NL1003708C2 - Afsluit- en schenkdop. - Google Patents

Description

Titel: Afsluit- en schenkdop

De uitvinding heeft betrekking op een afsluit- en schenkdop omvattende een vatting voor het aan een 5 houderzijde daarvan daarop aansluiten van een houder, welke vatting een hartlijn definieert die in aangesloten toestand samenvalt met de hartlijn van de opening van de houder, een echenkkanaal dat aan de tegenover de houderzijde gelegen zijde aansluit op genoemde vatting en een stroomafwaartse 10 gelegen schenkopening heeft, een afsluiter die in gesloten toestand een afdichting van het schenkkanaal vormt en in geopende toestand het schenkkanaal vrijgeeft, een beluchtingsdoorlaat die op afstand stroomopwaarts van de schenkopening en stroomafwaarts van de afdichting in 15 gesloten toestand op het schenkkanaal aansluit, en een bedieningsorgaan voor het bedienen van de afsluiter.

Een dergelijke dop is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 692 432. De belangrijkste toepassingsmogelijkheid van dergelijke doppen is het 20 vervangen van een normale afsluitdop van een fles, teneinde in de horeca de fles sneller en betrouwbaarder te kunnen openen en sluiten. Doordat de dop bovendien is voorzien van een beluchtingsdoorlaat die op afstand stroomopwaarts van de schenkopening en stroomafwaarts van de afdichting in 25 gesloten toestand op het schenkkanaal aansluit, kan daarnaast sneller worden geschonken dan rechtstreeks uit de fles zonder dat dit leidt tot sterke bewegingen van de stroom uittredende drank en een dienovereenkomstig verhoogd risico van morsen. Een verder voordeel is, dat contact 30 tussen geserveerde dranken en de handen van bedienend personeel, waardoor deze kleverig worden, wordt tegengegaan.

Hoewel met deze bekende dop enige tijdwinst en beperking van morsen en kleverige handen alsmede 35 koolzuurverlies door niet goed sluiten van flessen te bereiken valt, wordt het uitschenken van frisdrank uit flessen in de horeca als omslachtig ervaren, vooral wanneer het gaat om het vullen van grote aantallen glazen.

1003708.

2

Verder bestaat: behoefte aan het verder beperken van het morsen en verlies aan koolzuur, vooral bij snel uitschenken van frisdranken.

Uit de Franse octrooischriften 860 367 en 984 240 5 alsmede uit het Amerikaanse octrooischrift 1 442 652 zijn afsluitdoppen voor het afsluiten van houders voorzien van door bedieningsorganen te bedienen afsluiters bekend, waarbij de bedieningsorganen aan de houderzijde van de aansluiting op de houder uitsteken. Uit houders, zoals 10 flessen, voorzien van dergelijke doppen kan echter niet snel geserveerd worden, omdat de voor de schenkopening gelegen afsluiter bij afsluiten van de schenkopening tijdens het schenken de schenkstraal afbuigt, hetgeen tot morsen kan leiden.

15 De uitvinding heeft als doel een sluitdop te verschaffen, waarmee het schenken van vloeistoffen uit houders en in het bijzonder het schenken van dranken uit flessen in vele glazen sneller kan worden uitgevoerd, met minder morsen gepaard gaat en, bij het schenken van 20 koolzuurhoudende dranken, minder verlies aan koolzuur met zich meebrengt.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat bij een afsluit- en schenkdop van het in de aanhef beschreven type het bedieningsorgaan aan de 25 houderzijde uitsteekt ten opzichte van de vatting.

Bij toepassing van een afsluit- en schenkdop volgens de uitvinding is het mogelijk in gébruik de afsluiter te bedienen met dezelfde hand waarmee men de houder in het gebied van de schenkopening vasthoudt. Hierdoor kan de 30 schenkopening bij het bedienen van de afsluiter aanzienlijk beter op zijn plaats worden gehouden dan bij bediening met de andere hand die men bovendien veelal nodig heeft voor het ondersteunen van de houder op afstand van de schenkopening, vooral wanneer de houder nog vol is.

35 De plaatsing van de afsluiter in het schenkkanaal op afstand van de schenkopening resulteert erin, dat bij het sluiten van de afsluiter tijdens het schenken geen onbeheersbare afbuigingen van de schenkstraal optreden.

1003708.

3

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat dankzij dit effect, in combinatie met het effect van een verbeterde beheersing van de positie van de schenkopening door de afsluiter te bedienen met dezelfde hand waarmee men de 5 houder nabij de schenkopening op zijn plaats houdt, in de praktijk de mogelijkheid wordt gecreëerd zonder morsen achtereenvolgens meerdere glazen of dergelijke uit te schenken door tussen het vullen de afsluiter te sluiten maar de houder steeds in ongeveer dezelfde schenkstand 10 boven de glazen te houden, in welke schenkstand, bij geopende afsluiter, drank uit de schenkopening treedt.

