een emulgator wordt voorzien en vervolgens met een mengsel van karvon en fungicide(n) wordt gemengd.
Geschikte emulgatoren voor het bereiden van een emulsie zijn kationogene, anionogene en niet-ionogene oppervlakte-actieve stoffen van dierlijke, plantaardige en minerale 35 herkomst. Voorbeelden daarvan zijn Ca-dodecylbenzeen- sulfonaten, nonylfenolpolyglycolethers, geéthoyleerde vetzuur-alkoholen of -amines of derivaten of combinaties daarvan.
1 00 5 1 0 0 - 6 -
De emulgator of het mengsel van emulgatoren is bij voorkeur aanwezig in een hoeveelheid van 2-20 gew.%, bij voorkeur 10-15 gew.%, in het totale mengsel. De uiteindelijke emulsie bevat bij voorkeur tussen de 20 en 50 gew.% kiemremmende en./of 5 schimmelwerende samenstelling.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het remmen van kieming in aardappelen en/of het weren van schimmels, waarbij aardappelen worden behandeld met karvon en één of meer fungiciden.
10 Vanzelfsprekend wordt in een voorkeurswerkwijze de hierboven besproken kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling toegepast. Het moet echter opgemerkt worden dat het volgens de uitvinding ook mogelijk is om aardappelen afzonderlijk met karvon en één of meer fungiciden kort na 15 elkaar te behandelen, waarbij verrassenderwijs eenzelfde synergistisch effect optreedt.
Volgens een variant worden aardappelen eerst behandeld met één of meer fungiciden of een samenstelling van karvon en één of meer fungiciden en worden de aardappelen daarna nog 20 enige malen behandeld met karvon. Wanneer na een eerste behandeling met fungiciden, eventueel in combinatie met karvon, de aardappelen na opeenvolgende perioden van zes weken twee- of meermaal worden behandeld met karvon, blijkt de kiemremming bijzonder efficiënt tegengegaan te worden. In een 25 bijzonder gunstige uitvoeringsvorm worden de aardappelen na de eerste behandeling behandeld met een mengsel van karvon en menthol, zoals is beschreven in de internationale octrooiaanvrage WO-A-95/09536.
Het is gebruikelijk om aardappelen losgestort of in grote 30 kisten op te slaan in de bewaarruimte, die meestal geïsoleerd is. Door middel van ventilatoren kan koelere buitenlucht door de aardappelen worden gevoerd. Eventueel kan aanvullend de (buiten)lucht door middel van koelsystemen verder worden gekoeld alvorens door de aardappelmassa te worden geleid.
35 Bewaring buiten in een kuil, hoop of wal, of in een sleufsilo wordt tegenwoordig toegepast voor zetmeel-aardappelen, maar een variant daarop kan ook worden toegepast 1005100 - 7 - om consumptieaardappelen op te slaan. Dit laatste is echter minder gebruikelijk.
Tevens kan voor opslag van de aardappelen gebruik worden gemaakt van cellen of boxen met een inhoud die overeenkomt met 5 de capaciteit van ventilatie.
De gestorte aardappelen worden bij voorkeur eerst gedroogd, enkele dagen bewaard bij ongeveer 15 °C en daarna in ca. 2 weken tot de gewenste bewaartemperatuur afgekoeld om te zorgen voor een goede wondheling van beschadigde aardappelen. 10 Deze wondhelingsperiode is noodzakelijk om microbiéle aantasting en gewichtsverliezen tijdens de bewaring te beperken. De wondhelingsperiode van de partij duurt ca.
14 dagen. Na de wondhelingsperiode worden de aardappelen bij de gewenste bewaartemperatuur bewaard, waarbij de temperatuur 15 geregeld wordt door middel van buitenluchtkoeling of mechanische koeling. De gewenste bewaartemperatuur is voor pootaardappelen 2-4°C, voor consumptieaardappelen 4-6°C, voor frites en droogindustrie 5-8°C en voor chips 7-iO°C.
Na een kiemrust van enkele maanden na de oogst begint 20 (afhankelijk van ras, voorgeschiedenis en wijze van bewaren) de aardappel neiging tot kiemen te vertonen. In de loop van de tijd wordt deze neiging tot kiemen alsmaar sterker.
Indien mechanisch gekoeld wordt (waardoor snel de gewenste bewaartemperatuur bereikt kan worden) is de kans op 25 vroegtijdig kiemen reeds beperkt. Om de kieming optimaal te remmen wordt vervolgens het kiemremmende en/of schimmelwerende mengsel volgens de onderhavige uitvinding toegepast.
Aangezien het gevaar voor besmetting met schimmels al direct bestaat, verdient het de voorkeur om de aardappelen 30 reeds bij inschuren en/of inkuilen te behandelen met fungiciden of de samenstelling van fungiciden en karvon.
De zogenaamde basisbehandeling bestaat eruit dat het kiemremmende en/of schimmelwerende middel (in de vorm van bijvoorbeeld poeder of granules) wordt meegegeven, 35 bijvoorbeeld op een lopende band die de aardappelen vervoert naar de bewaarruimte. Ook kan kiemremmende en/of 1005100 - 8 - schimmelwerende samenstelling over de aardappelen (boven de lopende band) worden versproeid of verneveld.
Tevens kan de samenstelling volgens de uitvinding via het luchtventilatiesysteem naar de bewaarruimte worden gevoerd.
5 Voor deze wijze van toepassing kan de samenstelling bijvoorbeeld in de lucht worden verneveld of versproeid. Hiervoor is het mogelijk om een mengsel van karvon en één of meer fungiciden samen te brengen met een gasvormige drager waardoor het in de luchtstroom brengen wordt vereenvoudigd.
