NL1002921C2

NL1002921C2 - Exhaust assembly for vehicle internal combustion engines

Info

Publication number: NL1002921C2
Application number: NL1002921A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Lambertus Arn Reuver
Original assignee: Wilhelmus Lambertus Arnoldus M
Priority date: 1996-04-22
Filing date: 1996-04-22
Publication date: 1997-10-23

Abstract

The internal combustion engine of a vehicle has an exhaust assembly (21) with at least one exhaust and one silencer or silencer connected to the engine. In a common housing (31), two separate gas flow paths (V1,V2) in exhaust ducts (24,25) are incorporated with the flow controlled by valve (29) operated by servo control (30). Operation of valve (29) guides the combustion gases at least partly along one or other path (V1,V2) and can be used to control the damping characteristics of the engine.

Description

Titel: Uitlaatsamenstel voor gebruik bij verbrandings motoren en voertuig, voorzien van een dergelijk samenstel.Title: Exhaust assembly for use with internal combustion engines and vehicle, fitted with such an assembly.

De uitvinding heeft betrekking op een uitlaatsamenstel van de in de aanhef van de hoofdconclusie beschreven soort. Een dergelijk samenstel is uit de praktijk bekend en wordt in Nederland geleverd door de firma Dreyson 5 te Uden.The invention relates to an exhaust assembly of the type described in the preamble of the main claim. Such an assembly is known from practice and is supplied in the Netherlands by Dreyson 5 in Uden.

Het bekende samenstel omvat een op een motor van in het bijzonder een motorfiets aansluitbare uitlaat, bestaande uit een pijp met daarin opgenomen een demper. Nabij het tijdens gebruik van de motor afgekeerde einde van de uitlaat 10 is een reeks schijven opgenomen. Tijdens gebruik van de motor worden de uitlaatgassen langs de schijven geleid, waarbij een bepaalde dempingskarakteristiek ontstaat, afhankelijk van het aantal achter elkaar opgestelde schijven. Teneinde de dempingskarakteristiek aan te passen 15 kunnen schijven worden bijgeplaatst of worden weggenomen, hetgeen beide invloed heeft op in het bijzonder het tijdens gebruik geproduceerde geluid en de tegendruk van de uitlaat.The known assembly comprises an exhaust connectable to a motor of, in particular, a motorcycle, consisting of a pipe with a damper incorporated therein. A series of discs are included near the end of the outlet 10 remote from the engine during use. When the engine is in use, the exhaust gases are passed along the discs, creating a certain damping characteristic, depending on the number of discs arranged one behind the other. In order to adjust the damping characteristic, discs can be added or removed, both of which affect in particular the noise produced during use and the exhaust back pressure.

Teneinde het aantal schijven bij dit uitlaatsamenstel te veranderen dient een reeks bevestigings-20 schroeven te worden losgenomen, waarna schijven kunnen worden weggenomen of bijgeplaatst. Vervolgens moeten de bevestigingsschroeven weer teruggeplaatst worden, eventueel na vervanging door schroeven met een andere lengte. Vervolgens kan de motor weer worden gestart, teneinde de 25 verandering van de dempingskarakteristiek te controleren, waarna eventueel het aantal schijven nogmaals moet worden aangepast. Zo kan iteratief het geschikte aantal schijven worden bepaald. Een belangrijk nadeel van dit samenstel is dat steeds wanneer de dempingskarakteristiek dient te worden 30 aangepast de motor afgezet moet worden en de voornoemde reeks handelingen dient te worden uitgevoerd, meestal een aantal malen achter elkaar, waarbij bovendien vervangings-onderdelen en gereedschappen noodzakelijk zijn. De middelen voor het aanpassen van de dempingskarakteristiek zijn 1002921 2 daardoor ongeschikt voor het snel en eenvoudig aanpassen van de dempingskarakteristiek. Met name kan dit niet worden uitgevoerd bij ingeschakelde motor, aangezien de druk en temperatuur van de verbrandingsgassen zodanig hoog zijn dat 5 werken aan het uitlaatsamenstel, in het bijzonder aan de binnenzijde daarvan, niet mogelijk is zonder verbrandings-gevaar.In order to change the number of discs with this exhaust assembly, a series of fastening screws must be loosened, after which discs can be removed or added. The fastening screws must then be replaced, possibly after replacement with screws of a different length. The motor can then be restarted in order to check the change in the damping characteristic, after which the number of discs may have to be adjusted again. In this way, the suitable number of disks can be determined iteratively. An important drawback of this assembly is that whenever the damping characteristic has to be adjusted, the engine must be turned off and the aforementioned series of operations must be carried out, usually a number of times in succession, moreover requiring replacement parts and tools. Therefore, the means for adjusting the damping characteristic are unsuitable for quickly and easily adjusting the damping characteristic. In particular, this cannot be carried out with the engine switched on, since the pressure and temperature of the combustion gases are so high that work on the exhaust assembly, in particular on the inside thereof, is not possible without a risk of combustion.

De uitvinding beoogt een samenstel van de in de aanhef van de hoofdconclusie beschreven soort, waarbij de 10 genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens het kenmerkende deel van conclusie 1.The invention contemplates an assembly of the type described in the preamble of the main claim, wherein the drawbacks mentioned are avoided, while the advantages thereof are retained. To that end, an exhaust assembly according to the invention is characterized by the measures according to the characterizing part of claim 1.

Een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding omvat ten 15 minste een eerste en een tweede verbrandingsgas-doorstroom-route. Tijdens gebruik worden, bij aanwezigheid van twee verschillende verbrandingsgas-doorstroomroutes, de verbrandingsgassen naar wens geheel via de eerste, gedeeltelijk via de eerste en gedeeltelijk via de tweede of 20 eventueel geheel via de tweede verbrandingsgas-doorstroom-route geleid. Door bediening van de regelmiddelen kan de verhouding tussen de hoeveelheid verbrandingsgassen die via elk der verbrandingsgas-doorstroomroutes stroomt worden ingesteld, tijdens gebruik. Wordt bijvoorbeeld 100% van de 25 verbrandingsgassen via de eerste verbrandingsgas-doorstroom-route geleid dan wordt de dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel bepaald door de dempingskarakteristiek van de eerste verbrandingsgas-doorstroomroute. Wordt een gedeelte van de verbrandingsgassen evenwel langs de tweede 30 verbrandingsgas-doorstroomroute geleid dan ontstaat een dempingskarakteristiek die een combinatie is van de dempingskarakteristieken van de beide verbrandingsgas-doorstroomroutes. Zo kan bijvoorbeeld het uitlaatgeluid worden geregeld door bediening van de regelmiddelen.An exhaust assembly according to the invention comprises at least a first and a second flue gas flow-through route. During use, in the presence of two different combustion gas flow routes, the combustion gases are guided as desired entirely via the first, partly via the first and partly via the second or optionally entirely via the second combustion gas flow route. By operating the control means, the ratio between the amount of combustion gases flowing through each of the combustion gas flow routes can be adjusted during use. For example, if 100% of the combustion gases are passed through the first combustion gas flow-through route, the damping characteristic of the exhaust assembly is determined by the damping characteristic of the first combustion gas flow-through route. However, if a part of the combustion gases is passed along the second combustion gas through-flow route, a damping characteristic arises which is a combination of the damping characteristics of the two combustion gas through-flow routes. For example, the exhaust sound can be controlled by operating the control means.

