NL1002311C2 - Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces. - Google Patents

Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces. Download PDF

Info

Publication number
NL1002311C2
NL1002311C2 NL1002311A NL1002311A NL1002311C2 NL 1002311 C2 NL1002311 C2 NL 1002311C2 NL 1002311 A NL1002311 A NL 1002311A NL 1002311 A NL1002311 A NL 1002311A NL 1002311 C2 NL1002311 C2 NL 1002311C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fraction
impurities
cleaning
soil
sample
Prior art date
Application number
NL1002311A
Other languages
English (en)
Inventor
Erik Ten Brummeler
Jan Bovendeur
Original Assignee
Heidemij Realisatie Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heidemij Realisatie Bv filed Critical Heidemij Realisatie Bv
Priority to NL1002311A priority Critical patent/NL1002311C2/nl
Priority to EP97200403A priority patent/EP0789240A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1002311C2 publication Critical patent/NL1002311C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N33/00Investigating or analysing materials by specific methods not covered by groups G01N1/00 - G01N31/00
    • G01N33/24Earth materials

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Geology (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Measuring Or Testing Involving Enzymes Or Micro-Organisms (AREA)

Description

WERKWIJZE VOOR HET VÓÓRSPELLEN VAN HET RESULTAAT VAN EEN REINIGINGSPROCES
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voorspellen van het eindresultaat van een biotechnologisch reinigingsproces van water, grond en organische reststromen.
5 Bodemvervuiling en waterverontreiniging zijn ernstige milieuproblemen. Om deze problemen aan te pakken kunnen vervuilde grond, eventueel na afgraving, en water gereinigd worden door de verontreinigingen te verwijderen. Daarna kunnen de grond opnieuw gestort en het water 10 geloosd of hergebruikt worden.
Organische reststromen, zoals GFT-afval, al dan niet na compostering, (vergiste) mest, (steekvast) zuiveringsslib en bermgras, kunnen alvorens voor verder gebruik of hergebruik in aanmerking te komen ook nog ver-15 ontreinigingen bevatten. Uiteraard dienen ook die eerst verwijderd te worden.
Voor het verwijderen van verontreinigingen uit de diverse substraten kunnen verschillende reinigingstechnieken worden toegepast. Naast thermische en fysi-20 sch/mechanische methoden worden steeds vaker bio(techno) logische reinigingsmethoden gebruikt. Jaarlijks wordt in Nederland bijvoorbeeld ruim 200.000 ton, meestentijds met minerale olie verontreinigde, grond biotechnologisch gereinigd.
25 Bij dergelijke biotechnologische reinigingsme thoden worden de verontreinigingen microbiologisch afgebroken. Het voordeel van biotechnologische reiniging is dat de grond min of meer zijn oorspronkelijke structuur behoudt, dat de eindprodukten van de reiniging (H20 en 30 C02) onschadelijk zijn en dat er weinig energie bij nodig is.
Biotechnologische reiniging is gebaseerd op de activiteit van reeds in de grond aanwezige micro-organis-men. Hoewel de verontreiniging van de grond meestal 35 bestaat uit olie en dit voor reeds aanwezige micro-orga- 1002311; 2 nismen een vrij eenvoudig substraat is verloopt olie-afbraak in de grond echter niet of nauwelijks spontaan. Biotechnologische reiniging vindt daarom na afgraving onder gecontroleerde omstandigheden plaats in een instal-5 latie, waarin de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur, vochtgehalte en zuurstofconcentratie, precies op de behoeften van de gewenste micro-organismen afgestemd worden. Het gevolg is dat hierdoor de afbraak-processen wel of beter verlopen.
10 De keuze van de juiste reinigingsmethode en daarbij behorende omstandigheden voor een bepaald type materiaal (grond of water) hangt af van een aantal factoren. Zo is de soort verontreiniging van belang en ook de ouderdom van de verontreiniging, de deeltjesgrootte-15 verdeling en dergelijke. Of er überhaupt overgegaan moet worden tot het reinigen van het verontreinigde materiaal hangt af van het resultaat dat met de reiniging verkregen kan worden. Grond die zelfs na reiniging niet aan de wettelijke voorschriften voldoet kan beter opgeslagen dan 20 gereinigd worden.
