NL1001954C2 - Control valve and pump with control valve. - Google Patents
Control valve and pump with control valve. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1001954C2 NL1001954C2 NL1001954A NL1001954A NL1001954C2 NL 1001954 C2 NL1001954 C2 NL 1001954C2 NL 1001954 A NL1001954 A NL 1001954A NL 1001954 A NL1001954 A NL 1001954A NL 1001954 C2 NL1001954 C2 NL 1001954C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pump
- control valve
- operating rod
- slide
- coupling
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F04—POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
- F04B—POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
- F04B43/00—Machines, pumps, or pumping installations having flexible working members
- F04B43/02—Machines, pumps, or pumping installations having flexible working members having plate-like flexible members, e.g. diaphragms
- F04B43/06—Pumps having fluid drive
- F04B43/073—Pumps having fluid drive the actuating fluid being controlled by at least one valve
- F04B43/0736—Pumps having fluid drive the actuating fluid being controlled by at least one valve with two or more pumping chambers in parallel
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Reciprocating Pumps (AREA)
- Massaging Devices (AREA)
- Vehicle Body Suspensions (AREA)
Description
Korte aanduiding: Stuurklep en pomp voorzien van stuurklep.Short indication: Control valve and pump with control valve.
Beschrijving 5 De onderhavige uitvinding betreft een stuurklep voor een van ten minste één pompend beweegbaar pomporgaan voorziene pomp, welke stuurklep een tussen twee schakelstanden beweegbare schuif, een bedienings-stang, en een koppeling tussen de schuif en de bedieningsstang omvat, waarbij de schuif evenwijdig aan en met vaste afstand tot de bedie-10 ningsstang verschuifbaar is, en waarbij de bedieningsstang verbindbaar is met het ten minste ene pomporgaan om in langsrichting heen en weer beweegbaar te zijn bij het pompend bewegen van het ten minste ene pomporgaan.The present invention relates to a control valve for a pump provided with at least one pumping movable pump member, which control valve comprises a slide movable between two switching positions, an operating rod, and a coupling between the slide and the operating rod, the slide running parallel to and is slidable with a fixed distance from the actuating rod, and wherein the actuating rod is connectable to the at least one pump member to be reciprocally longitudinally movable when pumping the at least one pump member.
Een dergelijke stuurklep voor een dubbele membraanpomp is bekend 15 uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 3*310.131. Bij deze stuurklep voor een dubbele membraanpomp is de bedieningsstang een axiaal verschuifbare, door het stuurklephuis stekend*- stang. Deze bedieningsstang werkt bij beide axiale bewegingsri r?u;ingen via een axiaal georiënteerde, in axiale richting samu,urukbare drukveer met veer-20 schotels op de schuif, welke door onder veerkracht staande grendel-kogels in zijn eindstanden wordt vastgehouden, totdat de kracht van de coaxiaal op de bedieningsstang aangebrachte veer groter is dan de vergrendelingskracht. Zodra dit het geval is, snelt de schuif onder invloed van de veerkracht van de coaxiale veer in de richting tegen-25 gesteld aan de axiale bewegingsrichting van de stuurstang, waardoor het omkeren van de membraanbeweging plaatsvindt. Op deze wijze wordt de schuif tussen twee standen heen en weer bewogen. De schuif is hierbij voorzien van twee holle ruimtes, waarin zich de langs de bedieningsstang beweegbare schotels bevinden, waartussen de axiale veer is 30 aangebracht. Om een dergelijke schuif op de bedieningsstang te kunnen monteren, dient de schuif uit twee delen te bestaan, hetgeen tot af-dichtingsproblemen kan leiden, daar de delen afdichtend met elkaar verbonden dienen te worden. Deze constructie heeft verder als nadeel dat bij zeer geringe pompvermogens, waarbij de membranen slechts lang- 35 zaam gepaard bewegen, de schuif gemakkelijk kan blijven hangen in een tussen de twee eindstanden gelegen stand. Bij zeer hoge pompvermogens, waarbij de gepaard bewegende membranen snel heen en weer bewegen, kan het veermechanisme gaan klapperen, waardoor de nauwkeurigheid van de 1 0 U 1 9 5 4 2 klepsturing nadelig wordt beïnvloed. Het veermechanisme wordt zwaar belast en heeft een relatief korte levensduur, hetgeen ten gevolge van de relatief moeilijke montage en daardoor hoge montagekosten tot een verhoging van de bedrijfskosten leidt. Het bedrijf van de dubbele 5 membraanpomp uit dit Duitse "Offenlegungsschrift" 3*310.131 is in het algemeen niet mogelijk bij drukken van het drijffluïdum lager dam ongeveer 2 bar, daar de stuurklep daar onvoldoende belast wordt om deze te doen schakelen.Such a control valve for a double diaphragm pump is known from the German "Offenlegungsschrift" 3 * 310.131. With this control valve for a double diaphragm pump, the control rod is an axially sliding * rod protruding through the control valve housing. This actuating rod acts on both axial movement rows via an axially oriented, axially orientable compression spring with spring plates on the slide, which is held in its end positions by spring-loaded locking balls until the force is applied. of the spring coaxially mounted on the control rod is greater than the locking force. Once this is the case, the slide accelerates under the influence of the spring force of the coaxial spring in the direction opposite to the axial direction of movement of the steering rod, whereby the membrane movement is reversed. In this way the slider is moved back and forth between two positions. The slide is hereby provided with two hollow spaces, in which are disposed the trays movable along the operating rod, between which the axial spring is arranged. In order to be able to mount such a slide on the operating rod, the slide must consist of two parts, which can lead to sealing problems, since the parts have to be sealed together. This construction has the further drawback that at very low pumping powers, with the membranes moving only slowly together, the slide can easily hang in a position situated between the two end positions. At very high pumping powers, where the associated diaphragms move quickly back and forth, the spring mechanism may chatter, adversely affecting the accuracy of the 1 0 U 1 9 5 4 2 valve control. The spring mechanism is heavily loaded and has a relatively short lifespan, which leads to an increase in operating costs due to the relatively difficult assembly and therefore high assembly costs. The operation of the double diaphragm pump from this German "Offenlegungsschrift" 3 * 310.131 is generally not possible at pressures of the floating fluid bearing dam about 2 bar, since the control valve is not sufficiently loaded there to cause it to switch.
Uit het Europese octrooischrift EP-B1-0.480.192 is verder een 10 stuurklep voor een dubbele membraanpomp bekend, waarbij de koppeling tussen de schuif en de bedieningsstang plaatsvindt door middel vam magneten. Hiertoe is zowel in de schuif als in de bedieningsstang een magneet aangebracht. Deze magneten oefenen op elkaar, afhankelijk van de onderlinge stand, aantrekkende en afstotende krachten uit. Wanneer 15 deze magneten elkaar passeren, zal ten gevolge van de afstotende werking hiertussen de schuif wegsnellen in een richting tegenovergesteld aan de bewegingsrichting van de bedieningsstang. Een dergelijke met behulp van magneten werkende stuurklep heeft als groot nadeel dat deze niet onder alle bedrijfsomstandigheden toepasbaar is. Het magnetisme 20 van de benodigde relatief sterke magneten heeft een storende invloed op nabij de membraanpomp opgestelde elektronica. Voorts kan het gebeuren dat het te verpompen medium magnetiseerbaar materiaal bevat dat onder invloed van de door de magneten in de stuurklep teweeggebrachte magnetische velden wordt gemagnetiseerd. Dit kan weer tot problemen, 25 zoals verstoppingsproblemen, leiden bij het verdere gebruik van het te verpompen medium.European patent EP-B1-0.480.192 furthermore discloses a control valve for a double diaphragm pump, in which the coupling between the slide and the operating rod takes place by means of magnets. For this purpose, a magnet is mounted in the slide as well as in the operating rod. These magnets exert attractive and repelling forces on each other, depending on the mutual position. When these magnets pass each other, as a result of the repelling effect, the slide will accelerate between them in a direction opposite to the direction of movement of the operating rod. The major drawback of such a control valve operating with magnets is that it cannot be used under all operating conditions. The magnetism of the required relatively strong magnets has a disturbing influence on electronics arranged near the membrane pump. Furthermore, it may happen that the medium to be pumped contains magnetizable material that is magnetized under the influence of the magnetic fields generated by the magnets in the control valve. This in turn can lead to problems, such as blockage problems, in the further use of the medium to be pumped.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een mechanisch werkende stuurklep voor een, bij voorkeur met een fluïdum aangedreven, pomp, die is voorzien van ten minste één pompend beweeg-30 baar pomporgaan, welke stuurklep op betrouwbare wijze onder zeer uiteenlopende bedrijfsomstandigheden kan functioneren, waarbij de schuif niet blijft hangen tussen de twee eindstanden of schakelstanden.The object of the present invention is to provide a mechanically acting control valve for a, preferably fluid-driven, pump, which is provided with at least one pumping movable pump member, which control valve can function reliably under very different operating conditions , wherein the slide does not get stuck between the two end positions or switch positions.