35 Doordat de verbrandingsgas-doorstroomroutes in het uitlaatsamenstel zijn bepaald en naar keuze kunnen worden ingeschakeld, zonder dat daarvoor demontage- en montage- 1G 0 2 9 2 1 3 handelingen en dergelijke nodig zijn, kan tijdens gebruik steeds naar believen of noodzakelijkheid het door een voertuig waarin het uitlaatsamenstel is toegepast geproduceerde geluid worden aangepast, zowel in toonhoogte 5 en -aard als in volume. Dit is met name bijzonder voordelig indien het voertuig bijvoorbeeld in gebieden wordt gebruikt waar verschillende c.q. wisselende geluidsnormen bestaan voor de toegelaten geluidsproductie door een voertuig, zoals een grensstreek waarbij de grens wordt gepasseerd. Voorts 10 biedt een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding het voordeel dat indien verschillende gebruikers van een voertuig verschillende geluidsvoorkeuren hebben of indien gebruikers op verschillende momenten en in verschillende situaties verschillende geluidsvoorkeuren hebben, het geluid 15 eenvoudig tijdens gebruik kan worden aangepast. Bovendien kan met een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding eenvoudig en tijdens gebruik de door het uitlaatsamenstel geleverde tegendruk worden bijgeregeld. Dit alles met behoud van de mogelijkheid, indien gewenst, het authentiek geachte geluid 20 zonder moeite terug te krijgen.35 Because the flue gas flow routes in the exhaust assembly have been determined and can be switched on without the need for disassembly and assembly operations 1G 0 2 9 2 1 3 and the like, during use it can always be used at will or by necessity. vehicle in which the exhaust assembly is applied, sound produced are adjusted both in pitch 5 and nature and in volume. This is particularly advantageous if, for example, the vehicle is used in areas where different or varying noise standards exist for the permitted noise production by a vehicle, such as a border zone where the border is passed. Furthermore, an exhaust assembly according to the invention offers the advantage that if different users of a vehicle have different sound preferences or if users have different sound preferences at different times and in different situations, the sound can be easily adjusted during use. Moreover, with an exhaust assembly according to the invention, the back pressure supplied by the exhaust assembly can be readily adjusted during use. All this while retaining the possibility, if desired, to restore the authentic sound 20 without difficulty.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3.In an advantageous embodiment, an exhaust assembly according to the invention is characterized by the measures according to claim 3.

Bij een dergelijk samenstel kunnen verschillende 25 uitlaten worden toegepast die naar keuze kunnen worden ingeschakeld, voor verwerking van de volledige stroom verbrandingsgassen of een gedeelte daarvan. Daarbij omvat bijvoorbeeld de eerste verbrandingsgas-doorstroomroute een eerste uitlaat en de tweede verbrandingsgas-doorstroomroute 30 een andere uitlaat. Eén der uitlaten kan daarbij bijvoorbeeld de officieel toegelaten standaard uitlaat zijn en de andere uitlaat een custom-uitlaat.With such an assembly, different outlets can be used which can be switched on optionally, for processing the entire flow of combustion gases or a part thereof. For example, the first flue gas flow path includes a first outlet and the second flue gas flow path 30 includes another outlet. One of the exhausts can, for example, be the officially permitted standard exhaust and the other exhaust a custom exhaust.

In nadere voordelige uitwerking wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van 35 conclusies 4 en 5.In a further advantageous elaboration, an assembly according to the invention is characterized by the features of claims 4 and 5.

De klepmiddelen bieden het voordeel dat op eenvoudige wijze steeds een geschikte keuze kan worden 10 0 ? 0 2 1 4 gemaakt tussen de aanwezige uitlaten. Daarbij kan de volledige stroom verbrandingsgassen met behulp van de klepmiddelen door één der uitlaten worden geleid of worden verdeeld over een serie uitlaten. Door het spruitstuk te 5 voorzien van doorgangen met verschillende stromings- weerstanden wordt het voordeel bereikt dat de klepmiddelen slechts in de doorgang met de laagste stromingsweerstand hoeven te worden aangebracht. Immers, indien beide doorgangen worden vrijgegeven zullen de verbrandingsgassen 10 steeds, althans in hoofdzaak, de doorgang met de laagste weerstand kiezen. Slechts bij afsluiting van die doorgang zullen de verbrandingsgassen via de tweede of verdere doorgang worden geleid. Hierdoor kunnen constructief eenvoudige, robuuste en eenvoudig bedienbare klepmiddelen 15 worden toegepast die weinig gevoelig zijn voor bijvoorbeeld aanslagvorming en beschadiging.The valve means offer the advantage that a suitable choice can always be made in a simple manner. 0 2 1 4 made between the existing exhausts. The entire flow of combustion gases can be passed through one of the outlets or distributed over a series of outlets using the valve means. By providing the manifold with passages with different flow resistances, the advantage is achieved that the valve means need only be arranged in the passage with the lowest flow resistance. After all, if both passages are released, the combustion gases 10 will always, at least substantially, choose the passage with the lowest resistance. The combustion gases will only be passed through the second or further passage when this passage is closed. As a result, constructionally simple, robust and easily operable valve means 15 can be used which are not very sensitive to, for example, scale formation and damage.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.In an alternative embodiment, an exhaust assembly according to the invention is characterized by the measures according to claim 7.

