NL1004331C2

NL1004331C2 - Heavy injection moulding closure unit producing large complex objects

Info

Publication number: NL1004331C2
Application number: NL1004331A
Authority: NL
Inventors: Arnoldus Van Belkom; Berend Jan Van Dijk
Original assignee: Foma B V
Priority date: 1996-10-22
Filing date: 1996-10-22
Publication date: 1998-04-24

Abstract

The mould clamping unit operates at very high clamping forces of 500 tons and above, resulting from comparatively low pressure injection into large volume moulds, and it is used in an injection moulding machine producing voluminous products. There are two bed plates (8, 9), one fixed, one moving, to carry the mould sections. Guides (2) pass through openings (7) in these plates. Insert openings (10) receive auxiliary units (12) on mould support block sections (11) to transmit extremely high clamping forces, mainly generated by direct contact between plates (8, 9) and the mould support block (11). The long guides (2) include spacers (3) limiting the mutual separation of the plates in closure, including the blocks (11), when clamping forces act along the guides. Also claimed is the manufacture of an injection moulded product using the mould clamping device.

Description

Korte aanduiding: Matrijssysteem voor het vormen van put- bodems met aansluitmoffen, draaginrich-ting voor een matrijs van een dergelijk matrijssysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een putbodem.Brief designation: Mold system for forming well bottoms with connecting sleeves, mold supporting device of such a mold system and method for manufacturing a well bottom.

De uitvinding heeft betrekking op een matrijssysteem voor het vormen van putbodems met aansluitmoffen.The invention relates to a mold system for forming well bottoms with connecting sleeves.

Kunststofputbodems worden vanwege hun afmetingen en de relatief kleine produktieaantallen over het algemeen 5 gevormd met behulp van de techniek van het rotatiegieten. De maattoleranties van de met de techniek van het rotatiegieten gevormde produkten zijn groot. Verder heeft het rotatiegieten een lange cyclustijd en is voor het proces een hoogwaardig kunststof nodig. De grondstof voor produk-10 ten die met behulp van rotatiegieten worden vervaardigd moet zuiver zijn en in poedervorm in de matrijs voor rotatiegieten ingebracht worden.Because of their dimensions and the relatively small production numbers, plastic well bottoms are generally formed using the technique of rotational molding. The dimensional tolerances of the products formed by rotational molding techniques are large. Rotational molding also has a long cycle time and a high-quality plastic is required for the process. The raw material for products manufactured by rotational molding must be pure and introduced into the rotational molding mold in powder form.

Dit alles brengt met zich mee, dat de kosten van het rotatiegieten hoog zijn. Om de cyclustijd te verkorten en 15 de mogelijkheid te hebben van het gebruik van laagwaardige, bijvoorbeeld hergebruikte, kunststof geniet de techniek van het spuitgieten de voorkeur. Voor grote produkten als putbodems is met name het lagedruk-spuitgieten een geschikte techniek.All this means that the costs of rotational molding are high. In order to shorten the cycle time and to have the possibility of using low-grade, for instance recycled, plastic, the technique of injection molding is preferred. For large products such as well bottoms, low-pressure injection molding is a particularly suitable technique.

20 Spuitgietmatrijzen voor grote produkten als putbodems zijn echter aanzienlijk kostbaarder dan matrijzen voor rotatiegieten. Een groot aantal matrijzen zou de kostenbesparing door de gereduceerde cyclustijd en de toepassing van hergebruikte kunststof tenietdoen. Daarbij komt dat 25 putbodems in vele variaties gevormd moeten worden. Voor elke diameter en aansluithoek van de op een putbodem aan te sluiten buizen moet een specifieke putbodem vervaardigd worden met aansluitmoffen van de juiste diameter en onder de juiste hoek. Dit betekent evenzo veel matrijzen als er 30 putbodemvariaties nodig zijn. Met name de varianten die sporadisch gebruikt worden zouden hierdoor onbetaalbaar worden.However, injection molds for large products such as well bottoms are considerably more expensive than molds for rotational molding. A large number of molds would eliminate the cost savings due to the reduced cycle time and the use of recycled plastic. In addition, 25 well bottoms must be formed in many variations. For each diameter and connection angle of the pipes to be connected to a well bottom, a specific well bottom must be manufactured with connection sleeves of the correct diameter and at the correct angle. This means as many molds as 30 well bottom variations are needed. In particular, the variants that are used sporadically would become prohibitively expensive.