De uitvinding heeft verder tot doel de aan bekende pompen, zoals dubbele werkende membraanpompen, klevende nadelen te overkomen.Another object of the invention is to overcome the drawbacks of known pumps, such as double-acting diaphragm pumps.
35 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de koppeling ten minste één arm omvat die bij een eerste scharnierpunt door de bedieningsstang meeneembaar is en die bij een tweede scharnierpunt door de schuif meeneembaar is, en doordat de koppeling verder omvat 1001954 3 ten minste één veerkrachtig element dat bij verplaatsing van de bedie-ningsstang ten opzichte van de schuif veerkracht opslaat wanneer het eerste en tweede scharnierpunt in langsrichting van de bedieningsstang naar elkaar toe, naar het dode punt bewegen en dat de opgeslagen veer-5 kracht vrijgeeft bij het passeren van het dode punt, zodanig dat de schuif wordt verplaatst in de richting tegenovergesteld aan de bewegingsrichting van de bedieningsstang. Onder het dode punt wordt hierbij verstaan het moment waarop het eerste en tweede scharnierpunt zijn gelegen op een rechte lijn loodrecht op de langsrichting van de bedie-10 ningsstang.This object is achieved according to the invention in that the coupling comprises at least one arm which is portable at a first hinge point by the operating rod and which is portable at a second hinge point by the slide, and because the coupling further comprises at least one resilient element which, when the actuating rod is displaced relative to the slide, stores spring force when the first and second pivot points move towards each other in the longitudinal direction of the actuating rod, and which release the stored spring-5 as it passes the dead center, such that the slider is moved in the direction opposite to the direction of movement of the operating rod. The dead center is understood here to mean the moment at which the first and second pivot points are situated on a straight line perpendicular to the longitudinal direction of the operating rod.
Ten gevolge van het scharnierbaar zijn van de arm bij een eerste scharnierpunt ten opzichte van de bedieningsstang en bij een tweede scharnierpunt ten opzichte van de schuif is een constructie realiseerbaar waarbij het dode punt een zeer kortstondig moment van een insta-15 biel evenwicht vormt. Dit labiele evenwicht laat zich verstoren door een zeer geringe, in langsrichting werkende kracht op de bedieningsstang of de schuif. Na verstoring van het instabiele/labiele evenwicht zorgt de in het veerkrachtige element opgeslagen energie er voor dat het tweede scharnierpunt met kracht van het dode punt weg wordt gedre-20 ven.Due to the pivotability of the arm at a first pivot point relative to the operating rod and at a second pivot point relative to the slide, a construction can be realized in which the dead center forms a very short moment of an unstable equilibrium. This unstable equilibrium can be disturbed by a very small longitudinal force on the operating rod or slide. After disturbing the unstable / unstable equilibrium, the energy stored in the resilient element causes the second pivot point to be driven away from the dead center by force.
Voor het veerkrachtige element kan een veer worden gebruikt, naar evengoed, en met meer voorkeur, wordt een lichaam van een veerkrachtig, samendrukbaar materiaal zoals van natuur- of synthetisch- rubber, elastomeer, of kunststof gebruikt, waarbij deze materialen zowel mas-25 sief (al dan niet met één of meer uitsparingen) als geschuimd kunnen worden uitgevoerd. Een dergelijk veerkrachtig, samendrukbaar lichaam van rubber of kunststof heeft een in het algemeen relatief hoge ver-moeiingsgrens, hetgeen de bedrijfszekerheid bij in het bijzonder grotere schakelfrequenties ten goede komt.For the resilient element, a spring may be used as well, and more preferably, a body of a resilient, compressible material such as natural or synthetic rubber, elastomer, or plastic is used, these materials being both solid (with or without one or more recesses) can be designed as foamed. Such a resilient, compressible body of rubber or plastic generally has a relatively high fatigue limit, which improves operational reliability, particularly at higher switching frequencies.
30 De theoretische arm, welke wordt gevormd door de rechte verbin dingslijn tussen het eerste en tweede scharnier, zal, alhoewel theoretisch het bereik 90" is, tijdens het schakelen van de ene stand naar de andere stand van de schuif bij voorkeur bewegen binnen het bereik van ± 45". bijvoorbeeld ±25* ó ±35*. rondom het zogenaamde dode punt 35 of* labiele evenwichtspunt. Op deze wijze is te verzekeren dat de reac-tiekracht in de arm te allen tijde een component in langsrichting van de bedieningsstang heeft die kleiner is dan de component in de richting loodrecht op de bedieningsstang, Hierbij dient in het oog te 1 o u 1 9jj 4 4 worden gehouden, dat een geringe bedienings- of aanspreekkracht voor de bedieningsas gewenst is om gemakkelijk een schakeling tot stand te brengen. Een klein bereik van de theoretische arm(en) resulteert in een naar verhouding geringe schakelkracht bij een relatief grote aan-5 spreekkracht. Echter, er is een zeker minimaal bereik (of zekere minimale hoek) nodig om voldoende veerkracht in het veerkrachtige element op te slaan. Om een goed schakelen van de klep te waarborgen, zal bij het ontwerp van de klep een bepaalde minimale versnelling voor de schuif worden vereist.The theoretical arm, which is formed by the straight connecting line between the first and second hinge, although theoretically the range is 90 ", will preferably move within the range from one position to the other position of the slide during switching of ± 45 ". for example, ± 25 * - ± 35 *. around the so-called dead point 35 or * unstable equilibrium point. In this way it can be ensured that the reaction force in the arm at all times has a component in the longitudinal direction of the operating rod which is smaller than the component in the direction perpendicular to the operating rod. 4, that a low actuation or response force for the actuator shaft is desired to easily effect switching. A small range of the theoretical arm (s) results in a relatively low switching force with a relatively large response force. However, a certain minimum range (or certain minimum angle) is required to store sufficient spring force in the resilient element. To ensure proper valve switching, the valve design will require a certain minimum gear acceleration.
10 Het, bij voorkeur samendrukbare, veerkrachtige element kan zowel in de arm (dat wil zeggen tussen het eerste en het tweede scharnierpunt) zijn opgenomen als zijn opgenomen tussen het eerste scharnierpunt en de bedieningsstang en/of tussen het tweede scharnierpunt en de schuif.The, preferably compressible, resilient element may be included in the arm (ie between the first and second pivot points) or included between the first pivot point and the operating rod and / or between the second pivot point and the slide.
15 De koppeling is volgens de uitvinding met kleine afmetingen te realiseren wanneer het eerste en/of het tweede scharnierpunt een mes-scharnier omvatten (omvat). Onder een messcharnier wordt hierbij verstaan een, een scherpe meskant omvattend scharnier, dat roteerbaar rond de scherpe meskant is geplaatst in een groef. Een dergelijk mes-20 scharnier laat zich met zeer kleine afmetingen realiseren. Een dergelijk messcharnier heeft verder een door de raaklijn tussen de meskant en de groef gevormde scharnieras van zeer geringe dikte, hetgeen de instabiliteit rondom het dode punt verhoogt. Teneinde bij een dergelijk messcharnier het contact tussen de meskant en de groef te waar-25 borgen, is het hierbij volgens de uitvinding voordelig, wanneer het samendrukbare, veerkrachtige element is voorgespannen. Bij voorkeur zal zowel het eerste als het tweede scharnierpunt een messcharnier zijn.According to the invention, the coupling can be realized with small dimensions when the first and / or the second hinge point comprise (comprise) a knife hinge. A knife hinge is understood to mean a hinge comprising a sharp knife edge, which is rotatably placed around the sharp knife edge in a groove. Such a knife-20 hinge can be realized with very small dimensions. Such a knife hinge further has a hinge axis formed by the tangent line between the knife edge and the groove of very small thickness, which increases the instability around the dead center. In order to ensure the contact between the knife edge and the groove with such a knife hinge, it is advantageous according to the invention here if the compressible, resilient element is pretensioned. Preferably, both the first and second hinge points will be a knife hinge.