Het is daarom van belang om het resultaat van de reiniging te kunnen voorspellen. Zo kan een nauwkeuriger kostenraming worden gemaakt en de kwaliteit van het eindprodukt voorspeld worden. Slechts wanneer een gefun-25 deerde verwachting over de eindkwaliteit van de grond na de reiniging bestaat kan vastgesteld worden of het zinvol is de reiniging te starten.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze te verschaffen, waarmee de eindkwaliteit 30 van de gereinigde grond voorspeld kan worden, en eventueel een gefundeerde schatting gegeven kan worden van de tijd, die de daadwerkelijke reiniging op grote schaal in beslag zal gaan nemen.
Dit wordt door de uitvinding bereikt door een 35 werkwijze, omvattende de stappen: a) het nemen van een representatief monster van te reinigen materiaal; 10 023 1 3 b) het karakteriseren van het monster door het bepalen van een aantal kenmerkende parameters; c) het eventueel op grootte scheiden van het monster ter verkrijging van een fractie met grove veront- 5 reinigingen en een fractie met bodemmateriaal; d) het scheiden van het bodemmateriaal in een de verontreinigingen bevattende fractie en een relatief schone fractie; e) het indien nodig conditioneren van de de 10 verontreinigingen bevattende fractie; f) het incuberen van de geconditioneerde fractie; g) het een aantal malen tijdens de incubatie meten van een aantal reinigingsparameters ter verkrijging 15 van meetwaarden; en h) het op basis van de in stap g) verkregen meetwaarden vaststellen van de kwaliteit van de grond na reiniging.
Met de "kwaliteit" wordt onder andere bedoeld 20 de restconcentratie verontreinigingen, maar kan ook tevens het organische-stofgehalte, de "rijpheid" (stabiliteit) van de grond en de eventuele aanwezigheid van zware metalen omvatten.
Het monster kan een water- of grondmonster 25 zijn, maar ook een monster organisch materiaal. De werkwijze volgens de uitvinding kan namelijk gebruikt worden voor het voorspellen van het eindresultaat van een bio-technologische reiniging van grond, grondwater, afvalwater en waterbodems, maar ook zuiveringsslib, en al dan 30 niet vergiste mest, bermgras of GFT-afval.
De kenmerkende parameters, die bepaald worden voordat het monster gescheiden wordt, omvatten bijvoorbeeld de deeltjesgrootte-verdeling, organisch-stofgehalte en soort en ouderdom van de verontreinigingen. Op basis 35 van deze gegevens wordt een scheidingsschema opgesteld. Afhankelijk van de waarden kan bijvoorbeeld gekozen worden voor het wel of niet toepassen van bepaalde scheidingstechnieken .
10 02;· ’ 4
Het op grootte scheiden van het monster ter verkrijging van een fractie met grove verontreinigingen en een fractie met bodemmateriaal wordt bijvoorbeeld uitgevoerd door middel van zeven. Grind, stenen, takken 5 en dergelijke worden daarmee verwijderd.
De scheiding in een de verontreinigingen bevattende fractie en een relatief schone fractie betekent in de praktijk vaak een scheiding in een fijne fractie en een grove fractie. De grove fractie omvat voornamelijk 10 zand, terwijl de fijne fractie in hoofdzaak bestaat uit fijn slib. Het is bekend dat de meeste verontreinigingen zich verzamelen in de slibfractie. Vandaar dat deze meestal verder gebruikt zal worden in de test.
Het scheiden van het bodemmateriaal in een 15 fijne fractie en een grove fractie wordt bijvoorbeeld uitgevoerd door middel van hydrocyclonage.
Indien nodig wordt het slib vervolgens geconditioneerd. Dit betekent dat additieven worden toegevoegd en eventueel de pH en temperatuur worden aangepast. De 20 additieven zijn bijvoorbeeld nutriënten voor de micro-organismen of middelen om de pH op een bepaalde waarde te brengen. De conditionering heeft tot doel omstandigheden te creëren, waarbij de micro-organismen optimaal functioneren. Daarnaast kan door het variëren van de omstandig-25 heden bepaald worden welke condities het best bij de reiniging op grote schaal gebruikt kunnen worden.