1004331 21004331 2

Het doel van de uitvinding is een matrijssysteem voor het vormen van putbodems met aansluitmoffen te verschaffen, waarbij de putbodems vervaardigd kunnen worden met behulp van de techniek van het spuitgieten, maar waarbij 5 de matrijskosten binnen aanvaardbare grenzen blijven.The object of the invention is to provide a mold system for forming well bottoms with connecting sleeves, wherein the well bottoms can be manufactured using the injection molding technique, but the mold costs remain within acceptable limits.

Dit doel wordt bereikt met een matrijssysteem volgens conclusie 1.This object is achieved with a mold system according to claim 1.

Met een dergelijke matrijssysteem kan elke gewenste putbodemvariant gevormd worden. Door de toepassing van 10 zijdeelsegmenten die samengesteld zijn uit een basisdeel en een wisseldeel, waarbij het wisseldeel het al of niet aanwezig zijn van een aansluitmof in een putbodem en de diameter daarvan bepaalt, kunnen de matrijskosten binnen aanvaardbare grenzen worden gehouden.Any desired well bottom variant can be formed with such a mold system. By using 10 side segments composed of a base part and a change part, wherein the change part determines whether or not a connection sleeve is present in a well bottom and the diameter thereof, the mold costs can be kept within acceptable limits.

15 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van het matrijs systeem volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies 2-7.Further preferred embodiments of the mold system according to the invention are defined in the dependent claims 2-7.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting zoals vastgelegd in conclusie 8 en een werkwijze 20 zoals vastgelegd in conclusies 9 en 10.The invention also relates to a device as defined in claim 8 and a method 20 as defined in claims 9 and 10.

In het hiernavolgende zal een voorkeursuitvoeringsvorm van het matrijssysteem volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een aantal putbodems weergeeft die gevormd 25 kunnen worden met een matrijssysteem volgens de uitvinding, fig. 2 schematisch in een vertikale doorsnede een gedeelte van een matrijs van het matrijssysteem volgens de uitvinding weergeeft, 30 fig. 3 schematisch in een horizontale doorsnede een uit zijdeelsegmenten opgebouwd zijdeel van een matrijs van het matrijssysteem volgens de uitvinding weergeeft, fig. 4 schematisch een andere uitvoeringsvorm van een zijdeel van een matrijs van het matrijssysteem volgens de 35 uitvinding weergeeft, fig. 5 een vooraanzicht is van een zijdeelsegment dat kan worden toegepast bij het matrijssysteem volgens de 1004331 3 uitvinding, fig. 6 een bovenaanzicht is van het zijdeelsegment van fig. 5, fig. 7 een vooraanzicht is van een wisseldeel dat de 5 binnenvorm bepaalt van een aansluitmof met een diameter die kleiner is dan de maximale diameter, fig. 8 een perspectivisch aanzicht is van een zeer schematisch weergegeven andere uitvoeringsvorm van een matrijs volgens het matrijssysteem van de uitvinding, 10 fig. 9 een diagram weergeeft met een andere hoekver- deling van de segmenten dan in fig. 3 en 4.In the following, a preferred embodiment of the mold system according to the invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: fig. 1 shows a number of well bottoms that can be formed with a mold system according to the invention, fig. 2 schematically in a vertical cross-section shows a part of a mold of the mold system according to the invention, fig. 3 schematically shows in horizontal section a side part of a mold of the mold system according to the invention built up from side segments, fig. 4 schematically shows another embodiment of a side part of a mold of the mold system according to the invention, fig. 5 is a front view of a tilt segment which can be used with the mold system according to the 1004331 3, fig. 6 is a top view of the tilt segment of fig. 5, fig. 7 is a front view of a switch part defining the inner shape of a connection sleeve with a diameter smaller than the maximum diameter, fig. 8 is a perspective view of a very schematically shown other embodiment of a mold according to the mold system of the invention, fig. 9 shows a diagram with a different angular distribution of the segments than in fig. 3 and 4.