10 De beide behandelingen kunnen ook worden gecombineerd of na elkaar worden toegepast.
In alle gevallen zullen de schimmelwerende en/of kiemremmingsmiddelen in meer of mindere mate verdampen en daardoor zullen alle te behandelen aardappelen met het middel 15 in kontakt komen.
De toepassing van de kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling volgens de uitvinding vindt bij voorkeur op zodanige wijze plaats dat de concentratie karvon en fungicide tezamen in de lucht van de bewaarruimte ligt tussen ongeveer 20 2 en 20 pg/l lucht en meer in het bijzonder tussen ongeveer 5 en 10 Mg/l lucht. Bij lagere waarden dan ongeveer 5 μg/l lucht zal de kiemremming niet voldoende gewaarborgd zijn. Hogere waarden dan ongeveer 20 pg/l lucht leiden niet tot een langere kiemremming en leiden derhalve alleen tot een te hoog 25 verbruik van de samenstelling.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden.
VOORBEELDEN
30 Aardappelen
Consumptie-aardappelen van het ras Bintje werden geteeld, gerooid en ingeschuurd. Dit materiaal werd bewaard bij ca. 12°C gedurende 10 dagen. Daarna werd gesorteerd waarbij telkens ca. 400 kg in de maat 40-60 mm werd gereserveerd. Een 35 deel van het materiaal was bestemd voor zilverschurft- varianten en werd in kisten bewaard bij ca. 10°C tot de aanleg ervan na 24 dagen. Een ander deel van het materiaal was 1005100 - 9 - bestemd voor Fusaria-varianten. Dit werd tot de aanleg, na 7 3 dagen, bewaard bij ca. 6°C. Weer een ander deel was bestemd voor Phoma-varianten en werd tot de aanleg, na 139 dagen, bewaard bij ca. 6°C. De gescheiden aanleg tegen de 5 verschillende bewaarpathogenen vond plaats om proeftechnische redenen. De aardappelen werden zonder gebruik van kiemremmingsmiddelen bewaard.
Fungiciden 10 De volgende fungicide-middelen werden gebruikt.
* Talent, bevat 95% karvon; * Luxan fungaflor EC, bevat 200 gram imazalil per liter; * D4112 EC 95-1, deze formulering bevat 500 g D karvon per liter; 15 * D4108 EC 95-1, deze formulering bevat respectievelijk 500 g D karvon + 150 g imazalil per liter; * D4109 EC 95-1, deze formulering bevat respectievelijk 500 g D karvon + 100 g imazalil per liter.
20 Bewaarduur en bewaaromstandigheden
De aardappelen van de verschillende delen, als hierboven vermeld, werden in acht afzonderlijke cellen bewaard. Per deel werden vier herhalingen aangelegd. Iedere herhaling omvatte 22-24 kg aardappelen en werd opgeslagen in een kist. De kisten 25 werden volgens een verlotingsschema in de verschillende cellen opgeslagen. In deze kon 14 a 15 ton aardappelen in bulk worden opgeslagen. Voor deze proeven waren de cellen voor ca. 5-10% gevuld met kisten aardappelen.
Om de schimmelaantastingen tijdens de bewaring te 30 bevorderen werd voor zilverschuft, Fusarium solani var.
coeruleum en Fusarium sulphureum een bewaartemperatuur van ca. 12°C nagestreefd en voor Phoma exïgua var. foveata ca. 8°C. Daarnaast werd voor de zilverschurft en Fusarium solani var. coeruleum een RV van ca. 95% nagestreefd en voor de overige 35 schimmels een RV van ca. 90%.
1005100 - 10 -
Kunstmatige beschadiging en infectie met schimmelsporen
Alvorens de verschillende soorten Fusarium schimmels en de Phoma schimmel te kunnen bestrijden werden de aardappels 5 eerst besmet met sporen van deze schimmels. Van Fusarium sulphureum waren twee soorten schimmels beschikbaar nl. Fusarium sulphureum+ (resistent tegen thiabendazool) en Fusarium sulphureum- (niet resistent tegen thiabendazool). De benodigde sporen werden gekweekt op dode tarwekorrels.
10 Om de sporen over de aardappelen te kunnen verdelen werden de tarwekorrels eerst gedurende een half uur in water geweekt. Na zeven bevatten de suspensies van de beide Fusariumsoorten ca. 50.000 sporen per ml en van de Phoma ca.
10.000 sporen per ml vloeistof.
15 De besmetting met de verschillende sporen werd uitgevoerd na afloop van de hierboven vermelde bewaarperioden. De sporensuspensies werden via een boven een rollenband bevestigde schijvenvernevelaar (type: Mafex 87A), bij een doseerstand van 39 voor de Fusaria en 40 voor de Phoma, als 20 een fijne nevel over de aardappelen verdeeld naar 1 liter sporenvloeistof per 1000 kg te behandelen aardappelen. Direct voorafgaand aan de kunstmatige infectie (in dezelfde werkgang) werden de te infecteren knollen rondom beschadigd. Hiervoor was aan het eind van het opvoerbandje naar een rollenband een 25 in toerental variërende, draaiende as met pennetjes van ca. 15 cm lengte aangebracht. Vanaf het opvoerbandje vielen de aardappelen op deze roterende as met pennetjes en kwamen daarna op de rollenband terecht waar de kunstmatige infectie werd uitgevoerd.
30 Voor het opwekken van zilverschurft werd het niet nodig geacht een voorafgaande kunstmatige beschadiging en besmetting uit te voeren. Deze aantasting ontwikkelt zich spontaan tijdens warme en vochtige bewaring.
