NL1002872C2

NL1002872C2 - Production of transport catheters for passing other catheters through them

Info

Publication number: NL1002872C2
Application number: NL1002872A
Authority: NL
Inventors: Johannes Jacobus Gerardus Bos; Wilfred Peter Heiner
Original assignee: Cordis Europ
Priority date: 1996-04-15
Filing date: 1996-04-15
Publication date: 1997-10-17

Abstract

A transport catheter consists of a hollow tubular body with at least one surface partially coated with a gel.

Description

55

GELEIDINGSKATHETERGUIDANCE CATHETER

De uitvinding heeft betrekking op een gelei-dingskatheter welke een slangvormig basislichaam met tenminste één lumen omvat.The invention relates to a guiding catheter comprising a tubular basic body with at least one lumen.

Een dergelijke geleidingskatheter wordt over 5 het algemeen gebruikt voor het geleiden van een ballonkatheter of microkatheter. De geleidingskatheter wordt tot zo dicht mogelijk bij de te onderzoeken of behandelen plek in het lichaam van een patiënt geleid waarna de ballon of microkatheter door het lumen wordt 10 geduwd, zodat het werkzame einde daarvan naar de te onderzoeken of behandelen plek wordt geleid.Such a guiding catheter is generally used to guide a balloon catheter or microcatheter. The guiding catheter is guided as close as possible to the spot to be examined or treated in a patient's body, after which the balloon or microcatheter is pushed through the lumen, so that its active end is guided to the spot to be treated or treated.

Een representatieve diameter voor een microkatheter is bijvoorbeeld 0,8 mm. Een daarmee te gebruiken geleidingskatheter heeft bijvoorbeeld een binnendiameter 15 van 1,0 mm en een buitendiameter van 1,4 mm.For example, a representative diameter for a microcatheter is 0.8 mm. A guide catheter to be used therewith has, for example, an inner diameter of 1.0 mm and an outer diameter of 1.4 mm.

Teneinde de wrijving te verminderen en daardoor de kans te verkleinen dat de diagnostische of interventi-onele katheter in de geleidingskatheter vast komt te zitten, is het wel bekend om de wand van het lumen van de 20 geleidingskatheter te bekleden met teflon.In order to reduce friction and thereby reduce the likelihood of the diagnostic or interventional catheter becoming trapped in the guide catheter, it is well known to coat the wall of the lumen of the guide catheter with Teflon.

De uitvinding beoogt een in dit opzicht verder verbeterde geleidingskatheter te verschaffen.The object of the invention is to provide a further improved guiding catheter in this respect.

Dit doel wordt bij de geleidingskatheter volgens de uitvinding bereikt doordat de wand van het lumen 25 bedekt is met een gel. Een gel vormt een min of meer vast netwerk waarin een vloeistof mechanisch opgenomen is. De gel heeft dus de eigenschap om ook aan zijn oppervlak vloeistof bij zich te houden. Onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld onder druk waarbij het 30 netwerk enigszins ingedrukt wordt, kan wat van de vloeistof vrijgegeven worden. Door deze eigenschappen wordt ten alle tijden een vloeistoflaag tussen de gel en 1002872 2 een daarmee in contact verkerend oppervlak in stand gehouden, waardoor een zeer goede smering wordt verkregen.This aim is achieved with the guiding catheter according to the invention in that the wall of the lumen 25 is covered with a gel. A gel forms a more or less solid network in which a liquid is mechanically incorporated. The gel therefore has the property of retaining liquid on its surface as well. Under special circumstances, for example under pressure at which the network is slightly compressed, some of the liquid can be released. Due to these properties, a liquid layer between the gel and a contacting surface is maintained at all times, whereby a very good lubrication is obtained.

Gebleken is, dat zoals met de bovengenoemde 5 kleine diameters een te geleiden katheter niet in het lumen van de geleidingskatheter blijft steken en gemakkelijk beweegbaar blijft.It has been found that, as with the above 5 small diameters, a catheter to be guided does not get stuck in the lumen of the guiding catheter and remains easily movable.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Het inbrengen van de geleidingskatheter wordt 10 hierdoor vergemakkelijkt.The measure of claim 2 is preferably applied. The introduction of the guiding catheter is hereby facilitated.