fig. 10 schematisch een inrichting weergeeft waarop de delen van een matrijs van het matrijssysteem volgens de uitvinding kunnen worden gemonteerd.Fig. 10 schematically shows a device on which the parts of a mold of the mold system according to the invention can be mounted.

15 In fig. 1 wordt een aantal putbodemtypes A, B, C, D, E, F getoond, die elk vervaardigd zijn met een matrijs van het matrijssysteem volgens de uitvinding. Alle aansluitmof f en in deze putbodems hebben dezelfde diameter. Het is echter mogelijk met andere matrijsonderdelen van het 20 matrijssysteem volgens de uitvinding een putbodem te vervaardigen met aansluitmoffen met andere hoeken en/of met onderling verschillende diameters.In Fig. 1, a number of well bottom types A, B, C, D, E, F are shown, each of which is made with a mold of the mold system according to the invention. All connection sleeves f and in these pit bottoms have the same diameter. However, it is possible to manufacture a pit bottom with other mold parts of the mold system according to the invention with connecting sleeves with different angles and / or with mutually different diameters.

De putbodemtypes A, B, C, D, E, F zijn voorzien van stromingsprofielen a, b, c, d, e, f door middel waarvan de 25 aansluitmoffen binnenin de putbodems A-F met elkaar verbonden zijn.The well bottom types A, B, C, D, E, F are provided with flow profiles a, b, c, d, e, f by means of which the connecting sleeves within the well bottoms A-F are connected to each other.

Op de stromingsprofielen a-f sluiten resp. vlakken a'-f' aan, zodanig dat elk stromingsprof iel a-f een goot vormt in de bodem van een putbodem. Deze vlakken a’-f* 30 lopen in hoofdzaak schuin af naar de stromingsprofielen a-f.Close or close on flow profiles a-f. planes a'-f 'such that each flow profile a-f forms a gutter in the bottom of a well bottom. These planes a'-f * 30 are inclined substantially to the flow profiles a-f.

Voor het vervaardigen van een putbodem wordt gebruik gemaakt van een matrijs van het matrijssysteem volgens de uitvinding. De matrijs omvat bij voorkeur acht delen, een 35 kerndeel 1, een bijpassend bodemdeel 2 en zes zijdeel-segmenten 3 (fig. 2 en 3). Voor elk type putbodem is een ander kerndeel 1 en een ander bij het kerndeel 1 passend t 004331 4 bodemdeel 2 vereist. De zijdeelsegmenten 3 bestaan elk uit een basisdeel 4 en een in een uitsparing 12 in het basisdeel 4 aangebracht losneembaar wisseldeel 5. Het kerndeel 1, het bodemdeel 2 en de zes zijdeelsegmenten 3 vormen bij 5 gesloten matrijs samen een vormholte 6 voor een putbodem. Het in fig. 2 weergegeven wisseldeel 5 omvat een kern 7 die de binnenvorm van een aansluitmof van de putbodem bepaalt. De kern 7 sluit aan op het kerndeel 1. De in de vormholte 6 gevormde putbodem omvat een bodem 14, aan-10 sluitmoffen 15, een aansluitdeel 16 en een onderste rand 17.For the production of a pit bottom, use is made of a mold of the mold system according to the invention. The mold preferably comprises eight parts, a core part 1, a matching bottom part 2 and six side part segments 3 (Figures 2 and 3). For each type of well bottom, a different core part 1 and a different bottom part 2 matching the core part 1 are required. The side segments 3 each consist of a base part 4 and a removable exchange part 5 arranged in a recess 12 in the base part 4. The core part 1, the bottom part 2 and the six side segments 3 together form a mold cavity 6 for a well bottom when the mold is closed. The switch part 5 shown in Fig. 2 comprises a core 7 which defines the inner shape of a connection socket of the well bottom. The core 7 connects to the core part 1. The well bottom formed in the mold cavity 6 comprises a bottom 14, connecting sleeves 15, a connecting part 16 and a bottom edge 17.

