NL1002930C2 - Spijkerflensdeken met verstevigde flenzen. - Google Patents

Description

NL 1002930

SPXJKERFLENSDEKEN HET VERSTEVIGDE FLENZEN

De uitvinding heeft betrekking op een isolatiedeken, omvattende een van flexibel materiaal vervaardigde, hoofdzakelijk vlakke drager en een op de drager bevestigde strook van minerale wol, waarbij de drager zich aan 5 weerszijden van de strook minerale wol uitstrekt, en waarbij de zijdelings uitstrekkende zijdelen van de drager tenminste over een deel van hun oppervlak zijn versterkt.

Dergelijke isolatiedekens zijn algemeen bekend in de 10 vorm van zogenaamde spijkerflensdekens. Zij vinden bijvoorbeeld toepassing bij het isoleren van dakbeschot, waarbij de minerale wol wordt aangebracht tussen de spanten van een dakbeschot en de uitstekende delen van de drager, de zogenaamde flens, tegen de spanten aan wordt 15 bevestigd, bijvoorbeeld door spijkeren.

De drager heeft niet alleen een funktie van het vasthouden van het isolatiemateriaal, in dit geval minerale wol, maar doet tevens dienst als dampremmende laag.

In de praktijk blijkt dat de flenzen nog al eens 20 scheuren, hetgeen in het bijzonder voorkomt tijdens het spijkeren. Dit is van groot belang, aangezien de flenzen zorgdragen voor de hechting van de isolatiedeken aan de spanten. Bij scheuring van de flens wordt de hechting slechter.

25 Tevens komt het voor dat in de fase van opslag en transport, waarbij de deken herhaaldelijk wordt beetgepakt, de flens beschadigd raakt. Dit leidt tot hetzelfde probleem.

Bij de thans in omloop zijnde spijkerflensdekens 30 wordt dit probleem gedeeltelijk opgelost door het omvouwen van de rand van de flens, zodat de flens een dubbele dikte heeft. Hierbij wordt er op gewezen dat de drager in het algemeen van een laminaat is vervaardigd, veelal van 's 0 0 2930 2 een laminaat van een stevige papiersoort en een aluminiumfolie .

Toch leert de praktijk dat ook op een dergelijke wijze versterkte flenzen of zijdelen gemakkelijk scheu-5 ren.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een isolatiedeken, waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bereikt, doordat de zijdelen zijn 10 versterkt met flexibele zich slechts in de lengterichting van de deken uitstrekkende verstevigingsdraden. Hierbij wordt opgemerkt, dat uit DE-A-31 38 569 een dergelijke spijkerflensdeken bekend is waarbij niet alleen de zijdelen van de flens maar ook het middeldeel ter plaatse 15 van de strook minerale wol voorzien zijn van een netwerk van verstevigingsdraden. Dit netwerk moet als een afzonderlijke eenheid in het produktieproces worden opgenomen, zodat niet het voordeel van het met eenvoudige middelen kunnen aanbrengen van de draden volgens de 20 onderhavige uitvinding kan worden verkregen.

Volgens weer een voorkeursuitvoeringsvorm is de drager van een hechtlaag voorzien, en zijn de draden door de hechtlaag met de drager verbonden.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de 25 isolatiedeken van een zich over de strook minerale wol uitstrekkende laag voorzien. Hiermee wordt stofafgifte voorkomen.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening die een 30 perspectivisch schematisch aanzicht weergeeft van een isolatiedeken volgens de uitvinding.

Figuur l toont een in zijn geheel met 1 aangeduide drager die wordt gevormd door een eerst laag 2 van papier en een daarop gelamineerde laag aluminiumfolie 3. Deze 35 aluminiumfolie 3 is de zichtzijde, zodat bij het spijkeren van het geheel tegen het dakbeschot slechts de alumi-niumlaag 3 zichtbaar is.

1 ÜU2930 3

Meer naar de binnenzijde toe is een laag 4 van een thermoplastisch materiaal, bijvoorbeeld polyethyleen, aangebracht. Dit is een materiaalsoort die bij verhitting zich kan hechten aan daarmee in contact gebrachte 5 materialen, zoals de strook van minerale wol 5. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van het thermoplastische materiaal het tevens mogelijk is gebruik te maken van andere hechtmiddelen, bijvoorbeeld van klassieke lijmsoorten.

