NL1001251C2 - Medisch instrument en beschermorgaan daarvoor. - Google Patents

Description

Medisch instrument en beschermorgaan daarvoor 5 De uitvinding heeft betrekking op een medisch in strument, voorzien van tenminste ten dele in het lichaam van een te behandelen en/of te onderzoeken mens of dier te steken werkzaam deel en een het werkzaam deel omsluitend, voor gas en/of vloeistof ondoordringbaar losneembaar be-10 schermorgaan, dat ten minste één venster omvat. Een dergelijk instrument is bekend, en kan bijvoorbeeld een beschermorgaan omvatten dat onder de naam "Lap-wrap" in de handel gebracht wordt door Medical Dynamics Inc. in Englewood, Colorado, USA.

15 Een probleem dat zich in het algemeen voordoet bij medische instrumenten die ingebracht worden in het lichaam van mens of dier, is het gevaar dat met het instrument ook verontreinigingen of ziektekiemen in het lichaam ingebracht worden, welke een bedreiging vormen voor de gezondheid van 20 het voorwerp van de behandeling. Medische instrumenten dienen derhalve voorafgaand aan elke behandeling gereinigd en gesteriliseerd te worden. Dit is een omslachtige en tijdrovende behandeling, met name wanneer het instrument relatief grote afmetingen vertoont, zoals bijvoorbeeld het 25 geval zal zijn bij instrumenten zoals endoscopen en dergelijke.

Daarom is reeds voorgesteld dit nadeel op te lossen door het instrument te verpakken in bijvoorbeeld de genoemde Lap-wrap. Door het medisch instrument vóór het 30 inbrengen in het lichaam van de patiënt te verpakken in een dergelijk beschermorgaan, dat door een geschikte materiaalkeuze bijvoorbeeld wegwerpbaar kan zijn, behoeft het instrument niet tussen behandelingen door gesteriliseerd te worden. Hierdoor wordt een belangrijke besparing van tijd en 35 kosten bereikt. Het bekende beschermorgaan is om bruikbaar te zijn voor toepassing bij optische instrumenten, voorzien van een aan het uiteinde daarvan bevestigd venster. Dit venster is echter aan het buisvormig lichaam gelijmd en 1001251.

2 blijkt in de praktijk reeds bij relatief geringe belasting los te raken. Hierdoor bestaat het risico dat het venster loslaat wanneer het medisch instrument zich in het lichaam van de patiënt bevindt, waardoor het risico van het optreden 5 van infecties zeer groot is.

De uitvinding beoogt derhalve dit probleem op te lossen. Volgens de uitvinding wordt dit bij een medisch instrument met beschermorgaan als hiervoor beschreven bereikt, doordat het venster aan het omringend deel van het 10 beschermorgaan gespoten is. Door het venster door spuitgie-ten aan het beschermorgaan te bevestigen, wordt een nagenoeg onverbrekelijke verbinding tussen het beschermorgaan en het venster gevormd, waardoor het risico van losraken van het venster en het daarmee samenhangend infectiegevaar geminima-15 liseerd worden.

Voorkeursuitvoeringen van het medisch instrument volgens de uitvinding worden beschreven in de volgcon-clusies.

De uitvinding betreft ook een beschermorgaan dat 20 kennelijk bedoeld is voor toepassing bij een dergelijk medisch instrument.

Tenslotte betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk beschermorgaan. Deze werkwijze wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het 25 venster aan het omringend deel van het lichaam gespoten wordt.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: 30 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een deel van een soepel medisch instrument met een beschermorgaan volgens de uitvinding;

Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch detailaanzicht is volgens de pijl II in fig. 1; en 35 Fig. 3 een gedeeltelijk doorgesneden zij-aanzicht is van een stijf medisch instrument met een alternatieve uitvoeringsvorm van het beschermorgaan volgens de uitvinding.

10 0 1 25 1 ? 3

Een medisch instrument 1 (fig. 1), bijvoorbeeld een soepele endoscoop, is voorzien van een werkzaam deel 2 dat ingebracht kan worden in het lichaam van een te behandelen of te onderzoeken mens of dier. Het werkzame deel 2 is 5 daarbij voldoende soepel en meegevend om bij het inbrengen geen verwondingen te veroorzaken, maar tegelijkertijd voldoende stijf om door drukken of draaien voortbewogen en/of bestuurd te worden. Teneinde te voorkomen dat bij het inbrengen van het medisch instrument in het lichaam ook ver-10 ontreinigingen en/of ziektekiemen ingebracht worden, wordt het instrument 2 vóór het inbrengen opgenomen in een be-schermorgaan of hoes 3. Deze hoes 3 is steriel, en kan bijvoorbeeld voor eenmalig gebruik voorzien zijn. Doordat hef instrument 2 in een dergelijke steriele hoes 3 verpakt 15 wordt, behoeft het instrument zelf niet tussen behandelingen door gesteriliseerd te worden. Hierdoor kan het in het algemeen kostbare instrument op zeer doelmatige wijze en zeer vaak achter elkaar gebruikt worden.