In fig. 3 zijn schematisch in een horizontale doorsnede ter hoogte van de wisseldelen zes zijdeelsegmenten 3 weergegeven die samen een matrijszijdeel vormen. De in 15 fig. 3 getoonde wisseldelen 5 zijn zodanig gekozen, dat met de betreffende matrijs een putbodem van het type A (zie fig. 1) vervaardigd kan worden. Daartoe zijn vier wisseldelen 5 mèt en twee zonder kern 7 uitgevoerd.Fig. 3 schematically shows in a horizontal cross-section at the height of the exchange parts six side segments 3 which together form a mold side part. The interchangeable parts 5 shown in Fig. 3 are chosen such that a well bottom of type A (see Fig. 1) can be produced with the relevant mold. For this purpose, four exchange parts 5 with and two without core 7 are constructed.

In fig. 3 is verder te zien, dat de verschillende 20 zijdeelsegmenten 3 niet zonder meer radiaal weggenomen kunnen worden, nadat de putbodem gevormd is, aangezien de hartlijnen van de aansluitmoffen niet allemaal door de hartlijn van de putbodem gaan. De richting waarlangs de zijdeelsegmenten 3 kunnen worden weggenomen, wordt bepaald 25 door de hartlijnen van de aansluitmoffen. De hartlijnen van de aansluitmoffen moeten onderling een voorafbepaalde hoek insluiten, waarbij de hartlijnen niet noodzakelijkerwijs in een zelfde vlak liggen. De vooraf bepaalde hoek is over het algemeen niet gelijk aan de door de hartlijnen 30 van de zijdeelsegmenten ingesloten hoeken.It can further be seen in Fig. 3 that the different side segments 3 cannot simply be removed radially after the well bottom has been formed, since the center lines of the connecting sleeves do not all pass through the center line of the well bottom. The direction along which the side segments 3 can be removed is determined by the axes of the connecting sleeves. The centerlines of the connection sleeves must mutually enclose a predetermined angle, the centerlines not necessarily being in the same plane. The predetermined angle is generally not equal to the angles enclosed by the center lines of the side segments.

Voor de opbouw van de matrijs is het noodzakelijk, dat de kern 7 in zijn geheel binnen de omtrek van het wisseldeel 5 valt. Wanneer de hartlijn van een zijdeelseg-ment 3 en de hartlijn van de kern 7 van het in het zij-35 deelsegment 3 geplaatste wisseldeel 5 niet evenwijdig zijn, kan de kern 7 alleen zodanig in het wisseldeel 5 geplaatst worden, dat de hartlijn van de kern 7 de hart- t 004331 5 lijn van de putbodem snijdt, wanneer de diameter van de kern 7 voldoende klein is. Bij grote diameters van de kern 7 is dit niet mogelijk, zonder dat de kern 7 gedeeltelijk buiten het wisseldeel 5 zou komen.For the construction of the mold it is necessary that the core 7 as a whole falls within the periphery of the exchange part 5. When the centerline of a side section 3 and the centerline of the core 7 of the exchange part 5 placed in the side section 3 are not parallel, the core 7 can only be placed in the exchange part 5 such that the centerline of the core 7 intersects the center line of the well bottom when the diameter of core 7 is sufficiently small. This is not possible with large diameters of the core 7, without the core 7 partially coming out of the exchange part 5.