Na de conditionering volgt de incubatie, tijdens welke de daadwerkelijke microbiologische afbraak plaats vindt. De incubatie kan al naar gelang de veront-30 reiniging en de aanwezige micro-organismen aëroob of anaëroob worden uitgevoerd.
Tijdens de incubatie wordt wederom een aantal parameters gemeten, die in deze aanvrage worden aangeduid met de term "reinigingsparameters". De reinigingsparame-35 ters kunnen één of meer van de volgende zijn: 02-gebruik, C02-produktie, CH4-produktie, concentratie verontreinigingen. 02-gebruik en C02-produktie worden gemeten wanneer de reiniging door aërobe micro-organismen wordt uitgevoerd.
10 02 3 1 i7 5
In geval van een anaërobe reiniging wordt de produktie van biogas (CHA) gemeten. Het meten van het verloop van de concentratie van de verontreinigingen kan bij beide typen reiniging worden uitgevoerd.
5 De reinigingsparameters geven belangrijke informatie over de aanwezigheid van een actieve bacteriepopulatie in het monster, de potentiële microbiologische afbreekbaarheid en toxiciteit van de verontreiniging, het bereiken van een bepaalde restconcentratie en de.optimale 10 waarde van de condities, zoals pH, temperatuur en voedingsstoffen.
Wanneer de bacteriepopulatie klein of inactief is zal er weinig respiratie of biogasproduktie plaatsvinden. Wanneer de verontreiniging toxisch is zullen de 15 micro-organismen sterven en zal er dientengevolge ook weinig activiteit waarneembaar zijn. Gebleken is dat de op kleine schaal gevonden restconcentratie van de verontreinigen representatief is voor de restconcentratie, die ook op grote schaal haalbaar is. Bovendien kan aan de 20 hand van de reinigingsparameters voorspeld worden hoe snel het reinigingsproces op grote schaal uitgevoerd kan worden.
De reinigingsparameters zijn vastgesteld op basis van ervaring. Deze ervaring leert, dat de snelheid 25 die op laboratoriumschaal gemeten wordt, hoger ligt dan de werkelijke snelheid op praktijkschaal. De mate waarop deze snelheid op praktijkschaal lager ligt hangt af van de omgevingsfactoren (temperatuur, zuurstofgehalte), de bodemeigenschappen, het type verontreiniging (bijvoor-30 beeld soort olie) en de ouderdom (dat wil zeggen de periode vanaf het ontstaan van de verontreiniging tot het moment van reinigen). Op basis van ervaring in de praktijk is de snelheid die in het laboratorium wordt vastgesteld om te rekenen met een empirische wiskundige formu-35 le. De algemene vorm van de formule is: T(t) = VVfos*feUb*fver*ften**f02' Waarin 100231 1.
6 T(t) = werkelijke reinigingsperiode (in dagen) TQ = snelheid, bepaald met BAT-methode (in dagen) de dimensieloze snelheidsfactoren (getalswaarde altijd groter dan 0 en kleiner gelijk als 1): 5 ft = lutumgehalte van de grond fos = factor organische stofgehalte van de grond fellb = correctiefactor slibgehalte van de grond ft = type olieverontreiniging ftefflp = temperatuurfactor 10 f o2 = be lucht ings fact or
Statistische analyse van de testresultaten heeft laten zien, dat de eindconcentratie van biotechno-logische grondreiniging niet goed is te voorspellen op basis van de getalswaarde van een aantal specifieke 15 parameters, zoals organische stof, slibgehalte en oliegehalte. Analoog aan de voorspelling van de renigingssnel-heid op grote schaal is hier een empirische formule voor op te stellen. Gezien de complexe relatie tussen de restconcentratie en de bodemeigenschappen, is alleen op 20 basis van een groot aantal data van de gereinigde gronden de nauwkeurigheid van de empirische formule voldoende groot. De data worden verzameld in een databank.
C(P) = (fi*a1+fos*a2+fellb*a3+foud*a4+ftype*a6+C0*a8) , waarin 25 a1-n = empirisch bepaalde constante C(p) = [eindconcentratie op grote schaal]
