NL1001182C2

NL1001182C2 - Verlichtingsarmatuur voor een voertuig.

Info

Publication number: NL1001182C2
Application number: NL1001182A
Authority: NL
Inventors: Jacob Albert Monteny; Koert Berghuis
Original assignee: Felua Groep
Priority date: 1995-09-13
Filing date: 1995-09-13
Publication date: 1997-03-20
Also published as: EP0764560B1; DE69607274T2; EP0764560A1; DE69607274D1; ATE190929T1

Description

VERLICHTINGSARMATUUR VOOR EEN VOERTUIG

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsarmatuur voor een voertuig, omvattend een langwerpige drager die ten minste een lamphouder draagt.

Een dergelijke armatuur is bekend, en wordt bijvoorbeeld 5 aangebracht op een bagagerek, in het bijzonder een fietsenrek, dat wordt bevestigd op een trekhaak aan de achterzijde van een automobiel. De armatuur dient dan ter vervanging van de aan de auto zelf aanwezige achterverlichting, die door het bagagerek en daarop geladen 10 bagage aan het zicht onttrokken is geraakt.

De bekende armatuur is een uit afzonderlijke onderdelen samengestelde verlichtingsbalk, die wordt gevormd door een buisvormige houder en door staven gedragen lamphouders, waarbij in elk van de uiteinden van de houder een staaf met 15 een bepaalde instelbare diepte is gestoken.

Aan de bekende armatuur zijn verschillende nadelen verbonden. De constructie van deze armatuur is noodzakelijkerwijze vrij zwaar uitgevoerd om de armatuur, wanneer deze is bevestigd aan een bagagerek, de nodige 20 stabiliteit te verlenen. Door zijn vorm is de bekende armatuur kwetsbaar, en gevoelig voor beschadigingen of moedwillige vernieling, in het bijzonder van de bekabeling voor de lampen in de lamphouders. De bekende armatuur is weinig compact, waardoor deze veel ruimte nodig heeft, en 25 bijvoorbeeld niet of moeilijk in de kofferbak van een personenauto past. De keuze en de hoeveelheid van het voor de constructie van de bekende armatuur benodigde materiaal geven aanleiding tot betrekkelijk hoge produktiekosten.

Het is een doel van de uitvinding een verlichtingsarmatuur 30 te verschaffen die licht in gewicht is, veilig en duurzaam is, in een compacte vorm kan worden opgeborgen, snel en eenvoudig te monteren is aan een voertuig of aan een daaraan bevestigd bagagerek en vervolgens snel en eenvoudig te demonteren is, en overigens vrij is van de nadelen die zijn 35 verbonden aan de bekende armatuur en tegen een lage prijs te produceren is.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een 1001182 2 armatuur van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de lamphouder langs de drager in de lengterichting daarvan beweegbaar is opgenomen tussen een uitgeschoven positie waarin de lamphouder zich in hoofzaak buiten de drager 5 bevindt en een ingeschoven positie waarin de lamphouder zich in hoofdzaak langs de drager bevindt.

In een dergelijke armatuur wordt de lengte van de armatuur wanneer deze niet aan een voertuig of een bagagerek daaraan is bevestigd bij ingeschoven positie van de lamphouder in 10 hoofdzaak bepaald door de lengte van de drager, als gevolg waarvan een zeer compacte vorm van de armatuur in een toestand bij genoemde positie mogelijk is.

In een uitvoeringsvorm van een armatuur omvat de drager overeenkomstig de uitvinding een geleidegoot, waarin de 15 lamphouder beweegbaar is opgenomen.

Bij voorkeur omvat een dergelijke geleidegoot een in hoofdzaak langwerpige plaat die aan zijn twee lange zijden is voorzien van opstaande randen, welke in dwarsdoorsnede aan de naar elkaar gerichte binnenzijden een in hoofdzaak concave 20 vorm hebben, en omvat de lamphouder een huis dat met een bodemvlak langs de langwerpige plaat geleidbaar is, en waarvan van dat bodemvlak opstaande randen een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak convexe vorm hebben die complementair is aan de concave vorm van de randen van de 25 geleidegoot, zodanig dat de randen van het huis door de randen van de goot worden omsloten.

Een armatuur met een dergelijke geleidegoot heeft een zeer compacte vorm, zowel bij de ingeschoven als bij de uitgeschoven positie van de lamphouder, die als het ware 30 grotendeels door de goot wordt omsloten, zodat de armatuur minder gevoelig voor ongewilde beschadigingen of moedwillige vernielingen is dan de bekende armatuur. De lamphouder is met een substantieel deel van de randen en met de bodem van het huis in direct contact met de geleidegoot. Doordat dit 35 oppervlak relatief groot is, is de constructie van de armatuur, in het bijzonder in relatie tot het gewicht ervan, bijzonder stabiel.