Bij de proeven waren de volgende behandelingen/ 35 middelen/combinaties van middelen betrokken: 1005100 - 11 - * l. Beschadigd, besmet en geen beschermend middel; * 2. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met Luxan Fungaflor EC, dosering 75 ml/ton aardappelen; * 3. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met Luxan 5 Fungaflor EC, dosering 112.5 ml/ton aardappelen; * 4. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met formulering D4112 EC, dosering 100 ml/ton aardappelen, gevolgd door 2x Talent, nl. na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28 i.v.m. verschillende pathogenen en aanlegtijdstippen); 10 * 5. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met formulering D4112 EC, dosering 300 ml/ton aardappelen, gevolgd door 2x Talent, nl. na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28); 6. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met 15 formulering D4112 EC, dosering 100 ml/ton en met Luxan
Fungaflor EC, dosering 75 ml/ton aardappelen, gevolgd door 2x Talent, nl. na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28); 7. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met formulering D4108 EC, dosering 100 ml/ton aardappelen, gevolgd 20 door 2x Talent, nl. na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28); 8. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met formulering D4108 EC, dosering 150 ml/ton aardappelen, gevolgd door 2x Talent, nl. na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 25 en 28) ; 9. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met formulering D4109 EC, dosering 150 ml/ton aardappelen, gevolgd door 2x Talent, nl. na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28); 30 10. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met Luxan
Fungaflor EC, dosering 75 ml/ton aardappelen, gevolgd door 3x Talent, nl. binnen 1 week na aanleg en na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28); 11. Beschadigd, besmet en behandeld bij aanleg met Luxan 35 Fungaflor EC, dosering 75 ml/ton aardappelen, gevolgd door 3x een dubbele dosering van Talent, nl. binnen 1 week na aanleg en na 6 en 12 weken bewaren (cel 13 en 21); 1005100 - 12 - * 12. Beschadigd, besmet en behandeld met Talent binnen l week na aanleg en na 6 en 12 weken bewaren (cel 17, 18, 21 en 28) .
* = vergelijkend voorbeeld 5
Behandeling met fungiciden
De behandeling met de te beproeven fungicide formuleringen tegen de uitbreiding van zilverschurft werden 1 dag na de bovengenoemde bewaarperiode uitgevoerd. De 10 behandelingen tegen Fusaria en Phoma werden steeds één dag na de uitvoering van de kunstmatige beschadiging en besmetting uitgevoerd.
Bij de behandelingen werden de toe te dienen middelen via een boven een rollenband bevestigde schijvenvernevelaar (type: 15 Mafex 87A) over de aardappelen verdeeld naar 1 liter spuitvloeistof per 1000 kg aardappelen.
Bij de behandelingen met de verschillende formuleringen en doseringen varieerde de doseerstand van de Mafex van 29.5 tot 35.
20 Tijdens de behandelingen traden geen problemen op met de produkt aan- en afvoer op de rollenband, was er steeds een mooi aaneengesloten aardappelbed van één knol dik op de rollenband en is de gewenste dosering prachtig verdeeld op de knollen gekomen.
25
Behandelingen met Talent (karvon)
Tegen de uitbreiding van zilverschurft zijn behandelingen met Talent uitgevoerd na: - 4 dagen in cel 21 (350 ml) objecten 10 en 12 en in cel 30 13 (700 ml) object 11; - 49 dagen in cel 21 (350 ml) objecten 4 t/m 10 en 12 en in cel 13 (7 00 ml) object 11; - 81 dagen in cel 28 (350 ml) objecten 4 t/m 10 en 12 en in cel 13 (700 ml) object 11.
35 1005100 - 13 -
Ter bestrijding van Fusarium solani var. coeruleuir, en Fusarium sulphureum zijn behandelingen met Talent uitgevoerd na: - 0 dagen in cel 21 (350 ml) objecten 10 en 12 en in cel 5 13 (700 ml) object 11; - 42 dagen in cel 18 en 28 (350 ml) objecten 4 t/m 10 en 12 en in cel 21 (700 ml). voor object 11.
De geplande behandeling na 84 dagen (resp. 2e behandeling voor objecten 4 t/m 9 en 3e behandeling voor de objecten 10 10 t/m 12) werd achterwege gelaten wegens voldoende verschillen in aantasting.
Ter bestrijding van Phoma exigua var. foveata zijn behandelingen met Talent uitgevoerd na: - 0 dagen in cel 17 (350 ml) objecten 10 en 12 en in cel 15 13 (700 ml) obj . 11; - 38 dagen in cel 17 (350 ml) objecten 4 t/m 10 en 12 en in cel 13 (700 ml) obj. 11. De geplande behandeling na 90 dagen (resp. 2e beh. voor objecten 4 t/m 9 en 3e beh. voor de objecten 10 t/m 12 werd achterwege gelaten wegens voldoende 20 verschillen in aantasting.
Het karvongehalte in de bewaaratmosfeer werd bepaald door middel van adsorptie van karvon aan het adsorbens Tenax, gevolgd door thermodesorptie koudeval injectie op de GC (gaschromatograaf).
25 Gedurende het bewaarseizoen werden wekelijks luchtmonsters in de bewaarcellen genomen. Afhankelijk van de te verwachten karvonconcentratie werd gedurende 15 tot 60 seconden 1 ml.lucht/sec. aangezogen door glazen buisjes gevuld met 100 mg. Tenax TA (20-35 mesh). De luchtmonsters 30 werden boven in de bewaarcellen genomen. Op de behandelingsdata werd zowel vóór als ± 1 uur na doseren een monster genomen. De bemonstering werd in enkelvoud uitgevoerd.
Voor de beladen Tenax buisjes werden geanalyseerd werd, als interne standaard, 0.3 μΐ van een l-methylnaphtaleen 35 oplossing in hexaan toegevoegd (l-methylnaphtaleen conc.
0.3 mg/1).