Co = beginconcentratie verontreiniging foud = ouderdom van de verontreiniging ft = lutumgehalte van de grond 3 0 fos = factor organische stofgehalte van de grond fellb = correctiefactor slibgehalte van de grond ft = type olieverontreiniging
De onderhavige uitvinding zal verder worden 35 verduidelijkt aan de hand van het bijgaande voorbeeld, dat niet bedoeld is om de uitvinding te beperken, maar slechts gegeven is als illustratie.
10 023 1 1.
7
VOORBEELD
Er wordt uitgegaan van een representatief grondmonster van 5 kg. Met behulp van een zeef wordt daarvan een fractie van > 1 mm afgescheiden. In een 5 hydrocycloon wordt verder het zand verwijderd om een goede monstername mogelijk te maken en slijtage van de installatie tegen te gaan.
Het overblijvende slib wordt in de vorm van een slurry met een droge-stofgehalte van 1-5% in reactoren 10 van 9 liter gebracht. De pH wordt ingesteld op 7,0 met HC1 of NaOH.
Vervolgens worden ook voedingsstoffen toegevoegd. De hoeveelheid wordt gebaseerd op de hoeveelheid verontreiniging, in dit geval olie, die in het monster is 15 aangetroffen. In 9 liter slurry bevindt zich 0,0045 kg olie. Hieruit kan 1,35 g biomassa geproduceerd worden. De bruto biomassaformule is C5H7O2NP1/30S1/100. Per experiment wordt dan 0,2 g N (N03-N:NH4+-N = 1:1 mol/mol) , 0,02 g P en 0,02 g S (als S042') toegevoegd.
20 Om een goede balans van de olie-afbraak te kunnen maken worden deelmonsters genomen van het uit-gangsmonster, de fractie van > l mm, het zand (onderloop hydrocycloon), spoelwater, slib (bovenloop hydrocycloon) en slib in de reactoren enige malen gedurende de duur van 25 de test (1-2 weken). Van deze monsters worden het drogestofgehalte, organische-stofgehalte en het gehalte aan minerale olie bepaald. Het slib dat als bovenloop uit de cycloon komt wordt eveneens als nul-monster voor de slurry-reactoren gebruikt.
30 De incubatie vindt plaats bij ongeveer 30°C.
Hierdoor wordt een snelle afbraak verkregen.
De microbiologische activiteit wordt bepaald door middel van het meten van het zuurstofverbruik. Dit is een relatieve maat voor de aanwezigheid van bacteriën, 35 die olie kunnen afbreken, en de aanwezigheid van giftige stoffen. De activiteit wordt gemeten door de reactor gedurende een periode van enige uren af te sluiten en de afname in het zuurstofgehalte te meten. Door de afname 10 023 11' δ van zuurstof tegen de tijd uit te zetten en de richtings-coëfficiënt te berekenen is het zuurstofgebruik per liter slurry of kilogram grond te bepalen. Uit de literatuur is bekend dat normale actieve grond bij 20°C ongeveer 0,2 mg 5 zuurstof per kg per uur gebruikt, en bij 30°C ongeveer 0,4 mg per kg per uur. Dit zijn de waarden, die minimaal gevonden moeten worden voor het zuurstofgebruik.
Figuur 1 toont een drietal curves, die het zuurstofverbruik op verschillende tijdstippen weergeven. 10 De helling van de curves komt overeen met de maximale zuurstofverbruikssnelheid. Hieruit blijkt dat het zuurstofverbruik in de tijd sterk afneemt. Dit hangt uiteraard samen met een afname in olieconcentratie in de tijd.
Er werd gecontroleerd of het verdwijnen van de 15 olie te wijten zou kunnen zijn aan verdamping. Hiervoor werden het zuurstofgebruik en de olieafbraak gemeten in monsters (A), waarin door middel van natrium-azide de micro-organismen gedood waren, in vergelijking met gewone monsters (B), waarin de micro-organismen normaal actief 20 waren. Het resultaat wordt getoond in figuur 2. Hieruit blijkt uit de afwezigheid van enig zuurstofgebruik door monsters (A) dat daarin inderdaad geen micro-organismen meer aanwezig waren. Deze monsters lieten ook geen afname in olieconcentratie zien.
25 Figuur 3 toont de correlatie tussen het reini- gingsresultaat na uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding en na reiniging op grote schaal. Hieruit blijkt de voorspellende waarde van de werkwijze volgens de uitvinding.
10 023Π,