10 Tot zover komt de onderhavige uitvinding overeen met een thans in de handel verkrijgbare zogenaamde spijker-flensdeken, waarbij echter de lagen 2, 3 en 4 ter plaatse van de verbreding 6 zijn dubbelgevouwen.

Bij de onderhavige uitvinding wordt echter een 15 andere verstevigingswijze toegepast; hierbij is sprake van zich in de lengterichting uitstrekkende, bij voorkeur van glasvezel, nylon of van een andere stevige kunststof vervaardigde draden 7. Deze strekken zich bij voorkeur, zoals in de tekening is weergegeven, in de lengterichting 20 uit. Het is echter evenzeer mogelijk de draden zich in de dwarsrichting te laten uitstrekken, en wel volgens een zig-zag-patroon. De hechting van de draden aan de verbreding 6 vindt plaats door middel van de hechtlaag 4. Het zal duidelijk zijn dat door de op deze wijze 25 aangebrachte verstevigingsdraden zijdelings inscheuren van de verbreding 6 wordt voorkomen. Tevens wordt de treksterkte in de lengterichting vergroot.

Volgens een andere voor het ten uitvoer brengen van de uitvinding niet noodzakelijke maatregel is de strook 30 minerale wol 5 van een afdeklaag 8 voorzien. Deze afdeklaag 8 kan bijvoorbeeld door een kunststof worden gevormd, doch evenzeer door bijvoorbeeld papier of folie.

De afdeklaag draagt er zorg voor dat in het bijzonder tijdens opslag en transport van de isolatiedeken het 35 vrijkomen van stof vanuit de strook minerale wol wordt voorkomen. Er wordt hierbij op gewezen dat dergelijke stof van minerale wol in het algemeen op een onaangename 1 00 29 o u 4 wijze in de vingers prikt. Dit onaangename effect wordt door de afdeklaag voorkomen.

De toepassing van de hechtlaag 4 biedt de mogelijkheid de afdeklaag 8 ter plaatse van de verbreding 6 te 5 hechten op de drager l. Hierbij worden de verstevigings-draden 7 opgesloten. Bovendien zorgt de afdeklaag 8 ter plaatse van de verbreding 6 op zichzelf ook voor een zekere mate van versteviging.

Het zal duidelijk zijn dat op diverse wijzen van de 10 beschrijving kan worden afgeweken zonder buiten de be-schermingsomvang van de bijbehorende conclusies te vallen.

1 00 29 3 0

Claims (7)

1. Isolatiedeken, omvattende een van flexibel materiaal vervaardigde, hoofdzakelijk vlakke drager en een op de drager bevestigde strook van minerale wol, waarbij de drager zich aan weerszijden van de strook minerale wol 5 uitstrekt, en waarbij de zijdelings uitstrekkende zijdelen van de drager tenminste over een deel van hun oppervlak zijn versterkt, met het kenmerk, dat de zijdelen versterkt zijn met flexibele zich slechts in de lengterichting van de deken uitstrekkende verstevigings- 10 draden.

2. Isolatiedeken volgens conclusie 1, waarbij de drager tenminste ter plaatse van de strook minerale wol van een hechtlaag is voorzien, met het kenmerk, dat de hechtlaag zich tevens over de zijdelen van de drager 15 uitstrekt, en dat de draden door de hechtlaag met de drager zijn verbonden.

3. Isolatiedeken volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat de hechtlaag van een materiaal is vervaardigd dat bij verwarming zijn hechtende 20 eigenschappen ontwikkelt.

4. Isolatiedeken volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draden van glasvezel of van trekvaste kunststof, bijvoorbeeld van nylon zijn vervaardigd.

5. Isolatiedeken volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de isolatiedeken van zich over de stook minerale wol uitstrekkende laag is voorzien.

6. Isolatiedeken volgens conclusie 5, met het ken- 30 merk, dat de laag zich tevens over de versterkingsdraden uitstrekt.

7. Isolatiedeken volgens conclusie 4 en 6, met het kenmerk, dat de laag door de hechtlaag met de drager is verbonden. 100293ο i