1005100 - 14 -
Fungicide werking tegen zilverschurft
Voor het vaststellen van de begin aantasting van zilverschurft werden bij de start van de proeven twaalf monsters è. 25 knollen verzameld en beoordeeld. Voor een 5 tussentijdse beoordeling werden na 91 dagen per behandeling/middel/combinatie van middelen en herhaling ad random 25 knollen verzameld. Na 92 dagen werden deze monsters gewassen en de knollen aan één zijde beoordeeld op het voorkomen van zilverschurft. De eindbemonstering vond plaats 10 na 132 dagen. Afhankelijk van het met zilverschurft bedekte knoloppervlak werden de knollen in klassen ingedeeld. De volgende klassen werden onderscheiden:
Klasse I - 0 % knolopp.aangetast - gem. 0 %
Klasse II 0 - 5 % knolopp.aangetast - gem. 2.50% 15 Klasse III 5 - 12.5% knolopp.aangetast - gem. 8.75%
Klasse iv 12.5 - 25 % knolopp.aangetast - gem. 18.75%
Klasse v 25 50 % knolopp.aangetast - gem. 37.50%
Klasse VI 50 - 75 % knolopp.aangetast - gem. 62.50%
Klasse vu 75 - 100 % knolopp.aangetast - gem. 87.50% 20
Door het aantal knollen in de verschillende klassen te vermenigvuldigen met het gemiddelde percentage aangetast knoloppervlak van de betreffende klasse, deze produkten te sommeren en het totaal te delen door het aantal beoordeelde 25 knollen (25), werd per monster een gemiddeld percentage zilverschurftaantasting verkregen.
Fungicide werking tegen Fusarlum solani var.coeruleum
De beoordeling op Fusarium solani var. coeruleurn werd 30 uitgevoerd na 78 en 79 dagen. Ook hierbij werden voor de betreffende varianten en herhalingen het totaal aantal knollen en het aantal door genoemde schimmel aangetaste knollen bepaald.
35 Fungicide werking tegen Fusarlum sulphureum + en -
De beoordeling op deze aantastingen werd uitgevoerd na 80 en 81 dagen. Ook hierbij werden voor de betreffende varianten 1005100 - 15 - en herhalingen het totaal aantal knollen en het aantal door Fusarium sulphureum aangetaste knollen bepaald.
Fungicide werking tegen Phoma exigua var.foveata 5 De beoordeling op aantasting van Phoma vond plaats na 60 dagen. Hierbij werden voor de betreffende varianten en herhalingen het totaal aantal knollen en het aantal door Phoma aangetaste knollen vastgesteld.
10 Statistische verwerking gegevens
Om te kunnen nagaan of de middelen/combinaties betrouwbaar van elkaar en van de niet behandelde aardappelen verschilden t.a.v. de aantasting met verschillende schimmelziekten werd een variantie-analyse uitgevoerd die een 15 l.s.d. waarde (least significant difference) oplevert. De gemiddelden van de middelen/formuleringen verschillen per ziekte significant, bij een betrouwbaarheid van 95%, als hun verschil groter is dan de l.s.d. waarde.
20 RESULTATEN
Bewaring
Ventilatie, temperatuur en luchtvochtigheid.
De acht gebruikte bewaarcellen waren uitgerust met 25 buitenluchtkoeling. Deze cellen waren ook voorzien van elektrische verwarmingselementen. Via verwarming en hoofdzakelijk interne ventilatie kon in alle cellen de gewenste temperatuur worden gehandhaafd tijdens de bewaring.
Om een eventuele verhoging van de CO2-concentratie in de 30 cellen te voorkomen werd regelmatig wat buitenlucht bijgemengd. De temperatuurregeling verliep via thermostaten op de elektrische verwarmingselementen. De temperatuurcontrole vond plaats via geijkte elektronische uitleesapparatuur. Tijdens de bewaring konden de nagestreefde temperaturen goed 35 worden gehandhaafd. De luchtvochtigheid in de cellen varieerde van 85-95%, nl. in de zilverschurft cellen van 90-95% en in de overige cellen van 85-90%.
1005100 - 16 -
Karvongehalte in de bewaaratmosfeer
De resultaten van de metingen zijn weergegeven in Figuren 1-5. Bij alle vijf cellen trad na het doseren met Talent 5 (karvon) een snelle daling in het karvongehalte op. Gemiddeld over het bewaarseizoen waren de karvongehalten vrij laag. Waar een dubbele dosering werd toegepast bleef de concentratie gemiddeld hoger dan bij de normale dosering.
10 Funigicide werking
Zilverschurft aantasting
In tabel 1 zijn de resultaten van de tussentijdse metingen op zilverschurft samengevat.
15 Tabel 1: Aantasting door zilverschurft na 92 dagen.
Gem. % door Obj eet zilverschurft nr. bedekt knol- 20 oppervlak 11 9 10 8 30 6 7 2© 12© 5© 4© ΐΘ 2.9591__11_____________ 3.8870__9__*____________ 4.8375__10 *__+___________ 5.0500__8_ __1___________ 25 5,1750__3__*__*___________ 5.8125__6 *____*_________ 6.0577__7__*__*__*__*__*________ 9.0188__2 *__*__*__* * * *______ 9.2625__12 *__*__*__* * * *______ 30 10.7904__5 *__*__*__* * * * * *____ 14.0745 4 ·*★★***** * * 21.8515 1 **+★**★* * * * LSD =0.6498 ©= vergelijkend voorbeeld * geven significante verschillen aan 1005100 - 17 -
De begin-aantasting met zilverschurft, bedroeg bij aanleg 3.975 ± 1.0941.
Uit tabel l kan worden afgeleid dat na ca. 13 weken bewaren (juist vóór de 2e Talent behandeling van de objecten 5 4 t/m 9 en de 3e behandeling van de objecten 10 t/m 12) alle middelen/combinaties een significant bestrijdingseffeet tegen zilverschurft vertonen.
Onderlinge vergelijking laat zien dat object 11 (Luxan Fungaflor EC en 2x een dubbele dosering van Talent) het beste 10 bestrijdingseffect vertoont, direct gevolgd door object 9 (D4109 EC met lx Talent).
