NL1002041C2 - Inrichting als groeimedium voor epifyten. - Google Patents

Description

NIEUWE BESCHRIJVING

Inrichting als groeimediua voor epifyten /

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting als een groeimedium voor epifyten, welke inrichting omvat: - een eerste, in hoofdzaak zich vertikaal uitstrekkend substraat uit een materiaal van plantaardige 5 oorsprong, bijvoorbeeld schors; en - een steunelement voor het eerste substraat.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend.

Het Amerikaanse octrooi 4,117,628 beschrijft een inrichting van deze soort waarbij de epifyt aan een in 10 een houder aangebracht substraat wordt bevestigd in welke houder een vertikale paal als een steun voor de opgroeiende epifyt is ingeklemd.

Epifyten zijn planten, die op een substraat groeien zonder enig voordeel, noch nadeel voor deze laatste.

15 Gewoonlijk bestaat het substraat of de waardplant voor de epifyt uit een tak of een stam van een boom of een struik.

Epifyten hebben meestal een knolvormige stengel met luchtwortels, die uit de lucht de aanwezige voedselbe-20 standdelen dienen op te nemen. Een goede positie-instel-ling van deze luchtwortels is voor dergelijke epifyten van levensbelang. De luchtwortels "grijpen" om het substraat heen waardoor aan de volledige plant voldoende steun wordt verleend.

25 De in de natuur overlevende epifyt-exemplaren dienen hun groeiplaats zodanig te kiezen, dat hun luchtwortels voldoende voedselbestanddelen kunnen opnemen. Deze lucht-wortels dienen tevens voldoende steun aan de gehele plant te verschaffen door zich op een substraat te verankeren. 30 Tot de epifyten horen vele soorten wieren, mossen en lichens, evenals - de meer in de tropische gebieden voorkomende - soorten zaadplanten, waaronder de orchideeën .

100204 1 2

In de handel worden dergelijke orchideeën als plant in een houder of pot aangeboden, die voorzien kunnen zijn van een mengsel van aarden of een mengsel van gehakte varenwortels en veenmos. Een dergelijk groeimedium ver-5 schaft echter niet de nodige beluchting aan de lucht-wortels, waardoor de opname van voeding moeilijk wordt.

De luchtwortels kunnen daardoor niet meer hun functies -het verschaffen van steun en het opnemen van voed-selbestanddelen- uitoefenen, waardoor deze epifyten zeer 10 snel verwelken en verrotten.

De water- en voedselhuishouding in een dergelijk bekend systeem is zeer moeilijk beheersbaar, daar de fluida-elementen zich meestal aan het in de houder aanwezige substraat te sterk binden, waardoor deze elementen 15 niet meer via de lucht door de luchtwortels kunnen worden opgenomen.

Een goed groeimedium voorziet de plant van een groeisite waarop de plant van water en andere voedselbe-standdelen kan worden voorzien via luchttransport.

20 Dit geldt slechts voor de obligate epifyten, welke soorten niet in een grond-aarde substraat kunnen overleven, in tegenstelling tot de facultatieve epifyten.

De uitvinding beoogt deze bekende bezwaren op te heffen en verschaft daartoe een inrichting, die zich 25 onderscheidt, doordat de inrichting bevestigingsmiddelen omvat voor het bevestigen van de epifyt aan het eerste, zich in hoofdzaak vertikaal uistrekkend substraat. Door het bevestigen van de epifyt aan het eerste substraat krijgen de luchtwortels een ideale groeisite.

30 Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen voorzien van een tweede substraat, bij voorkeur uit een los materiaal met een plantaardige oorsprong. In een voorkeursui t voer ings vorm omvatten de bevestigingsmiddelen een omhuilingslichaam met een open structuur, bijvoorbeeld 35 een netvormig lichaam en verbindingselementen, welk omhullingslichaam de epifyt en, indien aanwezig, het tweede substraat omhult en door de tussenkomst van de 1902 0 4 1 3 verbindingselementen aan het eerste substraat is bevestigd.

Het steunelement omvat bij voorkeur een houder, bijvoorbeeld een pot of een schaal die uit aardewerk of 5 uit een ander materiaal, zoals kunststof is vervaardigd.

Een dergelijke opstelling van de epifyt volgens de onderhavige uitvinding laat toe, dat de luchtwortels vrij groeien en dat de plant aan het eerste substraat verankerd wordt, waardoor verstikking van de luchtwortels 10 wordt voorkomen.

Dit eerste substraat, bestaat bij voorkeur uit een schors van een boomsoort of uit een einder materiaal van een plantaardige oorsprong, dat bij voorkeur geen water te vast bindt om verrotting van de plant en van het 15 substraat te voorkomen.

Tevens kan het materiaal in de houder water en andere voedselbestanddelen voldoende vasthouden en zodoende fungeren als een tijdelijke opslagplaats hiervoor.