20 De afdekmiddelen geven tijdens gebruik een gedeelte van een demper vrij voor doorstroming door de verbrandingsgassen. Bij vrijgave van een groter gedeelte van de demper zal ten minste een grotere demping, minder geluid en een verandering van de tegendruk ontstaan. Daarmee kan met één 25 uitlaat reeds een variatie in de dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel worden verkregen welke tijdens gebruik kan worden geregeld.During use, the covering means release part of a damper for flow through the combustion gases. When a larger part of the damper is released, at least greater damping, less noise and a change in the back pressure will occur. Thus, with one outlet, a variation in the damping characteristic of the exhaust assembly can already be obtained which can be controlled during use.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de 30 maatregelen volgens conclusie 9.In a further embodiment, an exhaust assembly according to the invention is characterized by the measures according to claim 9.

De demperelementen worden tijdens gebruik door- en omstroomd door de verbrandingsgassen van de verbrandingsmotor. De tussenruimte tussen de dempingselementen is daarbij in hoofdzaak de bepalende factor voor de mate van 35 demping en daarmee voor de dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel. Door deze tussenruimte althans bij een aantal dempingselementen te vergroten of verkleinen wordt 10 0’? 1 5 derhalve op eenvoudige wijze met constructief eenvoudige middelen tijdens gebruik een veranderlijke dempings-karakteristiek verkregen. De demperelementen kunnen bijvoorbeeld schijfvormig zijn en door veermiddelen uit 5 elkaar worden gedwongen, waarbij trekmiddelen zijn voorzien voor het naar elkaar toe bewegen van de demperelementen.The damper elements are circulated and circulated during use by the combustion gases of the combustion engine. The spacing between the damping elements is mainly the determining factor for the degree of damping and thus for the damping characteristic of the exhaust assembly. By increasing or decreasing this spacing at least with a number of damping elements, 10 0 becomes? Therefore, a variable damping characteristic is obtained in a simple manner with structurally simple means during use. The damper elements can for instance be disc-shaped and forced together by spring means, with pulling means being provided for moving the damper elements towards each other.

In nadere uitwerking wordt een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding bij voorkeur gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.In further elaboration, an exhaust assembly according to the invention is preferably characterized by the measures according to claim 10.

10 Doordat de middelen voor het regelen van de dempingskarakteristiek op afstand bedienbaar zijn wordt het voordeel bereikt dat deze middelen en daarmee de dempingskarakteristiek bijvoorbeeld vanaf een bestuurdersplaats van een met het uitlaatsamenstel uitgerust voertuig bedienbaar 15 zijn, zodat de dempingskarakteristiek tijdens gebruik kan worden bijgeregeld zonder dat het voertuig daarvoor tot stilstand hoeft te worden gebracht. Bovendien bestaat daardoor geen gevaar voor verbranding van lichaamsdelen en kleding en dergelijke van degene die de middelen bedient.Since the means for controlling the damping characteristic can be controlled remotely, the advantage is achieved that these means and with it the damping characteristic can be operated, for example, from a driver's seat of a vehicle equipped with the exhaust assembly, so that the damping characteristic can be adjusted during use without the vehicle must be brought to a stop for this purpose. Moreover, there is therefore no danger of burning of parts of the body and clothing and the like of the person operating the means.

20 Fijn-tuning van het geluid is daardoor bovendien eenvoudiger mogelijk.20 This also makes fine tuning of the sound easier.

De uitvinding heeft voorts betrekking op omleid- en schakelmiddelen en een spruitstuk voor gebruik in een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding.The invention further relates to diverting and switching means and a manifold for use in an exhaust assembly according to the invention.

25 De uitvinding heeft bovendien betrekking op een voertuig, voorzien van een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding, in het bijzonder een motor, bromfiets of automobiel.The invention also relates to a vehicle provided with an exhaust assembly according to the invention, in particular a motorbike, moped or automobile.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen 30 uitvoeringsvoorbeelden van een uitlaatsamenstel, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven. Daarin toont: fig. 1 in zij-aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een uitlaatsamenstel, met gedeeltelijk weggebroken 35 behuizing; fig. IA het uitlaatsamenstel volgens fig. 1 met de eerste verbrandingsgas-doorstroomroute ingesteld; 1 o C ? S ?. 1 6 fig. IB het uitlaatsamenstel volgens fig. 1 met de tweede verbrandingsgas-doorstroomroute ingesteld; fig. 2 in zij-aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een uitlaatsamenstel, met gedeeltelijk weggebroken 5 behuizing; fig. 3 in zij-aanzicht een derde uitvoeringsvorm van een uitlaatsamenstel, met gedeeltelijk weggebroken behuizing; fig. 4 in zij-aanzicht een vierde uitvoeringsvorm 10 van een uitlaatsamenstel, met gedeeltelijk weggebroken behuizing; fig. 5 in doorgesneden zij-aanzicht een voorkeursuitvoeringsvorm van een uitlaatstelsel in éénpijpsuitvoering; en 15 fig. 6 een klep voor gebruik in een uitlaatstelsel volgens de uitvinding.To clarify the invention, exemplary embodiments of an exhaust assembly, with reference to the drawing, will be described. In the drawing: Fig. 1 shows a side view of a first embodiment of an exhaust assembly, with a partly broken away housing; Fig. 1A shows the exhaust assembly according to Fig. 1 with the first flue gas flow path set; 1 o C? S?. Fig. IB shows the exhaust assembly according to Fig. 1 with the second flue gas flow path set; Fig. 2 is a side view of a second embodiment of an exhaust assembly, with a partly broken away housing; Fig. 3 is a side view of a third embodiment of an exhaust assembly, with a partly broken away housing; Fig. 4 is a side view of a fourth embodiment 10 of an exhaust assembly, with a partly broken away housing; Fig. 5 shows a cross-sectional side view of a preferred embodiment of an exhaust system in a single pipe embodiment; and Fig. 6 shows a valve for use in an exhaust system according to the invention.