5 In fig. 4 is schematisch een zijdeel van een matrijs van het matrijssysteem volgens de uitvinding weergegeven met in elk zijdeel segment 3 een wisseldeel 5 voor een aansluitmof. De binnenzijde van elk zijdeelsegment heeft een booglengte gelijk aan één zesde deel van de totale 10 binnenomtrek van de putbodem. De hartlijnen van drie aansluitmoffen gaan door de hartlijn van de putbodem. De hartlijnen van de andere aansluitmoffen liggen op afstand van de hartlijn van de putbodem. Dit komt voort uit de keuze van de hoeken die de hartlijnen onderling maken 15 samen met het feit dat een wisseldeel in hoofdzaak in het midden van een basisdeel is aangebracht. De hoeken die de hartlijnen van de aansluitmoffen onderling maken zijn eveneens aangeduid in fig. 4. Met de in fig. 4 aangegeven keuze van de hoeken is het mogelijk putbodems te vervaar-20 digen waarvan de aansluitmoffen een hoek maken die varieert van 45° tot 180° met stappen van 15°.Fig. 4 schematically shows a side part of a mold of the mold system according to the invention, with in each side part segment 3 an exchange part 5 for a connecting sleeve. The inside of each side segment has an arc length equal to one-sixth of the total inner circumference of the well bottom. The centerlines of three connecting sleeves pass through the centerline of the well bottom. The centerlines of the other connecting sleeves are spaced from the centerline of the well bottom. This stems from the choice of the angles which the center lines make among themselves, together with the fact that a switch part is arranged substantially in the middle of a base part. The angles which the axes of the connecting sleeves make with each other are also indicated in fig. 4. With the choice of the angles indicated in fig. 4 it is possible to produce well bottoms of which the connecting sleeves make an angle varying from 45 ° to 180 ° in steps of 15 °.

Fig. 5 en 6 tonen een vooraanzicht resp. een bovenaanzicht van een zijdeelsegment 3, waarin een wisseldeel 5 is gemonteerd dat de binnenvorm bepaalt van een aansluit-25 mof met de maximale diameter. Het basisdeel 4 is voorzien van sleuven 8, die de vormholte bepalen van verstevigings-ribben van de te vormen putbodem. Het basisdeel 4 omvat verder een deel 9, dat de vormholte bepaalt van het aan-sluitdeel 16 (zie fig. 2) van de te vormen putbodem om een 30 putschacht aan te sluiten op de putbodem.Fig. 5 and 6 show a front view, respectively. a top view of a side segment 3, in which a switch part 5 is mounted, which defines the inner shape of a connecting sleeve with the maximum diameter. The base part 4 is provided with slots 8, which define the mold cavity of reinforcing ribs of the well bottom to be formed. The base part 4 further comprises a part 9, which defines the mold cavity of the connecting part 16 (see fig. 2) of the well bottom to be formed in order to connect a well shaft to the well bottom.

Het wisseldeel 5 is in de uitsparing 12 in het basisdeel 4 geplaatst. Het wisseldeel 5 wordt met het basisdeel 4 verbonden door middel van een losneembare verbinding, bijvoorbeeld een boutverbinding.The switch part 5 is placed in the recess 12 in the base part 4. The switch part 5 is connected to the base part 4 by means of a detachable connection, for example a bolt connection.

35 Het in fig. 7 weergegeven wisseldeel 5 omvat een kern 7 die de binnenvorm van een aansluitmof bepaalt met een kleinere diameter dan de maximale diameter. De kern 7 is 1 004331 6 excentrisch geplaatst ten opzichte van de omtrek van het wisseldeel 5 in vertikale richting naar boven. De kern 7 kan ook concentrisch of in horizontale richting excentrisch aangebracht worden op het wisseldeel 5. Sleuven 8' 5 sluiten aan op de overeenkomstige sleuven 8 van het basisdeel 4. Uiteraard kunnen de wisseldelen en de basisdelen voorzien zijn van mogelijkheden voor koeling.The exchange part 5 shown in Fig. 7 comprises a core 7 which defines the inner shape of a connecting sleeve with a diameter smaller than the maximum diameter. The core 7 is placed eccentrically with respect to the circumference of the exchange part 5 in the vertical direction upwards. The core 7 can also be arranged concentrically or horizontally eccentrically on the exchange part 5. Slots 8 '5 connect to the corresponding slots 8 of the base part 4. Naturally, the exchange parts and the base parts can be provided with possibilities for cooling.