Claims (10)

1. Werkwijze voor het voorspellen van het eindresultaat van een biologisch reinigingsproces, omvattende de stappen: a) het nemen van een representatief monster van 5 te reinigen materiaal; b) het karakteriseren van het monster door het bepalen van een aantal kenmerkende parameters; c) het eventueel op grootte scheiden van het monster ter verkrijging van een fractie met grove veront- 10 reinigingen en een fractie met bodemmateriaal; d) het scheiden van het bodemmateriaal in een de verontreinigingen bevattende fractie en een relatief schone fractie; e) het, indien nodig, conditioneren van de de 15 verontreinigingen bevattende fractie; f) het incuberen van de geconditioneerde fractie; g) het een aantal malen tijdens de incubatie meten van een aantal reinigingsparameters ter verkrijging 20 van meetwaarden; en h) het op basis van de in stap g) verkregen meetwaarden vaststellen van de kwaliteit van de grond na reiniging.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat de de verontreinigingen bevattende fractie de fijne slibfractie is en de relatief schone fractie de zandfractie.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de de verontreinigingen bevattende fractie 30 voor verdere verwerking de vorm heeft van een slurry met een droge-stofgehalte tussen 0,1 en 20%, bij voorkeur tussen 0,5 en 10%, meer bij voorkeur tussen 1 en 5%. 10 02 3 M.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het de tijdens de incubatie gemeten reinigingsparameters bestaan uit één of meer van de volgende: 02-gebruik, C02-produktie, CH^-produktie, concentra- 5 tie verontreinigingen.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het conditioneren van de de verontreinigingen bevattende fractie bestaat uit het toevoegen van nutriënten en eventueel het op een gewenste waarde 10 instellen van de pH en/of temperatuur.
6. Werkwijze volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de kenmerkende parameters worden gekozen uit deeltjes-grootteverdeling, organische-stofgehalte, soort verontreiniging, ouderdom van de verontrei- 15 niging.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het te reinigen materiaal grond, grondwater, waterbodems, afvalwater, zuiveringsslib, al dan niet vergiste mest, bermgras, al dan niet vergist
20 GFT-afval of een combinatie daarvan is.
8. Werkwijze volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het op grootte scheiden van het monster ter verkrijging van een fractie met grove verontreinigingen en een fractie met bodemmateriaal wordt 25 uitgevoerd door middel van zeven.
9. Werkwijze volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het scheiden in een de verontreinigingen bevattende fractie en een relatief schone fractie wordt uitgevoerd door middel van hydrocyclonage.
10. Werkwijze volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de voorspelling van het eindresultaat van de reiniging op grote schaal wordt gebaseerd op de correlatie tussen een aantal parallel aan elkaar uitgevoerde reinigingen op kleine en grote schaal. 1002" 1,
NL1002311A 1996-02-12 1996-02-12 Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces. NL1002311C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002311A NL1002311C2 (nl) 1996-02-12 1996-02-12 Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces.
EP97200403A EP0789240A1 (en) 1996-02-12 1997-02-12 Method for predicting the result of a cleaning process

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002311A NL1002311C2 (nl) 1996-02-12 1996-02-12 Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces.
NL1002311 1996-02-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002311C2 true NL1002311C2 (nl) 1997-08-13

Family

ID=19762290

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002311A NL1002311C2 (nl) 1996-02-12 1996-02-12 Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0789240A1 (nl)
NL (1) NL1002311C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN117092102A (zh) * 2023-10-19 2023-11-21 江西省检验检测认证总院食品检验检测研究院(江西省粮食质量检验中心) 一种植物硒含量采样检测管理系统

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2018232461A1 (en) 2017-06-23 2018-12-27 Ventia Utility Services Pty Ltd SYSTEM AND METHOD FOR TREATING SOLID WASTE