Fig. 1 toont in zij-aanzicht een uitlaatsamenstel 1, omvattende een aanvoerleiding 2, een spruitstuk 3, een eerste uitlaat 4 en een tweede uitlaat 5. De aanvoer-20 leiding 2 sluit tijdens gebruik aan een eerste einde aan op een niet getoonde verbrandingsmotor, bijvoorbeeld een twee-of viertaktmotor van een motorfiets of automobiel. Aan het tegenovergelegen tweede einde sluit de aanvoerleiding 2 aan op een eerste aansluitstomp 6 van het spruitstuk 3. Het 25 spruitstuk 3 is aan de van de eerste aansluitstomp 6 afgekeerde zijde voorzien van een tweede aansluitstomp 7 en een daarboven gelegen derde aansluitstomp 8. De eerste uitlaat 4 sluit aan op de tweede aansluitstomp 7, de tweede uitlaat 5 op de derde uitlaatstomp 8.Fig. 1 shows in side view an exhaust assembly 1, comprising a supply pipe 2, a manifold 3, a first exhaust 4 and a second exhaust 5. The supply pipe 2 connects at a first end to a combustion engine (not shown), for example a two- or four-stroke motorcycle or automobile engine. At the opposite second end, the supply line 2 connects to a first connecting piece 6 of the manifold 3. The manifold 3 is provided on the side remote from the first connecting piece 6 with a second connecting piece 7 and a third connecting piece 8 situated above it. The first outlet 4 connects to the second connecting piece 7, the second outlet 5 to the third outlet piece 8.

30 De eerste 6 en tweede uitlaatstomp 7 liggen recht tegenover elkaar, waarbij de eerste stromingsdoorgang daartussen recht is. In fig. IA is de eerste verbrandingsgas-doorstroomroute Vi weergegeven, welke op zichzelf een relatief lage stromingsweerstand heeft. De eerste 6 en derde 35 aansluitstomp 8 liggen schuin boven en/of naast elkaar, zodanig dat de tweede stromingsdoorgang daartussen gebogen is. In fig. 1B is de tweede verbrandingsgas-doorstroom-The first 6 and second outlet stub 7 are directly opposite each other, with the first flow passage between them being straight. Fig. 1A shows the first combustion gas flow path Vi, which in itself has a relatively low flow resistance. The first 6 and third connecting stub 8 lie obliquely above and / or next to each other, such that the second flow passage is bent between them. In Fig. 1B, the second combustion gas flow-through is

1 o 0 r: 5 2 I1 o 0 r: 5 2 I

7 route V2 weergegeven, welke op zichzelf een relatief hoge stromingsweerstand heeft. Het spruitstuk 3 is derhalve enigszins Y-vormig.7 shows route V2, which in itself has a relatively high flow resistance. The manifold 3 is therefore somewhat Y-shaped.

In of nabij de tweede aansluitstomp 7 is een klep 9 5 opgenomen die met behulp van een schematisch weergegeven servobesturing 10 kantelbaar is binnen de aansluitstomp 7, tussen een eerste uiterste positie waarin de doorgang van de tweede aansluitstomp 7 althans nagenoeg geheel is vrijgegeven (fig. IA) en een tweede uiterste positie waarin de 10 tweede aansluitstomp 7 althans nagenoeg geheel is afgesloten (fig. 1B). Doordat bij de klep 9 in de eerste stand (fig. IA) de stromingsweerstand van de eerste verbrandings-gas-doorstroomroute Vi veel lager is dan die van de tweede verbrandingsgas-doorstroomroute V2, zullen tijdens gebruik 15 de verbrandingsgassen van de verbrandingsmotor nagenoeg volledig via de eerste verbrandingsgas-doorstroomroute Vi, dat wil zeggen door de eerste uitlaat 4 worden afgevoerd. De dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel wordt dan derhalve nagenoeg geheel bepaald door de eerste uitlaat 4.Included in or near the second connecting stub 7 is a valve 9 which can be tilted within the connecting stub 7 with the aid of a servo control 10 which is schematically shown, between a first extreme position in which the passage of the second connecting stub 7 is at least substantially released (fig. 1A) and a second extreme position in which the second connecting stub 7 is at least substantially completely closed (fig. 1B). Since at the valve 9 in the first position (Fig. 1A) the flow resistance of the first combustion gas flow path Vi is much lower than that of the second combustion gas flow path V2, during use the combustion gases of the combustion engine will be almost completely the first combustion gas flow path Vi, that is to say is discharged through the first outlet 4. The damping characteristic of the exhaust assembly is therefore almost entirely determined by the first exhaust 4.

20 Bij de klep in de tweede stand (fig. 1B) kunnen de verbrandingsgassen niet via de eerste uitlaat 4 worden geleid, zodat deze langs de tweede uitlaat 5 worden geleid. De dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel wordt dan nagenoeg volledig bepaald door de tweede uitlaat 5.With the valve in the second position (fig. 1B), the combustion gases cannot be led through the first outlet 4, so that they are passed along the second outlet 5. The damping characteristic of the exhaust assembly is then almost entirely determined by the second outlet 5.