De hoogte van het bodemdeel 2 (zie fig. 2) kan aangepast worden aan de diameter van de aansluitmoffen. Hier-10 door is het mogelijk dat de afstand van de hartlijnen van de aansluitmoffen tot de onderste rand 17 van de te vormen putbodem geminimaliseerd wordt, zonder dat de zijdeelseg-menten 3 aangepast hoeven te worden.The height of the bottom part 2 (see fig. 2) can be adapted to the diameter of the connecting sleeves. As a result, it is possible that the distance from the axes of the connecting sleeves to the bottom edge 17 of the well bottom to be formed is minimized, without the side segments 3 having to be adjusted.

In fig. 8 is zeer schematisch een andere uitvoerings-15 vorm van de matrijs volgens het matrijssysteem van de uitvinding weergegeven. In deze uitvoeringsvorm omvat het zijdeel zeven zijdeelsegmenten 3. De hartlijnen van de kernen 7 voor de te vormen aansluitmoffen gaan in deze uitvoeringsvorm door de hartlijn van de matrijs. De hart-20 lijnen van de kernen 7 maken onderling hoeken van 45° en 67,5°. Door deze keuze van de hoeken tussen de hartlijnen van de kernen voor de aansluitmoffen en de positie van de zijdeelsegmenten zoals deze is weergegeven in fig. 9, is het mogelijk putbodems te vervaardigen waarvan de hoek 25 tussen de aansluitmoffen varieert van 45° tot 180° met stappen van 22,5°. Door een andere keuze van de hoeken tussen de hartlijnen van de kernen voor de aansluitmoffen kan een putbodem vervaardigd worden van elke andere gewenste vorm.Fig. 8 shows very schematically another embodiment of the mold according to the mold system of the invention. In this embodiment, the side part comprises seven side segments 3. The centerlines of the cores 7 for the connecting sleeves to be formed pass in this embodiment through the centerline of the mold. The center-20 lines of the cores 7 mutually make angles of 45 ° and 67.5 °. By this choice of angles between the centers of the cores for the connection sleeves and the position of the side segments as shown in Fig. 9, it is possible to produce well bottoms of which the angle between the connection sleeves varies from 45 ° to 180 ° in steps of 22.5 °. By a different choice of angles between the center lines of the cores for the connecting sleeves, a pit bottom can be manufactured of any other desired shape.

30 In fig. 10 is schematisch een draaginrichting weerge geven waarop de verschillende matrijsdelen kunnen worden gemonteerd. De inrichting omvat een kernsteundeel 18, een bodemsteundeel 19 en zijsteundelen 20, die de verschillende matrijsdelen steunen. De zijdeelsegmenten 3 worden 35 losneembaar op de zijsteundelen 20 bevestigd, terwijl het kerndeel 1 en het bodemdeel 2 losneembaar worden bevestigd resp. op het kernsteundeel 18 en het bodems teundeel 19.Fig. 10 schematically shows a support device on which the different mold parts can be mounted. The device comprises a core support part 18, a bottom support part 19 and side support parts 20, which support the different mold parts. The side segments 3 are releasably mounted on the side support parts 20, while the core part 1 and the bottom part 2 are releasably mounted, respectively. on the core support part 18 and the bottom support part 19.

1004331 71004331 7

Het kernsteundeel 18 en het bodemsteundeel 19 kunnen in axiale richting langs geleidekolommen 21 worden verplaatst.The core support member 18 and the bottom support member 19 can be moved axially along guide columns 21.