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4129363A1 (de) * 1991-09-04 1993-03-11 Bergwerksverband Gmbh Verfahren zur mikrobiologischen bodenreinigung
EP0531955A2 (de) * 1991-09-13 1993-03-17 Forschungszentrum Jülich Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der Nitrifikationsaktivität in einem Abwasserstrom oder -becken und deren Anwendung
US5266494A (en) * 1991-01-31 1993-11-30 Westinghouse Electric Corp. Bench scale treatability method for evaluation of soil washing
DE4333490A1 (de) * 1993-10-01 1995-04-13 Dmt Gmbh Verfahren zur Bodensanierung
FR2717580A1 (fr) * 1994-03-18 1995-09-22 Electricite De France Procédé de dosage de micropolluants biodisponibles dans l'eau et dispositif pour la mise en Óoeuvre de ce procédé.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5266494A (en) * 1991-01-31 1993-11-30 Westinghouse Electric Corp. Bench scale treatability method for evaluation of soil washing
DE4129363A1 (de) * 1991-09-04 1993-03-11 Bergwerksverband Gmbh Verfahren zur mikrobiologischen bodenreinigung
EP0531955A2 (de) * 1991-09-13 1993-03-17 Forschungszentrum Jülich Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der Nitrifikationsaktivität in einem Abwasserstrom oder -becken und deren Anwendung
DE4333490A1 (de) * 1993-10-01 1995-04-13 Dmt Gmbh Verfahren zur Bodensanierung
FR2717580A1 (fr) * 1994-03-18 1995-09-22 Electricite De France Procédé de dosage de micropolluants biodisponibles dans l'eau et dispositif pour la mise en Óoeuvre de ce procédé.

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
M.B.BECK: "MODELLING AND CONTROL STUDIES OF THE ACTIVATED SLUDGE PROCESS AT NORWICH SEWAGE WORKS", TRANSACTIONS OF THE INSTITUTE OF MEASUREMENT AND CONTROL, vol. 6, no. 3, July 1984 (1984-07-01), DORKING GB, pages 117 - 131, XP002016808 *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN117092102A (zh) * 2023-10-19 2023-11-21 江西省检验检测认证总院食品检验检测研究院(江西省粮食质量检验中心) 一种植物硒含量采样检测管理系统
CN117092102B (zh) * 2023-10-19 2024-01-30 江西省检验检测认证总院食品检验检测研究院(江西省粮食质量检验中心) 一种植物硒含量采样检测管理系统

Also Published As

Publication number Publication date
EP0789240A1 (en) 1997-08-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Miao et al. Effects of biofilm colonization on the sinking of microplastics in three freshwater environments
Iyare et al. Microplastics removal in wastewater treatment plants: a critical review
De Guardia et al. Influence of aeration rate and biodegradability fractionation on composting kinetics
Ou et al. Occurrence and fate of microplastics in wastewater treatment plants
FI97240C (fi) Menetelmä biologisten prosessien kontrolloimiseksi ja/tai seuraamiseksi
Hendrickx et al. Aquatic worms eat sludge: Mass balances and processing of worm faeces
JP5049748B2 (ja) 生物学的水処理のシミュレーション方法およびシミュレーション装置
Canziani et al. Sludge from wastewater treatment plants
Pozo et al. Biodegradability of slaughterhouse wastewater with high blood content under anaerobic and aerobic conditions
González et al. Degradation and environmental risk of surfactants after the application of compost sludge to the soil
Contreras et al. Use of image analysis in the study of competition between filamentous and non-filamentous bacteria
Zhang et al. Remediation of dinitrotoluene contaminated soils from former ammunition plants: soil washing efficiency and effective process monitoring in bioslurry reactors
Arnaiz et al. Support material selection for anaerobic fluidized bed reactors by phospholipid analysis
NL1002311C2 (nl) Werkwijze voor het voorspellen van het resultaat van een reinigings- proces.
EP2181966A1 (en) Simulation method, simulation apparatus, biological treatment method and biological treatment apparatus
Claveri et al. Use of transplanted mosses and autochthonous liverworts to monitor trace metals in acidic and non-acidic headwater streams (Vosges mountains, France)
Gherairi et al. Comparative Study between two Granular Materials and their Influence on the Effectiveness of biological Filtration
Ahlf et al. Comparison of five bioassay techniques for assessing sediment-bound contaminants
Benyoucef et al. Solid household waste characterization and fresh leachate treatment: Case of Kasba Tadla city, Morocco
Vasiliadou et al. A kinetic study of combined aerobic biological phenol and nitrate removal in batch suspended growth cultures
Schubert et al. Particle size distribution in effluent of trickling filters and in humus tanks
Ozkaya et al. Soluble substrate concentrations in leachate from field scale MSW test cells
Muhammad et al. Microbial uptake of heavy metals in slow sand filters
Zahari et al. Microbial growth rate and distribution of doubling time at different concentration of oil sludge medium
Bowen et al. Sludge treatment, utilization, and disposal

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040901