25 In fig. 6 is schematisch een klep 9 getoond voor gebruik in een uitlaatstelsel volgens de uitvinding. De klep 9 omvat een ringvormige klepzitting 13 die passend binnen bijvoorbeeld de aansluitstomp 7 plaatsbaar is. De klepzitting 13 omvat een bovenste helft 13A die in axiale 30 richting van de aansluitstomp 7 is verplaatst ten opzichte van de onderste helft 13B van de klepzitting, over een afstand die ongeveer overeenkomt met de dikte van het kleplichaam 14. Het kleplichaam 14 is schijfvormig en is draaibaar met behulp van een as 15 die in legeringen 16 in 35 het verbindingsstuk 17 tussen de twee klepzittinghelften 13A en 13B draaibaar is opgehangen. De as 15 strekt zich ten minste aan één zijde uit tot buiten de stomp 7. In fig. 6 is 1 o 0 l ö 2 1 8 het kleplichaam 14 in getrokken lijnen in de gesloten stand weergegeven (fig. 1B), in onderbroken lijnen in de volledig geopende stand (fig. IA). In de gesloten stand ligt het kleplichaam 14 aan tegen de aan de zijde van de as gelegen 5 zijden van de bovenste 13A en onderste helft 13B van de klepzitting 13. Een dergelijke klep 9 is eenvoudig te vervaardigen, in te bouwen en te bedienen, is robuust en weinig gevoelig voor bijvoorbeeld vervuiling, in het bijzonder verkoling, en is bestand tegen de uitlaatdrukken. 10 De eerste uitlaat 4 kan bijvoorbeeld een standaard, in een eerste land wettelijk toegelaten uitlaat zijn, met een maximaal geluidsvolume dat aan de daar geldende wettelijke eisen voldoet, terwijl de tweede uitlaat 5 bijvoorbeeld een uitlaat kan zijn die in een ander, 15 bijvoorbeeld aangrenzend tweede land wettelijk is toegestaan. Beide uitlaten zijn daartoe bijvoorbeeld voorzien van verschillende dempers 12. Bij een grens tussen de twee genoemde landen kan dan met behulp van de schakelmiddelen 10 de klep 9 in één van de uiterste standen worden gebracht, 20 zodanig dat de in het te betreden land toegelaten uitlaat 4 of 5, dat wil zeggen de verbrandingsgas-doorstroomroute Vi of V2 wordt ingeschakeld. Eventueel kan de klep 9 in een tussenstand worden gebracht, zodanig dat een eerste deel van de verbrandingsgassen via de eerste verbrandingsgas-door-25 stroomroute Vi wordt geleid, terwijl de rest van de verbrandingsgassen via de tweede verbrandingsgas-doorstroom-route V2 wordt geleid. Daardoor ontstaat een combinatie van de dempingskarakteristieken van de twee uitlaten 4, 5, afhankelijk van de verdeling van de verbrandingsgassen.Fig. 6 schematically shows a valve 9 for use in an exhaust system according to the invention. The valve 9 comprises an annular valve seat 13 which can be fitted within, for example, the connecting stub 7. The valve seat 13 comprises an upper half 13A which is displaced in the axial direction of the connecting stub 7 relative to the lower half 13B of the valve seat, by a distance approximately corresponding to the thickness of the valve body 14. The valve body 14 is disc-shaped and is rotatable by means of a shaft 15 rotatably suspended in alloys 16 in the connecting piece 17 between the two valve seat halves 13A and 13B. The shaft 15 extends at least on one side beyond the stub 7. In Fig. 6, the valve body 14 is shown in solid lines in the closed position in solid lines (Fig. 1B), in broken lines. in the fully open position (fig. IA). In the closed position, the valve body 14 abuts the sides of the shaft 13 of the upper 13A and lower half 13B of the valve seat 13, which are located on the shaft side. Such a valve 9 is easy to manufacture, install and operate. robust and insensitive to, for example, pollution, in particular carbonization, and resistant to the outlet pressures. 10 The first exhaust 4 can be, for example, a standard exhaust, legally permitted in a first country, with a maximum sound volume that meets the legal requirements applicable there, while the second exhaust 5 can, for example, be an outlet in another, for example, adjacent second country is permitted by law. For this purpose, both outlets are provided with different dampers 12. At a border between the two countries mentioned, the valve 9 can then be brought to one of the extreme positions by means of the switching means 10, such that the outlet permitted in the country to be entered 4 or 5, i.e. the combustion gas flow path Vi or V2 is switched on. Optionally, the valve 9 can be brought into an intermediate position, such that a first part of the combustion gases is passed via the first combustion gas flow-through route Vi, while the rest of the combustion gases is passed via the second combustion gas flow-through route V2. This results in a combination of the damping characteristics of the two outlets 4, 5, depending on the distribution of the combustion gases.

30 Uiteraard kunnen ook andere of meerdere uitlaten worden gecombineerd, bijvoorbeeld een standaard uitlaat en een open-flow uitlaat.Of course, other or more outlets can also be combined, for example a standard outlet and an open-flow outlet.

Uiteraard kunnen ook andere uitlaten 4, 5 worden gemonteerd, bijvoorbeeld een uitlaat met een maximale 35 demping en een uitlaat met een minimale demping of een uitlaat met een normaal geluid en een uitlaat met een sportief geluid. Voorts kan met behulp van de klep 9 de 10 0 " 9 2 1 9 tegendruk van het uitlaatsamenstel 1 worden geregeld, hetgeen voor betere motorprestaties een bijkomend voordeel kan bieden.Of course, other exhausts 4, 5 can also be mounted, for example an exhaust with a maximum damping and an exhaust with a minimum damping or an exhaust with a normal sound and an exhaust with a sporty sound. Furthermore, the valve 9 can be used to regulate the back pressure of the exhaust assembly 1, which can provide an additional advantage for better engine performance.

Het verdient de voorkeur wanneer de klep 9 met 5 behulp van een snaaraandrijving of dergelijke wordt aangedreven met behulp van de servobesturing 10. Met name wanneer twee of meer van dergelijke uitlaatsamenstellen 1 aan één voertuig zijn opgenomen wordt daarmee het voordeel bereikt dat tijdens bediening van de uitlaatsamenstellen 1 10 de kleppen 9 eerst in een uiterste stand kunnen worden gestuurd, ter calibratie, waarbij slip van de snaaraandri jving er zorg voor draagt dat de kleppen 9 niet beschadigen, waarna de kleppen 9 in de gewenste stand kunnen worden gebracht. Aldus wordt ervoor zorggedragen dat de 15 kleppen 9 alle dezelfde stand innemen. Bovendien is het voordelig wanneer de of elke klep 9 in de richting van één van de uiterste standen is of kan worden voorgespannen, zodanig dat een standaard- of voorkeursuitlaat in principe in de ingeschakelde verbrandingsgas-doorstroomroute V is 20 opgenomen, terwijl bewust een andere uitlaat aangesloten moet worden. Daarmee wordt verhinderd dat onbedoeld een niet toegelaten uitlaat wordt ingeschakeld.It is preferable if the valve 9 is driven by means of a belt drive or the like with the aid of the servo control 10. In particular when two or more such exhaust assemblies 1 are accommodated on one vehicle, the advantage is thereby achieved that during operation of the exhaust assemblies 1 the valves 9 can first be steered to an extreme position, for calibration, in which slip of the belt drive ensures that the valves 9 are not damaged, after which the valves 9 can be brought into the desired position. Thus it is ensured that the 15 valves 9 all assume the same position. In addition, it is advantageous if the or each valve 9 is or can be pretensioned in the direction of one of the extreme positions, such that a standard or preferred outlet is in principle included in the switched-on combustion gas flow path V, while deliberately a different outlet must be connected. This prevents an unauthorized exhaust from being switched on unintentionally.