De afmetingen van de koppeling in de richting loodrecht op de 30 langsrichting van de bedieningsstang, en daarmee de afstand tussen de schuif en de bedieningsstang laten zich volgens de uitvinding op voordelige wijze minimaliseren wanneer de koppeling ten minste twee evenwijdige armen omvat met elk een eerste en tweede scharnier; wanneer tussen de eerste of tweede scharnierpunten een juk is aangebracht, dat 35 een zich tussen de armen uitstrekkende uitsparing omvat waarin het ten minste ene samendrukbare, veerkrachtige element is opgenomen zodanig dat dit bij samendrukking enerzijds een reactiekracht op het juk en anderzijds een reactiekracht op respectievelijk de schuif of de bedie- 1 Ü 0 I y o 4 5 ningsstang uitoefent. Het samendrukbare, veerkrachtige element laat zich op deze wijze voor een gedeelte tussen de armen aanbrengen, met het effect dat de afmetingen van de koppeling in de richting loodrecht op de langsrichting van de bedieningsstang zich laten minimaliseren.According to the invention, the dimensions of the coupling in the direction perpendicular to the longitudinal direction of the operating rod, and thus the distance between the slide and the operating rod, can advantageously be minimized when the coupling comprises at least two parallel arms, each with a first and second hinge; when a yoke is arranged between the first or second pivot points, which comprises a recess extending between the arms in which the at least one compressible, resilient element is accommodated such that upon compression on the one hand a reaction force on the yoke and on the other a reaction force on respectively exert the slide or the control rod. In this way, the compressible, resilient element can be placed partly between the arms, with the effect that the dimensions of the coupling in the direction perpendicular to the longitudinal direction of the operating rod can be minimized.
5 Met het oog op een evenwichtige belasting, in het bijzonder een evenwichtige zijdelingse belasting, van de bedieningsstang is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de koppeling symmetrisch ten opzichte van de bedieningsstang is. De koppeling zal dan dus aan tegenoverliggende zijden van de bedieningsstang ten minste één arm met 10 eerste en tweede scharnierpunt en ten minste één samendrukbaar, elastisch element omvatten.In view of a balanced load, in particular a balanced lateral load, of the operating rod, it is advantageous according to the invention if the coupling is symmetrical with respect to the operating rod. The coupling will thus comprise on opposite sides of the operating rod at least one arm with first and second pivot point and at least one compressible elastic element.
Teneinde het assembleren van de stuurklep te vergemakkelijken, is het volgens de uitvinding voordelig, wanneer de schuif een doorgang omvat waarin de bedieningsstang zich uitstrekt en beweegbaar is en 15 waarin de koppeling is ondergebracht, en wanneer een hulpframe is voorzien dat de bedieningsstang en koppeling in omtreksrichting van de bedieningsstang omvat om de koppeling ten opzichte van de bedieningsstang te positioneren zodanig dat de bedieningsstang en koppeling zich als één geheel in de doorgang laten inbrengen. De koppeling en bedie-20 ningsstang laten zich dan los van de schuif samenvoegen om vervolgens als één geheel in de schuif te worden ingébracht.In order to facilitate the assembly of the control valve, it is advantageous according to the invention, when the slide comprises a passage in which the operating rod extends and is movable and in which the coupling is housed, and when an auxiliary frame is provided that the operating rod and coupling in circumferential direction of the actuating rod to position the coupling relative to the actuating rod such that the actuating rod and coupling can be inserted as one unit in the passage. The coupling and operating rod can then be joined separately from the slide and then inserted as a whole into the slide.
Om de assemblage van de stuurklep hierbij verder te vergemakkelijken, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de doorgang een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft en wanneer het hulp-25 frame deelbaar is, bijvoorbeeld in een U-vormig deel en een plaatvormig deel of in twee identieke U-vormige delen. Een U-vormige deel kan dan met zijn de benen verbindende lijfdeel op een ondergrond worden geplaatst waarna de bedieningsstang en de koppelingsdelen binnen de benen van het U-vormige deel kunnen worden samengevoegd om vervolgens 30 het hulpframe te sluiten door plaatsing van het plaatvormige deel of tweede U-vormige deel over de vrije einden van de benen van het ene U-vormige deel. Het gebruik van twee identieke U-vormige delen, biedt als produktietechnisch voordeel dat met één matrijs kan worden volstaan.In order to further facilitate the assembly of the control valve hereby, it is advantageous according to the invention when the passage has a substantially rectangular cross section and when the auxiliary frame is divisible, for instance in a U-shaped part and a plate-shaped part or in two identical U-shaped parts. A U-shaped part can then be placed with its leg-connecting body part on a surface, after which the operating rod and the coupling parts can be combined within the legs of the U-shaped part and then close the auxiliary frame by placing the plate-shaped part or second U-shaped part over the free ends of the legs of the one U-shaped part. The use of two identical U-shaped parts offers the advantage in terms of production technology that one mold will suffice.
35 Teneinde het frame en daarmee de koppeling te fixeren aan de schuif, is het hierbij voordelig wanneer het frame is voorzien van arretatienokken, die met de schuif ineen kunnen grijpen. Dergelijke arretatienokken kunnen ineengrijpen met in de doorgang van de schuif IOO1954 6 gevormde holtes. Maar evengoed en met het oog op de demontage met meer voordeel, zullen de arretatienokken ineengrijpen met de kopse buitenranden van de doorgang in de schuif. Eventueel kunnen de arretatienokken hierbij zijn aangebracht op zich vanaf het frame in langsrichting 5 van de bedieningsstang uitstrekkende draagarmen.In order to fix the frame and thus the coupling to the slide, it is hereby advantageous if the frame is provided with locking cams which can interlock with the slide. Such locking cams can interlock with cavities formed in the passage of the slide 100954 6. However, and with a view to the disassembly with more advantage, the locking cams will interlock with the end edges of the passage in the slide. The locking cams may optionally be arranged on support arms extending from the frame in the longitudinal direction of the operating rod.
De uitvinding heeft verder betrekking op een pomp voorzien van een stuurklep volgens de uitvinding. Een dergelijke pomp bevat bij voorkeur ten minste één met een onder druk gebrachte fluïdum, zoals perslucht, bekrachtigbare drijfkamer en ten minste één pompkamer, waarbij 10 de pompkamer en drijfkamer van elkaar gescheiden zijn door een pomp-orgaan. Een dergelijke pomp kan een zogenaamde enkelwerkende, maar ook een zogenaamde dubbelwerkende pomp zijn. Beide soorten pompen laten zich op voordelige wijze uitrusten met een stuurklep volgens de uitvinding. De stuurklep volgens de uitvinding laat zich echter met zeer 15 veel voordeel toepassen bij een dubbelwerkende pomp die twee ruimtes omvat, die elk door een pomporgaan zijn verdeeld in een pompkamer en drijfkamer, en waarbij de pomporganen met elkaar zijn verbonden om gepaard pompend beweegbaar te zijn.The invention further relates to a pump provided with a control valve according to the invention. Such a pump preferably contains at least one pressurized fluid, such as compressed air, actuatable buoyancy chamber and at least one pump chamber, the pump chamber and buoyancy chamber being separated from one another by a pump member. Such a pump can be a so-called single-acting, but also a so-called double-acting pump. Both types of pumps can be advantageously equipped with a control valve according to the invention. However, the control valve according to the invention can be used with great advantage in a double-acting pump comprising two spaces, each of which is divided by a pumping member into a pumping chamber and buoyancy chamber, and wherein the pumping members are connected to each other to be movable by pumping .
De stuurklep volgens de uitvinding laat zich zowel bij enkel-20 werkende als dubbelwerkende pompen toepassen bij zogenaamde plunjer-pompen, zogenaamde membraanpompen. zogenaamde zuigerpompen, en zogenaamde balgpompen. Bij dergelijke pompen wordt het pomporgaan gevormd door respectievelijk een plunjer, een membraan, een zuiger, of een balg.The control valve according to the invention can be used in both single-acting and double-acting pumps in so-called plunger pumps, so-called diaphragm pumps. so-called piston pumps, and so-called bellow pumps. In such pumps, the pump member is formed by a plunger, a diaphragm, a piston, or a bellows, respectively.
25 Met een stuurklep volgens de uitvinding uitgeruste pompen volgens de uitvinding zijn toepasbaar als pompen die zeer nauwkeurig moeten werken, zoals bijvoorbeeld doseerpompen, maar ook als pompen die grove volumina moeten kunnen verpompen, zoals vatpompen waarmee een vat is leeg te pompen.Pumps according to the invention equipped with a control valve according to the invention can be used as pumps that have to work very accurately, such as, for instance, dosing pumps, but also as pumps that must be able to pump coarse volumes, such as drum pumps with which a drum can be pumped empty.