In een uitvoeringsvorm van een armatuur volgens de uitvinding met een dergelijke geleidegoot is de plaat van 40 deze goot voorzien van een houder, welke houder bij voorkeur 1001182 3 een paar zich in lengterichting van de plaat uitstrekkende langwerpige naar elkaar gerichte groeven omvat voor het losbaar opnemen van een langwerpig vlak voorwerp, in het bijzonder van een kentekenplaat.

5 In een voordelige uitvoeringsvorm van een armatuur met een geleidegoot overeenkomstig de uitvinding is deze goot verkregen door extrusie van een kunststof-materiaal, en is een in de geleidegoot geleidbaar lamphouderhuis verkregen door blaasvormen of spuitgieten van een kunststof-materiaal. 10 In weer een uitvoeringsvorm van een armatuur overeenkomstig de uitvinding zijn borgmiddelen verschaft voor het borgen van de lamphouder in de uitgeschoven postitie.

In een voordelige uitvoeringsvorm, met een uit kunststof vervaardigde geleidegoot met opstaande randen en een uit 15 kunststof vervaardigd lamphouderhuis, bevat ten minste een convexe rand van het huis een door het blaasvormen respectievelijk spuitgieten verkregen drukvinger en bevat de concave rand van de geleidegoot een daarmee corresponderend gat voor het borgen van de lamphouder in de uitgeschoven 20 positie.

Ter verhoging van de veiligheid en de duurzaamheid van een armatuur overeenkomstig de uitvinding omvat deze een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de drager uitstrekkende kabelgoot.

Het moge duidelijk zijn dat, waar in het bovenstaande 25 steeds sprake is van ten minste een lamphouder, in praktische situaties de armatuur overeenkomstig de uitvinding twee lamphouders draagt, zodanig dat deze lamphouders zich in de uitgeschoven positie ter weerszijden van de drager bevinden.

De uitvinding zal in het onderstaande verder worden 30 toegelicht aan de hand van een voorbeeld, met verwijzing naar bijgaande tekeningen.

In de tekeningen tonen:

Fig. la een verlichtingsarmatuur overeenkomstig de uitvinding, met twee lamphouders in uitgeschoven positie, 35 Fig. lb de verlichtingsarmatuur van Fig. la met de lamphouders in ingeschoven positie,

Fig. 2a een detail uit Fig. la in langsdoorsnede,

Fig. 2b een detail uit Fig. lb in langsdoorsnede, en

Fig. 3 een dwarsdoorsnede door de armatuur van Fig. lb.

40 Fig. la toont een verlichtingsarmatuur 1, met een 1001182 4 geleidegoot 2 waarin twee lamphouders 3,4 zijn opgenomen die zich in de uitgeschoven positie bevinden. De geleidegoot 2 wordt gevormd door een vlakke plaat 25, die aan de lange zijden is voorzien van opstaande randen 7,8, die aan de naar 5 elkaar gerichte binnenzijde in dwarsdoorsnede een concave vorm hebben. De randen 7 en 8 van de goot 2 omsluiten de respectievelijk de randen 11,13 van het linker lamphouderhuis 9 en de randen 12,14 van het rechter lamphouderhuis 10. Een op de vlakke plaat 25 van de goot 2 gevormde houder 6 10 (getoond in Fig. 3) omvat een zich in de lengterichting uitstrekkende rechthoekige verdieping 15, waarvan de langsranden 16 elk zijn voorzien een groef 17 (getoond in Fig. 3), in welke groeven een kentekenplaat geschoven kan worden. De geleidegoot 2 is gemaakt door extrusie van een 15 harde en slagvaste, duurzame kunststof, bijvoorbeeld Sinkral B32 E, een ABS-kunsstof. De lamphouderhuizen 9,10 zijn door spuitgieten gemaakt uit een zachter kunststof-materiaal, bijvoorbeeld Sinkral B32, een ABS-kunststof. Deze keuze van materialen en produktietechnieken maakt het op eenvoudige 20 wijze mogelijk gaten 19,20 in de gootrand en drukvingers 21,22 in de lamphouders 3,4 aan te brengen, die in samenwerking met elkaar de lamphouders 3,4 in hun respectieve huizen 9,10 in de uitgeschoven positie borgen.