In fig. 2 is een alternatief uitlaatsamenstel 21 getoond, waarbij de eerste 24 en tweede uitlaat 25 te zanten 25 zijn opgenomen in één uitlaathuis 31. In deze uitvoeringsvorm is de klep 29, welke wederom bedienbaar is met behulp van de servobesturing 30, opgesteld in het geïntegreerde spruitstuk 23, tussen de eerste aansluitstomp 26 en de tweede 27 en derde aansluitstomp 28. De klep 29 is ingericht 30 voor het richten van de tijdens gebruik via de eerste aansluitstomp 26 aangevoerde verbrandingsgassen in de richting van de eerste uitlaat 24 en/of de tweede uitlaat 25. Aldus kunnen de eerste en tweede verbrandingsgas-doorstroomroutes of een combinatie daarvan worden ingeschakeld. Een 35 dergelijke uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat deze relatief compact is en slechts één behuizing 31 heeft, 1002921 10 hetgeen aantrekkelijk is vanwege het uiterlijk van het samenstel en een daarmee uitgerust voertuig.In Fig. 2, an alternative exhaust assembly 21 is shown, in which the first 24 and second exhaust 25 to be side 25 are contained in one exhaust housing 31. In this embodiment, the valve 29, which is again operable by means of the servo control 30, is arranged in the integrated manifold 23, between the first connecting stub 26 and the second 27 and third connecting stub 28. The valve 29 is arranged 30 for directing the combustion gases supplied via the first connecting stub 26 during use in the direction of the first outlet 24 and / or the second outlet 25. Thus, the first and second combustion gas flow routes or a combination thereof can be switched on. Such an embodiment has the advantage that it is relatively compact and has only one housing 31, 1002921 which is attractive because of the appearance of the assembly and a vehicle equipped therewith.

Fig. 3 toont een derde uitvoeringsvorm van een uit-laatsamenstel 41 volgens de uitvinding. In deze uitvoerings-5 vorm is één uitlaat 44 voorzien, welke uitlaat direct aansluit op de aanvoerleiding 42. In de uitlaat 44 is een in hoofdzaak cilindrische demper 52 voorzien waar omheen een buisvormige huls 53 verschuifbaar is opgenomen. De demper is voorzien van doorgangen voor de verbrandingsgassen van de 10 motor, schematisch weergegeven door de openingen 54 en de middendoorgang 55 in de demper 52. De huls 53 ligt aan tegen de buitenzijde van de demper 52, zodanig dat door verschuiving van de huls 53 openingen 54 kunnen worden afgesloten of vrijgegeven. Voor het verschuiven van de 15 huls 53 is wederom een schematisch weergegeven servo- besturing 50 opgenomen, met de huls 53 verbonden via een aandrijfbare trek/duwstang 56. Het aantal door de huls 53 vrijgegeven doorgangen in de demper 52 bepaalt althans mede de dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel 41. In 20 deze uitvoeringsvorm wordt een uitermate compact uitlaatsamenstel verkregen dat bovendien constructief eenvoudig is.Fig. 3 shows a third embodiment of an exhaust assembly 41 according to the invention. In this embodiment, one outlet 44 is provided, which outlet connects directly to the supply line 42. In the outlet 44, a substantially cylindrical damper 52 is provided around which a tubular sleeve 53 is slidably received. The damper is provided with passageways for the combustion gases of the engine, schematically shown through the openings 54 and the middle passage 55 in the damper 52. The sleeve 53 abuts the outside of the damper 52, such that by sliding the sleeve 53 openings 54 can be closed or released. To shift the sleeve 53, a schematically shown servo control 50 is again included, connected to the sleeve 53 via a drivable pull / push rod 56. The number of passages in the damper 52 released by the sleeve 53 at least partly determines the damping characteristic of the exhaust assembly 41. In this embodiment an extremely compact exhaust assembly is obtained which is moreover structurally simple.

Fig. 4 toont een vierde uitvoeringsvorm van een uitlaatsamenstel 61, dat wederom is voorzien van één, direct op de aanvoerleiding 62 aangesloten uitlaat 64. In de 25 uitlaat 64 is wederom een demper 72 opgenomen, welke in deze uitvoeringsvorm een aantal schijfvormige demperelementen 75 omvat die achter elkaar zijn opgesteld, steeds onder tussenkomst van een drukveer 76. Door de demperelementen 75 strekt zich een trekmiddel 77 uit dat bedienbaar is door de 30 schematisch aangegeven servobesturing 70. Met behulp van het trekmiddel 77, bijvoorbeeld een trekstang, kunnen de demperelementen 75 dichter op elkaar worden getrokken, zodanig dat de demper 72 tijdens gebruik een hogere stromingsweerstand vormt voor de verbrandingsgassen van de verbrandingsmotor.Fig. 4 shows a fourth embodiment of an exhaust assembly 61, which is again provided with one outlet 64, which is connected directly to the supply line 62. In the outlet 64 there is again included a damper 72, which in this embodiment comprises a number of disc-shaped damper elements 75, which are arranged one another, always with the intervention of a compression spring 76. The damper elements 75 extend a pulling means 77 which can be operated by the servo control 70 schematically indicated. With the aid of the pulling means 77, for instance a tie rod, the damper elements 75 can be moved closer to drawn together such that the damper 72 provides a higher flow resistance to the combustion gases of the internal combustion engine during use.

35 Bij het naar elkaar toe trekken van de demperelementen 75 worden de drukveren gespannen, zodanig dat bij vrijgave van het trekmiddel 77 de demperelementen de maximale onderlinge 1002321 11 afstand weer innemen en daarmee de laagste stromings-weerstand. Op deze wijze is de dempingskarakteristiek van het uitlaatsamenstel eenvoudig instelbaar.When the damper elements 75 are pulled together, the compression springs are tensioned, such that when the pull means 77 is released, the damper elements take up the maximum mutual distance again and thus the lowest flow resistance. In this way, the damping characteristic of the exhaust assembly is easily adjustable.