30 De stuurklep volgens de uitvinding laat zich bij een dubbelwerken de pomp op zeer voordelige wijze opnemen in de verbinding tussen de pomporganen voor het gepaard bewegen hiervan, waarbij de verbinding voor het gepaard bewegen van de pomporganen dan de verbindingsstang van de stuurklep omvat. De aanbrenging van een stuurklep volgens de 35 uitvinding kan ook op andere wijze, zoals op zich uit de praktijk bekend is, de stuurklep kan dus bijvoorbeeld ook excentrisch ten opzichte van de verbindingsstang worden aangebracht.The control valve according to the invention, in the case of a double action, can very advantageously receive the pump in the connection between the pump members for moving it together, the connection for moving the pump members then comprising the connecting rod of the control valve. The mounting of a control valve according to the invention can also be done in other ways, as is known per se in practice, so the control valve can for instance also be arranged eccentrically with respect to the connecting rod.
1001954 71001954 7
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. Hierin toont:The present invention will be explained in more detail below with reference to illustrative embodiments shown in the drawing. Herein shows:
Fig. 1 op zeer schematische wijze een dubbelwerkende membraanpomp, 5 welke, indien uitgerust met de stuurklep volgens de uitvinding, een membraanpomp volgens de uitvinding kan zijn;Fig. 1 very schematically a double-acting diaphragm pump, which, if equipped with the control valve according to the invention, can be a diaphragm pump according to the invention;
Fig. 2 op schematische wijze in langsdoorsnede een stuurklep volgens de uitvinding voor een pomp volgens de uitvinding;Fig. 2 schematically in longitudinal section a control valve according to the invention for a pump according to the invention;
Fig. 3 op schematische wijze, perspectivisch met uiteengenomen 10 delen, de stuurklep uit Fig. 2; enFig. 3 schematically, in perspective with exploded parts, the control valve of FIG. 2; and
Fig. 4a-4c op schematische wijze het werkingsprincipe van de stuurklep aan de hemd vein een zeer vereenvoudigd uitvoeringsvoorbeeld van een andere uitvoeringsvariant; enFig. 4a-4c schematically show the principle of operation of the control valve on the shirt, a very simplified embodiment of another embodiment variant; and
Fig. 5 op schematische wijze een werkingsprincipe van een dubbele, 15 dubbelwerkende plunjerpomp voorzien van een stuurklep volgens de uitvinding;Fig. 5 schematically shows an operating principle of a double, double-acting plunger pump provided with a control valve according to the invention;
Fig. 6 op schematische wijze een werkingsprincipe van een enkel-werkende plunjerpomp, die is voorzien van een stuurklep volgens de uitvinding; en 20 Fig. 7 op schematische wijze een werkingsprincipe van een zuiger- pomp, die is voorzien van een stuurklep volgens de uitvinding.Fig. 6 schematically shows an operating principle of a single-acting plunger pump, which is provided with a control valve according to the invention; and FIG. 7 schematically shows an operating principle of a piston pump provided with a control valve according to the invention.
Fig. 1 toont op zeer schematische wijze een dubbele membraanpomp met twee ruimtes 1 en 2, die elk door een membraan zijn onderverdeeld in een pompkamer en een drijfkamer. De ruimte 1 is door membraan 7 25 onderverdeeld in een pompkamer 3 en een drijfkamer 4, en de ruimte 2 is door membraan 8 onderverdeeld in een pompkamer 6 en een drijfkamer 5. De membranen 7 en 8 vormen hier dus de zogenaamde pomporganen. Via leidingen 9 en 10 wordt te verpompen fluïdum of medium naar de pomp-kamers toe aangezogen om vervolgens via leidingen 11 en 12 uit de 30 pompkamers te worden afgevoerd. Via leiding 13 wordt drijffluïdum, zoals perslucht of een vloeistof, aan de regelklep 20 toegevoerd. De stuurklep 20 staat via leiding 15 in verbinding met de drijfkamer 4 en via leiding 16 met de drijfkamer 5· Verder is de stuurklep 20 voorzien van een retourleiding 17 voor drijf fluïdum. De membranen 7 en 8 zijn 35 door middel van een stang 14 onderling verbonden om gepaard te kunnen bewegen. Door de stang 14 afwisselend naar rechts en naar links te bewegen, is te bewerkstelligen dat afwisselend vanuit de ene ruimte 1 fluïdum verpompt wordt, terwijl in de andere ruimte 2 fluïdum wordt 1 0 u 19 5 4 8 aangezogen. In Fig. 1 zijn membranen in de geheel naar rechts bewogen stand weergegeven. Hierbij is de pompkamer 3 zoveel mogelijk geleegd door het hierin bevatte fluïdum via leiding 12 weg te drijven, terwijl de pompkamer 6 geheel is gevuld door via leiding 9 te verpompen flu-5 idum aan te zuigen. Wanneer de stang 14 nu naar links wordt bewogen door via leiding 16 de drijfkamer 5 met drijf fluïdum te vullen, wordt het in de pompkamer 6 bevatte fluïdum via leiding 11 verpompt, terwijl het in de drijfkamer 4 aanwezige drijf fluïdum via leiding 15 en leiding 17 kan ontwijken en via leiding 10 te verpompen fluïdum de pomp-10 kamer 3 ingezogen wordt. Wanneer de stang 14 weer naar rechts wordt bewogen, zal via leiding 12 fluïdum verpompt worden, en zal via leiding 15 de drijfruimte 4 met drijffluïdum gevuld worden, zal via leidingen 16 en 17 drijffluïdum uit de drijfkamer 5 ontwijken en zal via leiding 9 te verpompen fluïdum in de pompkamer 6 worden aangezogen. 15 Als schakelklep 20 kan hierbij een schakelklep worden genomen zoals bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift” DE~3.310.131 of EP-B1-0.480.192. Dergelijke schakelkleppen zijn voorzien van een schuif die via een koppeling met de stang 14 tussen twee eindstanden heen en weer beweegbaar is, zodanig dat bij het naar rechts bewegen van de stang 20 14, leiding 13 met leiding 15 en leiding 16 met leiding 17 is verbon den totdat bij het bereiken van de rechter eindstand, de schuif automatisch wordt omgeschakeld, waarna leiding 13 met leiding 16 en leiding 15 met leiding 17 is verbonden. Tengevolge van deze omschakeling zal de beweging van de stang 14 nu worden omgekeerd en naar links 25 plaatsvinden, totdat de stang 14 de linker eindpositie nadert, waarbij de schuif weer automatisch wordt omgeschakeld, zodanig dat leiding 13 met leiding 15 en leiding 16 met leiding 17 wordt verbonden. Dit is in principe een geheel mechanisch, automatisch schakelend proces. De bekende schakelkleppen tonen echter een aantal nadelen. Ze zijn niet 30 onder uiteenlopende bedrijfsomstandigheden van zeer lage tot zeer hoge schakelfrequenties bruikbaar, en/of ze zijn niet in elke omgeving bruikbaar.Fig. 1 shows very schematically a double diaphragm pump with two spaces 1 and 2, each of which is divided by a diaphragm into a pump chamber and a buoyancy chamber. The space 1 is divided by membrane 7 into a pumping chamber 3 and a buoyancy chamber 4, and the space 2 is divided by membrane 8 into a pumping chamber 6 and a buoyancy chamber 5. The membranes 7 and 8 thus form the so-called pumping members. Fluid or medium to be pumped is drawn into the pump chambers via lines 9 and 10, and is subsequently discharged from the pump chambers via lines 11 and 12. Floating fluid, such as compressed air or a liquid, is supplied to the control valve 20 via line 13. The control valve 20 communicates via line 15 with the buoyancy chamber 4 and via line 16 with the buoyancy chamber 5. Furthermore, the control valve 20 is provided with a return line 17 for buoyant fluid. Membranes 7 and 8 are interconnected by means of a rod 14 for movement. By alternately moving the rod 14 to the right and to the left, fluid can be pumped alternately from one space 1, while fluid is sucked in the other space 2. In FIG. 1, membranes are shown in the fully clockwise position. The pump chamber 3 is hereby emptied as much as possible by driving the fluid contained therein via line 12, while the pump chamber 6 is completely filled by suctioning fluid to be pumped via line 9. When the rod 14 is now moved to the left by filling the buoyancy chamber 5 with buoyant fluid via conduit 16, the fluid contained in the pump chamber 6 is pumped via conduit 11, while the buoyant fluid present in the buoyancy chamber 4 is conveyed via conduit 15 and conduit 17 can escape and fluid pumped through line 10 is drawn into pump-10 chamber 3. When the rod 14 is moved to the right again, fluid will be pumped via line 12, and the buoyancy space 4 will be filled with buoyant fluid via line 15, buoyancy fluid will escape from the buoyancy chamber 5 via lines 16 and 17 and will be pumped via line 9 fluid is drawn into the pump chamber 6. As a switching valve 20, a switching valve can be taken as known from the German "Offenlegungsschrift" DE ~ 3,310.131 or EP-B1-0.480.192. Such switching valves are provided with a slide which, via a coupling with the rod 14, is between two end positions. can be moved back and forth, such that when the rod 20 14 is moved to the right, pipe 13 is connected to pipe 15 and pipe 16 to pipe 17 until the slide is automatically switched over when it reaches the right-hand end position, after which pipe 13 is connected to line 16 and line 15 is connected to line 17. As a result of this switchover, the movement of the rod 14 will now be reversed and to the left 25, until the rod 14 approaches the left end position, the slider being automatically switched again, such that line 13 is connected to line 15 and line 16 to line 17. This is in principle an entirely mechanical, automatic switching process. however, some drawbacks. They are not usable under various operating conditions from very low to very high switching frequencies, and / or they cannot be used in every environment.