Het vervaardigen van een putbodem met een matrijs van 5 het matrijssysteem volgens de uitvinding kan als volgt plaatsvinden. Allereerst worden de matrijsdelen gekozen die overeenkomen met de te vervaardigen putbodem. Het kerndeel 1 en het bodemdeel 2 worden respectievelijk bevestigd op het kernsteundeel 18 en het bodemsteundeel 10 19. De zijdeelsegmenten worden op de zijsteundelen beves tigd. Vervolgens wordt de matrijs gesloten, waarbij de vormholte voor de te vervaardigen putbodem wordt gevormd. De matrijs is nu gereed om gevuld te worden met kunststof door middel van spuitgieten (bijv. lagedrukspuitgieten) of 15 andere gangbare technieken.The production of a well bottom with a mold of the mold system according to the invention can take place as follows. First of all, the mold parts are selected that correspond to the well bottom to be manufactured. The core part 1 and the bottom part 2 are respectively attached to the core support part 18 and the bottom support part 10 19. The side segments are fixed on the side support parts. Then the mold is closed, whereby the mold cavity for the well bottom to be manufactured is formed. The mold is now ready to be filled with plastic by means of injection molding (eg low pressure injection molding) or 15 other common techniques.

Nadat de vormholte van de matrijs gevuld is, wordt het kunststof afgekoeld. Wanneer de putbodem stevig genoeg is, d.w.z. wanneer het kunststof voldoende is afgekoeld, wordt de matrijs geopend, waarbij de zijdeelsegmenten 20 worden weggenomen langs van tevoren bepaalde lijnen, die overeenkomen met de hartlijnen van de mogelijke aansluit-moffen.After the mold cavity of the mold has been filled, the plastic is cooled. When the well bottom is firm enough, i.e. when the plastic has cooled sufficiently, the mold is opened, removing the side segments 20 along predetermined lines corresponding to the center lines of the possible connecting sleeves.

Tenslotte kan het gerede produkt, de putbodem, worden uitgenomen en kan de matrijs weer worden gesloten om de 25 volgende putbodem te vervaardigen. Nadat de putbodem is uitgenomen kan de onderzijde van de putbodem worden afgedicht.Finally, the finished product, the well bottom, can be taken out and the mold can be closed again to produce the next well bottom. After the well bottom has been taken out, the bottom of the well bottom can be sealed.

Het vlak door de onderste rand 17 van de putbodem en de onderzijden van het stromingsprof iel en de op het 30 stromingsprofiel aansluitende vlakken (zie fig. 2) bepalen een ruimte die afgesloten en/of opgevuld kan worden.The plane through the bottom edge 17 of the well bottom and the bottom sides of the flow profile and the surfaces connecting to the flow profile (see fig. 2) define a space which can be closed and / or filled.

Om de ruimte af te sluiten kan een op de onderste rand 17 aansluitende plaat aan de putbodem worden gelast of op een andere wijze worden bevestigd. Het opvullen van 35 de ruimte kan gebeuren met behulp van bijv. schuim.To close off the space, a plate connecting to the bottom edge 17 can be welded to the well bottom or attached in some other way. The filling of the space can be done with the aid of eg foam.