Wanneer zoals in het getoonde geval het werkzame 20 deel 2 van het instrument 1 een optisch element omvat, dient de hoes 3 tenminste ten dele voor licht doorlaatbaar te zijn, bijvoorbeeld doordat deze voorzien is van een venster 4.

In het getoonde voorbeeld omvat het instrument 1 25 een werkzaam deel 2, dat gevormd wordt door een slangvormige, vezeloptische wand 5, die voorzien is van een groot aantal daarin ingelaten optische vezels 6, waardoor licht vanaf een buiten het lichaam van de patiënt geplaatste lichtbron in het lichaam gebracht wordt, en ter plaatse van 30 het eindvlak 10 van de wand 5 als ringvormige lichtbundel Ll uittreedt (fig. 2). Aan het vrije uiteinde 10 wordt de mantel 5 verder afgesloten door een camera 7, bijvoorbeeld een CCD-camera. De door de camera 7 gemaakte opnames worden door een vezeloptiek 8, gevormd door een zeer grote bundel 35 optische vezels 9 doorgegeven tot buiten het lichaam van de patiënt. De hoes 3, welke relatief dunwandig is (wanddikte bijvoorbeeld in de orde van enkele tienden van een millimeter) en het werkzame deel 2 van het instrument nauwsluitend 1001251? 4 omgeeft, wordt gevormd door een geêxtrudeerd slangvormig deel ll en het daaraan gespoten, voor licht doorlaatbaar venster 4. Zowel het slangvormig deel 11 als het venster 4 zijn daarbij vervaardigd van een voor gas en/of vloeistof 5 ondoordringbare kunststof, waarbij echter het kokervormig deel 11 soepel is, en bijvoorbeeld van een kunststoffolie vervaardigd is, terwijl het venster 4 vormvast is. Het venster 4 vertoont een vlakke bodem 14 en opstaande zijwanden 15, en is door spuitgieten aangebracht op het slangvor-10 mig deel 11 van de hoes 3. Daarbij is de bovenrand 13 vervloeid in de eindrand 12 van het slangvormig deel 11, dat bij het spuitgieten weer vloeibaar geworden is. Teneinde het vrije uiteinde van het instrument 1 enigszins "zoekend" uit te voeren, is het venster 4 voorzien van een bodem 14 die 15 onder een niet rechte hoek α met de omlopende wand 15 verbonden is. Zo wordt een zelfzoekend instrument verkregen, waarvan het voorvlak toch in hoofdzaak plat is, waardoor vertekening van het met het instrument verkregen beeld zoveel mogelijk vermeden wordt.

20 Bij een tweede uitvoeringsvorm van het beschermer- gaan 23 volgens de uitvinding, dat geschikt is voor toepassing bij een medisch instrument 21, waarvan althans het in het lichaam van de patiënt te brengen werkzame deel 22 buigstijf is uitgevoerd (fig. 3), omvat het beschermorgaan 25 23 een buisvormig deel 31, dat vervaardigd is van een buigstijf materiaal, zoals bijvoorbeeld een harde kunststof-soort, en een daaraan gespoten venster 34, dat eveneens vormvast is. Het venster 34 is wederom van dezelfde kunststof vervaardigd als het buisvormig deel 31. Het instrument 30 21 vertoont in dit voorbeeld een buisvormige wand 25, die van een vormvast materiaal, als bijvoorbeeld metaal vervaardigd is, en waarin optische vezels 26 aangebracht zijn. Deze optische vezels komen buiten het lichaam van de patiënt uit in een aftakking 36 van het instrument 21, waarin een licht-35 bron 37 en een lens 38 zijn opgenomen. Hier wordt licht in het instrument 21 geleid, dat de plaats van het vlak 30 van de wand 5 uittreedt als een ringvormige bundel L2. Deze ringvormige lichtbundel L2 verlicht een waar te nemen deel 1 0 0 1 25 1 .

5 van het inwendige van het lichaam van de patiënt. De waarneming geschiedt bij dit instrument door middel van een de mantel 25 afsluitende eindlens 27, en een aantal verdeeld in de mantel 25 aangebrachte hulplenzen 28. Het door de lenzen 5 27, respectievelijk 28 doorgegeven beeld kan dan buiten het lichaam van de patiënt waargenomen worden door een lens 29 in een einddeel 42 van het instrument 21. Het venster 34 is net als bij de eerste uitvoeringsvorm tegen de eindrand 32 van het buisvormig deel 31 van het beschermorgaan 23 gespo-10 ten, waarbij de eindrand 33 van het venster en de eindrand 32 van de buis 31 in elkaar zijn vervloeid. De bodem 34 van het venster 24 staat bij deze uitvoeringsvorm loodrecht op de zijwanden 35 daarvan, teneinde een zo groot mogelijke lichtopbrengst van de endoscoop te waarborgen, bij een 15 minimale vertekening. Het instrument 21 wordt overigens bij deze uitvoeringsvorm na in het beschermorgaan 23 gestoken te zijn door een holle naald 40 in het lichaam 39 van de patiënt gebracht. Het instrument 21 steekt hierbij dus in het weefsel, en volgt niet de lichaamskanalen van de pati-20 ent.