Ook object 10 (Luxan Fungaflor EC met 2x Talent), object 8 (hogere dosering D4108 EC met lx Talent), object 3 (1.5x hogere dosering met Luxan Fungaflor EC), object 6 (D4112 EC + 15 Luxan Fungaflor EC en lx Talent) en object 7 (lagere dosering van D4108 EC en lx Talent) vertonen een goed bestrijdingseffeet.
Ten opzichte van de reeds genoemde objecten blijft het bestrijdingseffect van object 2 (normale dosering van Luxan 20 Fungaflor EC), object 12 (2x Talent) en object 5 (hogere dosering van D4112 EC en lx Talent) wat achter. De werking van object 4 (lagere dosering van D4112 EC met lx Talent) blijkt het minst effectief te zijn.
De resultaten van de eindbeoordeling op zilverschurft 25 zijn samengevat in tabel 2.
1005100 - 18 -
Tabel 2: Aantasting door zilverschurft na 134 dagen (eindbeoordeling).
Gem.% door Object 5 zilverschurft nr. bedekt knol- oppervlak 11 9 10 8 3Θ 7 6 2© 5012® 4© ΐΘ 3 .7750__11_____________ 4.8894__9 *____________ 10 5.9250__10 *__+___________ 5.9875__8 * *___________ 6.587 5__3 * * *__*_________ 7.07 5 0__7 * » *__*_________ 7.1625__6 * *__*__*__*________ 15 10.0750__2__* * *__* * *______ 10.9125__5 ********_____ 11.1000__12 ********_____ ^ 312 5 4 * * * * * * * * * * 50.4530 1 ********** * 20 LSD = 0.517 1 Θ - \rergelijkend voorbeeld * geven significante verschillen aan
Ook bij de eindbeoordeling blijken alle 25 middelen/combinaties een significant bestrijdingseffeet tegen zilverschurft te vertonen.
Uit onderlinge vergelijking van effecten van de verschillende behandelingen/combinaties blijkt dat object 11 (Luxan Fungaflor EC en 3x een dubbele dosering van Talent) het 30 beste bestrijdingseffeet geeft. Qua effectiviteit wordt dit object direct gevolgd door object 9 (D4109 EC gevolgd door 2 Talentbehandelingen).
Het bestrijdingseffect van object 10 (normale dosering van Luxan Fungaflor EC gevolgd door 3x Talent) en object 8 35 (hogere dosering van D4108 EC, gevolgd door 2x Talent) is vergelijkbaar en goed.
1005 1 oo - 19 -
Ook het bestrijdingseffeet van object 3 (l.5x hogere dosering van Luxan Fungaflor EC) en object 7 (lagere dosering van D4108 EC, gevolgd door 2x Talent) is vergelijkbaar en kan goed worden genoemd.
5 Daarnaast kan ook het bestrijdingseffeet van object 6 (D4112 EC + Luxan Fungaflor EC, gevolgd door 2x Talent) en object 7 als vergelijkbaar en goed worden aangemerkt.
Verder blijkt het bestrijdingseffeet van object 2 (normale dosering van Luxan Fungaflor EC) betrouwbaar beter te 10 zijn dan van object 5 (hogere dosering van D4112 EC, gevolgd door 2x Talent) en object 12 (3x Talent).
Het minst effectief van alle middelen/combinaties is tenslotte object 4 (lagere dosering van D4112 EC, gevolgd door 2x Talent).
15
Fusarlum solani var. coeruleum aantasting
In tabel 3 zijn de resultaten van de metingen op aantasting met Fusarium solani var. coeruleum samengevat.
Uit tabel 3 blijkt dat met uitzondering van object 2 en 20 3 (2 doseringen van Luxan Fungaflor EC) alle overige middelen/combinaties een significante werkzaamheid tegen Fusarium solani var. coeruleum vertonen.
Bij onderlinge vergelijking van de werkzaamheid van de middelen/combinaties blijkt object 11 (Luxan Fungaflor EC, 25 gevolgd door 2x een dubbele dosering van Talent) verreweg het beste bestrijdingseffeet te geven.
Van de overige objecten is het bestrijdingseffeet duidelijk minder. De beste resultaten worden hier gescoord door object 6 (D4112 EC + Luxan Fungaflor EC en lx Talent). De 30 objecten 8 en 7 (2 doseringen van D4108 EC en lx Talent) volgen qua resultaat hierop. Vervolgens blijken de twee doseringen van D4112 EC, gevolgd door lx Talent (obj. 5 en 4) een betere werkzaamheid te vertonen dan D4109 EC, gevolgd door lx Talent (obj. 9). Luxan fungaflor EC, gevolgd door 2x Talent 35 (object 10) en alleen 2x Talent (object 12) vertonen de geringste werkzaamheid.
1005100 - 20 -
Tabel 3: Aantasting door Fusarium solani var. coeruleum na 78 en 79 dagen.
Gem.% door Object 5 Fusari urn nr.
solani aange- taste_knollen__11 6 8 7 50 4© 9 10 12© 3© 2© l© 0.4577__11_____________ 33.2551__6__*____________ 10 36.8685__8__j__*___________ 38.9499__7 * * *__________ 40.6612__5 * * *__*_________ 41.2594__4 * * *__*_________ 43.3129__9 * * *__* * *_______ 15 46.1805__10 * * *__* * * *______ 49.9334__12 ********____ 78.1109 3 ********* 78.6097 2 ******** * 78.6422 1 * * * * * * * * * 20 LSD = 1.2952 0 = vergelijkend voorbeeld * geven significante verschillen aan
Fusarium sulphureum+ aantasting (resistent tegen 25 thiabendazool)
In tabel 4 zijn de resultaten van de metingen op aantasting met Fusarium sulphureum+ samengevat.