Fig. lb toont de armatuur 1 van fig. la met de beide 25 lamphouders 3,4 in ingeschoven positie; de verwijzingsgetallen in deze figuur komen overeen met die in fig. la. Fig. lb geeft duidelijk weer dat de armatuur met de beide lamphouders 3,4 in ingeschoven positie een zeer compacte vorm heeft, doordat de lamphouders 3,4 in hun huizen 30 9,10 zover naar binnen zijn geschoven, dat de lengte van de armatuur 1 nagenoeg wordt bepaald door de lengte van de geleidegoot 2. De beide lamphouderhuizen 9,10 zijn grotendeels over de verdieping 15 van de houder 6 tegen een aanslag (niet getoond) geschoven. De drukvingers van de beide 35 lamphouderhuizen 9,10 zijn onder de rand 7 van de geleidegoot 2 geschoven, zodat door de gaten 19,20 in de gootrand 7 de convexe randen 11,12 van de respectieve huizen 9,10 zichtbaar zijn.

Fig. 2a toont de drukvinger 21 van het linker 40 lamphouderhuis 9 in detail in langsdoorsnede, in de situatie 1001182 5 volgens fig. la, waarin het lamphouderhuis 9 geheel is uitgeschoven (naar links). De figuur laat zien hoe de drukvinger 21 aan de rand 11 van het huis stuikt tegen de linkerzijde van de opening 19 in de gootrand 7, bij een 5 poging het huis 9 met rand 11 verder naar links te bewegen.

Fig. 2b toont de drukvinger 21 van het linker lamphouderhuis 9 in detail in langsdoorsnede, in een situatie waarin het lamphouderhuis 9 geheel (volgens fig. lb), of gedeeltelijk is ingeschoven (naar rechts). De figuur laat 10 zien hoe de drukvinger 21 aan de rand 11 van het huis is ingedrukt, en verdwenen is onder de rand 7 van de geleidegoot 2 .

Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III van de armatuur in fig. lb. Corresponderende onderdelen zijn met 15 corresponderende verwijzingsgetallen aangeduid. De figuur laat zien hoe de aan de vlakke plaat 25 gevormde houder 6 een verdieping 15 begrenst, waarvan in de langsranden 16 langsgroeven 17 zijn uitgespaard voor het opnemen van een kentekenplaat 23. De figuur toont voorts nog een in de 20 steunplaat 25 gevormde kabelgoot 18 met kabels 26, en bevestigingspunten 24 van een bagagerek (niet getoond) waar de armatuur in dit voorbeeld aan bevestigd is.

1001182

Claims

1. Verlichtingsarmatuur voor een voertuig, omvattend een langwerpige drager die ten minste een lamphouder draagt, met het kenmerk, dat de lamphouder langs de drager in de lengterichting daarvan beweegbaar is opgenomen tussen een 5 uitgeschoven positie waarin de lamphouder zich in hoofzaak buiten de drager bevindt en een ingeschoven positie waarin de lamphouder zich in hoofdzaak langs de drager bevindt.

2. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat de drager een geleidegoot omvat, waarin de 10 lamphouder beweegbaar is opgenomen.

3. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk. dat de geleidegoot een in hoofdzaak langwerpige plaat omvat die aan zijn twee lange zijden is voorzien van opstaande randen, welke in dwarsdoorsnede aan de naar elkaar 15 gerichte binnenzijden een in hoofdzaak concave vorm hebben, en de lamphouder een huis omvat dat met een bodemvlak langs de langwerpige plaat geleidbaar is, en waarvan van dat bodemvlak opstaande randen een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak convexe vorm hebben die complementair is aan de concave vorm 20 van de randen van de geleidegoot, zodanig dat de randen van het huis door de randen van de goot worden omsloten.

4. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de plaat van de geleidegoot is voorzien van een houder voor een vlak voorwerp.

5. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 4, met het kenmerk. dat de houder een paar zich in lengterichting van de plaat uitstrekkende langwerpige naar elkaar gerichte groeven omvat voor het losbaar opnemen van een langwerpig vlak voorwerp, in het bijzonder van een kentekenplaat.

6. Verlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de geleidegoot is verkregen door extrusie van een kunststof-materiaal.

7. Verlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 3-6, met het kenmerk, dat het huis is verkregen door blaasvormen 35 van een kunststof-materiaal.

8. Verlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 3-6, met het kenmerk, dat het huis is verkregen door spuitgieten 1001182 van een kunststof-materiaal.

9. Verlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door borgmiddelen voor het borgen van de lamphouder in de uitgeschoven positie.

10. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk. dat ten minste een convexe rand van het huis een door het blaasvormen respectievelijk spuitgieten verkregen drukvinger bevat en de concave rand van de geleidegoot een daarmee corresponderend gat bevat voor het borgen van de 10 lamphouder in de uitgeschoven positie.

11. Verlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de drager uitstrekkende kabelgoot omvat.

12. Verlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk. dat de drager twee lamphouders draagt, zodanig dat deze lamphouders zich in de uitgeschoven positie ter weerszijden van de drager bevinden. Hierbij drie bladen tekeningen 1001182