De houder omvat bij voorkeur los materiaal van een 20 plantaardig oorsprong, zoals bijvoorbeeld hout, kurk of schors. Door de configuratie waarbij de houder een ietwat verwijderd is van de luchtwortels, kan er omgevingslucht via het los materiaal in de houder, naar de luchtwortels toe stromen.

25 Het tweede substraat vergroeit meestal na verloop van tijd met de luchtwortels. Bij voorkeur omvat het tweede substraat gemalen schors of hout. Ook kan er kokos, gemalen kurk of verhakt druivenhout worden aangewend. Dit type materiaal kan eveneens in de houder worden 30 gebruikt.

De uitvinding verschaft de epifyt van een groeimedi-um, waarop het op een ideale wijze kan groeien. Ondanks de open structuur van het los materiaal van het tweede substraat en het in de houder aanwezige los materiaal, 35 kan dit materiaal echter wel -in beperkte mate- water vasthouden. Er is echter voldoende lucht in een tussenruimte aanwezig voor de overgang van het los materiaal in de houder naar de luchtwortel toe, waardoor water en 100204 1 4 voedselbestanddelen kunnen worden opgenomen. Hierdoor ontstaat er een goede, adequate be- en verluchtingshuis-houding, die noodzakelijk is voor de overleving van de epifyt.

/ 5 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding.

In de tekening toont: figuur l een perspectivisch aanzicht van de voor-10 keursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

De in de figuur 1 weergegeven voorkeursuitvoerings-vorm van de inrichting als groeimedium 1 volgens de 15 uitvinding omvat: een eerste substraat 2, een houder 3, waarin los materiaal, hier gemalen schors 4, heeft plaatsgenomen. Op het eerste substraat 2 is een epifyt geplaatst 5, die bestaat uit een bovendeel uit stengels, bloemen en blade-20 ren 6 en een onderdeel, dat hoofdzakelijk uit luchtwortels 7 bestaat. Het eerste substraat maakt contact met het in de houder 3 aanwezige materiaal 4 waardoor dit eerste substraat 2 op de houder wordt bevestigd. De luchtwortels 7 verschaffen aan de plant 5 voldoende steun 25 door zich met het eerste substraat 2 te verankeren. Het in de houder 3 aanwezige los materiaal 4 dient bij voorkeur als bewaarplaats voor vocht en andere bestanddelen. Door het ontstaan van een tussenfase tussen de luchtwortels 7 op het eerste substraat 2 en het in de houder 3 30 aanwezige materiaal 4 functioneert dit geheel als een ideaal groeimedium voor dergelijke epifyten, in het bijzonder voor orchideeën.

Figuur 2 omvat eveneens een eerste substraat 2, dat hier ook uit schors bestaat, en een houder 3 waarin 35 eveneens los materiaal is aangebracht 4. De plant of de epifyt 5 bestaat eveneens uit een bovendeel 6 en een onderdeel dat voornamelijk uit luchtwortels 7 bestaat.

Het bevestigen van de epifyt 5 op het eerste substraat 2 '100 2 o i i 5 gebeurt hier door de tussenkomst van een tweede substraat 8, dat door middel van een bevestigingsmiddel 9 (hier een netje), dat bevestigd wordt aan het eerste substraat 2. Een dergelijke configuratie laat toe de luchtwortels in 5 eerste instantie van een open en verluchte kamer te voorzien, waarna de luchtwortels 7 zelf de nodige steun aan de plant via het eerste substraat zullen verschaffen.

Het is duidelijk dat de voorgestelde inrichting volgens de uitvinding een epifyt talrijke voordelen 10 biedt, waarbij de luchtwortels zich boven een oppervlak uitstrekken, zodat voedsel en water onrechtstreeks aan de luchtwortels kunnen worden toegediend via de lucht. Hierdoor zullen deze wortels niet meer verrotten noch verstikken waardoor de epifyt op een ideale wijze kan groei-15 en en handelbaar is.

100204 1

Claims (5)

1. Inrichting als groeimedium voor epifyten, welke inrichting omvat: - een eerste, in hoofdzaak zich vertikaal uitstrekkend substraat uit een materiaal van plantaardige oor- 5 sprong, bijvoorbeeld schors,- - een steunelement voor het eerste substraat, met het kenmerk, dat de inrichting bevestigingsmiddelen omvat voor het bevestigen van de epifyt aan het eerste substraat .

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen voorzien zijn van een tweede substraat, bij voorkeur uit een los materiaal met een plantaardige oorsprong.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen een omhullingsli- chaam met een open structuur, bijvoorbeeld een netvormig lichaam en verbindingselementen omvatten, welk omhul-lingslichaam de epifyt en, indien aanwezig, het tweede substraat omhult en door de tussenkomst van de verbin-20 dingselementen aan het eerste substraat is bevestigd.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het eerste substraat bevestigd is op de bodem van het steunelement.

5. Inrichting volgens één van de voorafgaande con-25 clusies, met het kenmerk, dat het steunelement een houder is, bij voorkeur in de vorm van een pot of een schaal, die bij voorkeur van los materiaal gelijksoortig aan het materiaal van het tweede substraat is voorzien. 100204 1