Uit tabel 4 blijkt dat alle middelen/combinaties een significante werkzaamheid tegen Fusarium sulphureum+ vertonen. 30 Bij onderlinge vergelijking van de werkzaamheid van de middelen/combinaties blijkt het bestrijdingseffeet van object 11 (Luxan Fungaflor EC en 2x een dubbele dosering van Talent) verreweg het grootst te zijn.
Als meest effectief daarna kunnen object 9 (D4109 EC en 35 lx Talent) en object 8 (hogere dosering van D4108 EC en lx
Talent) worden aangemerkt. Daarna kunnen de objecten 7 (lagere 1005100 - 21 - dosering van D4108 EC en lx Talent) en 10 (Luxan Fungaflor EC en 2x Talent) nog als vij goed werkzaam worden genoemd.
Duidelijk als minst werkzaam kunnen object 5 (hogere dosering van D4112 EC en lx Talent), object 12 (2x Talent) en 5 met name object 4 (lagere dosering van D4112 EC en lx Talent) worden aangeduid.
Tabel 4: Aantasting door Fusarium sulphureum + na 80 en 81 dagen.
10 t
Gem.% door Object
Fusarium nr.
sulphureum + aangetast kn. 11 9 8 7 10 3© 6 2® 5Θ 12Θ 4© 1Θ 15 2.4951__11_____________ 9.4974______________ 10.1217__8__*____________ 14.1231__7 * * *__________ 16.1122__10 * * * *_________ 20 21.8768__3 * * * * *________ 26.2313__6__* * * * * *_______ 26.8985__2 * * * * ♦__*_______ 45.827 6__5 ********_____ 46.7307__12 ********_____ 25 59.7406__4 **********___ 69.7572 1 *********** LSD = 0.9457 0 = vergelijkend voorbeeld * geven significante verschillen aan 30 1 0 0 5 1 0 0 - 22 -
Fusarium sulphureum- aantasting (niet resistent tegen thiabendazool)
In tabel 5 zijn de resultaten van de metingen op 5 aantasting met Fusarium sulphureum- samengevat.
Tabel 5: Aantasting door Fusarium sulphureum- na 80 en 81 dagen.
10 Gem.% door Object Fusarium nr.
sulphureum - aangetaste kn 9 8 11 7 6 302® ίο 12Θ 5Θ 4Θ 10 1.7 57 0__9___________ 15 1.87 3 8__8_____________ 2.2962__11_____________ 4.8217__7 * * *_________ 14.2680__6 * * * *______ 16.4422__3__* * * * *___ 20 19.5182__2 * * *__*__*__*_______ 22 0268__IQ * * *__* ★ * *__ 2 5.8261_ 12 ******** 3 6.4681_ 5 ********* 56.4031__4 ****** * * * * 25 72.1372__1 * * *__*__* * * * * * * LSD =0.7864 ©= vergelijkend voorbeeld * geven significante verschillen aan 30 Uit tabel 5 blijkt dat alle middelen/combinaties ook een significante werkzaamheid tegen Fusarium sulphureum- hebben.
Onderlinge vergelijking van de werkzaamheid van de middelen/combinaties laat zien dat object 9 (D4109 EC en lx 35 Talent), object 8 (hogere dosering D4108 EC en lx Talent) en object ll (Luxan Fungaflor EC en 2x dubbele dosering van 1005100 - 23 -
Talent) het beste bestrijdingseffeet geven. Ook object 7 (lagere dosering D4108 EC en lx Talent) vertoont een zeer goede werkzaamheid.
Het bestrijdingseffeet van alleen Luxan Fungaflor EC 5 (object 2 en 3) is beter dan van de combinatie van Luxan Fungaflor EC en lx Talent (object 10). Tenslotte kan nog worden aangegeven dat de behandelingen met middelen die alleen karvon bevatten (objecten 4, 5 en 12) een minder effectief bestrijdingsresultaat laten zien.
10
Aantasting door Phoma exigua var. foveata
In tabel 6 zijn de resultaten van de metingen op Phoma exigua var. foveata samengevat.
15 Tabel 6: Aantasting door Phoma exigua var. foveata na 60 dagen.
Gem.% door Object
Phoma nr.
20 aangetaste- knollen___H)__8__7__6__9 11 12Θ 3® 5Θ 2Θ 4© 1Θ 15.7021__10_____________ 28.5433__8 *____________ 30,3914__7 *__*___________ 25 35.5336__6 *__*__*_____________ 38,4544__9 * * * *_________ 41.0350__11 *__*__ +________ 54.9223__12 *__*__ *__*_______ 64.0668__3__****** *______ 30 71.1260__5 ********_____ 75.6513__2 * * * *__*__* * * *____ 79.9465 4 ******* *** 95.4509 1 *********** 35 LSD = 1.3279 © = vergelijkend voorbeeld * geven significante verschillen aan 1005100 - 24 -
Uit tabel 6 blijkt dat alle middelen/combinaties een significante werkzaamheid tegen Phowa exigua var. foveata hebben.
5 Bij onderlinge vergelijking van de werkzaamheid van de verschillende middelen/combinaties komt object 10 (Luxan Fungaflor EC en 2x Talent) als meest effectief naar voren. Daarna scoort de formulering D4108 EC met lx Talent (object 8 en 7) het beste.
10 Qua bestrijdingseffeet volgen daarna object 6 (D4112 EC +
Luxan Fungaflor EC en lx Talent), object 9 (D4109 EC en lx Talent) en object 11 (Luxan Fungaflor EC en 2x een dubbele dosering van Talent).
De werkzaamheid van behandelingen met alleen karvon 15 (object 4, 5 en 12) en alleen imazalil (object 2 en 3) was duidelijk minder effectief.
1005100
Claims (13)
1. Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen, omvattende een combinatie van karvon en één of meer fungiciden.
2. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin als 5 fungicide één of meer verbindingen uit de klassen die actief zijn tegen Helmïnthosporium spp., o.a. Helmïnthosporium solani, Phoma spp., o.a. Phoma exigua var. exigua en/of Phoma exigua var. foveata, Fusarium spp., o.a. Fusarium sulphureum, Fusarium solani en/of Fusarium solani var. coeruleum, en/of 10 Phytophthora spp., o.a. Phytophthora erythroseptica, wordt toegepast.
3. Samenstelling volgens conclusie 2, waarbij als fungicide één of meer verbindingen gekozen uit de groep bestaande uit imazalil, carbendazim, prochloraz en 15 thiabendazol toegepast worden.
4. Samenstelling volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat deze samenstelling een geschikte drager omvat.
5. Samenstelling volgens een van de conclusies 1-4, met 20 het kenmerk, dat deze samenstelling de vorm heeft van een oplossing, granules, een pasta, een emulsie, een suspensie, een suspo-emulsie of een poeder.
6. Samenstelling volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat deze samenstelling tevens geschikte 25 oplosmiddelen, vulmiddelen of andere gebruikelijk aanwezige middelen omvat.
7. Samenstelling volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de samenstelling een emulsie is in water of in een waterige oplossing.
8. Samenstelling die van 400-600 g/1 karvon en 50-250 g/1 imazalil bevat.
9. Werkwij ze voor het remmen van kieming in aardappelen en/of het weren van schimmels, waarbij aardappelen worden behandeld met karvon en één of meer fungiciden. 1005100 - 26 -
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aardappelen in kontakt worden gebracht met karvon en één of meer fungiciden door deze te vernevelen, versproeien, verstuiven, verstrooien of verdampen.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat een samenstelling volgens een van de conclusies 1-8 wordt toegepast.
12. Toepassing van een samenstelling volgens een van de conclusies 1-8 voor het remmen van de kieming in aardappelen. 10
13. Toepassing van een samenstelling volgens conclusies 1-8 voor het bestrijden van schimmels. 1005100
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005100A NL1005100C2 (nl) | 1997-01-27 | 1997-01-27 | Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen. |
DE69813337T DE69813337T2 (de) | 1997-01-27 | 1998-01-27 | Keimungshemmende und/oder fungizide Zusammensetzung für Kartoffeln |
EP98200232A EP0857421B1 (en) | 1997-01-27 | 1998-01-27 | Sprout inhibiting and/or anti-fungal composition for potatoes |
AT98200232T ATE237224T1 (de) | 1997-01-27 | 1998-01-27 | Keimungshemmende und/oder fungizide zusammensetzung für kartoffeln |
CA002225061A CA2225061C (en) | 1997-01-27 | 1998-01-27 | Sprout inhibiting and/or anti-fungal composition for potatoes |
ES98200232T ES2198642T3 (es) | 1997-01-27 | 1998-01-27 | Composicion inhibidora de la germinacion y/o fungicida para las patatas. |
US09/014,162 US6001773A (en) | 1997-01-27 | 1998-01-27 | Sprout inhibiting and/or anti-fungal composition for potatoes |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005100 | 1997-01-27 | ||
NL1005100A NL1005100C2 (nl) | 1997-01-27 | 1997-01-27 | Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005100C2 true NL1005100C2 (nl) | 1998-07-29 |
Family
ID=19764284
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005100A NL1005100C2 (nl) | 1997-01-27 | 1997-01-27 | Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6001773A (nl) |
EP (1) | EP0857421B1 (nl) |
AT (1) | ATE237224T1 (nl) |
CA (1) | CA2225061C (nl) |
DE (1) | DE69813337T2 (nl) |
ES (1) | ES2198642T3 (nl) |
NL (1) | NL1005100C2 (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20030228381A1 (en) * | 2001-07-20 | 2003-12-11 | Council Of Scientific And Industrial Research | Bioavailability enhancing activity of Carum carvi extracts and fractions thereof |
GB0508993D0 (en) | 2005-05-03 | 2005-06-08 | Syngenta Participations Ag | Pesticidal compositions |
US20070078058A1 (en) * | 2005-10-04 | 2007-04-05 | Aceto Agricultural Chemicals Corp. | Use of MCPP to inhibit tuber sprouting |
US20070135307A1 (en) * | 2005-12-08 | 2007-06-14 | Aceto Agricultural Chemicals Corp. | Inhibition of tuber sprouting |
US20080103212A1 (en) * | 2006-10-27 | 2008-05-01 | Sukas Wartanessian | Treatment of fruit in storage facility with solid derived diphenylamine anti scald agent |
FR2923356B1 (fr) * | 2007-11-09 | 2010-01-22 | Xeda International | Utilisation de solutions d'huile de menthe ou de l-carvone pour le traitement fongicide et/ou antigerminatif des bulbes et/ou tubercules |
FR2923355B1 (fr) * | 2007-11-09 | 2012-08-03 | Xeda International | Utilisation d'une emulsion d'huile de menthe ou de l-carvone pour le traitement fongicide des fruits, legumes ou plantes |
FR2967012B1 (fr) * | 2010-11-09 | 2013-06-28 | Xeda International | Procede de traitement antigerminatif pour bulbes et/ou tubercules |
DE102011117895A1 (de) | 2011-11-04 | 2013-05-08 | Sourcon-Padena Gmbh & Co. Kg | Behandlung und/oder Prophylaxe von Lagerkrankheiten bei Erntegut |
US20220125049A1 (en) * | 2013-01-30 | 2022-04-28 | Agrofresh Inc. | Method and system for centralized management, monitoring, and controlled delivery of biological compounds to fruit storage rooms |