Fig. 5 toont een bijzonder voordelige, éénpijps-5 uitvoeringsvorm van een uitlaatsamenstel 81 volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvorm omvat het uitlaatsamenstel 81 één, direct op de aanvoerleiding 82 aan-sluitbare uitlaat 84, omvattende een behuizing 91 en een daarin centraal opgestelde, zich in de lengterichting 10 uitstrekkende, geperforeerde buis 83 die in gemonteerde toestand enerzijds aansluit op de aanvoerleiding 82 en anderzijds uitmondt in een uitlaatstuk 85. Aan de nabij het uitlaatstuk 85 gelegen zijde is in de buis 83 een klep 89 voorzien die in een eerste stand de vrije doorlaat van de 15 buis 83 afsluit en in een tweede stand nagenoeg vrij geeft. De buis 83 wordt met afstand omgeven door de behuizing 91, welke nabij de aanvoerleiding 82 strak tegen de buis 85 afsluit en in stromingsverbinding staat met het uitlaatstuk 85, rond en achter de buis 83. De klep 89 is op eerder 20 beschreven wijze servo gestuurd bedienbaar tussen de eerste en de tweede stand. Rond de buis 83 is nabij het aan de zijde van het uitlaatstuk 85 gelegen einde een aantal bijvoorbeeld schijfvormige demperelementen 95 voorzien, die voor geluidsaanpassing en -reductie en eventueel vermogens-25 beperking zorgen wanneer uitlaatgassen daarlangs worden geleid. Een uitlaatsamenstel 81 volgens fig. 5 kan als volgt worden gebruikt.Fig. 5 shows a particularly advantageous, one-pipe-5 embodiment of an exhaust assembly 81 according to the invention. In this embodiment, the outlet assembly 81 comprises one outlet 84, which can be connected directly to the supply line 82, comprising a housing 91 and a centrally disposed, longitudinally extending, perforated tube 83 which, in mounted condition, connects on the one hand to the supply line 82 and, on the other hand, opens into an outlet piece 85. On the side located near the outlet piece 85, a valve 89 is provided in the tube 83, which closes the free passage of the tube 83 in a first position and substantially releases it in a second position. The tube 83 is surrounded at a distance by the housing 91, which closes tightly against the tube 85 near the supply line 82 and is in flow communication with the outlet piece 85, around and behind the tube 83. The valve 89 is servo-controlled in the manner described above. operable between the first and second position. Around the tube 83, near the end located on the side of the outlet piece 85, a number of, for example, disc-shaped damper elements 95 are provided, which provide for noise adaptation and reduction and, optionally, power limitation when exhaust gases are passed along them. An exhaust assembly 81 of Figure 5 can be used as follows.

Het uitlaatsamenstel 81 wordt op een aanvoerleiding 82 aangesloten, zodanig dat verbrandingsgassen van 30 een motor via de anvoerleiding 82 in de geperforeerde buis 83 kunnen worden geleid. De klep 89 wordt vervolgens in de tweede stand gebracht, zodat de verbrandingsgassen nagenoeg zonder weerstand via de buis 83 en het uitlaatstuk 85 naar de omgeving kunnen worden weggeleid. Deze 35 stroming is in fig. 5 weergegeven door de pijl VI. Daarbij wordt een eerste, relatief luid "motor"-geluid gegenereerd.The exhaust assembly 81 is connected to a supply line 82, such that combustion gases from an engine can be led through the supply line 82 into the perforated tube 83. The valve 89 is then brought to the second position, so that the combustion gases can be led to the environment via the pipe 83 and the outlet piece 85 with virtually no resistance. This flow is represented in Fig. 5 by the arrow VI. A first, relatively loud "engine" sound is thereby generated.

10 0 ? 9 2 1 1210 0? 9 2 1 12

Wanneer de klep 89 gedeeltelijk of geheel wordt dichtgestuurd wordt de tegendruk in de buis 83 opgevoerd, waardoor een deel van of alle verbrandingsgassen via de perforatie-openingen 9^ in de binnenbuis 83 tussen de 5 buis 83 en de behuizing 91 worden gedwongen. Daar worden deze vervolgens langs de demperelementen 95 geperst en via het uitlaatsuk 85 afgevoerd naar de omgeving. Als gevolg van de stromingsweg V2 via de perforaties en de demperelementen wordt voor geluidsverandering en -reductie en eventueel voor 10 vermogensvermindering gezorgd. Door een geschikte keuze van onder meer de demperelementen 95 en de lamellen 96 rond de klep 89 kan een bepaald maximaal geluidsvolume worden ingesteld bij gesloten klep 89, bijvoorbeeld 81 dB.When the valve 89 is partially or completely closed, the counter-pressure is increased in the tube 83, forcing part or all of the combustion gases through the perforation openings 9 in the inner tube 83 between the tube 83 and the housing 91. There they are then pressed along the damper elements 95 and discharged to the environment via the outlet piece 85. As a result of the flow path V2 via the perforations and the damper elements, sound change and reduction and possibly power reduction are provided. By a suitable choice of, among other things, the damper elements 95 and the slats 96 around the valve 89, a determined maximum sound volume can be set when the valve 89 is closed, for example 81 dB.

Overigens kunnen op vergelijkbare wijze meerdere 15 buizen om en achter elkaar worden geschakeld, waardoor nog verdere aanpassing van geluid en vermogen mogelijk zijn. Bovendien kunnen bijvoorbeeld electronische registratiemiddelen zijn voorzien voor meting van het motor- c.q. uitlaatgeluid, waarbij instel- en regelmiddelen kunnen zijn 20 voorzien voor (semi-)automatische bediening van het betreffende uitlaatsamenstel.Incidentally, several tubes can be switched one behind the other in a comparable manner, so that even further adjustment of sound and power is possible. In addition, electronic recording means can for instance be provided for measuring the engine and / or exhaust noise, whereby adjustment and control means can be provided for (semi-) automatic operation of the relevant exhaust assembly.

Onder aanpassing van de dempingskarakteristiek dient ten minste te worden begrepen aanpassing van het geluidsniveau dat door of via het uitlaatsamenstel wordt 25 geproduceerd en/of de tegendruk die voor de motor door het uitlaatsamenstel wordt geleverd, beide tijdens gebruik van het uitlaatsamenstel.Adjustment of the damping characteristic should at least include adjustment of the sound level produced by or through the exhaust assembly and / or the back pressure supplied to the engine by the exhaust assembly, both during use of the exhaust assembly.

Een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor gebruik bij een motorfiets, een 30 bromfiets of een automobiel. Daarbij kunnen verschillende samenstellen naast elkaar worden gebruikt, bijvoorbeeld één per cilinder van de motor van het betreffende voertuig, of geïntegreerd worden toegepast.An exhaust assembly according to the invention is particularly suitable for use with a motorcycle, a moped or an automobile. Different assemblies can be used side by side, for example one per cylinder of the engine of the vehicle in question, or be used in an integrated manner.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de 35 tekening en de beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk.The invention is by no means limited to the embodiments shown and described in the drawing and the description. Many variations on this are possible.