Doordat men de houder niet telkens tussen het vullen van twee glazen of dergelijke terug hoeft te kantelen om het schenken te onderbreken wordt tijdverlies en verlies 15 aan koolzuur door het daarmee gepaard gaande schudden van de drank tegengegaan.

Teneinde bij een handzame schenkstand van de houder, waarin de schenkopening goed zichtbaar is en de houder geheel leeg kan worden geschonken een rustige, ongeveer 20 verticale schenkstraal te verkrijgen, is de schenkopening bij voorkeur ten opzichte van de door de vatting gedefinieerde hartlijn aan de houderzijde daarvan onder een hoek van 100-180° is gericht. Een bijzonder goede beheersbaarheid van het uitschenken kan worden verkregen 25 indien de schenkopening ten opzichte van de door de vatting gedefinieerde hartlijn aan de houderzijde daarvan onder een hoek van 110-160° en bij voorkeur 120-145° is gericht.

Bij voorkeur is de beluchtingsdoorlaat gelegen aan een zijde tegenover de zijde waarheen het schenkkanaal 30 stroomafwaarts ten opzichte van de door de vatting gedefinieerde hartlijn uitsteekt. Dit biedt het voordeel van een rustige schenkstroom en een gering risico van uittreden van drank door de beluchtingsopening.

Een eenvoudige constructie en bedienbaarheid wordt 35 bereikt, indien het bedieningsorgaan is uitgevoerd als een met de afsluiter gekoppelde,zwenkbaar opgehangen hendel die door de beluchtingsdoorlaat uitsteekt. In het bijzonder is dan geen aparte opening voor de beluchtingsdoorlaat nodig.

1003708.

4

Het zwenkbaar opgehangen bedieningsorgaan is bij voorkeur draaibaar om een zwenk-as die de beluchtingsdoorlaat snijdt, waarbij samenwerkende oppervlakken van het bedieningsorgaan en de 5 beluchtingsdoorlaat een scharnierende verbinding vormen. Doordat de zwenk-as van het bedieningsorgaan in de beluchtingsdoorlaat is gelegen zijn de bewegingen van het bedieningsorgaan in de beluchtingsdoorlaat relatief klein, zodat daarvoor in de beluchtingsdoorlaat relatief weinig 10 ruimte hoeft te worden vrijgehouden. De samenwerkende oppervlakken van het bedieningsorgaan en de beluchtingsdoorlaat vormen bovendien een tegen zeer lage kosten te realiseren scharnierende ophanging van het bedieningsorgaan.

15 De dop volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van een grendelorgaan voor het in gesloten toestand houden van de afsluiter. Hiermee kan worden voorkomen, dat de afsluiter per ongeluk wordt geopend. Per ongeluk openen van de afsluiter is in het bijzonder vervelend indien de houder 20 in een zodanige stand in een bergruimte is opgeborgen, dat bij geopende afsluiter drank uit de schenkopening vloeit. Indien in de houder koolzuurhoudende drank is verpakt biedt het grendelorgaan verder het voordeel, dat wordt voorkomen dat de afsluiter zich door in de houder opgebouwde druk, 25 tegen de sluitkracht van een veer of dergelijke in, opent.

Bij voorkeur is de inrichting tevens voorzien van een met het grendelorgaan samenwerkende aanslag voor het in een geopende stand vergrendelen van de afsluiter. Dit maakt het mogelijk een grondige reiniging van het binnenwerk van de 30 dop te waarborgen indien deze in een afwasmachine wordt gereinigd.

Teneinde een snelle gébruikersvriendelijke bedienbaarheid van de dop volgens de uitvinding te verkrijgen is het grendelorgaan bij voorkeur zodanig 35 gekoppeld met een tweede bedieningsorgaan in het gebied van het eerstgenoemde bedieningsorgaan, dat in bedrijfstoestand het tweede bedieningsorgaan door verplaatsing in een bepaalde richting het grendelorgaan ontgrendelt en het 1 00 3 7 0 Ö.

5 eerste bedieningsorgaan bij het openen van de afsluiter in hoofdzaak in dezelfde richting verplaatst. Hierdoor kan de gebruiker in één beweging het grendelorgaan ontgrendelen en de afsluiter openen, terwijl omgekeerd op de afsluiter 5 uitgeoefende kracht dankzij de vergrendeling niet kan leiden tot het openen van de afsluiter. Het bedieningsgemak wordt verder vergroot indien de afsluiter automatisch naar de gesloten stand terugkeert en het grendelorgaan vervolgens automatisch naar de grendelstand terugkeert.