Een gunstige verdere ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 3. De aan het buitenoppervlak van de geleidingskatheter aangebrachte gel kan bijvoorbeeld een middel bevatten dat het optreden van spasmen vermindert, 15 het immuunsysteem plaatselijk passiviseert, en dergelijke.A favorable further development is characterized in claim 3. The gel applied to the outer surface of the guiding catheter may contain, for example, an agent that reduces the occurrence of spasms, locally passivates the immune system, and the like.

Een geschikte uitvoering is daarbij gekenmerkt in conclusie 4. Wanneer het anti-trombogeen middel opgenomen is in de gel op de wand van het lumen kan 20 eventueel in het lumen binnendringend bloed geen tromben vormen die de beweegbaarheid van de ingebrachte katheter ongunstig zouden beïnvloeden.A suitable embodiment is thereby characterized in claim 4. When the anti-thrombogenic agent is incorporated in the gel on the lumen wall, any blood entering the lumen cannot form thrombs which would adversely affect the mobility of the inserted catheter.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 5 toegepast. Een hydrogel kan goed de geschikte eigenschap-25 pen worden gegeven voor zowel de hechting aan de wand van de geleidingskatheter als voor wat betreft de eigenschappen die het smeringseffect teweegbrengen.The measure of claim 5 is preferably applied. A hydrogel may well be given the appropriate properties for both the adhesion to the wall of the guiding catheter and the properties that produce the lubrication effect.

Onder normale omstandigheden zal de gel goed aan de wand van de geleidingskatheter hechten. Wanneer 30 echter onder bijzondere omstandigheden toch geldeeltjes losraken, kunnen deze geen gevaar voor de patiënt teweegbrengen, wanneer de maatregel volgens conclusie 6 wordt toegepast. De losse deeltjes worden dan door het lichaam afgebroken en eventueel uitgescheiden.Under normal circumstances, the gel will adhere well to the wall of the guiding catheter. However, if gel particles do become detached under special circumstances, they cannot pose a danger to the patient when the measure according to claim 6 is applied. The loose particles are then broken down by the body and possibly excreted.

35 De uitvinding wordt toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuur.The invention is elucidated in the following description with reference to the attached figure.

De figuur toont gedeeltelijk schematisch in doorgesneden aanzicht een geleidingskatheter 1 volgens de 100287^ 3 uitvinding die ingebracht is in een bloedvat 3 van een patiënt.The figure partly schematically shows, in cross-sectional view, a guiding catheter 1 according to the invention, which has been inserted into a blood vessel 3 of a patient.

De geleidingskatheter 1 omvat een slangvormig basislichaam 2 met een lumen 4. De geleidingskatheter 1 5 wordt bij een patiënt ingebracht tot nabij de plek waarbij met een microkatheter diagnostische of interventione-le behandelingen moeten worden verricht. Een microkatheter is zelf onvoldoende stijf om deze naar de beoogde positie te bewegen.The guiding catheter 1 comprises a tubular base body 2 with a lumen 4. The guiding catheter 15 is introduced into a patient near the site where diagnostic or interventional treatments are to be performed with a microcatheter. A microcatheter itself is not rigid enough to move it to the intended position.

10 In de figuur wordt de microkatheter 6 getoond, terwijl deze via het lumen 4 van de geleidingskatheter 1 naar de beoogde positie wordt geleid.In the figure, the microcatheter 6 is shown as it is guided through the lumen 4 of the guiding catheter 1 to its intended position.

Zoals de figuur laat zien is de wand van het lumen 4 bedekt met een gel 5. De gel hecht aan het mate-15 riaal van het basislichaam, dat bijvoorbeeld polyurethaan is en blijft aldus op zijn plaats, totdat de katheter wordt gebruikt.As the figure shows, the wall of the lumen 4 is covered with a gel 5. The gel adheres to the material of the base body, which is, for example, polyurethane, and thus remains in place until the catheter is used.