De zijdeelsegmenten 3 worden tussen het kernsteundeel 18 en het bodemsteundeel 19 gebracht door de zijsteundelen 1004331 δ langs de hartlijnen van de aansluitmoffen naar elkaar te bewegen. Wanneer de zijdeelsegmenten 3 elkaar raken en het zijdeel van de matrijs vormen, worden het kernsteundeel 18 en het bodemsteundeel 19 in axiale richting naar elkaar 5 bewogen totdat het kerndeel 1 en het bodemdeel 2 samen met de zijdeelsegmenten 3 de vormholte 6 vormen. Hierbij omsluiten het kernsteundeel 18 en het bodemsteundeel 19 de zijsteundelen 20. Op deze wijze kunnen de bij het gieten van de putbodem op de zijdeelsegmenten en dientengevolge 10 op de zijsteundelen 20 uitgeoefende krachten in radiale richting worden opgevangen. De krachten op het kernsteundeel 18 en bodemsteundeel 19 in axiale richting worden opgevangen door bijvoorbeeld het kernsteundeel 18 en het bodemsteundeel 19 te vergrendelen op de geleidekolommen 15 21.The side segments 3 are brought between the core support part 18 and the bottom support part 19 by moving the side support parts 1004331 δ along the axes of the connecting sleeves. When the side sections 3 touch and form the side part of the mold, the core support part 18 and the bottom support part 19 are moved in axial direction until the core part 1 and the bottom part 2 together with the side segments 3 form the mold cavity 6. Here, the core support part 18 and the bottom support part 19 enclose the side support parts 20. In this way, the forces exerted on the side sections 20 and consequently 10 on the side support parts 20 when the well bottom is poured can be absorbed in the radial direction. The forces on the core support part 18 and bottom support part 19 in the axial direction are absorbed by, for example, locking the core support part 18 and the bottom support part 19 on the guide columns 21.

Door de matrijs op deze wijze te sluiten worden de krachten die tijdens het spuitgietproces optreden, opgevangen door de matrijssteundelen van de inrichting en de geleidekolommen.By closing the mold in this way, the forces that occur during the injection molding process are absorbed by the mold supporting parts of the device and the guide columns.

20 t 00433120 t 004331

Claims

1. Mold system for forming plastic well bottoms with connecting sleeves for pipelines, comprising a plurality of mold core parts, a plurality of mold bottom parts and a plurality of mold side parts, wherein a core part, bottom part and side part which fit together when closed mold together enclose a mold cavity for the well bottom to be formed, the core part and the bottom part are opposite each other in axial direction and the side part lies around the core part and the bottom part, each side part consists of a number of side segments, each of which consists of a base part with a recess and a detachable exchange part arranged in the recess, the type of exchange parts used determines the shape of a pit bottom to be formed.

2. Mold system according to claim 1, wherein the exchangeable part comprises a core which determines the inner diameter of a connection socket of the well bottom.

Mold system according to claim 1 or 2, wherein the change part has a shape which is a continuation of the shape of a base part.

Mold system according to claim 1 or 2, wherein the exchangeable part comprises a core which defines the inner shape of a connecting sleeve with a diameter smaller than the maximum diameter, and wherein the exchangeable part further has a shape which is a continuation of the shape of the base part.

Mold system according to claim 2 or 4, wherein the centerline of the core of the switch part is spaced from the centerline of a circle describing the inside of the side part.

Mold system according to one of the preceding claims, wherein the center line of the core of the switch part forms an angle with the perpendicular bisector of the cord surface located on the inside of the side segment.

Mold system according to any one of the preceding claims, wherein the surface of the bottom part defining a bottom edge of the pit bottom to be formed is variable in height relative to the side part. 1004331

8. Support device for supporting parts of a mold of the mold system according to any one of claims 1-7, comprising a core support part, a bottom support part and side support parts on which the mold parts can be mounted, the core support part and the bottom support part being closed position of the mold enclosing the side support parts.

Method for manufacturing a well bottom with a mold of the mold system according to any one of claims 1-8, comprising the steps of: - selecting mold parts corresponding to the respective well bottom, - attaching the relevant mold parts on a support device, 15. closing the mold to form a mold cavity, - filling the mold cavity with plastic, - cooling the plastic present in the mold cavity, 20. opening the mold, - removing the finished well bottom.

10. Method according to claim 9, wherein the closing of the mold comprises the following steps: - moving the side support parts together until the side segments form a side part of the mold, - moving the core support part and the bottom support part in axial direction until the core part, the bottom part and the side segments form the mold cavity for the well bottom to be manufactured, wherein the core support part and the bottom support part enclose the side support parts. 35 1004331