10 Hiertoe kan bijvoorbeeld worden voorzien in een veer die de afsluiter en het grendelorgaan naar de respectievelijke gesloten en vergrendelende standen dringt.

Ten behoeve van een compacte bouw en een eenvoudige bediening is het grendelorgaan bij voorkeur gekoppeld met 15 een in het eerste bedieningsorgaan geïntegreerd, tweede bedieningsorgaan.

Een alternatieve of extra mogelijkheid voor het voorkomen van het openen van een afsluiter die in bedrijf in stroomopwaartse richting sluit kan worden gerealiseerd 20 door de dop te voorzien van een compensatie-plunjer in een kanaal dat stroomopwaarts van de afdichting in gesloten toestand met het schenkkanaal communiceert, welke compensatie-plunjer zodanig is gekoppeld met de afsluiter dat uitoefening van een van het schenkkanaal af gericht 25 kracht op de compensatie-plunjer resulteert in uitoefening van een kracht in sluitrichting op de afsluiter. Hoe groter de overdruk in de houder hoe groter de door de compensatie-plunjer uitgeoefende kracht is die de afsluiter, tegen de overdruk in de houder in, in zijn 30 gesloten stand houdt.

Bij toepassing van een hendelvormig bedieningsorgaan wordt een eenvoudige constructie verkregen indien de compensatie-plunjer heen en weer beweegbaar is in een richting radiaal ten opzichte van genoemde, door de vatting 35 gedefinieerde hartlijn en gekoppeld is met de hendel van het bedieningsorgaan voor het openen en sluiten van de afsluiter.

Indien de afsluiter bij het openen vanuit de gesloten 1003708.

6 stand ten minste met een richtingscomponent dwars op de afdichting verplaatst, is de dop bij voorkeur voorzien van een afdichting tussen de afsluiter en het schenkkanaal. Deze afdichting is voorzien van afdichtlippen die, althans 5 indien de afsluiter gesloten is, evenwijdig aan het schenkkanaal uitsteken, een en ander zodanig, dat de afsluiter het schenkkanaal ook afdicht indien deze zich in een stand nabij zijn uiterste gesloten stand bevindt.

Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en 10 toegelicht aan de hand van een op dit moment de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont:

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van de afsluit- en schenkdop gemonteerd op een houder.

15 Fig. 2 is een verticale doorsnede van de dop.

Fig. 3 is een alternatieve uitvoering van de verwisselbare schenkdop volgens de uitvinding.

In Fig. 2 is de dop uitgevoerd met een vergrendelorgaan. Als op punt 1 gedrukt wordt scharniert de vergrendeling om 20 asje (2), waardoor punt 4 van het lipje wat aan de dop 9 bevestigd zit afschuift en het dekseltje (6) vervolgens door op punt 1 te drukken open gaat.

De vergrendeling volgens Fig. 2 is bevestigd in de hendel (3). Het klepje (6) is uit een stuk gemaakt met de hendel 25 waardoor een stevige constructie wordt gerealiseerd. Dit geheel scharniert open en dicht om punt 5. In dit scharnierpunt kan tevens een veertje geplaatst worden, zoals in Fig. 2. Dit veertje houdt het klepje dicht en drukt de vergrendeling op zijn plaats wanneer de dop niet 30 gebruikt wordt. Het is mogelijk de fles te ontluchten door het scharnierpunt (5) wanneer het klepje geopend is.

De dop is voorzien van een schenkkanaal (7), waardoor het gieten goed onder controle is te houden. Belangrijk is dat de dop is voorzien van een goede afdichting (8).

35 De behuizing kan van kunststof gemaakt worden. Dit maakt een goedkope produktie mogelijk. Tevens kan er een schroefdraad (10) in de behuizing (9) aangebracht worden, waardoor de dop op een houder geschroefd kan worden, maar 1003708.

7 dit kan ook door een ander soort bevestiging vervangen worden.

In Fig. 3 is de dop voorzien van een alternatief veertje (11), ook is een alternatieve afdichting (12) gebruikt.

5 Tevens is de dop in Fig. 3 voorzien van een compensatie-plunjer (13). Deze plunjer compenseert eventuele druk vanuit de houder die uitgeoefend wordt op afdichting (12). Als extra kan de dop ook nog worden voorzien van een vergrendeling zoals bv. In Fig. 2.

10 Een ander alternatief is het klepje (5) richting de houder te scharnieren. Het is dan mogelijk de afdichting aan de andere kant van het klepje te plaatsen, waardoor het klepje door druk in de houder dicht gedrukt wordt. Het is dan mogelijk een klein ontluchtingsklepje toe te passen, 15 waardoor de dop makkelijk opent bij veel druk in de fles. Ook is het mogelijk de bedieningshendel aan de kant van de schenkopening te plaatsen.