Door bij een dubbele membraanpomp een stuurklep volgens de uitvinding te gebruiken, is de aldus verkregen dubbele membraanpomp vol-35 gens de uitvinding op betrouwbare wijze toepasbaar bij zowel lage als hoge schakelfrequenties en in zeer uiteenlopende omgevingen.By using a control valve according to the invention with a double diaphragm pump, the thus obtained double diaphragm pump according to the invention can be used reliably at both low and high switching frequencies and in very diverse environments.
Het zal aan de hand van Fig. 1 duidelijk zijn dat een stuurklep volgens de uitvinding zich ook op zeer voordelige wijze laat toepassen 1 ü U 1 954 9 bij een zogenaamde dubbelwerkende zuigerpomp en bij een zogenaamde dubbelwerkende balgpomp. In het geval van een zuigerpomp dienen de pomporganen 7. 8 (die in het geval vein Fig. 1 bij een membraanpomp worden gevormd door membranen) te worden vervangen door zuigers, die 5 in de ruimtes 1 en 2 heen en weer beweegbaar zijn. De ruimtes 1 en 2 vormen in dit geval de cilinders van dubbelwerkende zuigerpompen. Een zogenaamde balgpomp wordt verkregen door in Fig. 1 de membraanvormige pomporganen 7 en 8 te vervangen door balgen.With reference to Fig. 1 it is clear that a control valve according to the invention can also be used in a very advantageous manner with a so-called double-acting piston pump and with a so-called double-acting bellows pump. In the case of a piston pump, the pump members 7.8 (which in the case of Fig. 1 in a membrane pump are constituted by membranes) must be replaced by pistons, which can move back and forth in spaces 1 and 2. In this case, spaces 1 and 2 form the cylinders of double-acting piston pumps. A so-called bellows pump is obtained by showing in fig. 1 replace the membrane-shaped pump members 7 and 8 with bellows.
Bij de schakelklep volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van 10 een koppeling tussen de bedieningsstang 14 en de schuif, die bestaat uit ten minste één scharnier en ten minste één veerkrachtig samendrukbaar element. De arm heeft een eerste scharnierpunt dat meeneembaar is door de bedieningsstang 14 en een tweede scharnierpunt dat meeneembaar is door de schuif. De onderlinge afstand beschouwd loodrecht op de 15 langsrichting van de bedieningsstang, tussen de bedieningsstang en de schuif blijft onveranderd. Het kantelen van de zich tussen het eerste en tweede scharnierpunt uitstrekkende arm wordt hierbij mogelijk gemaakt door het samendrukbare, veerkrachtige element. Dit principe laat zich zeer schematisch toelichten aan de hand van de Figuren 4a t/m 4c. 20 In de Figuren 4a-4c is 14 de bedieningsstang, 21 het eerste scharnier; 22 het tweede scharnier, dat in dit voorbeeld ten opzichte van de niet-weergegeven schuif gefixeerd is; is 23 de arm en is 24 een samendrukbaar veerkrachtig element. In dit voorbeeld is het samendrukbare veerkrachtige element 24 opgenomen in de arm tussen het eerste en 25 tweede scharnier. Zoals later aan de hand van Fig. 2 en 3 duidelijk zal worden, kan dit elastische element 24 ook tussen het eerste scharnierpunt 21 en de bedieningsstang 14 en/of tussen het tweede scharnierpunt 22 en de schuif zijn aangebracht. In plaats van een samendrukbaar element 24 te gebruiken, is het ook zeer wel denkbaar de arm 30 zelf deformeerbaar, bijvoorbeeld samendrukbaar of buigbaar, uit te voeren.In the switching valve according to the invention use is made of a coupling between the operating rod 14 and the slide, which consists of at least one hinge and at least one resilient compressible element. The arm has a first pivot point that is portable by the operating rod 14 and a second pivot point that is portable by the slide. The mutual distance viewed perpendicular to the longitudinal direction of the operating rod, between the operating rod and the slide remains unchanged. Tilting of the arm extending between the first and second pivot points is hereby made possible by the compressible, resilient element. This principle can be explained very schematically with reference to Figures 4a to 4c. In Figures 4a-4c, 14 is the operating rod, 21 is the first hinge; 22 the second hinge, which in this example is fixed relative to the slide (not shown); 23 is the arm and 24 is a compressible resilient element. In this example, the compressible resilient element 24 is included in the arm between the first and second hinges. As later with reference to FIG. 2 and 3, this elastic element 24 can also be arranged between the first hinge point 21 and the operating rod 14 and / or between the second hinge point 22 and the slide. Instead of using a compressible element 24, it is also very conceivable to make the arm 30 itself deformable, for instance compressible or bendable.
Uitgaande van de situatie in Fig. 4a verkeert de niet-weergegeven schuif in de rechter eindstand, en wordt de bedieningsstang 14 volgens pijl A naar rechts bewogen. Het tweede scharnierpunt 22 blijft hierbij 35 op zijn plaats en het eerste scharnierpunt 21 wordt naar rechts verplaatst, totdat dit eerste scharnierpunt 21 ligt onder het tweede scharnierpunt 22. Deze toestand is weergegeven in Fig. 4b. Fig. 4b geeft het moment weer van het optreden van het zogenaamde dode punt, 1 0 U 1 9 5 4 10 waarbij het eerste scharnierpunt 21 en het tweede scharnierpunt 22 op één lijn liggen, die loodrecht op de langs- of bewegingsrichting van de bedieningsstang 14 staat. Zoals uit Fig. 4a en 4b blijkt, is de verticale afstand tussen het eerste en tweede scharnierpunt, dat wil 5 zeggen de afstand beschouwd loodrecht op de bewegingsrichting van de bedieningsstang 14, niet veranderd. Dit is mogelijk doordat in dit uitvoeringsvoorbeeld de arm 23 tengevolge van het samendrukken van het samendrukbare, veerkrachtige element 24 korter wordt. Het zal echter duidelijk zijn dat met betrekking tot de afstand tussen de schuif en 10 de bedieningsstang hetzelfde effect is te bewerkstelligen wanneer het veerkrachtige, samendrukbare element 24 zou zijn aangebracht tussen het eerste scharnierpunt 21 en de bedieningsstang 14. Wanneer de bedieningsstang 14 ook maar iets verder beweegt in de rechter richting, wordt de instabiele evenwichtsstand van Fig. 4b verstoord, en kan het 15 samengedrukte, veerkrachtige element 24 zich ontspannen. Tengevolge hiervan wordt het tweede scharnierpunt 22 in de richting van pijl B naar links verplaatst ten opzichte van het eerste scharnierpunt 21. Verder naar rechts {pijl A) bewegen van bedieningsstang A zal vanaf dat moment geblokkeerd zijn. Tengevolge van het ontspannen van het 20 samengedrukte, veerkrachtige element wordt de schuif snel in de richting van pijl B verplaatst, hetgeen een snel, betrouwbaar schakelen mogelijk maakt.Starting from the situation in fig. 4a, the slide (not shown) is in the right end position, and the operating rod 14 is moved to the right according to arrow A. The second pivot point 22 hereby remains in place and the first pivot point 21 is moved to the right, until this first pivot point 21 lies below the second pivot point 22. This situation is shown in FIG. 4b. Fig. 4b shows the moment of occurrence of the so-called dead center, 1 0 U 1 9 5 4 10 in which the first pivot point 21 and the second pivot point 22 are in line, which is perpendicular to the longitudinal or movement direction of the operating rod 14 . As shown in Fig. 4a and 4b, the vertical distance between the first and second pivot points, that is, the distance viewed perpendicular to the direction of movement of the operating rod 14, has not changed. This is possible because in this exemplary embodiment the arm 23 becomes shorter as a result of the compression of the compressible, resilient element 24. It will be understood, however, that with respect to the distance between the slide and the operating rod, the same effect can be achieved if the resilient, compressible element 24 were arranged between the first pivot point 21 and the operating rod 14. If the operating rod 14 had anything at all moving further in the right direction, the unstable equilibrium position of FIG. 4b, and the compressed, resilient element 24 can relax. As a result, the second pivot point 22 is moved to the left in the direction of arrow B relative to the first pivot point 21. Moving control rod A further to the right {arrow A) will be blocked from that moment on. As a result of the relaxation of the compressed resilient element, the slider is moved quickly in the direction of arrow B, which enables fast, reliable shifting.