Als kunststof voor de hoes 3 en het venster 4 komen onder meer in aanmerking polycarbonaat (PC), een copolycarbonaat (coPC), polyetheentereftalaat (PET), polybu-teenteraftelaat (PBT), BETG en PCTG, copolyesters van ethy-25 leenglycol, cyclohexaandimethanol een copolymeer van poly-propyleen en polyetheen. Voor soepele hoezen zijn verder met name polymethaan, PVC, EVA en Kraton geschikt. Hoewel de hoes 3 en het venster 4 voor een optimale verbinding van dezelfde kunststofsoort vervaardigd zullen worden, zal in 30 het algemeen slechts het venster 4 doorzichtig zijn. Dit wordt bereikt door het materiaal voor het venster aan een geschikte bewerking te onderwerpen. Het beschermorgaan wordt zoals gezegd gevormd door eerst een slang- of buisvormig lichaam 11, respectievelijk 31 te extruderen, en dit na 35 afgekoeld te zijn in een spuitgietmal te brengen. Vervolgens wordt dan het venster 4 aan het lichaam 11,31 gespoten, waarbij als gevolg van de in de mal heersende druk een temperatuur de eindrand van het lichaam 11,31 vloeibaar 1001251.

6 wordt, en met het venster 4, dat van dezelfde kunststofsoort vervaardigd zal zijn, een verbinding vormt die na afkoeling en verwijdering uit de mal nagenoeg onverbrekelijk blijkt.

Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is onder 5 verwijzing naar een endoscoop, zal het duidelijk zijn dat deze ook toepasbaar is bij andere in het menselijk of dierlijk lichaam in te brengen optische instrumenten. Ook bij niet-optische instrumenten, welke bijvoorbeeld gebaseerd zijn op andere stralingssoorten kan een beschermorgaan 10 volgens de uitvinding toegepast worden. Daarbij behoeft deze hoes niet een voor licht doorlaatbaar venster te vertonen.

10 Ó1251*

Claims (13)

1. Medisch instrument, voorzien van tenminste ten dele in het lichaam van een te behandelen en/of te onderzoe-5 ken mens o£ dier te steken werkzaam deel en een het werkzaam deel omsluitend, voor gas en/o£ vloeistof ondoordringbaar losneembaar beschermorgaan, dat ten minste één venster omvat, met het kenmerk, dat het venster aan het omringend deel van het beschermorgaan gespoten is.

2. Medisch instrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het werkzame deel en het beschermorgaan van een soepel materiaal vervaardigd zijn.

3. Medisch instrument volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het beschermorgaan van een kunststoffolie 15 vervaardigd is.

4. Medisch instrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het werkzame deel en het beschermorgaan van een buigstijf materiaal vervaardigd zijn.

5. Medisch instrument volgens conclusie 4, met het 20 kenmerk, dat het beschermorgaan van een harde kunststofsoort vervaardigd is.

6. Medisch instrument volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beschermorgaan een geêxtrudeerd buisvormig lichaam omvat, aan een van de uit- 25 einden waarvan het venster gespoten is.

7. Medisch instrument volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het venster vormvast is.

8. Medisch instrument volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het venster van kunststof 30 materiaal vervaardigd is.

9. Medisch instrument volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het venster en het omringende deel van het beschermorgaan van hetzelfde kunststofmateriaal vervaardigd zijn.

10. Beschermorgaan, kennelijk bedoeld voor toepas sing bij een medisch instrument volgens één der voorgaande conclusies. 1001251.

11. Werkwijze voor het vervaardigen van een be-schermorgaan voor toepassing bij een medisch instrument volgens één der conclusies 1-9 gekenmerkt door het vormen van een in hoofdzaak buisvormig lichaam en het daarin aan- 5 brengen van ten minste één venster, met het kenmerk, dat het venster aan het omringend deel van het lichaam gespoten wordt.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het buisvormig lichaam door extruderen van kunst- 10 stofmateriaal gevormd wordt, en het venster aangespoten wordt nadat het buisvormig lichaam uitgehard is.

13. Werkwij ze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het buisvormig lichaam en het venster van eenzelfde kunst stof materiaal gevormd worden, en het voor het 15 vormen van het venster bedoelde materiaal door een geschikte bewerking doorzichtig gemaakt wordt. 10 01 25 \ ·