Door de eigenschappen van de gel treedt bij het inbrengen van de katheter 6 een smerend effect op. De gel 20 5 wordt zoals schematisch bij 7 aangeduid enigszins samengedrukt, waardoor tussen de katheter 6 en de wand van het lumen een laagje van de in de gel opgenomen vloeistof wordt gevormd, zodat geen direct contact van het materiaal van de katheter 6 met het materiaal van het 25 basislichaam 2 optreedt. De gel 5 zorgt dus voor een hydrodynamische smering van de katheter 6 bij de beweging daarvan door het lumen 4.Due to the properties of the gel, a lubricating effect occurs when the catheter 6 is inserted. As indicated schematically at 7, the gel 20 5 is slightly compressed, whereby a layer of the liquid contained in the gel is formed between the catheter 6 and the wall of the lumen, so that no direct contact of the material of the catheter 6 with the material of the basic body 2 occurs. Thus, the gel 5 provides hydrodynamic lubrication of the catheter 6 as it moves through the lumen 4.

Bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is ook de buitenwand van het basislichaam 2 voorzien van de laag 30 gel 8. Deze kan dezelfde consistentie hebben als de gel 5 die op de wand van het lumen 4 is aangebracht. De laag gel 8 zorgt voor een mindere wrijving bij het inbrengen van de katheter in het bloedvat 3.In the exemplary embodiment shown, the outer wall of the basic body 2 is also provided with the layer 30 of gel 8. This may have the same consistency as the gel 5 which is applied to the wall of the lumen 4. The layer of gel 8 provides less friction when the catheter is inserted into the blood vessel 3.

Zoals opgemerkt kunnen de lagen gel 5 en 8 een 35 medicament omvatten. Daarbij komt in het bijzonder voor de gel 5 een antitrombogeen middel in aanmerking, teneinde te voorkomen dat vanaf het distale einde van de geleidingskatheter binnendringend bloed om de katheter 6 1002872 4 in het lumen 4 stolt, waardoor de beweeglijkheid van de katheter 6 zou worden bemoeilijkt.As noted, the layers of gel 5 and 8 may comprise a medicament. In particular, an antithrombogenic agent is suitable for the gel 5, in order to prevent blood penetrating from the distal end of the guiding catheter around the catheter 6 1002872 4 into the lumen 4, which would impede the mobility of the catheter 6 .

De gel in de laag 8 kan op geschikte wijze een medicament omvatten dat geleidelijk aan de omgeving, in 5 het bijzonder het bloed in het bloedvat 3 wordt afgegeven.The gel in the layer 8 may suitably comprise a medicament which is gradually released into the environment, in particular the blood, into the blood vessel 3.

De gel kan ook zodanige eigenschappen hebben dat zonder afgifte van eventuele medicamenten een positieve biologische interactie wordt geïnduceerd. Als 10 voorbeeld kan worden genoemd het voorkomen of verminderen van contactactivaties.The gel may also have such properties that a positive biological interaction is induced without release of any medicaments. As an example, the prevention or reduction of contact activations can be mentioned.

Hoewel in het voorbeeld sprake is van een hydrogel, kan de gel ook als vloeistof bloed van de patiënt bevatten.Although the hydrogel is used in the example, the gel may also contain the patient's blood as a liquid.

10028721002872

Claims

A guiding catheter comprising a tubular basic body with at least one lumen, the wall of the lumen being at least partially covered with a gel.

The guiding catheter according to claim 1, wherein the base body is also gel-coated over at least a portion of its outer surface.

The guiding catheter according to claim 1 or 2, wherein the gel comprises a medicament.

The guiding catheter of claim 3, wherein the medicament comprises an anti-thrombogenic agent.

The guiding catheter according to any of the preceding claims, wherein the gel is a hydrogel.

The guiding catheter according to any of the preceding claims, wherein the gel is biodegradable. 1002872