De voorgaande beschrijving van het schakelmechanisme volgens de uitvinding aan de hand van de Figuren 4a-4c is gedaan met verwijzing 25 naar steeds één arm en één veerkrachtig, samendrukbaar element. Echter, zoals in de Figuren 4a-4c aangegeven, zal het duidelijk zijn dat evengoed gebruik kan worden gemaakt van een ten opzichte van de scha-kelstang 14 symmetrische koppeling met aan weerszijden van de schakel-stang ten minste één arm en ten minste één samendrukbaar, veerkrachtig 30 element. Dit biedt als extra voordeel dat de in de elementen 24 opgeslagen energie geen resulterende kracht in dwarsrichting op de bedieningsstang 14 heeft.The preceding description of the switching mechanism according to the invention with reference to Figures 4a-4c has been made with reference to one arm and one resilient, compressible element in each case. However, as indicated in Figures 4a-4c, it will be clear that use can also be made of a coupling which is symmetrical with respect to the shift rod 14 with at least one arm and at least one compressible on either side of the shift rod. , resilient 30 element. This offers the additional advantage that the energy stored in the elements 24 has no resulting transverse force on the operating rod 14.
In de Figuren 2 en 3 is op schematische wijze een voordelige uitvoeringsvorm van een schakelklep volgens de uitvinding weergegeven. 35 Met het oog op de duidelijkheid zijn hierbij de leidingen 13. 15. 16, 17 en de bedieningsstang 14 overeenkomstig Fig. 1 genummerd. De schakelklep 20 bestaat uit een huis 31 met daarin een schuif 32 die tussen twee eindstanden heen en weer verschuifbaar is. De rechter eindstand 1 0 0 1 9 5 4 11 wordt begrensd door een aanslag 33 en de linker eindstand wordt begrensd door een aanslag 3^· 1° de weergegeven rechter stand van de schuif 32 is leiding 13 via de door de schuif 32 en het huis 31 begrensde ruimte 35 verbonden met leiding 15. Leiding 16 is hierbij via 5 het huis verbonden met leiding 17. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer de schuif 32 zich in zijn linker, door de aanslag 3^ begrensde stand bevindt, de leiding 13 met leiding 16 is verbonden en leiding 15 met leiding 17 is verbonden.Figures 2 and 3 schematically show an advantageous embodiment of a switching valve according to the invention. For clarity, the lines 13. 15. 16, 17 and the operating rod 14 according to FIG. 1 numbered. The switching valve 20 consists of a housing 31 with a slide 32 therein which is slidable between two end positions. The right-hand end position 1 0 0 1 9 5 4 11 is bounded by a stop 33 and the left-hand end position is limited by a stop 3 ^ 1 °. The shown right-hand position of the slider 32 is line 13 via the slider 32 and the housing 31 bounded space 35 connected to conduit 15. Conduit 16 is here connected via 5 the housing to conduit 17. It will be clear that, when the slide 32 is in its left position, limited by the stop 3, the conduit 13 is connected to line 16 and line 15 is connected to line 17.
De bedieningsstang 14 is op twee plaatsen aan weerszijden voorzien 10 van groefvormige inkervingen 36. De bodems van elke groef 37 fungeren als oplegpunt voor een meskant 38 aan een arm 1+0. De groefbodem 37 en meskant 38 vormen tezamen het eerste scharnierpunt van de arm 39· Het tweede scharnierpunt van de arm 39 wordt gevormd door een meskant 1+0 en een groef 1+1, welke is gevormd in een juk 1+2. Het juk 1+2 is voor- 15 zien van een uitsparing 1+3, die zich uitstrekt tussen twee evenwijdige armen 39· In deze uitsparing 1+3 is een samendrukbaar, veerkrachtig element 1+1+ opgenomen. Elk juk 1+2 en samendrukbaar, veerkrachtig element 1+1+ is in de axiale richting C ten opzichte van de schuif 32 gefixeerd.The operating rod 14 is provided with groove-shaped notches 36 at two locations on either side. The bottoms of each groove 37 function as a bearing point for a knife edge 38 on an arm 1 + 0. The groove bottom 37 and knife edge 38 together form the first hinge point of the arm 39 · The second hinge point of the arm 39 is formed by a knife edge 1 + 0 and a groove 1 + 1, which is formed in a yoke 1 + 2. The yoke 1 + 2 is provided with a recess 1 + 3, which extends between two parallel arms 39 · In this recess 1 + 3 a compressible, resilient element 1 + 1 + is included. Each yoke 1 + 2 and compressible, resilient element 1 + 1 + is fixed in the axial direction C with respect to the slide 32.
20 Terugverwijzend naar de beschrijving van het principe aan de hand van de Figuren 1+a-l+c zal het duidelijk zijn dat, wanneer de bedieningsstang 1++ naar rechts wordt bewogen, het eerste scharnierpunt 37, 38 tot onder het tweede scharnierpunt 1+0, 1+1 wordt gebracht, het zogenaamde dode punt, dat het dode punt vervolgens wordt gepasseerd bij 25 een zeer gering verder naar rechts bewegen van de bedieningsstang 1++, waarna onder invloed van de in het samengedrukte element opgeslagen veerkracht, de schuif naar links wordt gedreven, naar de linker, door de aanslag 3^ begrensde eindstand. Het effect hiervan is dat in plaats van de ene drijfkamer nu de andere drijfkamer met drijffluïdum be-30 krachtigd wordt. De armen kunnen bij de weergegeven uitvoeringsvorm scharnieren over een bereik van 30°.Referring back to the description of the principle with reference to Figures 1 + a-l + c, it will be apparent that when the operating rod 1 ++ is moved to the right, the first hinge point 37, 38 is below the second hinge point 1 +0, 1 + 1, the so-called dead center, which is then passed over the dead center at a very slight further clockwise movement of the operating rod 1 ++, after which, under the influence of the spring force stored in the compressed element, the slide is driven to the left, to the left end position, limited by the stop 3 ^. The effect of this is that instead of one buoyancy chamber, the other buoyancy chamber is now energized with buoyant fluid. In the embodiment shown, the arms can pivot over a range of 30 °.
Zoals in het bijzonder uit Fig. 3 zichtbaar, wordt de montage van de bedieningsstang ll+ en de koppeling (die bestaat uit de armen 39, de jukken 1+2 en de samendrukbare, veerkrachtige elementen 1+1+) in de 35 schuif 32 aanzienlijk vergemakkelijkt door middel van een hulpframe, dat bestaat uit een U-vormig framedeel 50 en een plaatvormig framedeel 51. Het plaatvormige framedeel 51 laat zich, nadat de bedieningsstang ll+, en de onderdelen van de koppeling in het U-vormige framedeel 50 1 ü U 1 9 5 4 12 zijn geplaatst, bovenop de vrije einden van de delen van het U-vormige framedeel 50 bevestigen. Bij deze montage komen de samendrukbare, veerkrachtige elementen tegen de binnenzijden van de delen van het U-vormige deel 50 te liggen, komen de jukdelen met een uitsparing 5 rondom het element 44 te liggen, en komt de bedieningsas 14 tussen de jukdelen in te liggen. Hierna kunnen de armen 39 in de groeven 37 en 4l worden geschoven, waarna de koppeling voltooid is.As in particular from fig. 3, the mounting of the actuating rod 11 + and the coupling (which consists of the arms 39, the yokes 1 + 2 and the compressible, resilient elements 1 + 1 +) in the slide 32 is considerably facilitated by means of an auxiliary frame, which consists of a U-shaped frame part 50 and a plate-shaped frame part 51. The plate-shaped frame part 51 can be placed in the U-shaped frame part 50 after the operating rod 11 + and the coupling parts in the U-shaped frame part 50 1 U U 1 9 5 4 12 , on top of the free ends of the parts of the U-shaped frame part 50. In this assembly, the compressible, resilient elements come to lie against the inner sides of the parts of the U-shaped part 50, the yoke parts with a recess 5 lie around the element 44, and the operating shaft 14 comes to lie between the yoke parts . After this, the arms 39 can be slid into the grooves 37 and 41, after which the coupling is completed.