EP3011835B1 (en) | 2014-10-20 | 2020-04-08 | Arysta LifeScience Benelux Sprl | Method for anti-sprouting tuber treatment with reduced amount of CIPC |
CN108366555A (zh) * | 2015-10-13 | 2018-08-03 | 博凯普有限公司 | 用于处理作物的腐败阻滞剂组合物 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3787566A (en) * | 1969-07-29 | 1974-01-22 | Holliston Labor Inc | Disinfecting aerosol compositions |
WO1995009536A1 (en) * | 1993-10-04 | 1995-04-13 | B.V. Chemische Pharmaceutische Industrie 'luxan' | Composition suitable for inhibiting potato sprouting and/or fungoid growth |
WO1995012311A1 (en) * | 1993-11-03 | 1995-05-11 | The United States Of America, Represented By The Secretary Of Agriculture | Natural suppression of sprouting in stored potatoes using jasmonates |
DE19523320A1 (de) * | 1995-06-27 | 1997-01-02 | Henkel Ecolab Gmbh & Co Ohg | Terpenhaltige Desinfektionsmittel-Konzentrate und ihre Verwendung |
-
1997
- 1997-01-27 NL NL1005100A patent/NL1005100C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-01-27 AT AT98200232T patent/ATE237224T1/de active
- 1998-01-27 CA CA002225061A patent/CA2225061C/en not_active Expired - Fee Related
- 1998-01-27 DE DE69813337T patent/DE69813337T2/de not_active Expired - Lifetime
- 1998-01-27 EP EP98200232A patent/EP0857421B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1998-01-27 US US09/014,162 patent/US6001773A/en not_active Expired - Lifetime
- 1998-01-27 ES ES98200232T patent/ES2198642T3/es not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3787566A (en) * | 1969-07-29 | 1974-01-22 | Holliston Labor Inc | Disinfecting aerosol compositions |
WO1995009536A1 (en) * | 1993-10-04 | 1995-04-13 | B.V. Chemische Pharmaceutische Industrie 'luxan' | Composition suitable for inhibiting potato sprouting and/or fungoid growth |
WO1995012311A1 (en) * | 1993-11-03 | 1995-05-11 | The United States Of America, Represented By The Secretary Of Agriculture | Natural suppression of sprouting in stored potatoes using jasmonates |
DE19523320A1 (de) * | 1995-06-27 | 1997-01-02 | Henkel Ecolab Gmbh & Co Ohg | Terpenhaltige Desinfektionsmittel-Konzentrate und ihre Verwendung |
Non-Patent Citations (3)
Title |
---|
"AZOXYSTROBIN COMPOSITIONS", RESEARCH DISCLOSURE, no. 390, October 1996 (1996-10-01), pages 673/674, XP000639940 * |
CHEMICAL ABSTRACTS, vol. 79, no. 17, 29 October 1973, Columbus, Ohio, US; abstract no. 101538, D.BOMMER ET AL.: "Experiments on the control of potato tuber rotting by Fusarium coeruleum" XP002042024 * |
LANDBAUFORSCH.VOELKENRODE, vol. 22, no. 2, 1972, pages 123 - 128 * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE69813337T2 (de) | 2004-03-04 |
ATE237224T1 (de) | 2003-05-15 |
CA2225061C (en) | 2008-07-22 |
ES2198642T3 (es) | 2004-02-01 |
EP0857421A1 (en) | 1998-08-12 |
EP0857421B1 (en) | 2003-04-16 |
CA2225061A1 (en) | 1998-07-27 |
US6001773A (en) | 1999-12-14 |
DE69813337D1 (de) | 2003-05-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1005100C2 (nl) | Kiemremmende en/of schimmelwerende samenstelling voor aardappelen. | |
RU2418411C2 (ru) | Композиции пестицидов и способ их получения и применения | |
EP0725562B1 (en) | Ingestable mollusc poisons | |
SK972001A3 (en) | ENVIRONMENTALLY COMPATIBLE PROCESSES COMPOSITIONS AND MATERIALSì (54) TREATED THEREBY | |
US5849664A (en) | Composition suitable for inhibiting potato sprouting and/or fungoid growth | |
CA2114102C (en) | Natamycin treatment of dried whole kernel grains | |
Green et al. | A field comparison of malathion, dichlorvos and fenitrothion for the control of Oryzaephilus surinamensis (L.)(Coleoptera, Silvanidae) infesting stored barley | |
US8685476B2 (en) | Polysiloxane (silicone) treatment composition for suppression of mold and spoilage on animal feed and forage, and methods of using same | |
Rajendran | Grain storage: Perspectives and problems | |
Booth et al. | Considerations relevant to the storage of ware potatoes in the tropics | |
Perlasca | Chemical control of sprouting in white potatoes | |
Collins et al. | Periods of protection provided by different formulations of pirimiphos-methyl and etrimfos, when admixed with wheat, against four susceptible storage beetle pests | |
EP1180934B1 (en) | Rodenticidal composition | |
US6103793A (en) | Composition and process for retarding drift and promoting deposition in a spraying operation | |
Beckley | Protection of grain against weevils | |
WO2000051433A1 (en) | Low toxicity insecticides | |
Gillenwater et al. | Pyrethrum for Control of Household and Stored-Product Insects' | |
WO1986007238A1 (en) | Method of inhibiting mycotoxin formation in human and animal foodstuffs | |
CN104094948A (zh) | 一种含噻虫嗪、咯菌腈的三元复配农药 | |
DD275390A1 (de) | Neues mittel zur getreidekonservierung | |
CN111669970A (zh) | 用于对食品产品进行预防性处理的方法 | |
CN113632834A (zh) | 稻谷的应急防霉处理方法 | |
CZ32478U1 (cs) | Biologický prostředek pro posklizňovou ochranu ovoce a/nebo zeleniny | |
CN107549197A (zh) | 防治软体动物的农药的制备方法 | |
WO2011014295A1 (en) | Polysiloxane (silicone) treatment composition for suppression of mold and spoilage on animal feed and forage, and methods of using same |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20040801 |