20 1003708.

Claims (13)

1. Een vatting voor het aan een houderzijde daarvan 5 daarop aansluiten van een houder, welke vatting een hartlijn definieert die in aangesloten toestand samenvalt met de hartlijn van de opening van de houder, een schenkkanaal dat aan de tegenover de houderzijde gelegen zijde aansluit op genoemde vatting en een 10 stroomafwaartse gelegen schenkopening heeft, een afsluiter die in gesloten toestand een afdichting van het schenkkanaal vormt en in geopende toestand het schenkkanaal vrijgeeft, een beluchtingsdoorlaat die op afstand stroomopwaarts 15 van de schenkopening en stroomafwaarts van de afdichting in gesloten toestand op het schenkkanaal aansluit, en een bedieningsorgaan voor het bedienen van de afsluiter, met het kenmerk, dat 20 het bedieningsorgaan aan de houderzijde uitsteekt ten opzichte van de vatting.

2. Dop volgens conclusie 1, waarbij de schenkopening ten opzichte van de door de vatting gedefinieerde hartlijn aan de houderzijde daarvan onder een hoek van 100-180° is 25 gericht.

3. Dop volgens conclusie 1, waarbij de schenkopening ten opzichte van de door de vatting gedefinieerde hartlijn aan de houderzijde daarvan onder een hoek van 110-160° en bij voorkeur 120-145° is gericht.

4. Dop volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het schenkkanaal stroomafwaarts ten opzichte van de door de vatting gedefinieerde hartlijn aan een zijde lateraal uitsteekt en de beluchtingsdoorlaat vanaf een tegenovergelegen tweede zijde op het schenkkanaal aansluit.

5. Dop volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bedieningsorgaan is uitgevoerd als een met de afsluiter gekoppelde, zwenkbaar opgehangen hendel die door de 1003708. beluchtingsdoorlaat uitsteekt.

6. Dop volgens conclusie 5, waarbij het zwenkbaar opgehangen bedieningsorgaan draaibaar is om een zwenk-as die de beluchtingsdoorlaat snijdt en samenwerkende 5 oppervlakken van het bedieningsorgaan en de beluchtingsdoorlaat een scharnierende verbinding vormen.

7. Dop volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een grendelorgaan voor het in gesloten toestand houden van de afsluiter.

8. Dop volgens conclusie 7, waarbij verder omvattende een met het grendelorgaan samenwerkende aanslag voor het in een geopende stand vergrendelen van de afsluiter.

9. Dop volgens conclusie 7 of 8, waarbij het grendelorgaan zodanig is gekoppeld met een tweede 15 bedieningsorgaan in het gebied van het eerstgenoemde bedieningsorgaan, dat in bedrijfstoestand het tweede bedieningsorgaan door verplaatsing in een bepaalde richting het grendelorgaan ontgrendelt en het eerste bedieningsorgaan bij het openen van de afsluiter in 20 hoofdzaak in dezelfde richting verplaatst.

10. Dop volgens conclusie 8 of 9, waarbij het grendelorgaan is gekoppeld met een in het eerste bedieningsorgaan geïntegreerd tweede bedieningsorgaan.

11. Dop volgens een der voorgaande conclusies, 25 waarbij de afsluiter in bedrijf in stroomopwaartse richting sluit verder omvattende een compensatie-plunjer in een kanaal dat stroomopwaarts van de afdichting in gesloten toestand met het schenkkanaal communiceert, welke compensatie-plunjer zodanig is gekoppeld met de afsluiter 30 dat uitoefening van een van het schenkkanaal af gericht kracht op de compensatie-plunjer resulteert in uitoefening van een kracht in sluitrichting op de afsluiter.

12. Dop volgens conclusie 5 of 6 en volgens conclusie 11, waarbij de compensatie-plunjer heen en weer beweegbaar 35 is in een richting radiaal ten opzichte van genoemde, door de vatting gedefinieerde hartlijn en gekoppeld is met de hendel van het bedieningsorgaan voor het openen en sluiten van de afsluiter. 1003708.

13. Dop volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluiter bij het openen vanuit de gesloten stand ten minste met een richtingscomponent dwars op de afdichting verplaatst, verder omvattende een afdichting 5 tussen de afsluiter en het schenkkanaal, welke afdichting is voorzien van afdichtlippen die, althans indien de afsluiter gesloten is, evenwijdig aan het schenkkanaal uitsteken, een en ander zodanig, dat de afsluiter het schenkkanaal afdicht indien deze zich in een stand nabij 10 zijn uiterste gesloten stand bevindt. 1003708.