Vervolgens wordt het afdekdeel 51 van het frame over het U-vormige framedeel geplaatst. De buitenomtreksvorm van het samengestelde frame 10 50, 51 komt overeen met de binnenomtreksvorm van de uitsparing 53 in de schuif 32. Het samengestelde geheel van bedieningsas, koppeling en frame laat zich in de uitsparing 53 schuiven, totdat de arretatienok-ken 54 en 55 aan het frame 50, 51 achter de randen 56 aan de kopse einden van de doorgang 53 grijpen. Teneinde onbedoeld losraken van het 15 frame uit de schuif 32 te voorkomen, kan het voordelig zijn slechts aan één eind de arretatienokken, dat wil zeggen de arretatienokken 54 of de arretatienokken 55 als snapnokken uit te voeren, bijvoorbeeld door de draagarmen 60 of draagarmen 61 meegevend uit te voeren.Then the cover part 51 of the frame is placed over the U-shaped frame part. The outer circumferential shape of the composite frame 50, 51 corresponds to the inner circumferential shape of the recess 53 in the slider 32. The composite assembly of the actuating shaft, coupling and frame can be slid into the recess 53 until the catches 54 and 55 engage engage the frame 50, 51 behind the edges 56 at the end ends of the passage 53. In order to prevent accidental detachment of the frame from the slide 32, it may be advantageous to design the locking cams, that is to say the locking cams 54 or the locking cams 55 as snap cams at one end, for example by yielding the supporting arms 60 or supporting arms 61 to be carried out.
Wanneer voor het hulpframe een uit twee identieke U-vormige delen 20 opgebouwd frame wordt gebruikt, zullen de kopse einden van de benen van elk deel tegen elkaar geplaatst worden.When a frame consisting of two identical U-shaped parts 20 is used for the auxiliary frame, the ends of the legs of each part will be placed against each other.
Fig. 5 geeft op zeer schematische wijze een werkingsprincipe weer van een zogenaamde dubbele, dubbelwerkende plunjerpomp. Daar de werking van deze dubbele, dubbelwerkende plunjerpomp in hoofdlijnen over-25 eenkomt met die van de dubbelwerkende membraanpomp volgens Fig. 1, zijn voor overeenkomstige verwijzingscijfers dezelfde nummers gebruikt met daaraan toegevoegd de letter a. Voor de werking kan dus in hoofdzaak worden verwezen naar Fig. 1. Hier zal worden volstaan met een korte toelichting van de verschillen. In het geval van Fig. 5 worden 30 de pomporganen 7 a en 8a gevormd door plunjers, die volgens pijl C heen en weer beweegbaar zijn in respectievelijke cilinders 2a en la. De plunjers 7a en 8a zijn onderling star gekoppeld door een verbindings-stang 70a met daaraan bevestigd de bedieningsstang l4a voor de stuur-klep 20a. De bedieningsstang l4a zal in dit geval heen en weer beweeg-35 baar zijn tezamen met de pompende beweging van de plunjers. Daar de plunjers star gekoppeld zijn zullen zij in dit geval in dezelfde richting bewegen. Dit betekent dat wanneer de drijfkamer van de ene cilinder bekrachtigd is om de pompkamer van die cilinder leeg te pompen, de 1 U o 1 95 4 -13 drijfkamer van de andere cilinder niet bekrachtigd is, zodat het drijffluïdum hieruit kan worden verdreven en de bij die andere cilinder behorende pompkamer door de zuigwerking kan worden gevuld met te verpompen fluïdum.Fig. 5 very schematically represents an operating principle of a so-called double, double-acting plunger pump. Since the operation of this double, double-acting plunger pump largely corresponds to that of the double-acting diaphragm pump according to FIG. 1, for like reference numerals, the same numbers are used with the letter a added thereto. Thus, for operation, reference may be made essentially to FIG. 1. A brief explanation of the differences will suffice here. In the case of FIG. 5, the pump members 7a and 8a are formed by plungers, which can be moved back and forth according to arrow C in respective cylinders 2a and 1a. The plungers 7a and 8a are rigidly coupled to each other by a connecting rod 70a with the control rod 14a for the control valve 20a attached to it. The actuating rod 14a in this case will be reciprocable along with the pumping movement of the plungers. Since the plungers are rigidly coupled, they will move in the same direction in this case. This means that when the buoyancy chamber of one cylinder is energized to empty the pump chamber of that cylinder, the 1 U o 1 95 4 -13 buoyancy chamber of the other cylinder is not energized, so that the buoyant fluid can be expelled and the bee said other cylinder associated pump chamber can be filled with fluid to be pumped by the suction action.
5 Fig. 6 toont op zeer schematische wijze een werkingsprincipe van een enkele plunjerpomp, voorzien van een stuurklep volgens de uitvinding. Daar ook hier de werking in grote lijnen overeenkomt met die van de dubbele membraanpomp volgens Fig. 1, zijn ook hier dezelfde verwij-zingscijfers gebruikt met daaraan toegevoegd de letter b. Bij de uit-10 voeringsvormen volgens Fig. 5 en Fig. 1 wordt steeds het ene pomp-orgaan teruggebracht naar zijn beginstand volgens pompen door bekrachtiging van de drijfkamer voor het andere pomporgaan. In het geval van Fig. 6, evenals ook in het geval van de nog te bespreken Fig. 7. ontbreekt echter de tweede drijfkamer. Teneinde het pomporgaan toch terug 15 te kunnen drijven is in deze gevallen voorzien in een veer 71b (resp. 71c in het geval van Fig. 7). Het zal ook duidelijk zijn dat de stuurklep 20b in dit geval niet behoeft te schakelen tussen twee drijf-kamers, maar slechts één drijfkamer afwisselend hoeft te bekrachtigen of te ontlasten. Derhalve kan een met leiding 16 uit Fig. 1 equivalen-20 te leiding vervallen. De plunjer 7b is via een star hieraan bevestigd stang 70b verbonden met de bedieningsstang 14b van de stuurklep 20b. Wanneer de plunjer 7b volgens pijl C heen en weer gaat zal ook de bedieningsstang l4b voor de stuurklep 20b volgens pijl C heen en weer gaan. De werking van Fig. 6 kan zeer in het kort als volgt worden 25 samengevat: Stuurklep 20b bekrachtigt drijfkamer 4b (leiding 13b en leiding 15b zijn dan met elkaar verbonden), de plunjer 7b wordt naar rechts gedreven en pompt de pompkamer 3b via leiding 12b leeg. Wanneer plunjer 7b over een bepaalde, in te stellen afstand, naar rechts is bewogen zal de schakelklep 20b leiding 13b afsluiten en leiding 15b in 30 verbinding brengen met leiding 17b. De drijfkamer 4b is dan ontlast en de veer 71b van de plunjer 7b terugdrijven, waarbij ondertussen via leiding 10b de pompkamer 3b wordt volgezogen met te verpompen fluïdum. Zodra plunjer 7b over een bepaalde, in te stellen afstand naar links is bewogen zal de stuurklep 20b weer worden omgeschakeld. Leiding 13b 35 zal dan weer worden aangesloten op leiding 15b, waarna de zojuist beschreven cyclus zich kan herhalen.FIG. 6 shows in a very schematic way an operating principle of a single plunger pump provided with a control valve according to the invention. Since here too the operation largely corresponds to that of the double diaphragm pump according to fig. 1, the same reference numerals have also been used here, with the letter b added thereto. In the embodiments of FIG. 5 and FIG. 1, one pump member is always returned to its initial position by pumping by energizing the buoyancy chamber for the other pump member. In the case of FIG. 6, as well as in the case of FIG. 7. However, the second buoyancy chamber is missing. In order to be able to drive the pump member back 15, a spring 71b (resp. 71c in the case of Fig. 7) is provided in these cases. It will also be understood that the pilot valve 20b need not switch between two buoyancy chambers in this case, but only alternately energize or relieve one buoyancy chamber. Therefore, one with lead 16 of FIG. 1 equivalen-20 lead canceled. The plunger 7b is connected via a rod 70b rigidly attached thereto to the actuating rod 14b of the control valve 20b. When the plunger 7b moves back and forth according to arrow C, the control rod 14b for the control valve 20b will also move back and forth according to arrow C. The operation of FIG. 6 can be very briefly summarized as follows: Control valve 20b energizes buoyancy chamber 4b (line 13b and line 15b are then connected together), the plunger 7b is driven to the right and pumps the pump chamber 3b through line 12b. When plunger 7b has moved to the right by a certain adjustable distance, switch valve 20b will shut off line 13b and connect line 15b to line 17b. The buoyancy chamber 4b is then relieved and the spring 71b of the plunger 7b is driven back, meanwhile the pump chamber 3b is filled with fluid to be pumped via line 10b. As soon as plunger 7b has moved to the left by a certain adjustable distance, the control valve 20b will be switched again. Line 13b 35 will then be reconnected to line 15b, after which the cycle just described can repeat.