1 0 0 Γ 9 2 1 131 0 0 Γ 9 2 1 13

Zo kunnen bijvoorbeeld drie of meer uitlaten met verschillende of vergelijkbare dempingskarakteristieken worden toegepast, waarbij schakelmiddelen kunnen zijn voorzien voor het inschakelen van elk der uitlaten 5 afzonderlijk of combinaties daarvan. Bovendien zijn verschillende combinaties van de in de beschrijving en de conclusies gegeven maatregelen mogelijk, op voor zichzelf sprekende wijzen. Allerlei andere middelen voor het op vergelijkbare wijze aanpassen van de dempingskarakteristiek 10 van een uitlaatsamenstel kunnen worden toegepast, afhankelijk van het gekozen type uitlaat. Met name bij gebruik van een uitlaatsamenstel volgens de uitvinding bij een automobiel kunnen de middelen voor het regelen van de dempingskarakteristiek zijn opgenomen stroomafwaarts van de 15 eerste en eventuele verdere dempers (knalpotten) en een eventuele katalysator, hetgeen kosten- en ruimtebesparend is.For example, three or more outlets with different or comparable damping characteristics can be used, switching means being provided for switching on each of the outlets 5 individually or in combinations thereof. Moreover, different combinations of the measures given in the description and the claims are possible, in self-evident ways. A variety of other means for similarly adjusting the muffling characteristic of an exhaust assembly can be employed depending on the type of exhaust selected. Particularly when using an exhaust assembly according to the invention in an automobile, the means for controlling the damping characteristic can be included downstream of the first and any further mufflers (mufflers) and an optional catalyst, which is cost and space saving.

Deze en vele vergelijkbare aanpassingen en variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.These and many comparable modifications and variations are understood to fall within the scope of the invention.

10022211002221

Claims

1. Exhaust assembly for use in a motor vehicle with a combustion engine, the exhaust assembly comprising combustion engine connection means, at least one exhaust and at least one silencer, means being provided for controlling the damping characteristic of the exhaust assembly, characterized in that it exhaust assembly (1,21,41,61,81) comprising at least a first flue gas flow path Vi and a second flue gas flow path V2, the 10 means (3,9,10; 23,29,30; 50,53, 56; 70, 75, 76, 77; 89) for controlling the damping characteristic can be operated during use of the exhaust assembly with a combustion engine coupled thereto and are arranged for guiding the combustion gases of the combustion gases at least partly along one of the combustion gas flow-through routes. engine.

Exhaust assembly according to claim 1, characterized in that the means (3,9,10; 23,29,30; 50,53,56; 70,75,76,77; 89; 83; 94,95) controlling the damping characteristic diverting means (9; 29; 53; 75,76,77; 89) for diverting at least a portion of the exhaust gases from the combustion engine during use past at least a portion of the muffler (12; 32 ; 52; 72; 95) or at least one of the mufflers, such that during use by operation of the diverting means the degree of influence of the or each muffler on the muffling characteristic of the exhaust assembly (1; 21; 41; 61; 81) and thereby at least the sound produced by or in the exhaust assembly is controllable.

Exhaust assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the assembly (1,21) comprises at least two outlets (4,5, -24,25), the control means of which at least 1 o. 9 2 1 switching means (3,9, -23,29) comprise between the combustion-engine connecting means (2,22) and the outlets (4,5, -24,25) which switching means are arranged for bringing into flue gas connection optionally one, a series or each of the 5 outlets (4.5, -24.25).

Exhaust assembly according to claim 3, characterized in that the means (3,9,10, -23,29,30, -50,53,56, -70,75,76,77) for controlling the damping characteristic comprise a manifold (3,23) which is connected on the one hand to the combustion engine connecting means (2; 22) and on the other hand is provided with at least two separate connecting means (7,8, -27,28) on which at least one outlet ( 4,5, -24,25), the switching means comprising valve means (9; 29) extending in the manifold (3; 23) for at least partially closing or releasing at least one of the connecting means (7,8 , -27, -28).

Exhaust assembly according to claim 4, characterized in that the manifold (3, -23) forms at least a first connection between the combustion engine connection means (2; 22) and a first outlet (4, -24) and a second connection between the internal combustion engine connection means (2, -22) and a second outlet (5, -25), the flow resistance of the first connection being lower than the flow resistance of the second connection, the valve means (9, -29) adapted for at least substantially being able to close the first connection.

Exhaust assembly according to claim 5, characterized in that the first connection is substantially straight.

7. Exhaust assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the means (3,9,10, -23,29,30, -50,53,56, -70,75,76,77) for controlling of the damping characteristic include covering means (53) for closing off at least a part of the or each damper (52) for flow through the flue gases, such that by operating the covering means (53) a smaller or larger part of the relevant damper (52) flows through the flue gases during use. 1 0 0 'δ 2 1

8. Exhaust assembly as claimed in claim 7, characterized in that the or each silencer (52) has an elongated shape, wherein the flue gases during use flow from the outside through passage openings (54, 55) in the silencer and through the silencer to the outlet side of the outlet (44) flows, the covering means comprising a sleeve-shaped part (53) which is slidable over the damper (52) to close at least a part of the passage openings (54, 55).

Exhaust assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the or each silencer (72) comprises a number of lamellar silencer elements (75) arranged one behind the other in the longitudinal direction of the silencer, wherein during use the flue gases between the silencer elements (75 ) flow in the direction of the outlet side of the respective outlet (74), the means (3,9,10; 23,29,30; 50,53,56; 70,75,76,77) for controlling of the damping characteristic include switching means (70, 77) for moving at least a number of the damper elements (75) relative to each other in the longitudinal direction of the damper (72), such that the passage openings between the damper elements (75) size can be adjusted.

Exhaust assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the exhaust assembly comprises a gas-tight housing (91) which comprises a perforated inner tube (83) at a distance, the housing being closed on one side around the inner tube (83). connecting means for a flue gas supply pipe (82), wherein valve means (89) are included at a distance from the connecting means for closing the inner tube (83) in whole or in part, such that in the open valve means (89) the first flue gas- flow path (VI) extends through the inner tube (83) to the environment, while with closed valve means (89) the second combustion gas flow path (V2) extends via the inner tube (83) and the perforation openings (94) arranged therein between the inner tube (83) and the housing (91) extend to the environment. 1002921

Assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the means (3,9,10, -23,29,30, -50,53,56, -70,75,76,77, -89) for the control of the damping characteristic can be controlled remotely, preferably electrically or hydraulically.

Diverting and switching means for use in an exhaust assembly according to any one of the preceding claims.

Manifold for use in an assembly according to any one of the claims.

Vehicle, provided with an exhaust assembly according to any one of claims 1-11. 1002911