Fig. 7 toont een enkelwerkende zuigerpomp voorzien van een stuurklep volgens de uitvinding. De werking van deze enkelwerkende zuiger- 1001954 14 pomp is geheel identiek aan die van de plunjerpomp volgens Fig. 6. De verwijzingscijfers zijn derhalve identiek, echter de letters b zijn ter onderscheiding vervangen door letters c. De bedieningsstang 14c is hierbij geïntegreerd met de zuigerstang voor de zuiger 7c, welke in 5 dit geval het pomporgaan vormt. Het zal aan de hand van Fig. 7 ook duidelijk zijn dat de zuiger 7c zeer wel kan worden vervangen door een membraan of een balg. Er zal dan een membraanpomp of een balgpomp ontstaan.Fig. 7 shows a single-acting piston pump provided with a control valve according to the invention. The operation of this single-acting piston pump 1001954 14 is completely identical to that of the plunger pump of Fig. 6. The reference numbers are therefore identical, however the letters b have been replaced by letters c. The operating rod 14c is hereby integrated with the piston rod for the piston 7c, which in this case forms the pumping member. With reference to Fig. 7 it is also clear that the piston 7c can very well be replaced by a membrane or a bellows. A diaphragm pump or a bellows pump will then be created.
Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding vele 10 varianten op de stuurklep en membraanpomp volgens de uitvinding denkbaar zijn. Zo kunnen in plaats van twee evenwijdige armen ook drie of meer evenwijdige armen zijn voorzien. Ook is het denkbaar, het element 44 ten opzichte van de bedieningsstang te fixeren in plaats van ten opzichte van de schuif. Ook is het denkbaar de jukken 42 veerkrachtig 15 buigbaar uit te voeren, waarbij dan de elementen 44 kunnen vervallen.It will be clear that many variants of the control valve and diaphragm pump according to the invention are conceivable within the scope of the invention. For instance, instead of two parallel arms, three or more parallel arms can also be provided. It is also conceivable to fix the element 44 with respect to the operating rod instead of with respect to the slide. It is also conceivable to make the yokes 42 resiliently flexible, whereby the elements 44 can then be dispensed with.
Verder is het denkbaar de jukken 42 te vervangen door bijvoorbeeld vlakke stroken, de elementen 44 te laten vervallen, en als veerkrachtige elementen een of meer trekveren te gebruiken, die zich uitstrekken door een in de bedieningsstang 14 gevormde sleuf en twee tegen-20 over elkaar liggende stroken, bij voorkeur onder voorspanning, met elkaar verbinden.It is further conceivable to replace the yokes 42 with, for example, flat strips, to eliminate the elements 44, and to use as resilient elements one or more extension springs, which extend through a slot formed in the operating rod 14 and two opposite each other. connect horizontal strips, preferably under pretension.
1 0 U 1 9 5 41 0 U 1 9 5 4
Claims (15)
Priority Applications (3)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1001954A NL1001954C2 (en) | 1995-12-21 | 1995-12-21 | Control valve and pump with control valve. |
| EP96203655A EP0780574A1 (en) | 1995-12-21 | 1996-12-20 | Control valve and pump provided with control valve |
| NO965536A NO965536L (en) | 1995-12-21 | 1996-12-20 | Switching device and pump equipped with the control device |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1001954 | 1995-12-21 | ||
| NL1001954A NL1001954C2 (en) | 1995-12-21 | 1995-12-21 | Control valve and pump with control valve. |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1001954C2 true NL1001954C2 (en) | 1997-06-24 |
Family
ID=19762066
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1001954A NL1001954C2 (en) | 1995-12-21 | 1995-12-21 | Control valve and pump with control valve. |
Country Status (3)
| Country | Link |
|---|---|
| EP (1) | EP0780574A1 (en) |
| NL (1) | NL1001954C2 (en) |
| NO (1) | NO965536L (en) |
Families Citing this family (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US20100215519A1 (en) * | 2009-02-25 | 2010-08-26 | Idex Aodd, Inc. | Air operated double diaphragm over center valve pump |
| GB2478784B (en) * | 2010-03-19 | 2017-01-25 | Finishing Brands Holdings Inc | Improvements in diaphragm pumps |
| DE202010004957U1 (en) * | 2010-04-12 | 2011-08-26 | Timmer-Pneumatik Gmbh | Fluid control valve system for a pump control |
Citations (6)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| BE489001A (en) * | ||||
| DE2726674B1 (en) * | 1977-06-14 | 1978-05-18 | Draegerwerk Ag | Pressurized gas operated double diaphragm pump |
| US4354806A (en) * | 1980-01-29 | 1982-10-19 | The Coca-Cola Company | Pneumatically powerable double acting positive displacement fluid pump |
| DE3310131A1 (en) * | 1983-03-21 | 1984-09-27 | DEPA Gesellschaft für Verfahrenstechnik mbH, 4000 Düsseldorf | Reversing valve insert for a pneumatically driven double diaphragm pump |
| EP0321573A1 (en) * | 1987-05-28 | 1989-06-28 | Yamada Yuki Seizo Co. Ltd. | Reciprocation switching structure for pumps |
| US5308230A (en) * | 1993-03-08 | 1994-05-03 | Stainless Steel Products, Inc. | Bellows pump |
Family Cites Families (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE4106180A1 (en) | 1990-10-08 | 1992-04-09 | Dirk Dipl Ing Budde | DOUBLE DIAPHRAGM PUMP |
-
1995
- 1995-12-21 NL NL1001954A patent/NL1001954C2/en not_active IP Right Cessation
-
1996
- 1996-12-20 EP EP96203655A patent/EP0780574A1/en not_active Withdrawn
- 1996-12-20 NO NO965536A patent/NO965536L/en unknown
Patent Citations (7)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| BE489001A (en) * | ||||
| DE2726674B1 (en) * | 1977-06-14 | 1978-05-18 | Draegerwerk Ag | Pressurized gas operated double diaphragm pump |
| US4354806A (en) * | 1980-01-29 | 1982-10-19 | The Coca-Cola Company | Pneumatically powerable double acting positive displacement fluid pump |
| DE3310131A1 (en) * | 1983-03-21 | 1984-09-27 | DEPA Gesellschaft für Verfahrenstechnik mbH, 4000 Düsseldorf | Reversing valve insert for a pneumatically driven double diaphragm pump |
| EP0321573A1 (en) * | 1987-05-28 | 1989-06-28 | Yamada Yuki Seizo Co. Ltd. | Reciprocation switching structure for pumps |
| EP0508555A2 (en) * | 1987-05-28 | 1992-10-14 | Yamada Yuki Seizo Co. Ltd. | Switching device for reciprocating pumps |
| US5308230A (en) * | 1993-03-08 | 1994-05-03 | Stainless Steel Products, Inc. | Bellows pump |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| EP0780574A1 (en) | 1997-06-25 |
| NO965536D0 (en) | 1996-12-20 |
| NO965536L (en) | 1997-06-23 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US4119113A (en) | Double-action proportioning pump | |
| US4436493A (en) | Self contained pump and reversing mechanism therefor | |
| US5033943A (en) | Low fluid shear pump | |
| US5280808A (en) | Air valve actuator for reciprocable machine | |
| US20080118378A1 (en) | Metering pump for dispensing liquid | |
| NL1001954C2 (en) | Control valve and pump with control valve. | |
| CA2624600A1 (en) | Device for moving an object in relation to a fluid | |
| JP7486879B2 (en) | Improvements in and relating to pumps | |
| KR20120085714A (en) | Device and method for pumping flowable masses | |
| JP2013533412A (en) | Piston pump device | |
| US4634350A (en) | Double acting diaphragm pump and reversing mechanism therefor | |
| CA1155711A (en) | Reciprocating pump and reversing mechanism therefor | |
| US4509402A (en) | Magnetic reversing mechanism | |
| JPH01247808A (en) | Actuator | |
| EP1661629B1 (en) | Vibratory apparatus for ejecting items | |
| JP2017125479A (en) | Tube pump | |
| RU2451832C1 (en) | Hydraulic diaphragm pump | |
| RU167092U1 (en) | MEMBRANE PUMP PUMP | |
| WO2019186377A1 (en) | Bistable anti-stall valve system | |
| EP2871362B1 (en) | A reciprocating positive-displacement diaphragm pump for liquids | |
| NL9100929A (en) | Pump for viscous and abrasive fluids - which has flexibly divided pressure and fluid chambers, which hydraulically drive two double-action pistons rigidly connected within cylinder | |
| BE1007437A3 (en) | Pump provided with a first and second chamber | |
| US4550624A (en) | Reversing mechanism module for a double acting reciprocating pump and method for repairing the pump | |
| CA1195182A (en) | Housing for a fluid operated double-acting diaphragm pump | |
| US20190338765A1 (en) | Method for operation of a multiple-membrane pump |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20000701 |